<Desc/Clms Page number 1>
WERKWIJZE VOOR HET PREFABRICEREN VAN EEN WANDELEMENT De uitvinding betreft een werkwijze voor het prefabriceren van een wandelement, waarbij elementen met gelijke en/of verschillende afinetingen en opbouw aan elkaar worden bevestigd.
Tot op heden worden kleinschalige elementen zoals bakstenen, betonsteen, kalkzandsteen en aanverwante producten los op de bouwplaats aangeleverd en op de bouwplaats tot een muurvlak of dergelijke omgevormd, door middel van zogenaamde spouwankers wordt dit geheel aan de achterconstructie verbonden.
Het nadeel van dergelijke werkwijze is dat weerseffecten een belangrijke rol spelen voor het uiteindelijke eindresultaat van het geheel. Daarnaast is er een tekort aan vakkundig personeel waardoor metselwerk met een slechte kwaliteit wordt gerealiseerd waardoor het resultaat esthetisch niet fraai is. Verder zijn de kosten van het realiseren van een dergelijke wandconstructie relatief hoog omdat dit alles manueel gebeurt en daarnaast op de bouwplaats de nodige steigerconstructies opgebouwd moeten worden. Verder geschiedt het onderling verbinden van stenen in de huidige wandconstructie door middel van een verbindingsmateriaal, bijv. een mengsel van cement, kalk en zand (mortel), welke een relatief lage hechtsterkte bezit.
Het doel van de uitvinding is te voorzien in een werkwijze voor het prefabriceren van een wandelement waarbij elementen met gelijke en/of verschillende afmetingen en opbouw aan elkaar worden bevestigd die bovenvermelde nadelen niet vertoont.
Dit doel wordt bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het prefabriceren van een wandelement, waarbij elementen met gelijke en/of verschillende afmetingen en opbouw aan elkaar worden bevestigd, maar waarbij de elementen aan elkaar worden verlijmd.
<Desc/Clms Page number 2>
In een voorkeurswerkwijze volgens de werkwijze wordt het wandelement voorzien van een latei.
In een meer specifieke voorkeurswerkwijze volgens de uitvinding wordt de latei voorzien van een wapening.
Het voordeel daarvan is dat er een extra veiligheid en/of ophangmogleijkheid wordt gecreëerd.
In een andere specifieke voorkeurswerkwijze de werkwijze wordt de latei voorzien van een ankerrail.
Dit heeft als voordeel dat een eenvoudig ophangsysteem aan het element kan bevestigd worden.
In een voorkeurswerkwijze volgens de uitvinding wordt het wandelement opgehangen aan een achterconstructie.
Volgens een specifieke werkwijze volgens de uitvinding worden de elementen verlijmd met een lijm die in een mono- of bicomponent kan worden aangebracht.
In een andere specifieke werkwijze volgens de uitvinding worden de elementen verlijmd met een cementgebonden lijmmortel.
In de werkwijze volgens de uitvinding worden elementen met gelijke en/of verschillende afmetingen en opbouw onderling tot een geprefabriceerd wandelement gevormd. Dit kan bijv. door het verlijmen van deze elementen via een lint- of stootvoeg of een combinatie van beiden. De lijmvoegen met een afmeting van 1 tot 8 mm worden aangebracht in een geconditioneerde omgeving. Door de geringe afmeting van lint- en stootvoegen toont het wandelement de werkelijke kleur van de elementen waardoor esthetisch een fraai eindproduct wordt verkregen.
<Desc/Clms Page number 3>
Verder kunnen deze elementen aan elkaar bevestigd worden door bijv. de elementen vanaf de achterkant tussen de elementen lijm aan te brengen.
De onderling verlijmde elementen kunnen voorzien worden van aanvullend constructieve voorzieningen als lintvoegwapening en lateiconstructies.
Dergelijke werkwijze is zeer geschikt voor kleinschalige elementen. Wanner lint- en stootvoegen worden gebruikt zorgt de geringe afineting van deze voegen dat het wandelement de werkelijke kleur van de kleinschalige elementen toont waardoor esthetisch een fraai eindproduct wordt verkregen. Deze werkwijze is bijzonder geschikt voor het verlijmen van bakstenen.
De werkwijze volgens de uitvinding heeft als bijkomend voordeel dat de wandelementen zelfdragend gemaakt kunnen worden. De zelfdragendheid en constructieve eigenschappen kunne verbeterd worden door het aanbrengen van lintvoegwapening. De zelfdragende elementen zijn wel gebonden aan dimensies en worden niet voorzien van traditionele spouwankers, die normaal gezien de belastingenafdracht van wind e. d. naar de achterconstructie verzorgen. Deze zelfdragende wandelementen worden door middel van consoles en windankers aan een achterconstructie gekoppeld.
De constructieve mogelijkheden van het bouwelement kunnen naast het toepassen van alleen een lijmvoeg uitgebreid worden door het element uit te voeren met een latei welke kan voorzien worden van een al dan niet voorgespannen wapening waardoor een extra veiligheid en/of ophangmogelijkheid wordt gecreëerd. De latei kan ook worden voorzien van een ankerrail welke de mogelijkheid biedt om een eenvoudig ophangsysteem aan het element te bevestigen.
De latei kon in specifieke toepassingen ook als drager fungeren wanneer de wandelementen dimensies overschrijden waarbij de zelfdragendheid van het bouwelement zijn grenzen heeft bereikt.
<Desc/Clms Page number 4>
Een verder voordeel is dat de bouwtijd door het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding aanzienlijk ingekort wordt door snelle montage ten opzichte van het traditioneel aanbrengen van (kleinschalige) elementen. In voorkomende gevallen kunnen door het weglaten van steigerkosten of het gebruik van een alternatieve steigermethode kosten bespaard worden.
De elementen welke deel uitmaken van het wandelement worden onderling verbonden door een lijm welke in een mono-' of bicomponent kan worden aangebracht en kunnen behoren tot de lijmgroepen epoxylijmen, acryllijmen,polyurethaanlijmen of lijmsoorten van het waterglasprincipe. Deze lijmen kunnen in nagenoeg alle kleuren aangemaakt worden.
Bij het gebruik van een bicomponentenlijm is het nadeel van de gekende spuitinrichtingen voor het verlijmen van elementen dat de lijm versteent in de spuitmachine waardoor deze niet meer bruikbaar is. Daarvoor is er een spuitinrichting voorzien waarbij de twee componenten gescheiden blijven tot deze uit de spuitmond van het spuitpistool is.
Naast alle chemische kunststoffen (lijmen) kunnen de bakstenen ook onderling verbonden worden met een cementgebonden lijmmortel. Ook hier is het mogelijk om met lint- of stootvoegen of een combinatie van beide te verlijmen. De lijmdiktes bedragen hier ook 1 tot 8 mm. Deze lijm is ook in nagenoeg alle kleuren leverbaar.
Alle genoemde lijmsoorten hebben een hechtsterkte welke vele malen hoger ligt dan de traditionele mortel bestaande uit lijm, kalk en zand.
Het wandelement kan op de bouwplaats op verschillende manieren aan de achterconstructie bevestigd worden. Het uitgangspunt is echter dat het element op consoles wordt geplaatst met een dook die aan de achterconstructie verbonden wordt. Door het element op consoles te plaatsen wordt een zichtbaar verankeringsysteem aangebracht. Door gebruik te maken van een lateiconstructie kan een blinde verankering worden gemaakt waarbij de console niet direct zichtbaar is.
<Desc/Clms Page number 5>
Aan de bovenzijde worden windankers aangebracht om winddruk en/of zuiging af te dragen naar de achterconstructie.
Indien het wandelement voorzien wordt van een consoleophanging met dook, dan moeten ankerstenen, i. e. aangepaste elementen, in het element opgenomen worden.
Het aantal ankerstenen is daarbij afhankelijk van de breedte van het element.
De ankerstenen worden voorzien van een sleufgat, waarbij dit sleufgat enkele mm groter is dan de maat van de dook. Deze overmaakt vergemakkelijkt de montage.
De sleuf heeft een overmaat tegenover de dook. De ankerstenen worden aan de onderzijde (ook sleufzijde genoemd) voorzien van gezet plaatmateriaal in staal of kunststof, wat tijdens montage het element en de ingebrachte sleuf in de verankeringsteen beschermen tegen beschadigingen. Dit plaatmateriaal kan zowel door verlijming als mechanisch aan het element aan het element bevestigd worden.
Met deze dook wordt een opstaande pal bedoeld welke op de ophangconsole wordt aangebracht met als doel afschuiving van het element op de console te voorkomen.
De stenen worden dus voorzien van een sleuf waarin de dookconstructie uiteindelijk plaatsvindt.
Het wandelement kan dus, zoals eerder vermeld, verder aan de onderzijde voorzien worden van een baksteenbetonlatei, al dan niet met een wapening, welke tevens voorgespannen kan worden. Ook kan de latei voorzien worden van een ankerrail welke reeds in de productie van de latei kan opgenomen worden. Indien een latei met voorspanning wordt gekozen kan deze ankerrail aan de ankerrail bevestigd of gehaakt worden met een speciale haak en daarna worden aangestort met beton. Bij gebruik van een latei heeft het wandelement een aantal toepassingsmogelijkheden.
De baksteenbetonlatei met ankerrail kan één van de mogelijkheden zijn om een blinde ophanging te bevestigen. De lateien kunnen eventueel op elke willekeurige plaats in het element aangebracht worden.
<Desc/Clms Page number 6>
De elementen kunnen dus, zoals eerder vermeld, door middel van speciale consoles aan de achterconstructie worden bevestigd. Deze consoles zijn hoekstalen met een beperkte breedte welke voorzien worden van een dookconstructie. Deze consoles kennen een verstelmogelijkheid in zowel horizontale als verticale richting. Door toepassing van de dookconstructie wordt het element tegen winddruk en zuiging geborgd.
De eerdergenoemde ankerstenen worden gebruikt om het element te verbinden met de console voorzien van een dookconstructie. De ankerstenen worden voorzien van een gezette beschermplaat welke beschadiging van het element tijdens montage moet voorkomen.
Zoals eerder vermeld kunnen de elementen voorzien worden van een blinde verankering door toepassen van een al dan niet voorgespannen baksteenbetonlatei die voorzien is van een ankerrail. De ankervoorziening bestaat bijv. uit twee hoekstalen, een eerste hoekstaal dat bevestigd wordt aan de ankerrail in de baksteenbetonlatei en die een opstaande draadstang heeft. Dit eerste hoekstaal is voorzien van een verticaal sleufgat voorzien van een karteling om het element in verticale richting te kunnen verstellen. Een tweede hoekstaal wordt verbonden aan de achterconstructie door mechanische verankering of chemische verankering en is voorzien van bussen (moeren) met binnendraad en drie sleufgaten.
Op het horizontale deel van het hoekstaal worden bussen (moeren) aangebracht.
Tussen deze bussen wordt in lengterichting een sleufgat voorzien van een karteling aangebracht. Door middel van dit sleufgat worden uit worden uiteindelijk het eerste en tweede hoekstel met elkaar verbonden. Door dit sleufgat kunnen eventuele toleranties van de achterliggende bouwkundige constructie worden opgevangen.
De twee overige sleufgaten worden aangebracht in het verticale deel van het hoekstaal en worden voorzien van karteling. Door middel van een bout of draadstang kan dit hoekstal aan de achterconstructie worden bevestigd. De sleufgaten met karteling laten een hoogteverstelling van het wandelement toe.
<Desc/Clms Page number 7>
Aan de bovenzijde van het wandelement worden dus de zogenaamde windankers aangebracht welke moeten voorkomen dat onder invloed van winddruk en windzuiging het element kan verplaatsen. Deze windverankering bestaat uit een hoekstrip welke wordt voorzien van twee sleufgaten met karteling, één in horizontale richting en één in verticale richting. Deze hoekstrip kan zowel chemisch als mechanisch aan boven- of achterzijde van het element worden aangebracht. De bevestiging naar de achterconstructie kan op dezelfde wijze plaatsvinden. De sleufgaten met karteling bieden de mogelijkheid om verstelling in zowel horizontale als verticale richting te bewerkstelligen. Deze windverankering kan voor beide hiervoor genoemde bevestigingstechnieken gebruikt worden.
De werkwijze volgens de uitvinding kan zowel toegepast worden bij gevelstenen als bij binnenmuren.
<Desc / Clms Page number 1>
METHOD FOR PREFABRICATING A WALL ELEMENT The invention relates to a method for prefabricating a wall element, wherein elements with the same and / or different dimensions and construction are attached to each other.
To date, small-scale elements such as bricks, concrete brick, sand-lime brick and related products have been supplied loosely to the construction site and converted to a wall surface or the like at the construction site, this is connected to the sub-structure by means of so-called cavity anchors.
The disadvantage of such a method is that weather effects play an important role for the final end result of the whole. In addition, there is a shortage of skilled personnel, which means that masonry with poor quality is realized, which means that the result is not aesthetically pleasing. Furthermore, the costs of realizing such a wall construction are relatively high because all this is done manually and, in addition, the necessary scaffolding constructions must be built on the construction site. Furthermore, the interconnection of bricks in the current wall construction takes place by means of a connecting material, e.g. a mixture of cement, lime and sand (mortar), which has a relatively low adhesive strength.
The object of the invention is to provide a method for prefabricating a wall element in which elements of equal and / or different dimensions and construction are attached to each other which does not have the above-mentioned disadvantages.
This object is achieved by providing a method for prefabricating a wall element, wherein elements of the same and / or different dimensions and structure are attached to each other, but wherein the elements are glued to each other.
<Desc / Clms Page number 2>
In a preferred method according to the method, the wall element is provided with a lintel.
In a more specific preferred method according to the invention, the lintel is provided with a reinforcement.
The advantage of this is that an additional safety and / or suspension facility is created.
In another specific preferred method and the method, the lintel is provided with an anchor rail.
This has the advantage that a simple suspension system can be attached to the element.
In a preferred method according to the invention, the wall element is suspended from a back construction.
According to a specific method according to the invention, the elements are glued with an adhesive that can be applied in a mono or bicomponent.
In another specific method according to the invention, the elements are glued with a cementitious adhesive mortar.
In the method according to the invention, elements with the same and / or different dimensions and construction are formed into a prefabricated wall element. This can be done, for example, by gluing these elements through a ribbon or butt joint or a combination of both. The glue joints with a size of 1 to 8 mm are applied in a conditioned environment. Due to the small size of ribbon and butt joints, the wall element shows the actual color of the elements, so that aesthetically pleasing end product is obtained.
<Desc / Clms Page number 3>
Furthermore, these elements can be attached to each other by, for example, applying the elements from the rear between the elements glue.
The mutually glued elements can be provided with additional structural provisions such as ribbon joint reinforcement and lintel constructions.
Such a method is very suitable for small-scale elements. When ribbon and butt joints are used, the small size of these joints ensures that the wall element shows the actual color of the small-scale elements, so that aesthetically pleasing end product is obtained. This method is particularly suitable for gluing bricks.
The method according to the invention has the additional advantage that the wall elements can be made self-supporting. The self-supporting and structural properties can be improved by applying ribbon joint reinforcement. The self-supporting elements are bound to dimensions and are not provided with traditional cavity anchors, which are normally the tax payment of wind e. d. to the rear structure. These self-supporting wall elements are connected to a rear structure by means of consoles and wind anchors.
The structural possibilities of the building element can be expanded in addition to the use of only a glue joint by designing the element with a lintel which can be provided with a reinforcement, which may or may not be prestressed, whereby an additional safety and / or suspension option is created. The lintel can also be provided with an anchor rail which offers the option of attaching a simple suspension system to the element.
The lintel could also act as a carrier in specific applications when the wall elements exceed dimensions in which the self-supporting capacity of the building element has reached its limits.
<Desc / Clms Page number 4>
A further advantage is that the construction time is considerably shortened by applying the method according to the invention by rapid assembly compared to the traditional application of (small-scale) elements. In some cases, costs can be saved by omitting scaffolding costs or using an alternative scaffolding method.
The elements which form part of the wall element are mutually connected by an adhesive which can be applied in a mono- or bicomponent and can belong to the adhesive groups epoxy adhesives, acrylic adhesives, polyurethane adhesives or glues of the water glass principle. These adhesives can be made in almost all colors.
When a bicomponent glue is used, the disadvantage of the known spraying devices for gluing elements is that the glue petrifies in the spraying machine, so that it is no longer usable. For this purpose, a spraying device is provided in which the two components remain separate until it is out of the nozzle of the spray gun.
In addition to all chemical plastics (adhesives), the bricks can also be interconnected with a cement-bound adhesive mortar. Here too it is possible to glue with ribbon or butt joints or a combination of both. The adhesive thicknesses here are also 1 to 8 mm. This glue is also available in almost all colors.
All the mentioned types of adhesive have an adhesive strength that is many times higher than the traditional mortar consisting of glue, lime and sand.
The wall element can be attached to the sub-structure in various ways at the construction site. The starting point, however, is that the element is placed on consoles with a dove connected to the rear structure. By placing the element on consoles, a visible anchoring system is installed. By using a lintel construction, a blind anchor can be made where the console is not immediately visible.
<Desc / Clms Page number 5>
Wind anchors are fitted on top to transfer wind pressure and / or suction to the rear structure.
If the wall element is provided with a console suspension with dove, then anchor stones, i. e. modified elements.
The number of anchor stones is thereby dependent on the width of the element.
The anchor stones are provided with a slotted hole, whereby this slotted hole is a few mm larger than the size of the dove. This transfer facilitates assembly.
The slot has an excess over the dove. The anchor stones are provided on the underside (also called slot side) with put sheet material in steel or plastic, which protects the element and the inserted slot in the anchoring stone against damage during assembly. This sheet material can be attached to the element both by gluing and mechanically to the element.
By this, a raised pawl is meant which is mounted on the suspension console with the aim of preventing the element from sliding on the console.
The stones are therefore provided with a slot in which the diving construction ultimately takes place.
As previously stated, the wall element can therefore further be provided on the underside with a brick concrete slab, with or without a reinforcement, which can also be prestressed. The lintel can also be provided with an anchor rail which can already be included in the production of the lintel. If a lintel with pre-tension is selected, this anchor rail can be attached to the anchor rail or hooked with a special hook and then poured in with concrete. When using a lintel, the wall element has a number of application options.
The brick-concrete latei with anchor rail can be one of the options for fixing a blind suspension. The lintels can optionally be arranged at any desired location in the element.
<Desc / Clms Page number 6>
The elements can therefore, as previously stated, be attached to the sub-structure by means of special consoles. These consoles are corner samples with a limited width which are provided with a dove construction. These consoles have an adjustment option in both horizontal and vertical directions. The element is secured against wind pressure and suction by applying the diving construction.
The aforementioned anchor stones are used to connect the element to the console provided with a dove construction. The anchor stones are provided with a set protective plate which must prevent damage to the element during assembly.
As previously stated, the elements can be provided with a blind anchor by applying a brick concrete slab, whether or not prestressed, which is provided with an anchor rail. The anchor provision consists of, for example, two angular steels, a first angular steel which is attached to the anchor rail in the brick concrete slab and which has an upright threaded rod. This first angle steel is provided with a vertical slotted hole provided with a serration to enable the element to be adjusted in the vertical direction. A second angle steel is connected to the sub-structure by mechanical anchoring or chemical anchoring and is provided with bushes (nuts) with internal thread and three slotted holes.
Bushes (nuts) are mounted on the horizontal part of the angle steel.
A slot with a serration is provided between these bushes in the longitudinal direction. By means of this slot hole the first and second corner set are eventually connected to each other. Any tolerances of the underlying structural structure can be absorbed through this slotted hole.
The other two slots are made in the vertical part of the angle steel and are provided with knurling. This corner shed can be attached to the sub-structure by means of a bolt or threaded rod. The slotted holes with knurling allow a height adjustment of the wall element.
<Desc / Clms Page number 7>
So-called wind anchors are installed at the top of the wall element, which must prevent the element from moving under the influence of wind pressure and suction. This wind anchoring consists of a corner strip which is provided with two slots with knurling, one in the horizontal direction and one in the vertical direction. This corner strip can be applied both chemically and mechanically to the top or rear of the element. The attachment to the rear structure can take place in the same way. The slotted holes with knurling offer the possibility of effecting adjustment in both horizontal and vertical directions. This wind anchoring can be used for both aforementioned fixing techniques.
The method according to the invention can be applied to both facing bricks and to interior walls.