<Desc/Clms Page number 1>
Handgereedschap.
Deze uitvinding heeft betrekking op een handgereedschap.
Meer bepaald heeft de uitvinding betrekking op een handgereedschap voor het aandrijven van een pons-en/of snijelement, waarmee in principe iedere vorm van element bedoeld wordt waarmee een opening, snede, uitsnijding, vervorming of dergelijke kan worden gerealiseerd, in eender welk vervormbaar materiaal.
Als een van de mogelijke toepassingen kan het aanbrengen van waterafvoergleuven in raamprofielen genoemd worden.
Het is bekend dat er gereedschappen bestaan waarmee gaten kunnen worden geponst of uitgesneden in materialen zoals aluminium. Klassiek worden hiertoe vast opgestelde ponsmachines of dergelijke aangewend. Het is dan ook duidelijk dat de te ponsen voorwerpen uitsluitend ter plaatse van de machine kunnen worden geponst. Voor een groot aantal toepassingen, bijvoorbeeld voor het aanbrengen van waterafvoergleuven in raamprofielen voor ramen die vooraf in een atelier worden samengesteld, stelt dit geen probleem, daar zulke ponsmachines in het atelier zelf kunnen worden opgesteld. Bij verschillende andere toepassingen echter vormt de vaste opstelling van deze ponsmachines een nadeel, bijvoorbeeld bij grote raamconstructies die ter plaatse van een gebouw worden opgebouwd.
Het is omslachtig om profielen van dergelijke constructies te demonteren, langs stellingen te transporteren en na het ponsen of snijden terug te plaatsen.
<Desc/Clms Page number 2>
Het is eveneens bekend dat er handgereedschappen voor het ponsen van gaten en dergelijke bestaan met aandrijfelementen in de vorm van hefboom-en/of schaarconstructies. Het nadeel van deze gereedschappen is dat ze groot en omslachtig zijn.
De huidige uitvinding heeft tot doel hieraan een oplossing te bieden, meer speciaal een handgereedschap te bieden waarmee gemakkelijk, ook buiten een atelier, gaten, sneden of vervormingen kunnen worden gerealiseerd.
Hiertoe bestaat de uitvinding uit een handgereedschap, meer speciaal voor het aandrijven van een pons-en/of snijelement, daardoor gekenmerkt dat het minstens bestaat uit een behuizing, een pneumatische drukcilinder, een hydraulische drukcilinder die door de pneumatische drukcilinder, met behulp van een tussen de hydraulische en pneumatische drukcilinders aanwezige hoeveelheid hydraulisch medium, kan worden aangedreven en een op zijn beurt door de hydraulische drukcilinder aangedreven verplaatsbaar werktuigdeel dat toelaat een verplaatsing te leveren voor het aandrijven van het voornoemde pons-en/of snijelement.
Door het gebruik van de voornoemde combinatie van drukcilinders wordt een compact geheel verkregen en kan het werktuig gemakkelijk verplaatst worden naar bijvoorbeeld een raamprofiel om daar een gat te ponsen of te snijden zonder dat dit raamprofiel gedemonteerd hoeft te worden.
Uiteraard is het gebruik van het werktuig niet beperkt tot het ponsen van gaten in raamprofielen doch kan het in allerhande toepassingen worden aangewend.
<Desc/Clms Page number 3>
Voornoemde combinatie van drukcilinders biedt ook het voordeel dat verhoudingsgewijs tot de compactheid grote krachten kunnen worden gerealiseerd.
Bij voorkeur werken de drukcilinders zodanig met elkaar samen dat zij als een drukverhoger fungeren. Hierdoor wordt het voordeel verkregen dat de gaten met een aanzienlijke kracht geponst en/of gesneden kunnen worden.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de pneumatische drukcilinder van het handgereedschap voorzien van een zuiger met twee actieve drukvlakken, enerzijds, een eerste drukvlak waarop een pneumatische druk kan worden uitgeoefend, en, anderzijds, een tweede drukvlak waarmee een druk op het hydraulisch drukmedium kan worden uitgeoefend dat zieh tussen de pneumatische drukcilinder en de hydraulische drukcilinder bevindt. Hierbij vertoont het tweede drukvlak van de pneumatische drukcilinder een kleiner oppervlak dan het eerste drukvlak, zodanig dat een drukverhoging wordt gecreëerd.
Volgens nog een voorkeurdragend kenmerk is de hydraulische drukcilinder voorzien van een zuiger met een drukvlak dat in contact is met het voornoemde hydraulisch drukmedium en vertoont dit drukvlak een groter oppervlak dan het voornoemde tweede drukvlak van de pneumatische drukcilinder, waardoor eveneens grotere krachten kunnen worden geleverd.
Volgens nog een voorkeurdragend aspect is in de zuiger van de hydraulische cilinder een kamer aangebracht waarin de zuiger van de pneumatische drukcilinder met een plunjervormig gedeelte, waarvan het uiteinde het voornoemde tweede drukvlak vormt, aangrijpt. Dit aspect draagt
<Desc/Clms Page number 4>
aanzienlijk bij tot een compacte, evenals solide opbouw van het handgereedschap.
Bij voorkeur zijn de pneumatische en hydraulische drukcilinder voorzien van zuigers die co-axiaal zijn opgesteld. Ook dit draagt bij tot een compacte vorm. Tevens wordt hierdoor een geheel met rank uiterlijk verkregen, waardoor het handgereedschap zonder veel moeite in de hand kan worden gehouden.
Ook grijpen bij voorkeur de zuigers rechtstreeks in elkaar aan. Ook dat draagt bij tot de compactheid van het handgereedschap.
In een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt het voornoemde werktuigdeel gevormd door een uiteinde van de zuiger van de hydraulische drukcilinder. Hierdoor wordt de kracht uitgeoefend door de hydraulische drukcilinder rechtstreeks aan het werktuigdeel doorgegeven.
Bij voorkeur is het handgereedschap voorzien van terugstelmiddelen voor de zuigers van de voornoemde drukcilinders. Daardoor komt het handgereedschap onmiddellijk terug in de initiële positie, zodra, na een ponsbewerking, de perslucht aan de ingang wegvalt of wordt weggenomen.
Bij voorkeur bestaan deze terugstelmiddelen uit een of meer elastische elementen, zoals veren. Opgemerkt wordt dat een veer, die samenwerkt met de zuiger van de hydraulische drukcilinder, kan volstaan.
In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat het handgereedschap koppelmiddelen voor het aanbrengen van
<Desc/Clms Page number 5>
uitwisselbare gereedschappen. Zo kan men met behulp van een basisvorm diverse gereedschappen bevelen.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in perspectief een handgereedschap volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 enigszins geschematiseerd een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1 ; figuur 3 schematisch een situatie weergeeft waarbij een gat geponst is met het handgereedschap volgens de uitvinding ; figuur 4 een zicht weergeeft analoog aan dat van figuur 2, voor een andere stand.
Zoals weergegeven in figuren 1 en 2 bestaat het handgereedschap 1 volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit een behuizing 2, een pneumatische drukcilinder 3, een hydraulische drukcilinder 4 die door de pneumatische drukcilinder 3 met behulp van een tussen de hydraulische en pneumatische drukcilinders aanwezige hoeveelheid hydraulisch medium 5 kan worden aangedreven, en een op zijn beurt door de hydraulische drukcilinder 4 aangedreven verplaatsbaar werktuigdeel 6 dat toelaat een verplaatsing te leveren voor het aandrijven van een pons-en/of snijelement, in dit geval een stempel 7 voor het ponsen van gaten.
De pneumatische drukcilinder 3 bestaat uit een cilinderhuis 8, een daardoor omsloten kamer 9 en een in deze kamer verplaatsbare zuiger 10. De pneumatische drukcilinder 3 is
<Desc/Clms Page number 6>
enkelvoudig uitgevoerd en het cilinderhuis 8 bevat dan ook gaten 11 waarlangs de lucht in de kamer 9 weg kan tijdens de uitgaande slag van de zuiger 10. Verder vertoont de zuiger 10 aan een uiteinde een eerste drukvlak 12 met een grote diameter, respectievelijk een groot oppervlak, terwijl aan het tegenoverliggende uiteinde een tweede drukvlak 13 met een kleine diameter, respectievelijk klein oppervlak, is gevormd.
In het cilinderhuis 8, meer speciaal in een eindwand 14 daarvan, is een luchttoevoeropening 15 gevormd, zodanig dat in de kamer 9, aan de zijde van het drukvlak 12, door de toevoer van perslucht, een druk kan worden opgebouwd. De luchttoevoeropening 15 staat in verbinding met bedieningsmiddelen 16, bijvoorbeeld een handbediend pneumatisch ventiel waarmee ofwel een verbinding kan worden gemaakt met een persluchtbron 17 of dergelijke, ofwel een verbinding kan worden gemaakt met een ontluchting 18. De voornoemde bedieningsmiddelen 16 kunnen van verschillende aard zijn en zijn dan ook slechts schematisch weergegeven.
Zij kunnen zieh zowel direct aan het handgereedschap 1 bevinden, als op een afstand hiervan.
De hydraulische drukcilinder 4 bestaat uit een cilinderhuis 19 dat een kamer 20 omsluit en een in deze kamer 20 verplaatsbare zuiger 21.
De voornoemde hoeveelheid hydraulisch medium 5 bevindt zieh in een ruimte 22 tussen de twee drukcilinders, respectievelijk 3 en 4 en is in hoofdzaak gevormd uit, enerzijds, een eerste kamer 23 die zich in de zuiger 21 bevindt en waarin de zuiger 10 van de pneumatische drukcilinder 3 met zijn tweede drukvlak 13 verplaatsbaar is, en, anderzijds, een tweede kamer 24 die zieh
<Desc/Clms Page number 7>
hoofdzakelijk rond de eerste kamer 23, respectievelijk rond de zuiger 10 van de pneumatische drukcilinder 3, uitstrekt.
Opgemerkt wordt dat de zuiger 10 met een plunjervormig gedeelte 25 in de eerste kamer 23 verschuifbaar is, waarbij dit plunjervormig gedeelte 25 een kleinere diameter vertoont dan de kamer 23 zelf, zodanig dat tussen het plunjervormig gedeelte 25 en de zijwand 26 van de kamer 23 een permanente verbinding tussen de eerste kamer 23 en de tweede kamer 24 aanwezig is.
De voornoemde zuiger 21 bezit een drukvlak dat in contact is met het hydraulisch medium 5, en dat groter is dan het tweede drukvlak 13 van de zuiger 10. Hierbij bestaat dit drukvlak 13 van de zuiger 21 uit, enerzijds, een wanddeel 27 dat gevormd wordt door het uiteinde van de eerste kamer 23 en, anderzijds, een wanddeel 28 dat het axiale uiteinde definieert van de voornoemde tweede kamer 24.
De ruimte 22 is ten opzichte van de omgeving afgedicht met behulp van dichtingsringen, enerzijds, een dichtingsring 29 rond het plunjervormig gedeelte 25, en, anderzijds, een dichtingsring 30 ter plaatse van het voornoemde wanddeel 28.
Het cilinderhuis 8 en het cilinderhuis 19, althans minstens de cilindrische wandgedeelten daarvan, zijn, zoals weergegeven, bij voorkeur eendelig uitgevoerd. De cilindrische wandgedeelten zijn hierbij aan weerszijden afgesloten door middel van eindwanden, respectievelijk de reeds genoemde eindwand 14, een eendelig met de cilindrische wandgedeelten uitgevoerde tussenwand 31 en een eindwand 32. De eindwanden 14 en 32 zijn demonteerbaar bevestigd door middel van schroeven 33-34.
<Desc/Clms Page number 8>
Het werktuigdeel 6, waarop zoals voornoemd een gereedschap, in dit geval een stempel 7, kan worden aangebracht, wordt gevormd door het uiteinde van de zuiger 21, dat door zijn verplaatsing tot buiten de eindwand 32 kan komen.
In het cilinderhuis 19 bevindt zieh een terugstelveer 35 die samenwerkt met de zuiger 21 en die is uitgevoerd als een drukveer die opgespannen zit tussen, enerzijds, de voornoemde eindwand 32, en, anderzijds, een aan de zuiger 21 gevormde kraag 36.
Het handgereedschap 1 bevat bij voorkeur koppelmiddelen die toelaten dat gereedschappen, zoals de voornoemde stempel 7 uitwisselbaar kunnen worden aangebracht. In het weergegeven voorbeeld bestaan deze uit een schroef 37 of dergelijke waarmee de stempel 7 op het uiteinde van het werktuigdeel 6 is bevestigd.
Tegenover de stempel 7 kan zoals weergegeven een tegensteun 38 worden voorzien die uiteraard ook vervangbaar en/of demonteerbaar kan zijn. In deze tegensteun 38 is eventueel een opening 39 aangebracht, die een doorgang vormt voor de stempel 7 en het eventueel weggeponste materiaal.
Aan het uiteinde van het handgereedschap, meer bepaald aan de tegensteun 38 is een scharnierende afdekkap 40 gemonteerd, die kan scharnieren rond een as 41. Deze afdekkap 40 wordt enkel opzij gewenteld als een gat geponst moet worden. In het andere geval blijft de afdekkap 40 over de stempel 7 en de tegensteun 38 aanwezig als bescherming tegen bijvoorbeeld een ongewilde uitgaande slag van de stempel 7 die iemand zou kunnen verwonden. De afdekkap 40 wordt in haar beschermende stand gehouden door middel van elastische middelen, zoals een veer 42.
<Desc/Clms Page number 9>
De werking van het handgereedschap 1 wordt hierna uiteengezet voor een toepassing waarbij, zoals schematisch weergegeven in figuur 3, door middel van de voornoemde stempel 7 een opening 43 in een profiel 44 wordt geponst.
Eerst wordt het handgereedschap 1, nadat manueel de afdekkap 40 opzij gekanteld is, zodanig gepositioneerd dat het te ponsen profiel 44 tussen de stempel 7 en de tegensteun 38 terechtkomt, zoals weergegeven in figuur 2.
Door het bedienen van een niet weergegeven en tot de bedieningsmiddelen 16 behorend bedieningsorgaan, zoals een schakelaar, hefboom of drukknop wordt er dan perslucht via de luchttoevoeropening 15 in de pneumatische drukcilinder 3 gelaten. Hierdoor komt de zuiger 21 van de pneumatische drukcilinder 3 in beweging en verplaatst zich in de richting van het uiteinde 45 van het handgereedschap 1, waardoor de druk in het hydraulisch medium 5 stijgt. De aanwezige lucht in de kamer 9 aan de achterzijde van de zuiger 10 wordt door de gaten 11 weggeduwd.
Door de druk van het hydraulisch medium 5, alsmede het feit dat dit hydraulisch medium 5 door middel van het plunjervormig gedeelte 25 wordt verdrongen, wordt ook de zuiger 21 van de hydraulische drukcilinder 4 verplaatst in de richting van het uiteinde 45, zodat de aan het werktuigdeel 6 verbonden stempel 7 in de richting van het te ponsen profiel 44 wordt bewogen. Hierbij wordt de terugstelveer 35 ingedrukt.
In een volgende fase komt het profiel 44 ingeklemd te zitten tussen de stempel 7 en de tegensteun 38.
<Desc/Clms Page number 10>
Door een verdere druktoename in de pneumatische drukcilinder 3, en bijgevolg ook in het hydraulisch medium 5, wordt de kracht uiteindelijk zo groot dat door middel van de stempel 7 een stuk materiaal uit het profiel wordt geponst, waarbij de zuigers 10 en 21 in een positie komen zoals afgebeeld in figuur 4.
Zodra de persluchttoevoer terug wegvalt, hetzij door een automatische aansturing aan het einde van de ponsbewerking, hetzij door het bedienen van een bedieningsorgaan, zal de ingedrukte terugstelveer 35 de zuiger 21 in de andere richting duwen, zodat ook, door tussenkomst van de ingesloten hoeveelheid hydraulisch medium 5, de zuiger 10 wordt teruggeplaatst in de beginpositie. Als de zuiger 10 met het drukvlak 12 terug tegen de eindwand 14 is gekomen, bevindt het handgereedschap 1 zich terug in de beginpositie en kan op een andere plaats een gat geponst worden.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijk handgereedschap kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
Zo is het bijvoorbeeld niet uitgesloten om terugstelmiddelen aan te wenden die pneumatisch worden aangedreven, of een combinatie aan te wenden van mechanische en pneumatische terugstelmiddelen.