<Desc/Clms Page number 1>
Inrichting voor het schikken van naast elkaar geplaatste voorwerpen.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het schikken van naast elkaar geplaatste voorwerpen, meer speciaal voor het verder uit elkaar spreiden of het dichter bij mekaar brengen van deze voorwerpen.
Dergelijke inrichtingen kunnen worden gebruikt voor allerhande doeleinden waarbij de voorwerpen gedurende zekere periodes dicht bij mekaar gebracht kunnen worden om plaats te winnen en waarbij, gedurende andere periodes, de voorwerpen uit elkaar gezet moeten worden om ze ruimte te geven of om ze te kunnen behandelen.
Een bijzondere toepassing hiervan is bijvoorbeeld te vinden bij plantenkwekers, waar planten tijdens hun groeiperiode meer en meer licht en ruimte behoeven en waarbij jonge planten dicht bij elkaar worden gezet om plaats te winnen, terwijl oudere planten, naarmate ze groter worden, steeds verder uit elkaar worden gezet om ze de nodige ruimte te geven voor een gezonde groei, een en ander zodat de beschikbare kweekruimte in de serre of dergelijke optimaal benut kan worden en een maximaal aantal planten gelijktijdig in deze ruimte opgekweekt kan worden.
<Desc/Clms Page number 2>
Ook wanneer de planten verzorgd moeten worden, bijvoorbeeld om ze te snoeien of te trimmen, om dorre bladeren te verwijderen, of dergelijke, kan het bijzonder nuttig zijn om de planten tijdelijk verder uit mekaar te kunnen zetten teneinde voldoende plaats te bieden om gemakkelijk rond de planten te kunnen werken.
Tot op heden geschiedt het schikken van voorwerpen, meer speciaal van planten, manueel, wat zeer arbeidsintensief is en bijgevolg nadelig doorweegt op de kostprijs van de voorwerpen of van de planten, vooral wanneer voor het verplaatsen van de voorwerpen meerdere personen noodzakelijk zijn.
Een alternatief voor het steeds verder uit elkaar schikken van planten, is dat de planten van bij het uitplanten, een vaste plaats krijgen met voldoende ruimte om te kunnen opgroeien tot een geschikte grootte om verkocht te kunnen worden, waarbij, in dit geval, minder planten gelijktijdig op eenzelfde beschikbare ruimte kunnen opgroeien, wat nadelig is voor de omzet van de voorverkoop van planten.
Een ander en meer gebruikelijk alternatief is dat de planten van in het begin dicht tegen elkaar worden gezet en tijdens hun groei niet verder uit elkaar worden geplaatst, waardoor de groei van de planten in de breedte wordt belemmerd en men bijgevolg hoog opgeschoten en dus minder mooie planten bekomt die
<Desc/Clms Page number 3>
uiteraard minder opbrengen dan een plant die voldoende ruimte heeft gekregen om gelijkmatig te ontwikkelen.
De huidige uitvinding beoogt een inrichting die toelaat voorwerpen op een zeer eenvoudige en bij voorkeur op een automatische wijze te schikken om ze verder uit elkaar te plaatsen, dan wel om ze dichter bij elkaar te brengen.
Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting voor het schikken van naast elkaar geplaatste voorwerpen, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit twee evenwijdige liggers waarop de te schikken voorwerpen worden geplaatst ; deze liggers een wagen (2) ; op deze wagen (2) middelen die toelaten om één of meer te schikken voorwerpen op te nemen.
Bij voorkeur bestaan deze middelen uit een lift die voorzien is van een steun voor één of meer te schikken voorwerpen.
Voorwerpen die op de voornoemde liggers zijn geplaatst, kunnen op zeer eenvoudige wijze anders geschikt worden, bijvoorbeeld dichter bij elkaar of verder van elkaar gebracht worden, door de voornoemde wagen onder de te schikken voorwerpen te rijden en vervolgens de lift naar boven te verplaatsen om zodoende een voorwerp dat zich boven de steun bevindt op te nemen, waarna het betreffende voorwerp met de wagen verplaatst kan worden en terug op de liggers neergezet kan worden.
<Desc/Clms Page number 4>
Op deze manier kunnen voorwerpen zeer gemakkelijk en zeer snel één na één op de liggers worden verplaatst om de afstand tussen de voorwerpen naar wens te kunnen aanpassen en is voor deze operatie hoogstens één persoon nodig.
Bij voorkeur is op de lift een vaste steun voorzien en één of meer beweegbare steunen die zijn aangebracht op uitschuifbare sleden, waarbij deze steunen door middel van aandrijfmiddelen evenwijdig met de liggers uit elkaar of naar mekaar toe verplaatst kunnen worden.
Op deze manier kunnen meerdere voorwerpen tegelijkertijd door de steunen worden opgenomen en met de wagen worden verplaatst, waarna, door de beweegbare steunen bijvoorbeeld uit elkaar te bewegen, de opgenomen voorwerpen uit mekaar gespreid worden, zodat, wanneer men vervolgens de lift laat zakken, de opgenomen voorwerpen in deze gespreide toestand terug op de liggers neergezet worden, waardoor het schikken van voorwerpen zeer vlot kan verlopen.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm gebeurt de sturing van de bewegingen van de wagen, de lift en de beweegbare steunen via aandrijvingen die verbonden zijn met een centrale sturing, zodat het hele proces van het schikken van voorwerpen volledig automatisch kan verlopen, zodat een werkkracht uitgespaard kan worden.
<Desc/Clms Page number 5>
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een inrichting volgens de uitvinding voor het schikken van naast elkaar geplaatste voorwerpen, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:
Figuur 1 schematisch en in perspectief een inrichting volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn II-
II in figuur l;
figuren 3 tot 6 op kleinere schaal zichten weergeven zoals in figuur 2, doch voor verschillende opeenvolgende stappen tijdens het gebruik van de inrichting; figuur 7 een variante weergeeft van figuur l; figuur 8 op grotere schaal en met gedeeltelijke weglatingen het gedeelte weergeeft dat in figuur
6 door F8 is aangeduid; figuur 9 een zicht weergeeft volgens pijl F9 in figuur 6; figuur 10 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 9 door F10 is aangeduid; figuur 11 een doorsnede weergeeft volgens lijn
XI-XI in figuur 7; figuur 12 een doorsnede weergeeft volgens lijn
XII-XII in figuur 9; figuren 13 tot 16 op kleinere schaal zichten weergeven zoals in figuur 11, doch voor
<Desc/Clms Page number 6>
verschillende opeenvolgende stappen tijdens het gebruik van de inrichting.
In de figuren 1 en 2 is een inrichting volgens de uitvinding weergegeven die in hoofdzaak bestaat uit, enerzijds, twee evenwijdige, in dit geval horizontale, liggers 1 die op een niet in de figuren weergegeven gestel zijn aangebracht en die in dit geval bestaan uit twee U-vormige profielen die met hun openingen naar mekaar zijn gekeerd, en, anderzijds, een wagen 2 waarvan de wielen 3 in de voornoemde liggers 1 zijn aangebracht, waarbij de wagen 2 voorzien is van een aandrijving 4, bijvoorbeeld in de vorm van een elektrische motor of dergelijke.
Op de voornoemde wagen 2 zijn middelen voorzien die toelaten om één of meer te schikken voorwerpen op te nemen en die in dit geval gevormd worden door een lift 5 die op de wagen 2 is aangebracht en die meer speciaal bestaat uit een aandrijving 6, bijvoorbeeld in de vorm van twee elektrisch gestuurde cilinders, waarop een steun 7 voor de te schikken voorwerpen is aangebracht, waarbij deze steun 7 in dit geval gevormd wordt door een dwarslat en waarbij deze laatste door middel van de voornoemde aandrijving 6 in de hoogte verstelbaar is tussen een lage ruststand waarbij de steun 7 zich onder het niveau van het bovenvlak van de liggers 1 bevindt en een hogere gebruiksstand waarbij de steun 7 boven deze liggers 1 uitsteekt.
<Desc/Clms Page number 7>
Het gebruik van de inrichting volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en wordt geïllustreerd aan de hand van de figuren 3 tot 5 die de werking van de inrichting weergeven, waarbij de te schikken voorwerpen in dit geval bestaan uit schalen 8 waarop planten 9 naast elkaar zijn geplaatst.
De te schikken schalen 8 zijn in dit geval op de voornoemde liggers 1 tegen elkaar aangebracht en dienen verder uit elkaar geplaatst te worden, bijvoorbeeld om de planten 9 meer licht en ruimte te geven voor een gezonde groei.
Wanneer de aandrijving 6 van de lift 5 niet bekrachtigd is en de lift 5 zich dus in zijn lage ruststand bevindt, wordt eerst de aandrijving 4 van de wagen 2 bekrachtigd om de steun 7, zoals weergegeven in figuur 3, onder een te schikken schaal 8 te brengen, waarna, zoals weergegeven in figuur 4, de aandrijving 6 van de lift 5 wordt bekrachtigd om de steun 7 omhoog te brengen en de betreffende schaal 8 boven de steun 7 te tillen.
Vervolgens wordt, zoals weergegeven in figuur 5, de aandrijving 4 van de wagen 2 opnieuw bekrachtigd om de schaal 8 te verplaatsen, waarna, wanneer de wagen 2 op de gewenste plaats is gebracht, de aandrijving 7 van de lift 5 wordt bekrachtigd om de steun 7, zoals weergegeven in figuur 6, terug naar zijn lage ruststand te brengen, zodat de betreffende schaal 8 terug op de liggers 1 wordt neergezet.
<Desc/Clms Page number 8>
Op deze manier kunnen de te schikken schalen 8 één na één worden verplaatst.
Alhoewel de steun 7 in de figuren is uitgevoerd als een dwarslat, is het niet uitgesloten dat deze steun 7 ook op andere manieren kan worden uitgevoerd, waarbij de vorm en de afmetingen van de steun bijvoorbeeld zijn aangepast aan de specifieke vorm en afmetingen van de te schikken voorwerpen.
In de figuren 7 tot 12 is een variante weergegeven van een inrichting volgens de uitvinding waarbij in dit geval ook een wagen 2 wordt gebruikt die in liggers 1 is aangebracht en waarop een lift 5 is voorzien die bestaat uit twee U-vormige profielen 10 die evenwijdig zijn met de voornoemde liggers 1 en die bevestigd zijn op een aandrijving 6 die in dit geval gevormd wordt door een aantal cilinders die bijvoorbeeld aan ieder uiteinde van deze profielen 10 op de wagen 2 zijn aangebracht.
Op de lift 5 is op de voornoemde profielen 10 een centrale steun 7 in de vorm van een dwarslat bevestigd en is aan weerszijden en op dezelfde hoogte van de centrale steun 7 een beweegbare steun 11-12 voorzien die is aangebracht op een uitschuifbare slede die gevormd wordt door twee evenwijdige kokervormige profielen 13 en 14 die op de van elkaar afgekeerde zijden zijn voorzien van een blok 15 met een geleidingsgroef 16, waarbij elke slede 13-14 gevat is
<Desc/Clms Page number 9>
tussen twee latten 17 die op de voornoemde profielen 10 van de lift 5 zijn bevestigd en die zich in de voornoemde groeven 16 uitstrekken.
Op de centrale steun 7 zijn aandrijfmiddelen voorzien voor de beweegbare steunen 11 en 12, waarbij deze aandrijfmiddelen in dit geval gevormd worden door twee stangen 18 die in het midden aangedreven worden door een gemeenschappelijke motor 19, bijvoorbeeld een elektrische motor en waarbij de stangen 18 aan één uiteinde een schroefdraadgedeelte 20 vertonen met linkse schroefdraad dat samenwerkt met moer 21 en op de beweegbare steun 11 is bevestigd, terwijl de stangen 18 aan hun andere uiteinde voorzien zijn van een schroefdraadgedeelte 22 met rechtse schroefdraad dat samenwerkt met een moer 23 die op de andere beweegbare steun 12 is bevestigd.
Op iedere slede 13-14 van de beweegbare steunen 11 en 12 is een bijkomende beweegbare steun 24, respectievelijk 25, voorzien die is bevestigd op een slede welke in dit geval gevormd wordt door twee evenwijdige U-vormige profielen, respectievelijk 26 en 27, die een lat 28 dragen.
De sleden 26-27 van het tweede paar bijkomende beweegbare steunen 24 en 25 zijn met hun latten 28 gevat in geleidingsgroeven 29 van twee tegenover elkaar gelegen blokken 30 die zijn aangebracht op de naar elkaar gekeerde zijden van de profielen 13 en 14
<Desc/Clms Page number 10>
van de sleden van het eerste paar beweegbare steunen 11 en 12.
Op ieder van de profielen 13 en 14 zijn twee tandwielen, respectievelijk 31 en 32, voorzien die zich aan weerszijden van het betreffende profiel 13-14 bevinden en die zijn aangebracht op een gemeenschappelijke as 33 die doorheen een bus 34 steekt die op het betreffende profiel 13-14 is aangebracht, en die als lagering fungeert voor de as 33.
De tandwielen 31 aan de buitenzijden van de profielen 13 en 14 werken samen met tandlatten 35 die op de profielen 10 van de lift 5 zijn bevestigd, terwijl de tandwielen 32 aan de binnenzijde van de profielen 13 en 14 samenwerken met tandlatten 36 die op de profielen 26 en 27 van de sleden van het tweede paar beweegbare steunen 24 en 25 zijn aangebracht.
De werking van de inrichting volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt.
Wanneer de gemeenschappelijke motor 19 wordt bekrachtigd, worden de stangen 18 in een bepaalde draaizin aangedreven, waardoor de beweegbare steunen 11 en 12 in axiale richting van deze stangen 18 worden bewogen doordat de stangen 18 met hun schroefdraadgedeelte 20, respectievelijk 22, samenwerken met de moeren 21, respectievelijk 23, van de betreffende steun 11, respectievelijk 12.
<Desc/Clms Page number 11>
Aangezien de schroefdraadgedeelten 20 en 22 een tegengesteld schroefdraadverloop bezitten, namelijk een links en een rechts schroefdraadverloop, worden de beweegbare steunen 11 en 12 in tegengestelde zin en synchroon met elkaar bewogen, namelijk van elkaar weg voor één draaizin van de motor 19 en naar elkaar toe voor de tegengestelde draaizin van deze motor 19.
Wanneer de steunen 11 en 12 zich bijvoorbeeld uit elkaar bewegen, zoals weergegeven met de pijlen A en B in figuur 7, worden de tandwielen 31 op de sleden 13- 14 van deze steunen 11 en 12 langs een betreffende tandlat 35 van de lift 5 bewogen, waardoor deze tandwielen 31 en dus ook de daarmee verbonden tandwielen 32 in een bepaalde zin worden aangedreven, zoals weergegeven met de pijlen C en D in de figuren 7 en 11.
Door de draaibeweging van de tandwielen 32 die ingrijpen met de tandlatten 36 van de sleden 26-27 van het tweede paar beweegbare steunen 24 en 25, worden deze steunen 24 en 25, zoals weergegeven door de pijlen A en B in de figuren 7 en 11, uit elkaar geduwd en verder weg van de steunen 11 en 12.
Bij voorkeur zijn de tandwielen 31 en 32 en de tandlatten 35 en 36 gelijkaardig uitgevoerd, zodat de verplaatsing van de beweegbare steunen 24 en 25 ten opzichte van de steunen 11 en 12, gelijk is aan de verplaatsing van de steunen 11 en 12 ten opzichte van
<Desc/Clms Page number 12>
de centrale steun 7, waardoor de afstand tussen de steunen onderling op ieder ogenblik gelijk is.
Alhoewel in de figuren de beweegbare steunen 11,12, 24 en 25 op verschuifbare sleden 13-14 en 26-27 zijn aangebracht, is het niet uitgesloten dat deze steunen ook op andere manieren verplaatsbaar zijn, bijvoorbeeld door ze op wagentjes of op scharen of dergelijke aan te brengen.
Voor de aandrijving en de synchronisatie van de bewegingen van de beweegbare steunen kunnen ook andere middelen worden aangewend dan de hiervoor beschreven aandrijvingen met draadstangen 18 en tandwielen 31-32 die samenwerken met tandlatten 35-36.
Zo kan bijvoorbeeld elke slede 13-14 en 26-27 van de voornoemde beweegbare steunen zijn uitgerust met een afzonderlijke aandrijving, bijvoorbeeld in de vorm van een stappenmotor, een cilinder of dergelijke, waarbij deze aandrijvingen dan op een geschikte wijze aangestuurd kunnen worden vanuit een centrale geprogrammeerde sturing.
Niettegenstaande in het weergegeven voorbeeld de inrichting twee paar beweegbare steunen, respectievelijk 11-12 en 24-25, bevat, is het niet uitgesloten dat slechts één paar beweegbare steunen 11-12 wordt toegepast of zelfs slechts één enkele beweegbare steun 11 of 12, of dat integendeel nog bijkomende paren beweegbare steunen op een analoge en
<Desc/Clms Page number 13>
voor een vakman voor de hand liggende manier worden voorzien.
Het gebruik van de inrichting is in opeenvolgende stappen weergegeven in de figuren 13 tot 16 voor het uit elkaar schikken van schalen 8 met planten 9 die aanvankelijk tegen elkaar op de liggers 1 zijn aangebracht.
Bij aanvang bevindt de inrichting zich in een rustconfiguratie waarbij, zoals weergegeven in figuur 13, de lift 5 zich in zijn laagste stand bevindt en de beweegbare steunen 11,12, 24 en 25, zoals weergegeven in figuur 13, tegen elkaar zijn gebracht.
In deze configuratie wordt de wagen 2 onder de te schikken schalen 8 gereden, waarbij de vaste steun 5 en de beweegbare steunen 11,12, 24 en 25 onder de eerste vijf schalen 8 worden gepositioneerd.
Vervolgens wordt, zoals weergegeven in figuur 14, de lift 5 omhoog gebracht waardoor de schalen 8 omhoog worden geduwd, waarna, zoals weergegeven in figuur 15, de wagen 2 met de schalen 8 verplaatst wordt naar een nieuwe gewenste locatie iets verder op, waar, ter plaatse, zoals weergegeven in figuur 15, de motor 19 geactiveerd wordt om de beweegbare steunen met de schalen 8 te spreiden volgens de pijlen A en B, waarna de lift 5, zoals weergegeven in figuur 18, naar beneden wordt gelaten om de schalen in deze gespreide positie op de liggers 1 te laten zakken.
<Desc/Clms Page number 14>
Door deze operatie telkens te herhalen, kunnen de te schikken schalen 8 in een snel tempo verder uit elkaar worden geschikt.
Het is duidelijk dat, door in de omgekeerde volgorde te werk te gaan, schalen 8 die zich op een afstand van elkaar bevinden, ook dichter bij elkaar gebracht kunnen worden.
Het is ook duidelijk dat het voor een vakman eenvoudig is om zulke inrichting volgens de uitvinding te automatiseren door het gebruik van een centrale programmeerbare sturing waarop de aandrijvingen 4 en 6, respectievelijk van de wagen 2 en van de lift 5, en de motor 19 van de aandrijving van de beweegbare steunen 11 en 12 zijn aangesloten.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een inrichting volgens de uitvinding voor het schikken van voorwerpen kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Device for arranging objects placed side by side.
The present invention relates to a device for arranging objects placed next to each other, more particularly for spreading them further apart or bringing them closer together.
Such devices can be used for all kinds of purposes where the objects can be brought close together during certain periods to gain space and where, during other periods, the objects have to be set apart to give them space or to be able to treat them.
A special application of this can be found, for example, in plant growers, where plants require more and more light and space during their growing period and where young plants are placed close to each other to gain space, while older plants, as they grow larger and further apart. be put to give them the necessary space for healthy growth, all this so that the available growing space in the greenhouse or the like can be used optimally and a maximum number of plants can be grown simultaneously in this space.
<Desc / Clms Page number 2>
Also when the plants need to be cared for, for example, to prune or trim them, to remove dry leaves, or the like, it may be particularly useful to be able to temporarily further dismantle the plants in order to provide sufficient space to easily move around the plant. plants to work.
Up to now, the arranging of objects, more particularly of plants, has been done manually, which is very labor-intensive and consequently has a negative effect on the cost price of the objects or of the plants, especially when several people are required to move the objects.
An alternative to further and further arranging plants, is that from planting, the plants get a fixed place with enough space to grow up to a suitable size to be sold, with, in this case, fewer plants be able to grow up in the same available space at the same time, which is detrimental to the turnover of the presale of plants.
Another and more common alternative is that the plants are placed close to each other from the beginning and are not placed further apart during their growth, as a result of which the growth of the plants in the width is impeded and, consequently, high-up and therefore less attractive plants obtain it
<Desc / Clms Page number 3>
of course yield less than a plant that has been given sufficient space to develop evenly.
The present invention has for its object to provide a device which allows objects to be arranged in a very simple and preferably an automatic manner in order to place them further apart or to bring them closer together.
To this end the invention relates to a device for arranging objects placed next to each other, characterized in that it essentially consists of two parallel beams on which the objects to be arranged are placed; these beams a carriage (2); on this trolley (2) means that allow to receive one or more objects to be arranged.
These means preferably consist of a lift which is provided with a support for one or more objects to be arranged.
Objects placed on the aforementioned girders can be arranged in a very simple manner in a different way, for example being brought closer to each other or farther apart, by driving the aforementioned carriage under the objects to be arranged and then moving the lift upwards so as to to receive an object which is above the support, after which the relevant object can be moved with the carriage and can be put back on the beams.
<Desc / Clms Page number 4>
In this way objects can be moved very easily and very quickly one after the other on the beams in order to be able to adjust the distance between the objects as desired and for this operation at most one person is required.
Preferably a fixed support is provided on the elevator and one or more movable supports arranged on extendable slides, wherein these supports can be moved apart or mutually towards each other by means of driving means parallel to the beams.
In this way a plurality of objects can be picked up by the supports at the same time and moved with the carriage, whereafter, by moving the movable supports, for example, the received objects are spread apart so that when the lift is subsequently lowered, the lift received objects in this spread condition are put back on the beams, whereby the arranging of objects can proceed very smoothly.
According to a preferred embodiment, the movement of the carriage, the lift and the movable supports is controlled via drives connected to a central control, so that the entire process of arranging objects can take place fully automatically, so that a labor force can be saved. .
<Desc / Clms Page number 5>
With the insight to better demonstrate the features of the invention, a few preferred embodiments of an apparatus according to the invention for arranging objects placed next to each other are described below, with reference to the accompanying drawings, in which: :
Figure 1 schematically and in perspective represents a device according to the invention; figure 2 represents a section according to line II-
II in figure 1;
figures 3 to 6 represent views on a smaller scale as in figure 2, but for different successive steps during the use of the device; figure 7 represents a variant of figure 1; figure 8 shows on a larger scale and with partial omissions the part that in figure
6 is designated by F8; figure 9 represents a view according to arrow F9 in figure 6; figure 10 represents on a larger scale the part indicated by F10 in figure 9; figure 11 represents a section according to line
XI-XI in Figure 7; figure 12 represents a section according to line
XII-XII in Figure 9; figures 13 to 16 represent views on a smaller scale as in figure 11, but before
<Desc / Clms Page number 6>
several consecutive steps during the use of the device.
Figures 1 and 2 show a device according to the invention which essentially consists of, on the one hand, two parallel, in this case horizontal, beams 1 which are mounted on a frame not shown in the figures and which in this case consist of two U-shaped profiles which face each other with their openings and, on the other hand, a carriage 2 whose wheels 3 are arranged in the aforementioned girders 1, the carriage 2 being provided with a drive 4, for example in the form of an electric engine or the like.
Means are provided on the aforementioned carriage 2 which allow to receive one or more objects to be arranged and which in this case are formed by a lift 5 arranged on the carriage 2 and which more particularly consists of a drive 6, for example in in the form of two electrically controlled cylinders on which a support 7 for the objects to be arranged is arranged, wherein this support 7 in this case is formed by a transverse lath and the latter being height-adjustable by means of the aforementioned drive 6 low rest position where the support 7 is below the level of the upper surface of the beams 1 and a higher position of use where the support 7 projects above these beams 1.
<Desc / Clms Page number 7>
The use of the device according to the invention is very simple and is illustrated with reference to Figures 3 to 5, which show the operation of the device, the objects to be arranged in this case consisting of trays 8 on which plants 9 are placed side by side .
The trays 8 to be arranged in this case are arranged against each other on the aforementioned girders 1 and must be placed further apart, for example in order to give the plants 9 more light and space for healthy growth.
When the drive 6 of the lift 5 is not energized and the lift 5 is therefore in its low rest position, the drive 4 of the carriage 2 is first energized around the support 7, as shown in figure 3, under a scale 8 to be arranged. after which, as shown in figure 4, the drive 6 of the lift 5 is energized to raise the support 7 and to lift the relevant tray 8 above the support 7.
Subsequently, as shown in Figure 5, the drive 4 of the carriage 2 is re-energized to move the tray 8, whereafter, when the carriage 2 has been brought to the desired location, the drive 7 of the elevator 5 is energized about the support 7, as shown in Figure 6, to bring it back to its low rest position, so that the relevant tray 8 is put back on the beams 1.
<Desc / Clms Page number 8>
In this way the scales 8 to be arranged can be moved one by one.
Although the support 7 in the figures is designed as a crossbar, it is not excluded that this support 7 can also be designed in other ways, wherein the shape and the dimensions of the support are adapted, for example, to the specific shape and dimensions of the arrange objects.
Figures 7 to 12 show a variant of a device according to the invention in which in this case also a carriage 2 is used which is arranged in beams 1 and on which a lift 5 is provided which consists of two U-shaped profiles 10 parallel to each other with the aforementioned beams 1 and which are mounted on a drive 6 which in this case is formed by a number of cylinders which are arranged on the carriage 2, for example, at each end of these profiles 10.
On the lift 5 a central support 7 in the form of a crossbar is mounted on the above-mentioned profiles 10 and on both sides and at the same height of the central support 7 a movable support 11-12 is provided which is arranged on an extendable slide which is formed is provided by two parallel tubular profiles 13 and 14 provided on the opposite sides with a block 15 with a guide groove 16, each carriage 13-14 being mounted
<Desc / Clms Page number 9>
between two slats 17 which are mounted on the aforementioned profiles 10 of the lift 5 and which extend in the aforementioned grooves 16.
On the central support 7 drive means are provided for the movable supports 11 and 12, wherein in this case these drive means are formed by two rods 18 which are driven centrally by a common motor 19, for example an electric motor and wherein the rods 18 one end has a threaded portion 20 with left-hand thread that cooperates with nut 21 and is fixed to the movable support 11, while the rods 18 at their other end are provided with a threaded portion 22 with right-hand thread which cooperates with a nut 23 which is on the other movable support 12 is attached.
Each carriage 13-14 of the movable supports 11 and 12 is provided with an additional movable support 24, 25 respectively, which is mounted on a carriage which in this case is formed by two parallel U-shaped profiles, 26 and 27, respectively. carry a bar 28.
The slides 26-27 of the second pair of additional movable supports 24 and 25 are mounted with their slats 28 in guide grooves 29 of two opposite blocks 30 arranged on the sides of the profiles 13 and 14 facing each other
<Desc / Clms Page number 10>
of the slides of the first pair of movable supports 11 and 12.
On each of the profiles 13 and 14 two gear wheels, 31 and 32, respectively, are provided which are located on either side of the respective profile 13-14 and which are arranged on a common shaft 33 which projects through a bushing 34 which rests on the relevant profile 13-14, and which acts as a bearing for the shaft 33.
The gear wheels 31 on the outer sides of the profiles 13 and 14 co-operate with toothed slats 35 which are mounted on the profiles 10 of the elevator 5, while the gear wheels 32 on the inside of the profiles 13 and 14 cooperate with toothed slats 36 which are on the profiles 26 and 27 of the slides of the second pair of movable supports 24 and 25 are provided.
The operation of the device according to the invention is very simple and as follows.
When the common motor 19 is energized, the rods 18 are driven in a certain direction of rotation, as a result of which the movable supports 11 and 12 are moved in axial direction of these rods 18 because the rods 18 with their threaded sections 20, 22, respectively, cooperate with the nuts 21 and 23 respectively of the respective support 11 and 12 respectively.
<Desc / Clms Page number 11>
Since the threaded sections 20 and 22 have an opposite thread progression, namely a left and a right thread progression, the movable supports 11 and 12 are moved in opposite directions and synchronously with each other, namely away from one another for one direction of rotation of the motor 19 and towards each other for the opposite direction of rotation of this engine 19.
When the supports 11 and 12, for example, move away from each other, as shown with arrows A and B in Figure 7, the gear wheels 31 on the slides 13-14 of these supports 11 and 12 are moved along a respective toothed lath 35 of the elevator 5. , whereby these gears 31 and therefore also the gears 32 connected thereto are driven in a certain sense, as shown with arrows C and D in figures 7 and 11.
Due to the rotational movement of the gear wheels 32 which engage with the toothed slats 36 of the slides 26-27 of the second pair of movable supports 24 and 25, these supports 24 and 25, as represented by arrows A and B in figures 7 and 11 pushed apart and further away from supports 11 and 12.
Preferably, the gear wheels 31 and 32 and the toothed slats 35 and 36 are similar, so that the displacement of the movable supports 24 and 25 relative to the supports 11 and 12 is equal to the displacement of the supports 11 and 12 relative to
<Desc / Clms Page number 12>
the central support 7, whereby the distance between the supports themselves is equal at any time.
Although in the figures the movable supports 11, 12, 24 and 25 are arranged on sliding carriages 13-14 and 26-27, it is not excluded that these supports can also be moved in other ways, for example by being mounted on trolleys or on scissors or to apply such.
For the drive and the synchronization of the movements of the movable supports, other means can also be used than the drives described above with threaded rods 18 and gear wheels 31-32 which cooperate with toothed bars 35-36.
For example, each slide 13-14 and 26-27 of the aforementioned movable supports can be equipped with a separate drive, for example in the form of a stepping motor, a cylinder or the like, wherein these drives can then be controlled in a suitable manner from a central programmed control.
Notwithstanding that in the example shown the device comprises two pairs of movable supports 11-12 and 24-25 respectively, it is not excluded that only one pair of movable supports 11-12 is used or even only a single movable support 11 or 12, or on the contrary, additional pairs of movable supports on an analog and
<Desc / Clms Page number 13>
obvious manner for a person skilled in the art.
The use of the device is shown in successive steps in Figs. 13 to 16 for disassembling trays 8 with plants 9 initially arranged against each other on beams 1.
Initially, the device is in a rest configuration where, as shown in Fig. 13, the lift 5 is in its lowest position and the movable supports 11, 12, 24 and 25, as shown in Fig. 13, are brought together.
In this configuration, the carriage 2 is driven under the trays 8 to be arranged, the fixed support 5 and the movable supports 11, 12, 24 and 25 being positioned under the first five trays 8.
Subsequently, as shown in figure 14, the lift 5 is raised, whereby the trays 8 are pushed up, whereafter, as shown in figure 15, the carriage 2 with the trays 8 is moved to a new desired location a little further on, where, at the location, as shown in figure 15, the motor 19 is activated to spread the movable supports with the shells 8 according to the arrows A and B, after which the lift 5, as shown in figure 18, is lowered to the shells in lower this spread position on the beams 1.
<Desc / Clms Page number 14>
By repeating this operation each time, the scales 8 to be arranged can be arranged further apart at a rapid pace.
It is clear that by proceeding in the reverse order, scales 8 which are at a distance from each other can also be brought closer together.
It is also clear that it is easy for a person skilled in the art to automate such a device according to the invention by using a central programmable control on which the drives 4 and 6, respectively of the carriage 2 and of the elevator 5, and the motor 19 of the drives of the movable supports 11 and 12 are connected.
The present invention is by no means limited to the embodiments described as examples and shown in the figures, but an arrangement according to the invention for arranging objects can be realized in all shapes and sizes without departing from the scope of the invention.