BE1013909A3

BE1013909A3 - Vliegenraam.

Info

Publication number: BE1013909A3
Application number: BE2001/0026A
Authority: BE
Inventors: Put Michel Johan Paul Van
Original assignee: REYNAERS ALUMINIUM, NAAMLOZE VENNOOTSCHAP; REYNAERS ALUMINIUM NV
Current assignee: REYNAERS ALUMINIUM NV
Priority date: 2001-01-10
Filing date: 2001-01-10
Publication date: 2002-12-03
Anticipated expiration: 2021-01-10

Abstract

Vliegenraam van het type dat hoofdzakelijk gevormd wordt door vier omtreksprofielen (2-5) die in de hoeken met elkaar verbonden zijn door middel van hoekstukken (6) en waarbij in deze profielen (2-5) en hoekstukken (6) het vliegengaas (7) is bevestigd, daardoor gekenmerkt dat op minstens twee profielen (2-5) van het vliegenraam (1), verplaatsbaar, een bevestigingselement (20) is aangebracht dat voorzien is van vergrendelingsmiddelen (26) die kunnen samenwerken met inkepingen (18) , uitsteeksels, of dergelijke in of op het geraamte van het vliegenraam (1) en waarbij het voornoemd bevestigingselement (20) een flens (25) vertoont die achter de raamconstructie of dergelijke kan geplaatst worden.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Vliegenraam. De huidige uitvinding heeft betrekking op een vliegenraam van het type dat in een eigenlijk raam, deursponning of dergelijke wegneembaar kan aangebracht worden en waarbij zulk vliegenraam in de raam-of deursponning kan aangebracht blijven, wanneer het raam, deur of dergelijke gesloten wordt. 



  Dit type vliegenramen bestaat in twee soorten, namelijk een eerste soort die langs de binnenzijde van het gebouw in de raam-of deursponning wordt aangebracht en een tweede soort die langs buiten tegen het raam wordt aangebracht door middel van clipsen of dergelijke die met schroeven of andere bevestigingsmiddelen op het vliegenraam zijn bevestigd. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op het laatstgenoemde type vliegenramen waarvan het hoofdzakelijk nadeel er in bestaat dat steeds bijkomende middelen nodig zijn om de clipsen aan het vliegenraam te bevestigen en deze middelen slechts kunnen aangebracht worden door het gebruik van gereedschappen, zoals schroevendraaiers en dergelijke. 



  Volgens de uitvinding wordt dan ook een vliegenraam beoogd dat het voornoemde nadeel niet vertoont en waarbij voor de bevestiging van de clipsen op het vliegenraam geen enkel gereedschap vereist is. 



  Tot dit doel bestaat een vliegenraam volgens de uitvinding er hoofdzakelijk in dat het gevormd wordt door vier omtreksprofielen die in de hoeken met elkaar verbonden zijn door middel van hoekstukken waarbij in deze profielen en in 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 de hoekstukken het vliegengaas is bevestigd, en waarbij op minstens twee profielen van het vliegenraam, verplaatsbaar, een bevestigingselement is aangebracht dat voorzien is van vergrendelingsmiddelen die kunnen samenwerken met inkepingen, uitsteeksels, of dergelijke in of op het geraamte van het vliegenraam, en waarbij het voornoemd bevestigingselement een flens vertoont dat achter de raamconstructie of dergelijke, waartegen het vliegenraam moet aangebracht worden, kan geplaatst worden. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een vooraanzicht weergeeft van een vliegenraam volgens de uitvinding ; figuur 2 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 door F2 is aangeduid, waarbij de onderdelen van de betreffende hoekverbinding in uiteengenomen toestand zijn weergegeven ; figuur 3 een perspectiefzicht weergeeft van figuur   2i   figuur 4 een zicht is gelijkaardig aan dit van figuur
3, doch met de hoekverbinding gemonteerd ; figuur   5 vanuit   een andere hoek een   perspectiefzieht   weergeeft van het eigenlijk bevestigingselement ;

   figuur 6 een doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur   5 ;   figuren 7,8 en 9 perspectiefzichten weergeven gelijkaardig aan dit van figuur 4, doch voor opeenvolgende montagetoestanden ; figuren 10,11 en 12 respectievelijk doorsneden weergeven volgens de lijnen X-X, XI-XI en XII-XII in figuur   8 ;   

 <Desc/Clms Page number 3> 

 figuren 13,14 en 15 respectievelijk doorsneden weergeven volgens de lijnen   XIII-XIII, XIV-XIV,   XV-XV in figuur   9 ;   figuren 16,18 en 20 vertikale doorsneden weergeven, respectievelijk doorheen een metalen raam, een houten raam en een kunststofraam waarop een vliegenraam volgens de uitvinding is bevestigd ; figuren 17,19 en 21 respectievelijk op grotere schaal de delen weergeven die in de figuren 16, 18 en 20 door
F17, F19 en F21 zijn aangeduid. 



  In figuur 1 is een vliegenraam 1 weergegeven dat op traditionele wijze gevormd wordt door een geraamte dat bestaat uit holle profielen 2-3 en 4-5 die in de hoeken van het vliegenraam met elkaar verbonden zijn door middel van hoekstukken 6 waarop de voornoemde profielen 2 tot 5 klemmend worden aangebracht en waarbij tussen deze profielen 2 tot 5 het eigenlijk vliegengaas 7 is opgespannen. 



  De profielen 2 tot 5 bestaan, in deze uitvoeringsvorm, hoofdzakelijk uit een kokervormig gedeelte 8 waaronder, aan de buitenzijde ribben 9 en 10 zijn voorzien, enerzijds, en, een nagenoeg centraal gelegen dwarsflens 11 anderzijds, waarbij   op deze   laatste een horizontale flens 12 is voorzien waarvan het vrije uiteinde, dat gelegen is tegenover de voornoemde rib 10 een rib 13 vertoont die in vorm en afmetingen gelijk is aan de voornoemde rib 10. leder hoekstuk 6 is gevormd door twee benen, respectievelijk 14 en 15 die haaks op elkaar gericht zijn en waarvan de buitenafmetingen zodanig zijn dat zij klemmend kunnen aangebracht worden in een kokervormig gedeelte 8 van de betreffende profielen 2 tot 5, teneinde het 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 vliegenraamkader te vormen.

   Het vliegengaas kan ook in deze hoekstukken bevestigd worden. leder hoekstuk 6 is verder voorzien van twee bijkomende benen, respectievelijk 16 en 17, die zodanig gesitueerd   zijn   en waarvan de afmetingen zodanig zijn dat zij passen in de open ruimte van een betreffend profiel 2 tot 5, waarbij deze ruimte begrensd is door de bodem van het kokervormig gedeelte 8, de dwarsflens 11, de horizontale flens 12 en de rib 9. 



  In de naar de bodem van het kokervormig gedeelte 8 gerichte zijde van ieder been 16 en 17 zijn uitkepingen 18 voorzien. 



  Verder is het vliegenraam vervolledigd door het vliegengaas 7, dat opgespannen is in het geraamte 2 tot 6, door middel van een elastische borging 19. 



  Uiteindelijk zijn in deze uitvoeringsvorm, zowel in het profiel 4 als in het profiel 5, verschuifbaar, twee bevestigingselementen 20 voorzien die ieder bestaan uit een profiel dat gevormd is door een vertikale flens 21 waarvan het bovenuiteinde verlengd is door een horizontale gedeelte 22 dat op zijn beurt verlengd is door een omlaag gericht gedeelte 23 waarvan de breedte kleiner is dan de breedte van de flens 21 en waarbij dit gedeelte 23 verlengd is door een horizontaal gedeelte 24 dat zelf verlengd is door een flens 25. 



  De afmetingen van de flens 21 en van de gedeelten 22 en 23 zijn zodanig gekozen dat zij juist passen in de voornoemde ruimte die begrensd wordt door de bodem van het kokervormig gedeelte, de flens 11, de flens 12 en de rib 9, terwijl de hoogte van de flens 25 van het bevestigingselement 20 bij 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 voorkeur iets groter is dan de hoogte van het kokervormig gedeelte 8 van de profielen 2 tot 5, en de breedte van het gedeelte 24 bepaald wordt door de breedte van het betreffend gedeelte van een raam of dergelijke waartegen het vliegenraam 1 moet bevestigd worden. leder bevestigingselement 20 is verder voorzien, in het gedeelte 22 ervan, van een vergrendelingsmiddel in de vorm van een doorduwing die een lipje 26 vormt. 



  De bevestigingselementen 20 kunnen met de profielen 2-3 en/of 4-5 verbonden worden tijdens de bevestiging van het vliegenraam 1 aan een raam of dergelijke. 



  Daar waar de profielen 2 tot 5 en de hoekstukken 6 bij voorkeur in metaal zullen verwezenlijkt worden, bijvoorbeeld aluminium, zullen de bevestigingselementen 20 in een veerkrachtig materiaal worden uitgevoerd, bijvoorbeeld gegalvaniseerd plaatstaal, inox, kunststof of dergelijke. 



  Deze bevestigingselementen 20 kunnen als het ware door inclipsen verbonden worden met in dit geval de profielen 4 en 5 en hoekstuk 6 tijdens het bevestigen van het vliegenraam l'in een raam of dergelijke. 



  De bevestigingselementen 20 zijn verschuifbaar ten opzichte van de betreffende profielen (2-5) en de flens 21 en de delen 22 en 23 van de bevestigingselementen 20 passen juist in de open ruimte die begrensd wordt door de bodem van het kokervormig gedeelte 8, de dwarsflens 11 en de rib 9. 



  De wand van de benen 16-17 waarin de inkepingen 18 zijn aangebracht, is op een afstand gelegen van de bodem van de 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 holle ruimte 8 van een profiel 2-5, die groter is dan de dikte van het gedeelte 22 van een bevestigingselement 20, doch kleiner is dan de afstand van   het-uiteinde   van een lip 26 tot het aanliggend gedeelte 22 van zulk bevestigingselement 20. 



  Om het vliegenraam te bevestigen in een raam of dergelijke, volstaat het dit tegen het betreffende raam te houden waarna de bevestigingselementen 20 worden vastgeklipst door indraaien (zie figuur 7) in de betreffende profielen,   een   en ander zodanig dat de flenzen 25 van de bevestigingselementen 20 aanliggende tegen het raam of dergelijke, waarna de bevestigingselementen 20 naar het nabij gelegen hoekstuk 6 worden beschoven om op deze wijze een vergrendeling te bekomen doordat de lipjes 26 van de bevestigingselementen 20 ingrijpen met een van de uitkepingen 18 in de benen 16-17 van de hoekstukken 6. 



  Voor het verwijderen van het vliegenraam 1 kan omgekeerd tewerk worden gegaan. 



  Men bekomt op deze wijze een zeer eenvoudige bevestiging van een   vliegenraam l   in een raam of dergelijke, waarbij deze bevestiging kan uitgevoerd worden zonder dat hiervoor   hulpmiddelen, zoals   een schroefdraaier, boormachine of dergelijke noodzakelijk zijn. 



  Uit de figuren 16 tot 21 blijkt tenslotte dat minstens de breedte van het gedeelte 24 van het bevestigingselement 20 zal bepaald zijn in overeenstemming met het soort raam of dergelijke waarmede een vliegenraam 1 volgens de uitvinding moet samenwerken. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



  Het is duidelijk dat eveneens de breedte of hoogte van de flens 25 van de bevestigingselementen 20 kan bepaald worden in overeenstemming met het betreffende raam of dergelijke. 



  Alhoewel in de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm de lipjes 26 samenwerken met uitsteeksels 18 in de benen 16 en 17 van de hoekstukken 6, zouden zulke lipjes 26 eveneens kunnen samenwerken met inkepingen of uitsteeksels op   een   van de wanden van de profielen 2 tot 5. 



  De huidige uitvinding is dus geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringsvorm doch kan in allerlei vorm en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies. l.-Vliegenraam van het type dat hoofdzakelijk gevormd wordt door vier omtreksprofielen (2-5) die in de hoeken met elkaar verbonden zijn door middel van hoekstukken (6) en waarbij in deze profielen (2-5) en hoekstukken (6) het vliegengaas (7) is bevestigd, daardoor gekenmerkt dat op minstens twee profielen (2-5) van het vliegenraam (1), verplaatsbaar, een bevestigingselement (20) is aangebracht dat voorzien is van vergrendelingsmiddelen (26) die kunnen samenwerken met inkepingen (18), uitsteeksels, of dergelijke in of op het geraamte van het vliegenraam (1), en waarbij het voornoemd bevestigingselement (20) een flens (25) vertoont die achter de raamconstructie of dergelijke kan geplaatst worden.
2. - Vliegenraam volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de inkepingen (18) voorzien zijn in de benen van de hoekstukken (6).
3.-Vliegenraam volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de omtreksprofielen (2-5) hol zijn uitgevoerd, waarbij in de aldus gevormde holten, de benen (14-15) van de hoekstukken (6) klemmend zijn aangebracht, en waarbij de hoekstukken (6) een tweede paar benen (16-17) vertonen die passen in een open ruimte van de profielen (2-5), waarbij de voornoemde inkepingen (18) zijn aangebracht in de wand van de benen (16-17) die gericht is naar de benen (14-15).
4.-Vliegenraam volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het bevestigingselement (20) kan ingehaakt worden in de voornoemde open ruimte van een profiel (2-5). <Desc/Clms Page number 9>
5.-Vliegenraam volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de wand van de benen (16-17) waarin de inkepingen (18) zijn aangebracht, op een afstand is gelegen van de bodem van de holle ruimte (8) van een profiel (2-5), die groter is dan de dikte van het gedeelte (22) van een bevestigingselement (20), doch kleiner is dan de afstand van het uiteinde van een lip (26) tot het aanliggend gedeelte (22) van zulk bevestigingselement (20).
6.-Vliegenraam volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat het bevestigingselement (20) een eerste flens (21) vertoont die kan aanliggen tegen de dwarsflens (11) van een profiel (2-5) ; een gedeelte (22) dat haaks staat op de flens (21) en dat kan aanliggen tegen de bodem van het hol gedeelte (8) van het betreffende profiel ; een gedeelte (23) dat haaks staat op het gedeelte (22) en dat kan aanliggen tegen de rib (9) van een profiel (2-5) ; een gedeelte (24) dat evenwijdig is met het gedeelte (22) en zieh tot op een welbepaalde afstand uitstrekt voorbij het betreffende profiel (2-5) ; en uiteindelijk een flens (25) die evenwijdig is aan de flens (21) en die zieh in tegenovergestelde zin uitstrekt van de zin van de voornoemde flens (21).
7.-Vliegenraam volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de afstand tussen een profiel (2-5) en de voornoemde flens (25) van het bevestigingselement (20) afhankelijk is van het raam of dergelijke waartegen het vliegenraam (1) moet bevestigd worden.
8.-Vliegenraam volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde afstand gelijk is aan de dikte van het raam of dergelijke die bepaald wordt door de glasaanslag <Desc/Clms Page number 10> van de raamconstructie of dergelijke waartegen het vliegenraam (1) moet bevestigd worden.
9.-Vliegenraam volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat in het gedeelte (22) van een bevestigingselement (20) een vergrendelingsmiddel is voorzien dat gevormd wordt door een doorduwing of lipje (26) dat kan samenwerken met een van de voornoemde inkepingen (18).
10.-Vliegenraam volgens een van de conclusies 5 tot 9, daardoor gekenmerkt dat het bevestigingselement (20) in een veerkrachtig materiaal is verwezenlijkt, zoals bijvoorbeeld plaatstaal, kunststof of dergelijke.