BE1014979A3 - Vering voor een matras of dergelijke. - Google Patents

Vering voor een matras of dergelijke. Download PDF

Info

Publication number
BE1014979A3
BE1014979A3 BE2002/0410A BE200200410A BE1014979A3 BE 1014979 A3 BE1014979 A3 BE 1014979A3 BE 2002/0410 A BE2002/0410 A BE 2002/0410A BE 200200410 A BE200200410 A BE 200200410A BE 1014979 A3 BE1014979 A3 BE 1014979A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
spring
springs
suspension according
suspension
spring elements
Prior art date
Application number
BE2002/0410A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Catry Alphonse
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Catry Alphonse filed Critical Catry Alphonse
Priority to BE2002/0410A priority Critical patent/BE1014979A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1014979A3 publication Critical patent/BE1014979A3/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16FSPRINGS; SHOCK-ABSORBERS; MEANS FOR DAMPING VIBRATION
    • F16F3/00Spring units consisting of several springs, e.g. for obtaining a desired spring characteristic
    • F16F3/08Spring units consisting of several springs, e.g. for obtaining a desired spring characteristic with springs made of a material having high internal friction, e.g. rubber
    • F16F3/10Spring units consisting of several springs, e.g. for obtaining a desired spring characteristic with springs made of a material having high internal friction, e.g. rubber combined with springs made of steel or other material having low internal friction
    • F16F3/12Spring units consisting of several springs, e.g. for obtaining a desired spring characteristic with springs made of a material having high internal friction, e.g. rubber combined with springs made of steel or other material having low internal friction the steel spring being in contact with the rubber spring
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C23/00Spring mattresses with rigid frame or forming part of the bedstead, e.g. box springs; Divan bases; Slatted bed bases
    • A47C23/002Spring mattresses with rigid frame or forming part of the bedstead, e.g. box springs; Divan bases; Slatted bed bases with separate resilient support elements, e.g. elastomeric springs arranged in a two-dimensional matrix pattern
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C27/00Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas
    • A47C27/04Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas with spring inlays
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C27/00Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas
    • A47C27/04Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas with spring inlays
    • A47C27/06Spring inlays
    • A47C27/063Spring inlays wrapped or otherwise protected
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C27/00Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas
    • A47C27/04Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas with spring inlays
    • A47C27/06Spring inlays
    • A47C27/065Spring inlays of special shape
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C27/00Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas
    • A47C27/14Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas with foamed material inlays
    • A47C27/20Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas with foamed material inlays with springs moulded in, or situated in cavities or openings in foamed material

Abstract

Vering voor een matras of dergelijke, daardoor gekenmerkt dat deze vering (1) een reeks van naast elkaar gesitueerde, door veerelementen (4) ondersteunde steungedeelten (5) bevat, waarbij deze veerelementen (4) op zich bestaan uit de combinatie van minstens een spiraalveer (6) en een veer (7) uit schuimkunststof.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Vering voor een matras of dergelijke. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een vering voor een matras of dergelijke. 



  Hierbij betreft het een vering die niet alleen voor een matras voor een bed kan worden aangewend, doch ook in zit- en ligmeubelen van allerlei aard, zoals zetels en dergelijke. 



  In de eerste plaats beoogt de uitvinding een vering die bedoeld is een ondersteuning te vormen voor een matras, bij voorkeur een relatief dunne matras, doch in het algemeen is de uitvinding niet alleen tot zulke toepassing beperkt en kan de vering volgens de uitvinding bijvoorbeeld ook in een matras zelf of dergelijke worden ingebouwd. 



  Het is bekend dat een vering voor een matras, in het bijzonder een vering die bedoeld is om een matras te ondersteunen, op verschillende wijzen kan worden gerealiseerd. Zo bijvoorbeeld is het bekend om matrassen te ondersteunen door middel van een reeks van metalen spiraalveren, die zijdelings met elkaar verbonden zijn. Ook is het bekend om als matrasvering gebruik te maken van lattenbodems. 



  Al de bekende systemen hebben als nadeel dat, bij het gebruik van de matras, de op het lichaam uitgeoefende tegendruk zich doorgaans niet optimaal verdeelt, waardoor het onmogelijk is een optimaal ligcomfort te bereiken. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 De huidige uitvinding heeft betrekking op een nieuwsoortige vering voor een matras of dergelijke, welke een bijzonder, als optimaal te ervaren, ligcomfort biedt. 



  Zulk optimaal ligcomfort biedt op zich dan weer het voordeel dat zulke vering voor een matras niet alleen geschikt is om te worden aangewend als normale vering voor een bed, doch ook bijzonder geëigend is voor speciale toepassingen, bijvoorbeeld als vering voor het ondersteunen van matrassen voor personen met rugklachten, 'personen met brandwonden, personen waarbij een risico op doorligging bestaat en dergelijke. 



  Hiertoe betreft de uitvinding een vering voor een matras of dergelijke, met als kenmerk dat deze vering een reeks van naast elkaar gesitueerde, door veerelementen ondersteunde, steungedeelten bevat, waarbij deze veerelementen op zich bestaan uit de combinatie van minstens een spiraalveer en een veer uit schuimkunststof. 



  Door gebruik te maken van naast elkaar gesitueerde steungedeelten en de combinatie van de voornoemde twee veertypes, heeft de uitvinder vastgesteld dat een bijzonder goede drukverdeling plaatsvindt, die als optimaal wordt ervaren. 



  Bij voorkeur zijn de veerelementen los van elkaar en op een afstand van elkaar gesitueerd. Hierdoor wordt verkregen dat ieder veerelement individueel actief is, wat aanzienlijk bijdraagt tot het ligcomfort. 



  In een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat de 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 vering veerelementen waarvan de spiraalveer en de veer uit schuimkunststof zodanig zijn uitgevoerd en opgesteld dat één van beide veren, bij het uitoefenen van een drukkracht op de steungedeelten, pas wezenlijk wordt ingedrukt nadat de andere veer reeds over een bepaalde afstand ingedrukt is, wat bijvoorbeeld gerealiseerd wordt doordat één van de voornoemde veren in rusttoestand langer is dan de andere. 



  Hierdoor ontstaat het effect dat bij het indrukken van de vering initieel slechts een relatief geringe kracht moet worden overwonnen, namelijk zolang slechts één veer actief is, en dat pas na een bepaalde indrukking een plots grotere kracht moet worden overwonnen vanwege het feit dat dan beide veren effectief moeten worden ingedrukt. Door dit effect ontstaat het voordeel dat de gebruiker van de matras, deze als zeer zacht aanvoelt, doch dat niettemin een degelijke ondersteuning wordt verkregen. Doordat de initiële indrukking weinig indrukkracht vraagt, past de vering zich immers gemakkelijk aan de vorm van het lichaam van de gebruiker aan. Daar waar in een degelijke ondersteuning moet worden voorzien, treden dan beide veren in werking. 



  Optimale resultaten worden bereikt in uitvoeringen, waarbij de veren zodanig zijn uitgevoerd en opgesteld dat, bij het uitoefenen van een drukkracht, op de steungedeelten, eerst een indrukking van de spiraalveer plaatsvindt en vervolgens pas ook de veer uit schuimkunststof wordt ingedrukt. 



  In een praktische uitvoeringsvorm zitten de, voornoemde veren concentrisch rond elkaar. Om de veerelementen zo rank mogelijk te kunnen uitvoeren en plaatselijke ondersteuningen door middel van deze veerelementen te 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 kunnen realiseren, strekt de spiraalveer zich bij voorkeur rond de veer uit schuimkunststof uit. 



  Het geniet de voorkeur dat de veerelementen zijn voorzien van één of meer geleidingen die zich in verticale richting uitstrekken en zo stijfheid bieden tegen het kantelen of zijdelings ombuigen van de veren. 



  Opgemerkt wordt dat het gebruik van twee veren waarvan de ene bij het indrukken van de vering pas wezenlijk actief wordt nadat de andere reeds over een bepaalde afstand werd ingedrukt, ook nuttig is bij iedere andere combinatie van veren, dus niet alleen bij een combinatie van een spiraalveer en een veer uit schuimkunststof.

   Hiermee rekening houdend, heeft de uitvinding volgens een bijkomend aspect ook betrekking op een vering voor een matras of dergelijke, met als kenmerk dat deze vering een reeks van naast elkaar gesitueerde, onafhankelijk van elkaar opgestelde, door veerelementen ondersteunde steungedeelten bevat, waarbij deze veerelementen op zich bestaan uit de combinatie van minstens twee veren die zodanig zijn uitgevoerd en opgesteld dat één van beide veren bij het uitoefenen van een drukkracht op de steungedeelten pas wezenlijk wordt ingedrukt nadat de andere veer reeds over een bepaalde afstand ingedrukt is. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 
Figuur 1 een vering voor een matras volgens de uitvinding, samen met een matras, weergeeft; figuur 2 op een grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 met pijl F2 is aangeduid; figuur 3 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn III-III in figuur 3; figuur 4 op een nog grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 3 met F4 is aangeduid; figuren 5 en 6 zichten weergeven analoog aan dat van figuur 3, doch tijdens het indrukken van het weergegeven veerelement; figuur 7 een zicht weergeeft gelijkaardig aan dat van figuur 3, doch voor een variante;

   figuur 8 nog een variante weergeeft van de vering volgens de uitvinding; figuur 9 op een grotere schaal en in uiteengenomen toestand het gedeelte weergeeft dat in figuur 8 met F9 is aangeduid; figuur 10 een doorsnede weergeeft volgens lijn X-X in figuur 9. 



  In figuur 1 is een vering 1 volgens de uitvinding weergegeven, die als ondersteuning voor een matras 2 fungeert. Deze vering 1 bestaat in hoofdzaak uit een reeks van naast elkaar gesitueerde, op een basis 3 gemonteerde, door veerelementen 4 ondersteunde steungedeelten 5, waarbij deze veerelementen 4 op zich bestaan uit de combinatie van minstens een spiraalveer 6 en een veer 7 uit schuimkunststof. 



  Zoals uit figuur 1 kan worden afgeleid, zijn de veerelementen 4 los van elkaar en op een afstand van elkaar 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 gesitueerd. Hierbij kunnen zij, zoals afgebeeld, geschrankt zijn opgesteld, doch is het duidelijk dat ook andere opstellingen mogelijk zijn. 



  Zoals weergegeven in figuur 3, zijn de veren 6-7 concentrisch ten opzichte van elkaar gemonteerd, in dit geval doordat de spiraalveer 6 rond de veer 7 uit schuimkunststof is aangebracht. 



  Ook zijn de veren 6-7 zodanig uitgevoerd en opgesteld dat één van beide veren, in dit geval de veer 7, bij het uitoefenen van een drukkracht op het bijhorend steungedeelte 5 pas wezenlijk wordt ingedrukt nadat de andere veer, aldus de spiraalveer 6, reeds over een bepaalde afstand ingedrukt is. Tot dit doel wordt in het weergegeven voorbeeld gebruik gemaakt van een spiraalveer 6 die in de rusttoestand van het geheel een lengte Ll vertoont die groter is dan de lengte L2 van de veer 7. 



  De spiraalveer 6 is bij voorkeur vervaardigd uit veerstaal en kan, zoals weergegeven, zijn voorzien van een bekleding 8 uit kunststof, dit om corrosieve invloeden tegen te gaan. 



  In het geval dat de vering bedoeld is om buitenshuis of dergelijke te worden toegepast, bijvoorbeeld in een tuinmeubel, zal bij voorkeur ook aan de beide uiteinden van de spiraalveer in een afdichting worden voorzien, zodat geen vocht aan het veerstaal kan komen. Hierdoor wordt      roestvorming vermeden. 



  De veer 7 kan uit eender welke schuimkunststof bestaan welke voldoende elasticiteit biedt om in een vering te voorzien. Bij voorkeur zijn de veren 7 uit lengtes van een 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 buis of slang uit schuimkunststof vervaardigd. 



  De veerelementen 4 zijn ieder voorzien van een geleiding 9, die in het weergegeven voorbeeld in hoofdzaak bestaat uit een zich in verticale richting uitstrekkend buisje 10. 



  Ieder buisje 10 strekt zich hierbij axiaal doorheen het midden van het gecombineerd veerelement 4 uit en zit met zijn onderste uiteinde 11 verschuifbaar gevat in een bijhorende opening 12 in de basis 3. Via deze geleidingen 9 zijn de veerelementen 4 niet alleen op de basis 3 gemonteerd, doch wordt aan deze veerelementen 4 tevens stijfheid geboden tegen kantelen of ombuigen. 



  De geleidingen 9 strekken zich loodrecht op de basis 3 uit. 



  Het is evenwel niet uitgesloten om in bijzondere uitvoeringen deze ietwat onder hoek te stellen. 



  De voornoemde steungedeelten 5 zijn, zoals weergegeven in de figuren 3 en 4, op het bovenste uiteinde 13 van de telkens bijhorende geleiding 9, meer speciaal het bovenste uiteinde van het buisje 10, gemonteerd, doch worden rechtstreeks of onrechtstreeks ondersteund door de veerelementen 4. 



  De steungedeelten 5 zijn in het weergegeven voorbeeld uitgevoerd in de vorm van een afgerond, min of meer bolvormig kapje 14. Ieder kapje 14 bevat, gezien in doorsnede of in zijaanzicht, een vlak gedeelte 15, dat als contactvlak voor de matras 2 bedoeld is. 



  De steungedeelten 5 zijn vrij beweeglijk, of althans in zekere mate vrij beweeglijk, op de onderliggende structuur 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 gemonteerd, meer speciaal zodanig dat zulk steungedeelte 5 gemakkelijk kantelbaar is, zoals schematisch in figuur 3, door middel van de verschillende posities 5A en 5B, is aangeduid. 



  Hiertoe is zulk steungedeelte 5 uitsluitend in zijn midden bevestigd door middel van een schroef 16 die zulke kantelbeweging toelaat. Deze schroef 16 grijpt aan in een pijpje 17 uit zachte kunststof. Dit pijpje 17 met het daarop gemonteerde steungedeelte 5 is los in het bovenste uiteinde 13 van het buisje 10 geschoven. Door de centrale bevestiging door middel van de schroef 16, gecombineerd met de beweeglijkheid verkregen door het gebruik van het pijpje 17 uit zachte kunststof, is perfect een kantelbeweging mogelijk. 



  Om te verhinderen dat de schroeven 16 schade aan de onderzijde van de matras 2 kunnen berokkenen, zijn deze met hun kop 18 verzonken in uitsparingen 19 in de bovenzijde van de steungedeelten 5. 



  Aangezien de steungedeelten 5, samen met het pijpje 17 waarop zij gemonteerd zijn, los in de geleiding 9 zitten, moet worden verhinderd dat deze geleiding 9 vrij naar beneden valt, hetgeen in het weergegeven voorbeeld wordt verkregen doordat het buisje 10 aan het bovenste uiteinde 13 is voorzien van een kraag 20 waarmee het op de onderliggende structuur rust. 



  Verder is het geheel nog voorzien van verschillende tussenringen 21-22-23 uit zachte kunststof, die, enerzijds, bedoeld zijn om in een optimale afsteuning van de 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 verschillende onderdelen op elkaar te voorzien, doch anderzijds ook bedoeld zijn om tijdens het indrukken van de veren wrijvingsgeluiden tussen de verschillende onderdelen uit te sluiten. 



  De werking van de hiervoor beschreven vering 1 wordt hierna beschreven met verwijzing naar de figuren 3,5 en 6. 



  In de praktijk geniet het de voorkeur dat op steungedeelten 5 slechts een relatief dunne en zachte matras 2 wordt aangebracht, bijvoorbeeld uit schuimrubber met een dikte van ongeveer 5 cm. 



  Wanneer de matras 2 niet belast is, is er geen of nauwelijks een indrukking. De betreffende veerelementen 4 bevinden zich dan in een toestand, zoals afgebeeld in figuur 3. 



  Wanneer, via de matras 2, een geringe indrukking wordt gerealiseerd, wordt eerst uitsluitend de spiraalveer 6 ingedrukt, zoals afgebeeld in figuur 5. Zolang de indrukking niet groter is dan het verschil tussen Ll en L2 wordt immers alleen een tegendruk door middel van één veer gecreëerd, waardoor deze tegendruk relatief gering is en ervoor zorgt dat de matras 2 vlot kan verbuigen en zich goed kan aanpassen aan kleine vormverschillen veroorzaakt door het lichaam van de gebruiker. 



  Bij grotere indrukkingen daarentegen is er een plotse toename van de tegenwerkende kracht, vermits dan, zoals weergegeven, in figuur 6 de beide veren 6-7 worden ingedrukt en een tegenwerkende kracht opleveren. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



  Bij de indrukking wordt de kracht van de matras 2 op het kapje 14 overgedragen en vervolgens via de tussenring 21, de kraag 20 en de tussenring 22 op de veren 6-7. Het is echter duidelijk dat, volgens een variante, deze veren ook rechtstreeks tegen de onderzijde van het kapje 14 zouden kunnen aandrukken. 



  In figuur 7 is een variante weergegeven waarbij het pijpje 17 zich volledig doorheen het weergegeven veerelement 4 uitstrekt en waarbij, aan de onderzijde, een borgconstructie 24 is voorzien die verhindert dat de geleiding 9, en meer speciaal het buisje 10, uit de opening 12 zou kunnen schuiven wanneer het geheel omgekeerd wordt. 



  Deze borgconstructie 24 wordt gevormd door een'onderlegring 25 die door middel van een schroef 26 in het pijpje 17 is geschroefd. 



  Het is duidelijk dat de voornoemde basis 3 op verschillende wijzen kan zijn uitgevoerd. In figuur 1 bestaat deze eenvoudig uit een plaat waarin openingen 12 zijn aangebracht. In figuur 8 is een variante weergegeven waarbij de basis bestaat uit verschillende, aan elkaar gekoppelde, buisdelen, waarin, zoals weergegeven in de figuren 9 en 10, eveneens openingen 12 gevormd zijn. Om wrijvingsgeluiden uit te sluiten bij het verschuiven van het buisje 10 in de bijhorende opening 12, zijn in deze opening 12 extra geleidingsmiddelen aangebracht, die bijvoorbeeld gevormd worden door zich erdoorheen uitstrekkende touwgedeelten 27 waarvan de vezelrichting zich hoofdzakelijk in de axiale richting van de opening 12 uitstrekt. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 



  Het is duidelijk dat over de veren een al dan niet permanent bevestigde hoes of andere afdekking kan zijn aangebracht. Hierbij kan zulke afdekking zich onder de matras over de steungedeelten 5 uitstrekken, of over het volledige geheel van steungedeelten 5 en matras 2 aangebracht zijn. 



  Ook is het niet uitgesloten om bovenop de steungedeelten 5 een dunne afdeklaag vast te maken uit een soepel materiaal. 



  Mits de steungedeelten 5 op een passende wijze uit te voeren, is het ook niet uitgesloten om deze rechtstreeks als steunvlak voor de gebruiker aan te wenden, zonder tussenkomst van een matras 2. 



  Opgemerkt wordt dat het begrip "steungedeelten" breed dient te worden geïnterpreteerd. Deze steungedeelten 5 dienen niet noodzakelijk uit kapjes 14 te bestaan.. Zij kunnen bijvoorbeeld ook bestaan uit vaste gedeelten die bovenop het buisje 10 bevestigd zijn. Ook kunnen deze gedeelten eenvoudig door het bovenste uiteinde van de veer 6 en/of de veer 7 gevormd zijn, zonder dat een afzonderlijk afdekkapje, of dergelijke, aanwezig is. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke vering voor een matras kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (15)

Conclusies.
1.- Vering voor een matras of dergelijke, daardoor gekenmerkt dat deze vering (1) een reeks van naast elkaar gesitueerde, door veerelementen (4) ondersteunde, steungedeelten (5) bevat, waarbij deze veerelementen (4) op zich bestaan uit de combinatie van minstens een spiraalveer (6) en een veer (7) uit schuimkunststof.
2. - Vering volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de veerelementen (4) los van elkaar en op een afstand van elkaar zijn gesitueerd.
3.- Vering volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat zij veerelementen (4) bevat waarvan de spiraalveer (6) en de veer (7) uit schuimkunststof zodanig zijn uitgevoerd en opgesteld dat één van beide veren (6-7) bij het uitoefenen van een drukkracht op de steungedeelten (5) pas wezenlijk wordt ingedrukt nadat de andere veer (7-6) reeds over een bepaalde afstand ingedrukt is.
4. - Vering volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat één van de voornoemde veren (6-7) in rusttoestand langer is dan de andere.
5.- Vering volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat de veren (6-7) zodanig zijn uitgevoerd en opgesteld dat, bij het uitoefenen van een drukkracht op de steungedeelten (5), eerst een indrukking van de spiraalveer (6) plaatsvindt en vervolgens pas ook de veer (7) uit schuimkunststof wordt ingedrukt. <Desc/Clms Page number 13>
6.- Vering volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde veren (6-7) concentrisch rond elkaar zitten.
7. - Vering volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de veerelementen (4) ieder bestaan uit één spiraalveer (6) en één veer (7) uit schuimkunststof en dat de spiraalveer (6) zich rond de veer (7) uit schuimkunststof bevindt.
8. - Vering volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat ieder betreffend steungedeelte (5) vrij beweeglijk, meer speciaal kantelbaar, op de onderliggende structuur, meer speciaal op de veérelementen (4), is gemonteerd.
9. - Vering volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat ieder betreffend steungedeelte (5) is uitgevoerd in de vorm van een afgerond, min of meer bolvormig kapje (14).
10. - Vering volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat ieder betreffend steungedeelte (5), gezien in zijaanzicht, een vlak gedeelte (15) vertoont.
11.- Vering volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de veerelementen (4) zijn voorzien van één of meer geleidingen (9) die zich in verticale richting uitstrekken en zo stijfheid bieden tegen het kantelen of zijdelings ombuigen van de veren (6-7).
12. - Vering volgens één van de voorgaande conclusies, <Desc/Clms Page number 14> daardoor gekenmerkt dat zich doorheen ieder veerelement (4) een geleiding (9) uitstrekt, welke geleiding (9) het bijhorend steungedeelte (5) draagt.
13. - Vering volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat ieder steungedeelte (5), via tussenkomst van een geleiding (9), verschuifbaar bevestigd is in een basis (3).
14.- Vering volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de veerelementen (4) opwaarts gericht zijn, meer speciaal loodrecht op het eigenlijke vlak dat door de vering (1) bepaald wordt.
15. - Vering voor een matras of dergelijke, daardoor gekenmerkt dat deze vering (1) een reeks van naast elkaar gesitueerde, onafhankelijk van elkaar opgestelde, door veerelementen (4) ondersteunde steungedeelten' (5) bevat, waarbij deze veerelementen (4) op zich bestaan uit de combinatie van minstens twee veren (6-7) die zodanig zijn uitgevoerd en opgesteld dat één van beide veren (6-7) bij het uitoefenen van een drukkracht. op de steungedeelten (5) pas wezenlijk wordt ingedrukt nadat de andere veer (7-6) reeds over een bepaalde afstand ingedrukt is.
BE2002/0410A 2002-06-26 2002-06-26 Vering voor een matras of dergelijke. BE1014979A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2002/0410A BE1014979A3 (nl) 2002-06-26 2002-06-26 Vering voor een matras of dergelijke.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2002/0410A BE1014979A3 (nl) 2002-06-26 2002-06-26 Vering voor een matras of dergelijke.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1014979A3 true BE1014979A3 (nl) 2004-07-06

Family

ID=33034784

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2002/0410A BE1014979A3 (nl) 2002-06-26 2002-06-26 Vering voor een matras of dergelijke.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1014979A3 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1475010A (en) * 1919-10-15 1923-11-20 Frank A Garbutt Bed
US3031690A (en) * 1959-03-12 1962-05-01 Ramsay George Samuel Upholstery construction
FR2647000A1 (fr) * 1989-05-22 1990-11-23 Taravel Bernard Matelas
EP0401712A1 (de) * 1989-06-08 1990-12-12 Superba S.A. Matratzensystem
WO1992016128A1 (en) * 1991-03-22 1992-10-01 The Ohio Mattress Company Inner spring mattress with core member and method for construction thereof
DE4200553A1 (de) * 1992-01-11 1993-07-15 Daimler Benz Ag Federkern fuer polster

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1475010A (en) * 1919-10-15 1923-11-20 Frank A Garbutt Bed
US3031690A (en) * 1959-03-12 1962-05-01 Ramsay George Samuel Upholstery construction
FR2647000A1 (fr) * 1989-05-22 1990-11-23 Taravel Bernard Matelas
EP0401712A1 (de) * 1989-06-08 1990-12-12 Superba S.A. Matratzensystem
WO1992016128A1 (en) * 1991-03-22 1992-10-01 The Ohio Mattress Company Inner spring mattress with core member and method for construction thereof
DE4200553A1 (de) * 1992-01-11 1993-07-15 Daimler Benz Ag Federkern fuer polster

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP5420873B2 (ja) シート,シート用の背中部,及びシート用の自動調整式背中部
US7484802B2 (en) Chair back with lumbar and pelvic supports
AU780352B2 (en) Body support arrangements
US7980632B2 (en) Armrest for chair
IT9020119A1 (it) Sedile ergonomico
AU2009201784A1 (en) Adjustable pillow device
US4975996A (en) Mattress
ATE347294T1 (de) Lagerungsvorrichtung für eine aus mehreren elementen bestehenden untermatratze
USD506098S1 (en) Mattress pad configuration
US4404698A (en) Overbed tray arrangement
US9901185B2 (en) Mattress including flat springs
US6647574B2 (en) Coupled waveband suspension for bedding and seating units
BE1014979A3 (nl) Vering voor een matras of dergelijke.
US8601624B2 (en) Pressure relieving mattress
US6941603B2 (en) Cushioning element for mattresses, pillows and the like
KR20200124845A (ko) 맞춤형 지지력이 발휘되는 내장재 유동 패턴형 베개
KR200437199Y1 (ko) 높이 조절이 가능한 베개
KR101734028B1 (ko) 매트리스
KR101837841B1 (ko) 매트리스
KR100539367B1 (ko) 의자 팔걸이의 높이조절장치
USD489847S1 (en) Adjustable height pet feeder shim support
USD414065S (en) Mattress pad
BE1004380A3 (nl) Onafhankelijk werkende ingeschuimde vering en zit- en ligmeubelen voorzien van dergelijke vering.
US3368226A (en) Wood slat mattress
KR20210112468A (ko) 높이 조절이 가능한 간이 의자

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20060630