BE1015385A3 - Hoekconstructie en werkwijze voor het vervaardigen daarvan, en tray en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Hoekconstructie en werkwijze voor het vervaardigen daarvan, en tray en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. Download PDF

Info

Publication number
BE1015385A3
BE1015385A3 BE2003/0122A BE200300122A BE1015385A3 BE 1015385 A3 BE1015385 A3 BE 1015385A3 BE 2003/0122 A BE2003/0122 A BE 2003/0122A BE 200300122 A BE200300122 A BE 200300122A BE 1015385 A3 BE1015385 A3 BE 1015385A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
folding line
corner
flap
side wall
plate
Prior art date
Application number
BE2003/0122A
Other languages
English (en)
Inventor
Wendy Van Ingelgem
Smedt Gert Jan De
Sofie Vesschemoet
Koen Jan Maria Verhaeghe
Original Assignee
Sca Packaging Buggenhout
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sca Packaging Buggenhout filed Critical Sca Packaging Buggenhout
Priority to BE2003/0122A priority Critical patent/BE1015385A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1015385A3 publication Critical patent/BE1015385A3/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D5/00Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper
    • B65D5/001Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper stackable
    • B65D5/0015Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper stackable the container being formed by folding up portions connected to a central panel
    • B65D5/002Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper stackable the container being formed by folding up portions connected to a central panel having integral corner posts
    • B65D5/0025Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper stackable the container being formed by folding up portions connected to a central panel having integral corner posts the corner posts being formed as a prolongation of a doubled-over extension of the side walls

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Cartons (AREA)

Abstract

Hoekconstructie voor een verpakking omvattende een bodemvlak en twee daarop opstaande zijwanden, waarbij de ene eerste zijwand voorzien is van een flap die verbonden is met de andere tweede zijwand , welke eerste zijwand met flap gevormd is door tenminste één binnenplat en tenminste één buitenplat welke tenminste gedeeltelijk met elkaar verbonden zijn, waarbij in het buitenplat tenminste één in hoofdzaak staande buitenvouwlijn is aangebracht voor het vormen van een buitenhoek van de hoekconstructie, waarbij in het binnenplat tenminste één binnenvouwlijn is aangebracht die in hoofdzaak parallel loopt aan de buitenvouwlijn.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   HOEKCONSTRUCTIE EN WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN DAARVAN, 
EN TRAY EN WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN DAARVAN 
De uitvinding heeft betrekking op een hoekconstructie voor een verpakking omvattende een bodemvlak en twee daarop opstaande zijwanden, waarbij de ene eerste zijwand voorzien is van een flap die verbonden is met de andere tweede zij- wand, welke eerste zijwand met flap gevormd is door tenminste één binnenplat en tenminste één buitenplat welke tenminste gedeeltelijk met elkaar verbonden zijn, waarbij in het bui- tenplat tenminste één in hoofdzaak staande buitenvouwlijn is aangebracht voor het vormen van een buitenhoek van de hoek- constructie. 



   Dergelijke hoekconstructies zijn algemeen bekend en wor- den bijvoorbeeld gebruikt in trays voor het verpakken van groenten en fruit, blikken, e.d.. In verband met de stapel- sterkte van de tray is het vaak zo dat een zijwand dubbelwan- dig, i. e. met een binnen- en buitenplat gevormd is ter ver- steviging van deze wand, in het bijzonder het hoekdeel daar- van. Deze dubbelwandige structuur wordt doorgaans gevormd door een in hoofdzaak rechthoekig stuk wandmateriaal dubbel te plooien, zodat het binnen- en buitenplat met elkaar ver- bonden zijn door een langsvouwlijn die de bovenrand van deze zijwand vormt. Een eerste manier om een dergelijke dubbelwan- dige wand te vouwen ter vorming van een flap die met de twee- de wand kan verbonden worden, bestaat uit het aanbrengen van één doorlopende vouwlijn in het binnen- en buitenplat.

   Bij een dergelijke vouwstructuur zal het naar binnen plooien van de flap echter bemoeilijkt worden door een overtollige hoe- veelheid wandmateriaal aan de binnenkant van de hoekconstruc- tie ter hoogte van de vouwlijn. Het wandmateriaal kan bij- voorbeeld massief karton, golfkarton, plastic, laminaat of een ander geschikt wandmateriaal zijn. Om dit nadeel te ver- 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 helpen worden er doorgaans ter hoogte van de vouwlijn in het buitenplat sleuven aangebracht in het binnenplat, welke sleu- ven het vouwen van het buitenplat ter vorming van de buiten- hoek vergemakkelijken. Het aanbrengen van sleuven heeft ech- ter het nadeel dat er afval ontstaat bij de verwerking van de kartonplaten tot bijvoorbeeld trays. 



   Volgens nog een andere bekende manier wordt de flap aan zijn bovenrand doorgesneden ter vorming van een losse binnen- en buitenflap. In de binnenflap worden twee vouwlijnen, en in het buitenflap één daartussen gelegen vouwlijn aangebracht, zodanig dat een prismavormige hoekconstructie ontstaat wan- neer de binnen- en buitenflap om de tweede zijwand worden bevestigd. Dit heeft het nadeel dat steeds een insnijding moet aangebracht worden ter vorming van twee losse flapdelen. 



   De uitvinding heeft als doel een sterke hoekconstructie met een grote draagkracht voor te stellen waarbij een minimum aan afval ontstaat, en waarbij bovengenoemde nadelen worden verholpen. 



   Daartoe onderscheidt de uitvinding zich doordat in het binnenplat tenminste één binnenvouwlijn is aangebracht die in hoofdzaak parallel loopt aan de buitenvouwlijn en die in de van de flap afgekeerde richting verschoven is t. o.v. de bui- tenvouwlijn. 



   Een dergelijke maatregel laat bijvoorbeeld toe dat de eerste uit een binnen- en buitenplat bestaande zijwand inclu- sief flap gevormd wordt door een in hoofdzaak rechthoekig stuk wandmateriaal dubbel te plooien, zodat het binnen- en buitenplat met elkaar verbonden zijn door een langsvouwlijn die de bovenrand van deze zijwand vormt. Door de binnenvouw- lijn in de van de flap afgekeerde richting verschoven ten opzichte van de buitenvouwlijn aan te brengen kan de flap zonder problemen naar binnen worden geplooid zonder dat een overtollige hoeveelheid wandmateriaal aan de binnenkant van 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 de hoekconstructie ter hoogte van de vouwlijn dit plooien belemmert. De optimale waarde van deze verschuiving zal door- gaans afhankelijk zijn van de dikte van het gebruikte wandma- teriaal. 



   Volgens een mogelijke variant van de uitvinding vormt de flap de tweede zijwand van de hoekconstructie. Op die manier kunnen beide zijwanden uitgevoerd worden met een binnen- en een buitenplat. Vaak zal echter de flap verbonden worden met een tweede zijwand die bijvoorbeeld uitgevoerd is als één plat. 



   Zoals reeds hierboven is aangegeven is de verbinding tussen het binnenplat en het buitenplat bij voorkeur gevormd door tenminste één in hoofdzaak liggende langsvouwlijn langs tenminste een deel van de bovenrand van het binnen- en bui- tenplat. Op die manier kan de eerste zijwand eenvoudig uit een in hoofdzaak rechthoekig stuk wandmateriaal worden ge- plooid, zonder dat er afval ontstaat. 



   Deze tenminste één vouwlijn kan bijvoorbeeld ook gedeel- telijk doorgesneden zijn, waarbij het binnen- en buitenplat bijvoorbeeld enkel op bepaalde plaatsen verbonden zijn via hechtpunten. Het is ook mogelijk om deze tenminste één langs- vouwlijn een zekere kromming te geven ter verkrijging van hol of bol staande binnen- en/of buitenplatten. 



   Volgens een volgende variant van de uitvinding is in het binnenplat van de flap een tweede binnenvouwlijn aangebracht die in hoofdzaak parallel loopt met de eerste binnenvouwlijn, waarbij de verbinding tussen het binnenplat en het buitenplat tenminste ter hoogte van het overgangsdeel tussen de eerste en de tweede binnenvouwlijn in het binnenplat onderbroken is zodat dit overgangsdeel een holle schacht vormt met de tegen- overliggend buitenhoek. 



   Door in het binnenplat twee staande binnenvouwlijnen aan te brengen aan weerszijden van de buitenvouwlijn in het bui- 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 tenplat, kan het overgangsdeel tussen deze binnenvouwlijnen van het buitenplat weg bewegen wanneer de flap wordt omge- plooid, zodat het plooien langs de buitenvouwlijn niet wordt belemmerd. 



   Volgens een verdere ontwikkeling zijn tussen de eerste en de tweede binnenvouwlijn in het binnenplat één of meer extra binnenvouwlijnen aangebracht voor de vormgeving van het over- gangsdeel. 



   Door het aanbrengen van bijvoorbeeld één extra vouwlijn wordt een vierhoekig prisma gevormd door het overgangsdeel en de buitenhoek. Het zal echter zonder meer duidelijk zijn dat ook een aantal extra vouwlijnen aangebracht kan worden om een gemakkelijk plooibare stevige hoekconstructie zonder afval te verkrijgen. 



   Volgens een mogelijke variant verdeelt één extra binnen- vouwlijn het overgangsdeel zodanig in twee dat voor de gewen- ste buitenhoek een eerste flank van dit deel in hoofdzaak tegen één van de zijwanden steunt. 



   Door het samenvallen van een eerste flank van dit over- gangsdeel en een zijwand verkrijgt met een hoekconstructie die relatief weinig ruimte inneemt aan de binnenkant van de hoekconstructie. Deze constructie is in het bijzonder ge- schikt voor trays bedoeld voor in hoofdzaak ronde voorwerpen omdat deze in een hoek van de tray kunnen geplaatst worden zonder dat het overgangsdeel aan de binnenkant van de hoek- constructie dit plaatsen verhindert. 



   Volgens een andere variant van de hoekconstructie van de uitvinding is in het buitenplat tenminste één tweede buiten- vouwlijn die in hoofdzaak parallel loopt met de eerste bui- tenvouwlijn aangebracht voor de vormgeving van de buitenhoek. 



   Volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn het binnen- en het buitenplat, bijvoorbeeld aan het flapuit- einde en over de lengte van de zijwand, tenminste gedeelte- 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 lijk aan elkaar bevestigd, bijvoorbeeld door lijmen of met een tape. Deze bevestiging vermijdt dat het binnen- en bui- tenplat doorbuigen waardoor de zijwand bol komt te staan, en resulteert daardoor in een extra stevigheid van de zijwand. 



  Wanneer de hoekconstructie gebruikt wordt voor een tray ge- beurt de bevestiging, i. h.b. de verlijming bij voorkeur over de volledige lengte van de dubbelwandige zijwanden, bijvoor- beeld volgens liggende lijmstroken die zich uitstrekken tus- sen de onder- en bovenrand van de zijwand. Deze lijmstroken worden afhankelijk van de variant soms onderbroken ter hoogte van de hoekconstructie en verder gezet over de lengte van de flap. 



   Deze verlijming kan bijvoorbeeld gebeuren op de opzet- machine, met een hoge snelheid als bijkomend voordeel. 



   Volgens een andere variant van de uitvinding is het bin- nenplat een meerlagig plat, waarbij de lagen bijvoorbeeld onderling via telkens een vouwlijn aan de rand daarvan ver- bonden zijn. Deze meerlagige structuur geeft uiteraard een extra stevigheid aan de zijwand en hoek, en kan op dezelfde manier verlijmd worden als het binnenplat en het buitenplat. 



   Volgens een analoge variant van de uitvinding kan het buitenplat een meerlagig plat zijn. 



   Volgens nog een andere variant van de uitvinding is de flap door middel van een extra verticale vouwlijn dubbelge- vouwen, en in deze dubbelgevouwen stand verbonden met de tweede zijwand. Deze variant kan bijvoorbeeld voordelig zijn wanneer het voor de verpakking wenselijk is om de flaplengte zo kort mogelijk te houden. 



   De uitvinding heeft eveneens betrekking op een tray om- vattende een bodemvlak met tenminste drie daarop staande wanden, die onderling verbonden zijn door telkens een hoek- constructie volgens een van de hierboven beschreven varian- ten. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



   Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de tray volgens de uitvinding, heeft de tray een bodemvlak met vier daarop staande wanden, waarbij twee tegenoverstaande eerste zijwan- den elk aan weerskanten voorzien zijn van een flap die tel- kens verbonden is met een overeenstemmend uiteinde van de twee andere tegenoverstaande tweede zijwanden. Een dergelijke opbouw leidt tot een stevige trayconstructie die afhankelijk van de dikte van het gebruikte materiaal geschikt is om een bepaalde lading te dragen. 



   De uitvinders hebben geconstateerd dat het over de hele lengte verlijmen van de twee eerste zijwanden een extra ste- vigheid geeft in vergelijking met het alleen ter hoogte van de hoeken verlijmen van de eerste zijwanden. Verder is de sterkte ook afhankelijk van de gebruikte hoekconstructie. Zo kan de versterking van de variant met één extra binnenvouw- lijn in het overgangsdeel waarbij een eerste flank van dit deel tegen het binnenplat van de flap steunt, bijvoorbeeld sterker zijn dan de meest eenvoudige uitvoeringsvorm met telkens één binnenvouwlijn. 



   Volgens een mogelijke variant van de tray volgens de uitvinding bestaat de verbinding tussen het binnenplat en het buitenplat van elk van de twee tegenoverstaande eerste zij- wanden uit twee vouwlijnen aan de bovenrand, welke uiteen lopen vanaf een buitenhoek naar het midden van de bovenrand. 



   Het gebruik van gebogen rillijnen werd reeds beschreven in het Franse octrooischrift FR 2794430, waarnaar wordt ver- wezen voor mogelijke uitvoeringsvarianten. Dergelijke rillij- nen in combinatie met de hoekconstructie van de onderhavige uitvinding zorgen voor een zeer sterke tray. 



   Volgens nog een andere variant van de tray van de uitvin- ding staan de binnen- en buitenplatten van elke hoekconstruc- tie schuin op het bodemvlak ter vorming van schuine zijwan- den. Deze hoek is doorgaans klein, en bijvoorbeeld van de 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 grootorde van 3 graden. Een tray met schuin naar binnen staande zijwanden heeft het voordeel dat bij het op elkaar stapelen van een aantal trays, het bodemvlak van een tray in de stapel zeker gedragen wordt door alle zijwanden van de daaronder liggende tray. 



   De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een hoekconstructie van een verpak- king, welke zich onderscheidt doordat een eerste in hoofdzaak rechthoekig wandplat voorzien wordt van - tenminste één langsvouwlijn in de langsrichting daarvan; - tenminste één buitenvouwlijn in de dwarsrichting daarvan, welke zich uitstrekt tussen de langsvouwlijn en een eerste langsrand van het in hoofdzaak rechthoekig plat ter vorming van een flap tussen deze buitenvouwlijn en de dwarsrand van het wandplat; - tenminste één binnenvouwlijn in de dwarsrichting daarvan, welke zich uitstrekt tussen de langsvouwlijn en een tweede langsrand en verschoven is t. o.v. de buitenvouwlijn;

   waarna het stuk dubbelgevouwen wordt volgens de tenminste één langsvouwlijn, en de flap onder de gewenste hoek wordt gevou- wen door middel van de op een afstand van elkaar gelegen buiten- en binnenvouwlijnen. 



   In de hierboven beschreven werkwijze kan de flap de vorm aannemen van een tweede zijwand, of kan de flap verbonden worden met een tweede in hoofdzaak rechthoekig plat ter vor- ming van een tweede zijwand. 



   Volgens de hierboven beschreven werkwijze wordt dus een hoekconstructie met een dubbele wand gevormd die als dragend deel van een verpakking kan worden gebruikt en die zonder afval en plooiproblemen kan worden vervaardigd. 



   Volgens een variant van de werkwijze volgens de uitvin- ding wordt een tweede binnenvouwlijn aangebracht die in hoofdzaak parallel loopt met de eerste binnenvouwlijn, en 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 wordt een snede of uitsparing aangebracht langs een van de tenminste één langsvouwlijn welke zich uitstrekt tussen de twee binnenvouwlijnen. 



   Tenslotte heeft de uitvinding eveneens betrekking op een werkwijze voor het maken van een tray, waarbij uitgegaan wordt van een in hoofdzaak rechthoekig plat waarvan twee tegenover elkaar liggende eerste randen over hun volledige lengte via een bodemvouwlijn verbonden zijn met telkens een in hoofdzaak rechthoekige eerste zijwandplat, waarbij elke bodemvouwlijn aan zijn beide uiteinden ingesneden wordt ter vorming daartussen van twee rechthoekige tweede zijwandplat- ten welke omhoog geplooid worden, en waarbij de beide eerste zijwandplatten omgezet worden tot telkens twee hoekconstruc- ties volgens een van de hierboven beschreven werkwijzen, en de vier flappen van elke hoekconstructie vervolgens verbonden worden met de overeenstemmende vier uiteinden van de twee tweede zijwandplatten. 



   De uitvinding zal verder toegelicht worden aan de hand van de figuurbeschrijving hieronder en de tekening in bijla- ge, waarin een aantal niet beperkende uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding worden geïllustreerd. De tekening toont in: Figuur 1: een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoe- ringsvorm van een tray volgens de uitvinding; Figuur 2: een bovenaanzicht van een plaat ter vorming van de tray van figuur 1 volgens een uitvoering van de werkwijze van de uitvinding; Figuur 3: een perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoe- ringsvorm van een tray volgens de uitvinding; Figuur 4: een bovenaanzicht van een plaat ter vorming van de tray van figuur 3 volgens een uitvoering van de werkwijze van de uitvinding;

   Figuur 5A: een bovenaanzicht van een variant van de plaat van figuur 4; 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 Figuur 5B: een variant van Figuur 5 met twee buitenvouwlij- nen; Figuur 6: een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoe- ringsvorm van een tray volgens de uitvinding; Figuur 7: een bovenaanzicht van een plaat ter vorming van de tray van figuur 6 volgens een uitvoering van de werkwijze van de uitvinding; Figuur 8A en B : bovenaanzichten van twee varianten van een plaat ter vorming van een tray met twee tegenoverstaande zijwanden met elk een tweelagig binnenplat volgens de uitvin- ding; Figuur 9: een bovenaanzicht van een plaat ter vorming van een tray met twee tegenoverstaande zijwanden met elk een tweela- gig buitenplat volgens de uitvinding;

   Figuur 10: een bovenaanzicht van een plaat ter vorming van een tray met twee tegenoverstaande zijwanden met een boven- rand die gevormd is door gebogen rillijnen volgens de uitvin- ding; Figuur 11: een bovenaanzicht van twee platen ter vorming van twee eerste dubbelwandige zijwanden en van een plaat ter vorming van het bodemvlak en de tweede zijwanden voor gebruik in een tray volgens de uitvinding; Figuur 12A-I: een dwarsdoorsnede van een aantal mogelijke hoekconstructies volgens de uitvinding; Figuur 13: een bovenaanzicht van een eerste variant van de plaat van figuur 2; Figuur 14: een bovenaanzicht van een tweede variant van de plaat van figuur 2; Figuur 15A: een bovenaanzicht van een derde variant van de plaat van figuur 2;

   Figuur 15B: een detailaanzicht van figuur 15A; 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 Figuur 16: een bovenaanzicht van een plaat voor de vervaardi- ging van een huls gebruikmakend van de werkwijze volgens de uitvinding. 



   Figuur 1 toont een tray 2, die voorzien is van vier hoek- constructies 1. De tray omvat een bodemvlak 3 en vier daarop staande zijwanden 4, 4'; 5,5'. De zijwanden 4 en 4' zijn aan weerskanten voorzien van een flap 6 die verbonden zijn met respectievelijk de zijwanden 5 en 5'. De zijwanden 4 en 4' met flappen 6 zijn gevormd door tenminste een binnenplat 7 en een buitenplat 8 welke langs hun bovenrand verbonden zijn door een vouwlijn 9. 



   In het buitenplat 8 is een in hoofdzaak staande buiten- vouwlijn 10 aangebracht die de buitenhoek 13 van de hoekcon- structie 1 vormt. In het binnenplat 7 is een binnenvouwlijn 11 aangebracht die in hoofdzaak parallel loopt aan de buiten- vouwlijn 10 en die in de van de flap 6 afgekeerde richting verschoven is t.o.v. de buitenvouwlijn 10. 



   Dit is beter zichtbaar in figuur 2 die een bovenaanzicht toont van een plaat uit bijvoorbeeld karton, golfkarton of plastic, waaruit de tray werd gevouwen. Figuur 2A toont in detail de verschuiving van de binnenvouwlijn 11 t.o.v. de buitenvouwlijn 10. Merk op dat het uiteraard niet noodzake- lijk is dat de binnenvouwlijn 11 doorloopt in de buitenvouw- lijn 12 ter hoogte van de langsvouwlijn 9. 



   De werkwijze van de uitvinding zal nu verder uitgelegd worden aan de hand van figuur 2. Voor het maken van de in figuur 1 getoonde tray 2 vertrekt men van het in figuur 2 getoonde in hoofdzaak rechthoekig bodemplat waarvan de twee tegenover elkaar liggende eerste randen over hun volledige lengte via een bodemvouwlijn 26,26' verbonden zijn met tel- kens een in hoofdzaak rechthoekige eerste zijwandplat. Elke bodemvouwlijn 26,26' wordt aan zijn beide uiteinden ingesne- den ter vorming van twee rechthoekige tweede zijwandplatten 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 5,5' welke omhoog geplooid worden langs respectievelijk de vouwlijnen 27 en 27'. De beide eerste zijwandplatten 4,4' worden vervolgens als volgt omgebouwd tot telkens twee hoek- constructies 1. 



   De eerste en tweede in hoofdzaak rechthoekig wandplatten 4,4' worden elk voorzien van - een dubbele langsvouwlijn 9 in de langsrichting daarvan; - tenminste één buitenvouwlijn 10 in de dwarsrichting daar- van, welke zich uitstrekt tussen de langsvouwlijn 9 en een eerste langsrand van het in hoofdzaak rechthoekig plat ter vorming van een flap 6 (zie figuur 1) tussen deze buitenvouw- lijn 10 en de dwarsrand van het wandplat 4, 4'; - tenminste één binnenvouwlijn 11 in de dwarsrichting daar- van, welke zich uitstrekt tussen de langsvouwlijn 9 en een tweede langsrand en verschoven is t. o.v. de buitenvouwlijn 10. 



   Vervolgens worden de wandplatten 4, 4' dubbelgevouwen volgens de dubbele langsvouwlijn 9. Daarna worden de flappen 6 gevouwen door middel van de op een afstand van elkaar gele- gen buiten- 10 en binnenvouwlijnen 11. Tenslotte worden de vier flappen 6 elk verbonden met de rechthoekig platten 5 en 5' ter vorming van de vier hoekconstructies 1. 



   De langsvouwlijn 9 is hier dubbel uitgevoerd, maar kan bijvoorbeeld ook uit één rillijn (zie figuur 14) of uit drie rillijnen bestaan (zie figuur 15A en B). 



   Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvariant van de tray 2 volgens de uitvinding. Het verschil met de uitvoeringsvari- ant van figuur 1 is terug de vinden in de hoekconstructies 1. 



  Deze hoekconstructie 1 heeft drie binnenvouwlijnen, namelijk een eerste binnenvouwlijn 11 in de van flap 6 afgekeerde zijde van het binnenplat en een tweede binnenvouwlijn 12 die in hoofdzaak parallel loopt met de eerste binnenvouwlijn 11. 



  Deze binnenvouwlijnen begrenzen een overgangsdeel dat zich in 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 de geplooide stand verwijderd van de buitenhoek 13 ter vor- ming van een holle schacht in elke hoek van de tray 2. 



   Tussen de eerste 11 en de tweede binnenvouwlijn 12 is één extra binnenvouwlijn 14 aangebracht voor de vormgeving van het overgangsdeel. De extra binnenvouwlijnen 14 verdelen de overgangsdelen zodanig in twee dat een eerste flank van elk deel tegen het binnenplat 7 van de overeenstemmende flap 6 steunt, zoals zichtbaar is in figuur 3. 



   Verder zijn de zijwanden 4, 4' voorzien van uitsparingen 17,18 ter vorming van een handvat aan weerszijden van de tray 2. Bovendien zijn eveneens insnijdingen aangebracht in het midden van zijwanden 4 en 4' ter vorming van opstaande flenzen 19, welke flenzen kunnen samenwerken met de openingen 20 in het bodemvlak 3 van de tray 2, om een gemakkelijke opeenstapeling van een aantal trays 2 te bevorderen. 



   De in figuur 3 getoonde tray is in uitgeplooide vorm weergegeven in bovenaanzicht in figuur 4. In vergelijking met figuur 2 merkt men op dat een tweede binnenvouwlijn 12 en extra binnenvouwlijn 14 aangebracht zijn. Verder is een snede aangebracht langs de langsvouwlijnen 9 welke zich uitstrekt tussen de twee binnenvouwlijnen 11 en 12, zodat het over- gangsdeel van de buitenhoek 13 weg kan bewegen bij het plooi- en van de hoekconstructie 1. 



   Verder is de langsvouwlijn 9 als een dubbele rillijn uitgevoerd, waarbij de rillijn ter hoogte van het overgangs- stuk tussen de binnenvouwlijnen 11 en 12 doorgesneden is. 



   Verder kan het insnijden van de bodemvouwlijnen 26 en 26' op verschillende manieren gebeuren; in de in figuur 4 getoon- de variant zijn uitsparingen 16 aangebracht, terwijl de vari- ant van figuur 5A gebruik maakt van snijlijnen 28. In plaats van één buitenvouwlijn kunnen ook twee buitenvouwlijnen ge- bruikt worden, zoals getoond in figuur 5B. 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 



   In de in figuur 13 getoonde variant van figuur 1 heeft de uitsparing 16 een conische vorm. Op die manier komen de zij- wanden van elke hoekconstructie schuin te staan bij het vou- wen van de tray (bijvoorbeeld 87 i.p.v. 90  tussen de zijwand en het bodemplat) waardoor bij stapeling van dergelijke trays de bodem zeker op de bovenrand van de tray eronder rust. 



   Figuur 6 toont een derde uitvoeringsvariant van de uit- vinding. Deze variant verschilt van de variant van figuur 1 in dat elke flap 6 door middel van een extra verticale binnen- en buitenvouwlijn 15 en 15' is dubbelgevouwen, en in deze dubbelgevouwen stand verbonden is met de tweede zijwand 5,5'. De extra binnenvouwlijn 15 is als een onderbroken snijlijn uitgevoerd, terwijl de extra buitenvouwlijn 15' volledig doorgesneden is. Deze extra vouwlijnen kunnen ook bijvoorbeeld met hechtpunten uitgevoerd zijn, welke bij het omplooien doorscheuren. De standaard binnen- en buitenvouw- lijn 11 en 10 zijn hier respectievelijk als een snijlijn en rillijn uitgevoerd, maar uiteraard kunnen deze vouwlijnen ook anders uitgevoerd worden. 



   Figuren 8A en B, en 9 tonen bovenaanzichten van twee varianten van een uitgeplooide tray met drielagige zijwanden 4 en 4'. De in figuur 8A getoonde variant heeft twee zijwan- den 4, 4' met elk een tweelagig binnenplat dat gevormd wordt door de stroken 7 en 7', en een buitenplat dat gevormd wordt door de strook 8. De stroken 7 en 7' zijn met elkaar verbon- den via de dubbele rillijn 21, en de strook 7 wordt tegen de strook 7' welk dubbel binnenplat vervolgens tegen het buiten- plat 8 wordt geplooid ter vorming van de zijwand 4. In de strook 7 zijn in het verlengde van de binnenvouwlijn 11 uit- sparingen 22 aangebracht zodanig dat het vormen van de hoek- constructies onbelemmerd kan plaats hebben. 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 



   Deze uitsparingen 22 zijn uiteraard niet noodzakelijk, en figuur 8B toont een analoge variant waarbij de uitsparingen vervangen zijn door snijlijnen 30. 



   Volgens de in figuur 9 getoonde variant hebben de zijwan- den 4 en 4' elk een tweelagig buitenplat dat bestaat uit de stroken 8 en 8', dat ontstaat door het naar binnen plooien van de strook 8 op het binnenplat 7 en vervolgens tegen de strook 8'. De hoekconstructie is verder analoog aan de hoek- constructie van figuur 5. De door dubbele plooilijnen gevorm- de vouwlijn 21 is smaller uitgevoerd dan de vouwlijn 9 om een gemakkelijk dubbelplooien mogelijk te maken. 



   De in figuur 10 getoonde variant heeft een verbinding tussen het binnenplat 7 en het buitenplat 8 van elk van de twee tegenoverstaande eerste zijwanden 4,4' die bestaat uit twee vouwlijnen 9a, 9b aan de bovenrand, welke uiteenlopen vanaf elke buitenhoek 13 naar het midden van de bovenrand. 



   In alle hierboven besproken uitvoeringsvarianten waren steeds de twee kortste zijwanden van de tray dubbel uitge- voerd met flap, maar het is uiteraard eveneens mogelijk om de twee langste zijwanden dubbel uit te voeren met flap. 



   Figuur 11 toont respectievelijk de twee eerste zijwanden 4,4', en het bodemvlak met de twee tweede zijwanden 5,5'. 



  De eerste zijwanden 4, 4' zijn analoog aan de zijwanden van de uitvoeringsvariant van figuur 1 gevormd, met dit verschil dat ze niet verbonden zij met het bodemvlak 3 door een bodem- vouwlijn 26, en dat ze bedoeld zijn om de lange zijwanden van de tray te vormen. 



   Zoals getoond in figuur 11 is het bodemvlak 3 bovendien verbonden met twee zijstukken 24,24' die elk aan weerszijden voorzien zijn van flappen 25. De in figuur 11 getoonde plaat wordt als volgt omgezet tot een tray. Eerst worden de zijwan- den 5, 5' en de zijstukken 24,24' omhoog geplooid ter vor- ming van op het bodemvlak staande zijwanden, waarna de flap- 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 pen 25 met de overeenstemmende uiteinden van de zijwanden 5 en 5' worden verbonden. Vervolgens worden de zijwanden 4,4' dubbelgevouwen volgens de vouwlijn 9, waarna de flappen 6 naar binnen worden geplooid, en deze zijwanden 4, 4' tegen de zijstukken 4,4' worden bevestigd, en de flappen 6 met de zijwanden 5,5' worden verbonden. 



   Figuur 12 illustreert schematisch een aantal mogelijke hoekconstructies met tenminste twee binnenvouwlijnen 11,12. 



  Figuur 12A illustreert de meest eenvoudige variant met één binnenvouwlijn 11. De varianten van figuren 12B en F hebben drie binnenvouwlijnen 11,12 en 14 die zodanig aangebracht zijn dat respectievelijk een rechthoekig en een ruitvormig prisma gevormd wordt bij het plooien van de hoekconstructie. 



   Figuren 12C en D tonen varianten waarbij de extra binnen- vouwlijn 14 het overgangsdeel zodanig in twee verdeelt dat een flank 29 van dit deel in hoofdzaak tegen één van de zij- wanden steunt. 



   Volgens een andere mogelijke variant zijn twee (figuur 12E en G) of drie (figuur 12H) extra vouwlijnen 14,14' of 14, 14', 14" aangebracht. 



   Volgens nog een andere variant zijn in het buitenplat één of meerdere buitenvouwlijnen aangebracht. Figuur 121 toont een variant met twee buitenvouwlijnen 10,10'. 



   De hoekconstructie van de uitvinding kan eveneens aange- wend worden in voor een hulsvormige constructie. Figuur 16 toont een bovenaanzicht van een plaat waaruit een huls met vier hoekconstructies volgens de uitvinding kan geplooid worden. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld wordt uitgegaan van een lang rechthoekig plat dat in de langsrichting door- heen het midden voorzien is van een langsvouwlijn 9. In de dwarsrichting zijn vier maal telkens drie binnenvouwlijnen 11,12 en 14 en één buitenvouwlijn 10 aangebracht ter vorming van de vier hoekconstructies. In dit voorbeeld vormt de flap 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 de tweede zijwand 5, 5' van elke hoekconstructie, en zijn alle vier de wanden van de huls uitgevoerd met een binnen- en een buitenplat. Een dergelijke huls kan bijvoorbeeld gebruikt worden om trays e. d. te verstevigen. 



   Tenslotte dient opgemerkt te worden dat voor het verder verstevigen van de trays, het de voorkeur geniet om de binnen- en buitenplatten 7,8 aan het flapuiteinde en over de lengte van de eerste zijwanden 4,4' tenminste gedeeltelijk met elkaar te verlijmen. 



   De vouw- en snijlijnen die in de hierboven beschreven varianten werden beschreven kunnen uiteraard op vele ver- schillende manieren worden uitgevoerd, bijvoorbeeld als een enkele, dubbele of drievoudige rillijn, als een enkele of dubbele perforatielijn, als een snijlijn met hechtpunten die bij het plooien doorscheuren, enz. 



   De hierboven beschreven uitvoeringsvarianten moeten ge- zien worden als voorbeelden van de uitvinding, en de bescher- mingsomvang wordt enkel bepaald door de volgende conclusies.

Claims (18)

  1. CONCLUSIES 1. Hoekconstructie (1) voor een verpakking omvattende een bodemvlak (3) en twee daarop opstaande zijwanden (4; 5), waarbij de ene eerste zijwand (4) voorzien is van een flap (6) die verbonden is met de andere tweede zijwand (5), welke eerste zijwand (4) met flap (6) gevormd is door tenminste één binnenplat (7) en tenminste één buitenplat (8) welke tenminste gedeeltelijk met elkaar verbonden zijn, waarbij in het buitenplat (8) tenminste één in hoofdzaak staande buitenvouwlijn (10) is aangebracht voor het vormen van een buitenhoek (13) van de hoekconstructie (1), met het kenmerk, dat in het binnenplat (7) tenminste één binnenvouwlijn (11) is aangebracht die in hoofdzaak parallel loopt aan de buitenvouwlijn (10) en die in de van de flap (6) afgekeerde richting verschoven is t. o.v. de buitenvouwlijn (10).
  2. 2. Hoekconstructie (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verbinding tussen het binnenplat en het buitenplat gevormd is door tenminste één in hoofdzaak liggende langsvouwlijn (9) langs tenminste een deel van de bovenrand van het binnen- (7) en buitenplat (8).
  3. 3. Hoekconstructie (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de flap de tweede zijwand van de hoekconstructie vormt.
  4. 4. Hoekconstructie (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het binnenplat (7) van de flap (6) een tweede binnenvouwlijn (12) is aangebracht die in hoofdzaak parallel loopt met de eerste binnenvouwlijn (11), waarbij de verbinding tussen het binnenplat (7) en het buitenplat (8) tenminste onderbroken is ter hoogte van het overgangsdeel tussen de eerste (11) en de tweede binnenvouwlijn (12) in het binnenplat (7) zodat dit overgangsdeel een holle schacht vormt met de tegenoverliggend buitenhoek (13). <Desc/Clms Page number 18>
  5. 5. Hoekconstructie (1) volgens conclusie 4, met het ken- merk, dat tussen de eerste (11) en de tweede binnenvouwlijn (12) in het binnenplat één of meer extra binnenvouwlijnen (14) zijn aangebracht voor de vormgeving van het overgangs- deel.
  6. 6. Hoekconstructie (1) volgens conclusie 5, met het ken- merk, dat één extra binnenvouwlijn (14) het overgangsdeel zodanig in twee verdeelt dat een eerste flank van dit deel in hoofdzaak tegen één van de zijwanden (4,5) steunt.
  7. 7. Hoekconstructie (1) volgens één der voorgaande conclu- sies, met het kenmerk, dat in het buitenplat tenminste één tweede buitenvouwlijn die in hoofdzaak parallel loopt met de eerste buitenvouwlijn (10), aangebracht is voor de vormgeving van de buitenhoek (13).
  8. 8. Hoekconstructie (1) volgens een der voorgaande conclu- sie, met het kenmerk, dat het binnen- (7) en het buitenplat (8) tenminste gedeeltelijk aan elkaar zijn bevestigd.
  9. 9. Hoekconstructie (1) volgens een der voorgaande conclu- sies, met het kenmerk, dat het binnenplat (7) een meerlagig plat is.
  10. 10. Hoekconstructie (1) volgens een der voorgaande con- clusies, met het kenmerk, dat het buitenplat (8) een meerla- gig plat is.
  11. 11. Hoekconstructie (1) volgens een der voorgaande con- clusies, met het kenmerk, dat de flap (6) door middel van een extra verticale vouwlijn (15) is dubbelgevouwen, en in deze dubbelgevouwen stand verbonden is met de tweede zijwand.
  12. 12. Tray omvattende een bodemvlak (3) met tenminste drie daarop staande wanden, die onderling verbonden zijn door telkens een hoekconstructie (1) volgens een der voorgaande conclusies.
  13. 13. Tray volgens conclusie 12 omvattende een bodemvlak (3) met vier daarop staande wanden (4, 4'; 5, 5'), met het <Desc/Clms Page number 19> kenmerk, dat twee tegenoverstaande eerste zijwanden (4,4') elk aan weerskanten voorzien zijn van een flap (6) die tel- kens verbonden is met een overeenstemmend uiteinde van de twee andere tegenoverstaande tweede zijwanden (5, 5').
  14. 14. Tray (2) volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de verbinding tussen het binnenplat (7) en het buitenplat (8) van elk van de twee tegenoverstaande eerste zijwanden (4,4') bestaat uit twee vouwlijnen aan de bovenrand, welke uiteen lopen vanaf een buitenhoek naar het midden van de bovenrand.
  15. 15. Tray (2) volgens een der conclusies 12-14, met het kenmerk, dat staan de binnen- en buitenvouwlijnen van elke hoekconstructie schuin op het bodemvlak ter vorming van schuine zijwanden.
  16. 16. Werkwijze voor het vervaardigen van een hoekconstruc- tie (1) van een verpakking, met het kenmerk, dat een eerste in hoofdzaak rechthoekig zijwandplat voorzien wordt van - tenminste één langsvouwlijn (9) in de langsrichting daar- van; - tenminste één buitenvouwlijn (10) in de dwarsrichting daar- van, welke zich uitstrekt tussen de langsvouwlijn (9) en een eerste langsrand van het in hoofdzaak rechthoekig plat ter vorming van een flap (6) tussen deze buitenvouwlijn (10) en de dwarsrand van het wandplat; - tenminste één binnenvouwlijn (11) in de dwarsrichting daar- van, welke zich uitstrekt tussen de langsvouwlijn (9) en een tweede langsrand en verschoven is t. o.v. de buitenvouwlijn (10);
    waarna het stuk dubbelgevouwen wordt volgens de tenminste één langsvouwlijn (9), en de flap (6) onder de gewenste hoek wordt gevouwen door middel van de op een afstand van elkaar gelegen buiten- (10) en binnenvouwlijnen (11) ter vorming van een hoekconstructie (1). <Desc/Clms Page number 20>
  17. 17. Werkwijze volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat een tweede binnenvouwlijn (12) wordt aangebracht die in hoofdzaak parallel loopt met de eerste binnenvouwlijn (11), en dat een snede of uitsparing wordt aangebracht langs een van de tenminste één langsvouwlijnen (9) welke zich uitstrekt tussen de twee binnenvouwlijnen (11, 12).
  18. 18. Werkwijze voor het maken van een tray (2), waarbij uitgegaan wordt van een in hoofdzaak rechthoekig bodemplat waarvan twee tegenover elkaar liggende eerste randen over hun volledige lengte via een bodemvouwlijn (26,26') verbonden zijn met telkens een in hoofdzaak rechthoekige eerste zij- wandplat (4,4'), waarbij elke bodemvouwlijn (26, 26') aan zijn beide uiteinden ingesneden wordt ter vorming daartussen van twee rechthoekige tweede zijwandplatten (5,5') welke omhoog geplooid worden, en waarbij de beide eerste zijwand- platten (4,4') omgezet worden tot telkens twee hoekconstruc- ties (1) volgens de werkwijze van conclusie 13 of 14, en de vier flappen (6) van elke hoekconstructie vervolgens verbon- den worden met de overeenstemmende vier uiteinden van de twee tweede zijwandplatten (5,5').
BE2003/0122A 2003-02-26 2003-02-26 Hoekconstructie en werkwijze voor het vervaardigen daarvan, en tray en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. BE1015385A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2003/0122A BE1015385A3 (nl) 2003-02-26 2003-02-26 Hoekconstructie en werkwijze voor het vervaardigen daarvan, en tray en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2003/0122A BE1015385A3 (nl) 2003-02-26 2003-02-26 Hoekconstructie en werkwijze voor het vervaardigen daarvan, en tray en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1015385A3 true BE1015385A3 (nl) 2005-03-01

Family

ID=34200768

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2003/0122A BE1015385A3 (nl) 2003-02-26 2003-02-26 Hoekconstructie en werkwijze voor het vervaardigen daarvan, en tray en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1015385A3 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1383824A (fr) * 1963-09-25 1965-01-04 Papeteries D Espaly Emballage en carton en forme de plateau pour fruits et légumes
FR2164565A1 (nl) * 1971-12-24 1973-08-03 Cartonnagefabriek Gelria
NL8601550A (nl) * 1986-06-16 1988-01-18 Kartonnagefabriek Sparreboom N Opvouwbare doos.
US5125568A (en) * 1992-01-16 1992-06-30 Westvaco Corporation Stacking tray
EP0588751A1 (en) * 1992-09-01 1994-03-23 Lucas Mengual Robles Cardboard tray
FR2794430A1 (fr) 1999-06-07 2000-12-08 Sca Emballage France Flan de carton ou de matiere similaire pour l'obtention d'un emballage ou d'une partie d'emballage et l'emballage obtenu par la mise en volume de ce flan

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1383824A (fr) * 1963-09-25 1965-01-04 Papeteries D Espaly Emballage en carton en forme de plateau pour fruits et légumes
FR2164565A1 (nl) * 1971-12-24 1973-08-03 Cartonnagefabriek Gelria
NL8601550A (nl) * 1986-06-16 1988-01-18 Kartonnagefabriek Sparreboom N Opvouwbare doos.
US5125568A (en) * 1992-01-16 1992-06-30 Westvaco Corporation Stacking tray
EP0588751A1 (en) * 1992-09-01 1994-03-23 Lucas Mengual Robles Cardboard tray
FR2794430A1 (fr) 1999-06-07 2000-12-08 Sca Emballage France Flan de carton ou de matiere similaire pour l'obtention d'un emballage ou d'une partie d'emballage et l'emballage obtenu par la mise en volume de ce flan

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4863024A (en) Collapsible pallet and related products
US10278497B2 (en) Display tray
US6409077B1 (en) Display carton
US8220633B2 (en) Stacking carton using a one-piece blank
US20080265010A1 (en) Multifunctional container with reinforcing structural columns
NZ260079A (en) Stackable container; open box with reinforced ends and corners
CA2886898C (en) Basket assembly
EP1764311B1 (en) Collapsible box-shaped container with reinforced corners and blank therefor
BE1015385A3 (nl) Hoekconstructie en werkwijze voor het vervaardigen daarvan, en tray en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
US3905540A (en) Box construction
NL8220196A (nl) Uitgangsprodukt voor een doodskist en daaruit vervaardigde kist.
US9205947B1 (en) Multi-component container with air cell end panel reinforcements
NL193994C (nl) Paraatdoos.
US6481618B2 (en) Divisible transport box
EP1746034B1 (en) Transport and display container
GB2511728A (en) A box and a blank or kit of parts for creating said box
BE1009872A6 (nl) Verpakking.
JP4887723B2 (ja) ランチボックス
NL2014871B1 (en) Support beam, point-of-sale display, and method.
RU117405U1 (ru) Поддон из картона для размещения упакованного продукта (варианты)
NL9002029A (nl) Paraattray.
RU117410U1 (ru) Ящик для размещения упакованного продукта (варианты) и поддон для этого ящика
NL2000022C2 (nl) Van papier vervaardigde serveertray.
NL1000771C1 (nl) Voet bestemd om waren op te plaatsen.
US20100288670A1 (en) Container having sliding corner support

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20050228

RE Patent lapsed

Effective date: 20050228