<Desc/Clms Page number 1>
Weg met windscherminstallaties
De uitvinding betreft een traject voor wegvoertuigen, omvattende een weg met zijbermen, een middenberm alsmede door de middenberm gescheiden weghelften.
Wegen met gescheiden weghelften vormen inmiddels een groot gedeelte van het totale wegennet, en nemen een aanzienlijk percentage van alle verkeersbewegingen voor hun rekening. De laatste jaren zijn verscheidene maatregelen genomen die gericht zijn op het verkleinen van de belasting die het verkeer vormt voor het milieu. Gestreefd wordt naar wegen die energie- en emissiearm zijn. Als voorbeeld worden genoemd de toepassing van wegdekmaterialen met een lagere rolweerstand en geluidsproductie
Daarnaast zijn in de voertuigindustrie maatregelen genomen die gericht zijn op een lager energieverbruik onder andere door de luchtweerstand van de voertuigcarrosserie te verlagen. Niettemin hangt het brandstofverbruik van wegvoertuigen afvan factoren die niet beïnvloed kunnen worden door de voertuigindustrie.
Het gaat daarbij onder andere om de weerstand die wegvoertuigen ondervinden van dwarswind oftegenwind. De daardoor geïnduceerde luchtweerstand leidt tot een aanmerkelijk hoger brandstofverbruik, dat in het geval van vrachtwagens tot enkele tientallen procenten hoger kan zijn bij frontale tegenwind.
Doel van de uitvinding is daarom een traject voor wegvoertuigen te verschaffen waarbij het nadelige effect van windinvloeden op het brandstofverbruik van wegvoertuigen is gematigd. Dat doel wordt bereikt door een in de langsrichting continue windscherminstallatie die is opgesteld op de middenberm alsmede een in de langsrichting discontinue windscherminstallatie die is opgesteld op tenminste een der zijbermen. In het bijzonder kunnen beide zijbermen zijn voorzien van een discontinue windscherminstallatie.
Het verkeer op de betreffende weghelft ondervindt als gevolg van dergelijke windscherminstallaties een lagere geïnduceerde luchtweerstand. Daarnaast zorgt de windscherminstallatie op de middenberm ervoor dat de gunstige invloed van de meewind op de betreffende weghelft gehandhaafd blijft en niet verstoord wordt door de beïnvloeding van de windrichting ter plaatse van de andere weghelft.
Een bijkomend voordeel van de windscherminstallatie op de middenberm is dat eventuele filevorming tengevolge van een stremming op de andere weghelft, die de
<Desc/Clms Page number 2>
aandacht afleidt, wordt vermeden. Het zicht op de andere weghelft kan volledig worden ontnomen indien de windscherminstallatie voldoende hoog is, bij voorbeeld 4 meter of meer.
De discontinue windscherminstallaties kunnen elk een reeks windschermen omvatten, die onder een scherpe hoek schuin ten opzichte van de wegas zijn opgesteld, bijvoorbeeld tussen 20 en 60 gericht en in het bijzonder tussen 30 en 45 . De windschermen zijn schuin naar de middenberm toe gericht, gezien in de rijrichting behorende bij de weghelft waarnaast dat scherm is opgesteld.
De windschermen kunnen op verschillende manieren zijn uitgevoerd. Volgens een eerste mogelijkheid zijn de windschermen, gezien in horizontale doorsnede, tenminste gedeeltelijk recht. In een alternatieve uitvoering, die de tegenwind gunstiger kan geleiden, zijn de windschermen, gezien in horizontale doorsnede, tenminste gedeeltelijk gekromd. Bij voorkeur overlappen de windschermen elkaar, zodanig dat geen tegenwind tussen de windschermen door kan stromen. De windschermen houden in ieder geval de tegenwind die schuin gericht is goed tegen. Anderzijds kan meewind, ook die schuin van achteren komt, tussen de windschermen door blijven stromen zodat het gunstige effect daarvan behouden blijft. Dergelijke windschermen hebben een enigszins ombuigend effect, waardoor zijwind een component in voorwaartse richting krij gt.
Het gunstige effect op de windstroming kan nog worden vergroot indien het gedeelte van het windscherm dat zich relatief dicht bij de bijbehorende weghelft bevindt een scherpere hoek met de langsrichting maakt dan het relatief zich op grotere afstand daarvan bevindende gedeelte.
Een verder gunstig effect wordt verkregen indien de windscherminstallatie die is opgesteld op de middenberm tenminste gedeeltelijk luchtdoorlatend is. Daardoor wordt vermeden dat aan de lijzijde van die windscherminstallaties te sterke wervelingen zouden optreden die het verkeer aldaar hinderen. Bij voorbeeld kan de windscherminstallatie op afstand boven elkaar geplaatste panelen omvatten die openingen insluiten.
Verder kan de windscherminstallatie op de middenberm fotovoltaische cellen omvatten. Deze cellen zijn aangesloten op een elektrisch net waarmee bij voorbeeld de wegverlichting en ander voorzieningen, zoals signalering, kunnen worden gevoed.
<Desc/Clms Page number 3>
Teneinde een tunneleffect te vermijden, kan het aantal fotovoltaische cellen per oppervlakte-eenheid afnemen gezien in de hoogterichting van de windscherminstallatie.
Een dergelijke uitvoering is in psychologisch opzicht acceptabeler voor de weggebruikers. Daardoor kan filevorming als gevolg van schrikreacties en onbewust afremmen worden voorkomen.
De windscherminstallaties kunnen zijn vervaardigd van allerlei materialen. Als voorbeeld worden genoemd hout, staal, kunststof en dergelijke, maar ook plantenhagen van bijvoorbeeld bamboe, bomen, behoren tot de mogelijkheden.
Verder kunnen zich tussen de windscherminstallaties en de naastgelegen weghelft voertuiggeleidende constructies bevinden. Het kan daarbij gaan om een geleiderailconstructie of een voertuigkering. Een voertuigkering is gesloten, en verdient daarom de voorkeur vanuit aërodynamisch oogpunt, in het bijzonder indien de windscherminstallatie op de middenberm aan de onderzijde open is in verband met de toegankelijkheid van beide weghelften.
Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven voorbeeld van een traject volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont een bovenaanzicht op een gedeelte van een traject volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede door een windscherminstallatie op de middenberm.
Figuren 3 en 4 tonen aansluitschema's voor de fotovoltaische cellen.
Het in figuur 1 weergegeven traject omvat weghelften 1, 2, elk met een zijberm 3 en gescheiden door een middenberm 4.
Op de middenberm is een in langsrichting doorgaande windscherminstallatie 5 opgesteld, terwijl op de zijbermen 3 discontinue windscherminstallaties 6 zijn opgesteld. De discontinue windscherminstallaties omvatten een reeks windschermen 7, die elkaar in de langsrichting van het traject gedeeltelijk overlappen. De windschermen 7 maken een scherpe hoek a met de langsrichting van het traject. Zij bestaan uit een gekromd gedeelte 8, waarvan de hoek gaande in de rijrichting geleidelijk aan afneemt, en een recht gedeelte 9.
Door deze schermen wordt de dwarswind 10 omgebogen in een richting 11, waardoor een meewindcomponent 13 ontstaat die een gunstig effect heeft op het
<Desc/Clms Page number 4>
brandstofverbruik van een vrachtwagen 11. Als gevolg van de windscherminstallatie 5 op de middenberm 4 wordt verkeer 12 op de andere weghelft niet gehinderd door deze meewindcomponent 13.
De windscherminstallatie 5 in de middenberm bestaat uit een constructie met, in dit uitvoeringsvoorbeeld drie boven elkaar geplaatste panelen aangebracht op een steunconstructie 15. Tussen de panelen 14 zijn openingen 16 aanwezig. Bovendien is de windscherminstallatie op enige afstand boven het maaiveld 17 aangebracht, zodat personen kunnen oversteken tussen de weghelften 1, 2.
Als gevolg van deze doorlaten wordt vermeden dat een gunstige meewindcomponent aan de ene zijde van het scherm wervelingen opwekt aan de andere zijde, die weer tot verkeershinder aldaar zouden kunnen leiden.
Tussen de weghelften 1, 2 en de windscherminstallatie 5 zijn voertuigkeringen
18 aangebracht, die de windscherminstallatie 5 beschermen.
De windscherminstallatie 5 kan panelen met fotovoltaische cellen omvatten, zoals schematisch weergegeven in figuur 3. Het bovenste paneel bezit een kleinere concentratie foltovoltaische cellen per oppervlakte-eenheid, die bijvoorbeeld 33% van het totale oppervlak beslaan. Het middelste paneel kan een concentratie van 56% bezitten, en het onderste paneel van 100%. Door deze variatie in hoogterichting van de concentratie fotovoltaische cellen wordt vermeden dat de bestuurders de indruk krijgen in een tunnel te rijden, waardoor schrikreacties en vertragingen kunnen optreden.
Door middel van geschikte elektrische leidingen 19 zijn de fotovoltaische cellen verbonden met een netwerk waaruit bijvoorbeeld de wegverlichting en wegsignalering kan worden gevoed.