BE1014602A3 - Inbindelement voor geperforeerde losse bladen en inrichting die toelaat losse bladen in zulk inbindelement te bevestigen. - Google Patents

Abstract

Inbindelement voor geperforeerde losse bladen, dat een kamvormig element (2) met tandvormige draadgedeelten (9-10) bevat, daardoor gekenmerkt dat dit kamvormig element (2) is bevestigd in een U-vormige steun (1)/

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Inbindelement voor geperforeerde losse bladen en inrichting die toelaat losse bladen in zulk inbindelement te bevestigen. 



  De huidige uitvinding heeft betrekking op een inbindelement voor het inbinden van geperforeerde losse bladen. 



  Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op een inbindelement van het type dat een kamvormig element bevat voor het inbinden van bladen, waarbij dit kamvormig element bestaat uit een reeks tanden waarmede de perforaties van de bladen kunnen samenwerken, doordat deze perforaties over de voornoemde tanden kunnen worden aangebracht, teneinde een bundel bladen te vormen die door middel van zulk kamvormig element wordt samengehouden. 



  Het is bekend dat tot op heden het inbinden van bladen met een dergelijk inbindelement zeer omslachtig is en veel tijd in beslag neemt. 



  De huidige uitvinding heeft een inbindelement als voorwerp dat toelaat op een zeer eenvoudige wijze bundels losse bladen in te binden en dit op een zeer comfortabele manier, één en ander zodanig dat er niet veel meer tijd nodig is dan deze om de losse bladen te bundelen. 



  Tot dit doel bestaat het inbindelement volgens de uitvinding uit een kamvormig element met een reeks tanden waarmede de perforaties van de in te binden bladen kunnen samenwerken, waarbij dit kamvormig element is bevestigd in een stijve U-vormige steun. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zal de voornoemde stijve U-vormige steun de rug vormen van een map 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 of dergelijke. 



  De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting die toelaat losse bladen in een inbindelement volgens de uitvinding te bevestigen. 



  Deze inrichting is zeer eenvoudig en bestaat hoofdzakelijk uit een steun voor het betreffende inbindelement en uit een aandrukelement voor het vervormen van de voornoemde tanden, waarbij dit aandrukelement axiaal verplaatsbaar is, bijvoorbeeld door middel van een eenvoudige pers. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zal in de inrichting een perforatie-inrichting geïntegreerd zijn, zodat voor het inbinden ook kan worden uitgegaan van niet geperforeerde bladen. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een inbindelement volgens de uitvinding en van een inrichting die toelaat losse bladen in zulk inbindelement te bevestigen, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : 
Figuur 1 in perspectief en in zijn meest eenvoudige vorm, een inbindelement volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1 ; figuur 3 een uitvoeringsvariante weergeeft van figuur 1 ; figuur 4 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 3 door F4 is aangeduid ; 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur 4 ;

   figuren 6 tot 9 op schematische wijze zichten weergeven zoals figuur 5, doch tijdens verschillende stappen van het inbinden ; figuur 10 een inrichting weergeeft voor het bevestigen van bladen in een inbindelement volgens de uitvinding ; figuur 11 een uitvoeringsvariante weergeeft van figuur
4 ; figuren 12 en 13 nog een uitvoeringsvariante weergeeft van figuur 4 gelijkaardig aan dit van figuur 12 ; Het inbindelement, zoals weergegeven in figuur   1,   bestaat hoofdzakelijk uit een stijve U-vormige steun 1 waarin een kamvormig element 2 is aangebracht. 



  De steun 1 is bij voorkeur gevormd uit een U-vormig profiel met een bodem 3 en in dit geval evenwijdige wanden 4 en is bij voorkeur vervaardigd uit een stijf materiaal. 



  Het kamvormig element 2 wordt gevormd uit een draad in vervormbaar materiaal, bijvoorbeeld al dan niet geplastificeerd metaal, die zodanig geplooid is dat hij een doorlopende reeks evenwijdige U-vormige haken 5 vertoont. 



  De U-vormige haken 5 worden in hoofdzaak gevormd door een basis 6 en benen, respectievelijk 7 en 8. 



  De breedte van de basis 6 is nagenoeg gelijk, of enigszins kleiner dan de afstand tussen de wanden 4 van de U-vormige steun   1,   terwijl de hoogte van het been 7 enigszins kleiner is dan de hoogte van de voornoemde wand 4, en de lengte van het been 8 merkelijk langer is dan de hoogte van de wand 4. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 Zowel de benen 7, als de benen 8 bestaan uit twee, aan hun vrij uiteinde aan elkaar verbonden draadgedeelten, respectievelijk 9-10 en 11-12, waarbij in hoofdzaak ieder paar draadgedeelten 9-10 als het ware een uitstekende tand vormt. 



  Het kamvormig element 2 is met de U-vormige steun 1 verbonden door middel van een laag lijm 13 die op de binnenzijde van de steun 1 is voorzien en waarin het kamvormig element 2 is gedrukt. 



  In het beschreven voorbeeld is de laag lijm 13 enkel op de bodem 3 voorzien, maar ook de wanden 4 zouden van lijm kunnen voorzien worden zodat niet enkel de basis 6 maar ook de benen 7 en het onderste gedeelte van de benen 8 van het kamvormig element 2 in de steun 1 bevestigd worden. 



  Alhoewel een inbindelement, zoals weergegeven in de figuren 1 en 2, als dusdanig kan worden toegepast voor het inbinden van losse bladen, kan, volgens een uitvoeringsvariante, zulk inbindelement deel uitmaken van een map 14 die bestaat uit een rug 15 en twee omslagbladen, respectievelijk 16 en 17. 



  De omslagbladen 16 en 17 worden in dit geval gevormd door een kern 18 uit karton, kunststof of dergelijke, die omgeven is door een bekleding 19 van papier, kunststof, leder of dergelijke, en waarbij deze omslagbladen 16 en 17 met de U-vormige steun 1 van de rug 15 zijn verbonden door middel van deze zelfde bekleding 19 die tot dit doel de Uvormige steun 1 omgeeft. 



  Ook in dit geval is een lijm 13 voorzien waarin de basis 6 van een kamvormig element 2 is bevestigd. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 Zowel in de uitvoering volgens figuur   1,   als in deze volgens figuur 3, zullen de benen 8, respectievelijk de tandvormende draadgedeelten 9-10, op een geschikte hoogte een doorduwing 20 vertonen die naar de benen 7 is gericht. 



  Daar waar in de uitvoering volgens de figuren 1 tot 5 de tandvormige draadgedeelten 9-10 nagenoeg haaks staan op de basis 6 van het kamvormig element 2, kunnen in de uitvoeringsvariante volgens figuur 11 de vrije uiteinden van deze draadgedeelten 9-10 over een bepaalde lengte 90 graden worden omgeplooid terwijl, in de uitvoering volgens figuur 12, deze vrije uiteinden reeds voorgeplooid zijn en een omgeplooid gedeelte bevatten. 



  Het gebruik van een inbindelement volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt. 



  Om een aantal bladen 21 in te binden met een inbindelement volgens de uitvinding zal men in deze bladen gaatjes of perforaties 22 voorzien waarvan de hartafstand gelijk is aan de hartafstand van de tandvormige draadgedeelten 9-10 van het kamvormig element 2. 



  Vervolgens zal men deze bladen 21 door middel van de perforaties 22 over de draadgedeelten 9-10 aanbrengen, waarna de vrije uiteinden van de draadgedeelten 9 en 10 worden omgeplooid tot wanneer deze vrije uiteinden in aanraking komen met de benen 7, één en ander zodanig dat op deze wijze de bladen 21 volledig vastgehouden worden en, zonder vervorming van de tandvormige draadgedeelten 9-10, niet meer kunnen worden verwijderd. 



  Tijdens dit omplooien van de draadgedeelten 9 en 10 zullen de doorduwingen 20 ervoor zorgen dat de ombuiging van de draadgedeelten 9-10 vloeiend verloopt. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 In de figuren 6 tot 9 is op schematische wijze weergegeven dat, voor het omplooien van de uiteinden van de tandvormige draadgedeelten 9-10, gebruik kan worden gemaakt van een stempel 23 met bijvoorbeeld een hol uiteinde 24. 



  In figuur 10 is tenslotte een inrichting 25 weergegeven die toelaat bladen 21 in een inbindelement volgens de uitvinding te bevestigen. 



  Deze inrichting 25 kan bijvoorbeeld bestaan uit een eenvoudige pers welke, enerzijds, een steun 26 bevat voor het betreffende inbindelement, meer speciaal voor de Uvormige steun 1 van het inbindelement, en, anderzijds, een stempel 23 die verplaatsbaar is ten opzichte van de steun 26. 



  In de steun 26 is een groef 27 voorzien waarin de U-vormige steun 1 van een inbindelement volgens de uitvinding kan aangebracht worden, onafhankelijk van het feit of dit inbindelement op zichzelf bestaat, dan wel deel uitmaakt van een map 14. 



  De inrichting 25 zoals weergegeven in figuur 10 kan tenslotte worden gecombineerd met een perforatie-inrichting 28 waarvan de perforatiepennen 29, als het ware bevestigd zijn met de stempel 23 en waarbij deze laatste, samen met de perforatiepennen 29, op geschikte wijze kan worden aangedreven door schematisch weergegeven aandrijfmiddelen 30. 



  Men bekomt aldus dat, tijdens het omplooien van de uiteinden van de tandvormige draadgedeelten 9-10, tegelijkertijd een bundel bladen voorzien wordt van gaatjes 22. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 In figuur 13 is nog aangetoond dat het omplooien van de uiteinden van de tandvormige draadgedeelten 9-10 eveneens kan geschieden door middel van pennen 31 die inwerken op de verbinding tussen de draadgedeelten 9-10. 



  Vanzelfsprekend kan het kamvormig element 2 op om het even welke andere vorm worden verwezenlijkt, bijvoorbeeld door het verwezenlijken van een werkelijke kam die bijvoorbeeld tegen een wand 4 van de U-vormige steun 1 wordt vastgekleefd, zodanig dat enkel de eigenlijke tanden uit de U-vormige steun 1 treden, dan wel dat zulke kam een 90 graden omgeplooid gedeelte bezit dat bevestigd is door lijm of dergelijke tegen de bodem 3 van de U-vormige steun 1. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een inbindelement volgens de uitvinding en een inrichting die toelaat losse bladen in zulk inbindelement te bevestigen, kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (1)

1. Conclusies. l.-Inbindelement voor geperforeerde losse bladen, dat een kamvormig element (2) met tandvormige draadgedeelten (9-10) bevat, daardoor gekenmerkt dat dit kamvormig element (2) is bevestigd in een U-vormige steun (1).

   2.-Inbindelement volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de U-vormige steun (1) de rug vormt van een map (14).

   3.-Inbindelement volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de U-vormige steun (1) gevormd is uit een stijf materiaal.

   4.-Inbindelement volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de U-vormige steun (1) in metaal is uitgevoerd.

   5.-Inbindelement volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de tandvormige draadgedeelten (9-10) uit de U-vormige steun (1) steken.

   6.-Inbindelement volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het kamvormig element (2) een hoofdzakelijke U-vorm vertoont met een basis (6) en benen (7-8), waarbij de lengte van de benen (7) enigszins kleiner is dan de hoogte van een wand (4) van een U-vormige steun (1), terwijl de benen (8), met andere woorden, de tandvormige draadgedeelten (9-10), merkelijk langer zijn dan de hoogte van een voornoemde wand (4).

   7.-Inbindelement volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het kamvormig element (2) is <Desc/Clms Page number 9> bevestigd in de U-vormige steun (1) door middel van een laag lijm (13).

   8.-Inbindelement volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de laag lijm (13) is aangebracht op de bodem (3) van de U-vormige steun (1).

   9.-Inbindelement volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de laag lijm (13) is aangebracht op de bodem (3) en op de wanden (4) van de U-vormige steun (1).

   10.-Inbindelement volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de tandvormige draadgedeelten (9-10) op een welbepaalde hoogte een doorduwing (20) bezitten die gericht is naar de benen (7) van het kamvormig element (2).

   11.-Inbindelement volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de uiteinden van de tandvormige draadgedeelten (9-10) haaks zijn omgeplooid zodat zij een gedeelte bevatten dat zich naar binnen uitstrekt, bij voorkeur evenwijdig met de bodem (3) van de U-vormige steun (1).

   12.-Inbindelement volgens één van de conclusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de tandvormige draadgedeelten (9- 10) aan hun uiteinden een omgebogen gedeelte bevatten.

   13.-Inrichting die toelaat losse bladen (4) in een inbindelement volgens één van de voorgaande conclusies te bevestigen, daardoor gekenmerkt dat zij minstens bestaat uit een steun (26) voor het betreffende inbindelement en uit een stempel (23). <Desc/Clms Page number 10> 14.-Inrichting volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de steun (26) gevormd wordt door een groef (27) waarin de U-vormige steun 1 van het inbindelement past.

   15.-Inrichting volgens conclusie 13 of 14, daardoor gekenmerkt dat de stempel (23) aan zijn vrij uiteinde een uitholling (24) vertoont die kan samenwerken met de vrije uiteinden van de tandvormige draadgedeelten (9-10) of met de verbinding tussen deze draaadgedeelten (9-10).

   16.-Inrichting volgens één van de conclusies 13 tot 15, daardoor gekenmerkt dat de stempel (23) bestaat uit meerdere pennen (31).

   17.-Inrichting volgens één van de conclusies 13 tot 16, daardoor gekenmerkt dat zij een perforatie-inrichting (28) bevat en dat de bedienings-en/of aandrijfmiddelen (30) van deze perforatie-inrichting (28) en van de stempel (23) gemeenschappelijk zijn.