<Desc/Clms Page number 1>
VERLICHTINGSTOESTEL Deze uitvinding betreft een verlichtingstoestel, omvattende een lichtbron en een eerste en een tweede reflector, dewelke zo opgesteld zijn dat minstens een gedeelte van het van de lichtbron afkomstige licht achtereenvolgens door de eerste en de tweede reflector gereflecteerd wordt.
Deze uitvinding betreft in het bijzonder een verlichtingstoestel waarvan de genoemde eerste reflector vast opgesteld is en hoofdzakelijk koepelvormig (bv. parabolisch) is, waarbij een lamp voorzien is in de door deze reflector begrensde ruimte, en waarbij ook een tweede reflector met minstens twee al dan niet richtbare reflectieoppervlakken wordt voorzien om minstens een gedeelte van het door de eerste reflector gereflecteerde licht in verschillende richtingen te reflecteren voor het realiseren van een aantal plaatselijke verlichtingen.
Deze uitvinding betreft meer bepaald een dergelijk verlichtingstoestel dat voorzien is om geïnstalleerd te worden met de open zijde van de vaste koepelvormige reflector naar onder gericht, ook wel een "downlight" genoemd.
Dergelijke verlichtingstoestellen worden onder meer gebruikt voor het creëren van zogenaamde accentverlichtingen, waarbij men een bepaald object (zoals bv. een meubel of een schilderij) of een bepaald deel van een ruimte of een wand doet opvallen (accentueert) door de bijzondere verlichting ervan. Daarbij wordt hetgeen men wil accentueren bijvoorbeeld intenser verlicht of met een ander soort licht verlicht dan de ruimte errond. Dergelijke accentverlichtingen worden veelal toegepast in ruimtes waar men voorwerpen aan het publiek wil tonen, zoals bijvoorbeeld tentoonstellingsruimtes, musea, toonzalen of winkelruimtes.
Met verlichtings-toestellen van het hierboven aangeduide type kan men per verlichtingstoestel meerdere richtbare lichtbundels bekomen om vanuit een toestel meerdere plaatsen van een ruimte te accentueren.
<Desc/Clms Page number 2>
Deze uitvinding betreft in het bijzonder een verlichtingstoestel dat voorzien is om zowel een basisverlichting (bv. naar de grond gericht) als een instelbare accentverlichting te creëren.
In de Duitse octrooiaanvraag DE 42 33 930 Al wordt een verlichtingstoestel beschreven met de hierboven aangeduide eigenschappen. Centraal onder de lichtbron, en in de ruimte die door de wanden van de koepelvormige reflector begrensd wordt, is een spiegelreflector voorzien met drie op buigzame armen bevestigde richtbare spiegels.
Dit toestel heeft echter het nadeel dat een aantal reflectie-richtingen en combinaties van reflectierichtingen moeilijk kan gerealiseerd worden door het richten van de richtbare spiegels. Het bereik waarbinnen elke spiegel kan gericht worden is eerder beperkt doordat de spiegels dicht bij elkaar geplaatst zijn in het centrale deel van de koepelvormige reflector en elkaar mogelijk hinderen.
Doordat de spiegels zich hoofdzakelijk in de ruimte bevinden die door de koepelvormige reflector wordt begrensd verhinderen de reflectorwanden ook dat er in bepaalde richtingen licht wordt gereflecteerd door de tweede reflector. Dit bemoeilijkt het regelen van de reflectierichting. De regeling gebeurt door directe handeling van de reflectie-oppervlakken, hetgeen het best met antistatische handschoenen gebeurt. De handeling is omslachtig en tijdrovend.
Het doel van deze uitvinding is te voorzien in een verlichtingstoestel waarmee verholpen wordt aan de hierboven aangeduide nadelen.
Dit doel wordt bereikt door te voorzien in een verlichtingstoestel, omvattende een lichtbron en een eerste en een tweede reflector, dewelke zo opgesteld zijn dat minstens een gedeelte van het van de lichtbron afkomstige licht achtereenvolgens door de eerste en de tweede reflector gereflecteerd wordt, en waarbij volgens deze
<Desc/Clms Page number 3>
uitvinding het verlichtingstoestel een derde reflector omvat die richtbaar is, en die voorzien is om minstens een gedeelte van het door de tweede reflector gereflecteerde licht te reflecteren voor het realiseren van een verlichting.
Bij de bekende verlichtingstoestellen maakt men gebruik van een tweede reflector voor het bekomen van een plaatselijke accentverlichting. Om voldoende gereflecteerd licht van de eerste reflector op te vangen moet de tweede reflector vrij compact zijn en centraal in de door de eerste reflector gereflecteerde lichtbundel opgesteld zijn. Bij gebruik van een koepelvormige eerste reflector moet de tweede reflector hoofdzakelijk in de door de reflectorwanden begrensde ruimte voorzien worden. Deze voorwaarden voor de bouw en de opstelling van de tweede reflector hebben de hoger genoemde nadelen als gevolg.
Daaraan wordt verholpen door in het verlichtingstoestel volgens deze uitvinding een derde richtbare reflector te voorzien voor het reflecteren van elke door de tweede reflector gereflecteerde lichtbundel, zodat de richting van het voor de verlichting gebruikte licht nu door middel van de derde reflector (in plaats van de tweede reflector) kan ingesteld worden.
De opstellingsplaats van de derde reflector kan met een veel grotere vrijheid bepaald worden dan het geval was voor de tweede reflector. De enige voorwaarde voor de opstelling van de derde reflector is dat deze bereikbaar is voor het door de tweede reflector gereflecteerde licht. Deze opstellingsplaats kan bijgevolg zo gekozen worden dat de derde reflector binnen een uitgebreider bereik dan voorheen kan gericht worden. Hierdoor kan de richting van de voor de verlichting gebruikte lichtbundel binnen een uitgebreider bereik dan voorheen gekozen worden. De derde reflector kan ook zo geplaatst en uitgevoerd zijn dat er geen enkel reflectie-oppervlak moet aangeraakt worden bij het regelen van de reflectierichting. Dit alles maakt het verlichtingstoestel veel efficiënter en gebruiksvriendelijker.
<Desc/Clms Page number 4>
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van het verlichtingstoestel volgens deze uitvinding omvat het verlichtingstoestel minstens twee derde reflectoren die voorzien zijn om een respectievelijk gedeelte van het door de tweede reflector gereflecteerde licht te reflecteren voor het realiseren van een verlichting. Deze derde reflectoren kunnen voldoende ver van elkaar opgesteld worden om elkaar niet te hinderen bij het richten ervan. Bij zo'n uitvoeringsvorm kan men een basisverlichting in combinatie met meerdere plaatselijke verlichtingen realiseren, uitgaande van een enkel verlichtingstoestel.
De tweede reflector omvat daarvoor bij voorkeur minstens twee reflectieoppervlakken dewelke voorzien zijn om het licht in een onderling verschillende reflectierichting te reflecteren, terwijl er voor elke verschillende reflectierichting van de tweede reflector een respectievelijke derde reflector voorzien is om het in die richting gereflecteerde licht voor verlichtingsdoeleinden te reflecteren.
In een erg voordelige uitvoeringsvorm wordt het verlichtingstoestel zo uitgevoerd dat de tweede en/of elke derde reflector afneembaar bevestigd is/zijn aan het verlichtingstoestel. Zonder de tweede en de derde reflector (en) kan het verlichtingstoestel gebruikt worden als eenvoudig basis-verlichtingstoestel met een vaste reflector. Zo'n basis-verlichtingstoestel kan zeer snel omgebouwd worden door de genoemde tweede en derde reflectoren eraan te bevestigen zodat zowel een basisverlichting als een accent verlichting wordt gecreërd. Deze reflectoren kunnen het best bevestigd worden door middel van met de hand afneembare verbindingsmiddelen.
In een voorkeursuitvoering is bij het verlichtingstoestel volgens de uitvinding elke derde reflector verder van de aslijn van het verlichtingstoestel opgesteld dan de genoemde tweede reflector.
<Desc/Clms Page number 5>
In een andere uitvoeringsvorm kan de positie en/of de oriëntatie van de tweede reflector gewijzigd worden om de reflectierichting (en) van deze tweede reflector te wijzigen. Hierdoor wordt het richtbereik van de lichtbundels die het verlichtingstoestel verlaten nog groter. Bij voorkeur kan bovendien elke derde reflector op minstens twee verschillende plaatsen voorzien worden om het in die richting gereflecteerde licht te reflecteren.
In een zeer gebruiksvriendelijke uitvoeringsvorm van het verlichtingstoestel zijn de tweede reflector en elke derde reflector in een samenwerkings-positie aan een gemeenschappelijk draagelement bevestigd, terwijl het genoemde draagelement afneembaar aan het verlichtingstoestel voorzien is. Bij deze uitvoeringsvorm kan een basis-verlichtingstoestel door een zeer eenvoudige handeling omgebouwd worden tot een accentverlichtingstoestel en omgekeerd.
Het genoemde draagelement is bij voorkeur roteerbaar om verschillende reflectierichtingen voor de tweede reflector mogelijk te maken.
In een bijzondere uitvoeringsvorm is elke derde reflector bevestigd aan een ringvormig lichaam van een draagelement, terwijl de tweede reflector zo met het draagelement verbonden is dat deze zieh in de ringopening bevindt. Een dergelijk draagelement kan met de ringopening tegenover een lichtuitttrede-opening van de eerste reflector bevestigd worden zodat deze opening grotendeels open blijft, en terwijl de tweede reflector op de best geschikte plaats, centraal in de nabijheid van de aslijn van de eerste reflector, opgesteld is.
De naar de lichtbron gerichte wanden van de eerste reflector hebben bij voorkeur een concave vorm, terwijl elke derde reflector zieh hoofdzakelijk buiten de door deze wanden begrensde ruimte bevindt. Hierdoor kunnen de derde reflectoren binnen een groot bereik gericht worden, terwijl het licht zelfs bij een horizontale reflectierichting niet gehinderd wordt door de wanden van de eerste reflector.
<Desc/Clms Page number 6>
In een voorkeursuitvoering is elke tweede reflector ook minstens gedeeltelijk buiten de door de wanden van de eerste reflector begrensde ruimte opgesteld.
Voorts wordt het verlichtingstoestel ook het best zo uitgevoerd dat de reflectierichting van de tweede reflector kan ingesteld worden binnen een zone die zich over een hoek van 360 omheen de aslijn van het verlichtingstoestel uitstrekt. Met de aslijn van het verlichtingstoestel wordt in deze octrooiaanvraag bedoeld, de centrale as van de vanaf de eerste reflector gereflecteerde lichtbundel in het geval dat het verlichtingstoestel zonder de tweede en de derde reflectoren wordt gebruikt.
In de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld van een verlichtingstoestel volgens deze uitvinding worden de voornoemde kenmerken en voordelen van de uitvinding verder verduidelijkt en worden bijkomende eigenschappen en voordelen ervan aangeduid. De bedoeling van deze beschrijving is enkel de algemene principes van deze uitvinding te verduidelijken. Deze beschrijving kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding, noch van de omvang van deze octrooibescherming, zoals bepaald in de hierbij gevoegde conclusies.
In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hier bijgevoegde figuren, waarvan figuur l in perspectief een verlichtingstoestel volgens deze uitvinding voorstelt, figuur 2 een schematische dwarsdoorsnede van het verlichtingstoestel van figuur l voorstelt, met aanduiding van de opeenvolgende lichtreflecties, figuur 3 een gedeeltelijke dwarsdoorsnede van het verlichtingstoestel voorstelt, ter hoogte van een richtbare spiegelreflector,
<Desc/Clms Page number 7>
figuur 4 een draagelement voor reflectoren in perspectief voorstelt, en figuur 5 het draagelement van figuur 4 met een eraan bevestigde tussenring in perspectief voorstelt.
Het verlichtingstoestel van figuur 1 bestaat uit een U-vormige beugel (21) met twee evenwijdige benen (22) en een tussenstuk (23) dat deze benen (22) verbindt. In een centraal uitspringend gedeelte (24) van het tussenstuk (23) is een lampfitting (25) bevestigd. Tussen de evenwijdige benen (22) van de beugel (21) is een parabolische reflector (1) bevestigd. De lampfitting (25) is aangesloten op (niet voorgestelde) stroomtoevoerdraden en strekt zich via een centrale opening in de reflector (1) uit tot in de door deze reflector (1) begrensde ruimte. In de lampfitting (25) is een lamp (4) voorzien. Aan de evenwijdige benen (22) van de beugel (21) zijn gekende bevestigingsmiddelen (26) voorzien om het verlichtingstoestel te fixeren in een opening in een plafond.
Onder de lamp is in de door de parabolische reflector (1) begrensde ruimte een meervoudige spiegelreflector (2) voorzien. Deze bestaat uit drie spiegels (2A), (2B), (2C) die ten opzichte van elkaar zijn opgesteld volgens de zijwanden van een piramide met een vierkant grondvlak. Deze spiegels (2A), (2B), (2C) zijn bevestigd aan een draagelement (5) (zie figuur 4) dat afneembaar aan het toestel (1) kan bevestigd worden. Het draagelement (5) omvat een ringvormig lichaam waaraan een in de ringopening (7) voorzien vierkant kader (8) voorzien is. Het kader (8) is door middel van twee in elkaars verlengde gelegen armen (9) met het ringvormig lichaam verbonden.
Aan drie van de vier zijden van het kader (8) zijn opstaande elementen (10) voorzien, waartegen een respectievelijke spiegel (2A), (2B), (2C) kan bevestigd worden.
Omheen de cirkelvormige onderste rand van de parabolische reflector (1) zit een tussenring (12) die aan de evenwijdige benen (22) van de hoger genoemde beugel (21) is vastgemaakt. In deze tussenring (12) zijn, gelijkmatig over de omtrek
<Desc/Clms Page number 8>
verdeeld, vier smalle uitsparingen (13) voorzien, dewelke zich uitstrekken volgens een cirkelboog die de omtrek van de tussenring (12) volgt. Deze uitsparingen (13) hebben een breder eindgedeelte. In het ringvormig lichaam van het draagelement (5) zijn vier naar boven uitstekende plaatjes (11) met L-vormig profiel voorzien, dewelke eveneens met gelijke tussenafstanden over de omtrek van het ringvormig lichaam verdeeld zijn opgesteld.
Het bovenste deel van de vier plaatjes (11) kan doorheen een breder eindgedeelte van een respectievelijke uitsparing (13) gebracht worden, en vervolgens kunnen de plaatjes (11), door het roteren van het draagelement (5), in een positie gebracht worden waarbij hun verticaal gedeelte zich doorheen een smaller gedeelte van een respectievelijke uitsparing (13) uitstrekt, en waarbij hun horizontaal deel zich boven de tussenring (12) bevindt. Op die manier kan het draagelement (5) gemakkelijk en vlug aan de tussenring (12) bevestigd worden en er terug van losgemaakt worden. Het draagelement (5) kan hierdoor ook zeer gemakkelijk over een kwarttoer verdraaid worden.
Aan het draagelement wordt tegenover elke spiegel van de centrale reflector (2) een richtbare spiegelreflector (3) bevestigd. Deze reflectoren zijn roteerbaar om een vertikaal asje, en kunnen ook op en neer geroteerd worden.
Zoals duidelijk aangeduid is op figuur 2 wordt het van de lichtbron afkomstige licht achtereenvolgens gereflecteerd door de parabolische reflector (1), een reflectieoppervlak van de centrale piramidale reflector (2) en een richtbare spiegelreflector (3).
De richtbare spiegelreflectoren (3) zijn relatief ver van elkaar opgesteld en zijn bovendien volledig buiten de door de parabolische reflector (1) begrensde ruimte gelegen, zodat ze ongehinderd en met een groot bereik kunnen gericht worden.