BE1013781A3

BE1013781A3 - Asbak.

Info

Publication number: BE1013781A3
Application number: BE2000/0666A
Authority: BE
Original assignee: Macken Peter
Priority date: 2000-10-18
Filing date: 2000-10-18
Publication date: 2002-08-06

Abstract

Asbak, die een recipient (3) voor asse, sigarettenpeukjes en ander klein afval (') bevat, daardoor gekenmerkt dat deze als wegwerpartikel is uitgevoerd.

Description

Asbak.

Deze uitvinding heeft betrekking op een asbak.

Het is bekend dat de bestaande asbakken niet geschikt zijn om zieh ermee buitenshuis te begeven. Dikwijls worden asse en peukjes dan ook in de omgeving weggeworpen, hetgeen milieu-onvriendelijk en onhygienisch is.

Vooral op stranden vormt het laatste een ernstig probleem. Wanneer men bijvoorbeeld op het strand rookt, kan men geneigd zijn de asse en het sigarettenpeukje op het strand te gooien of in het zand te steken, in plaats van een asbak mee te nemen en die dan in een vuilbak leeg te maken. Het is duidelijk dat zodoende het strand wordt vervuild, zulks dikwijls tot de ergernis van anderen die het strand daarna bezoeken.

De huidige uitvinding heeft tot doel een asbak te bieden die gemakkelijk buitenshuis kan worden meegenomen en worden aangewend en die in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bijzonder geschikt is voor gebruik op het strand.

Hiertoe betreft de uitvinding een asbak, die een recipiënt voor asse, sigarettenpeukjes en ander klein afval bevat, met als kenmerk dat deze als een wegwerpartikel is uitgevoerd. Met het begrip "wegwerpartikel", wordt in dit geval bedoeld dat de asbak zodanig is opgevat dat hij geëigend is om te worden weggeworpen tussen het gebruikelijke afval dat normalerwijze in een vuilbak, vuilzak of dergelijke wordt gedeponeerd. Niettegenstaande de asbak als wegwerpartikel is uitgevoerd, en deze in eerste instantie dan ook bedoeld is om te worden

weggeworpen na eenmalig gebruik, is het niet uitgesloten om hem meerdere keren te herbruiken alvorens weg te gooien.

Door het feit dat deze asbak volgens de uitvinding is uitgevoerd als'een wegwerpartikel is de asbak licht en gemakkelijk mee te nemen. Aldus is deze gemakkelijk te gebruiken op eender welke plaats, en vooral handig buitenshuis, bijvoorbeeld op het strand, en nadien gemakkelijk weg te gooien in een vuilbak. Dit wil niet beletten dat hij ook binnenshuis kan worden aangewend.

Bij voorkeur is de asbak volgens de uitvinding volledig plooibaar vanaf een initiële, volledig platte toestand naar een gebruikstoestand. In de volledig platte toestand zijn zulke asbakken gemakkelijk stapelbaar en transporteerbaar door de verdeler en de gebruiker kan door een eenvoudige plooibeweging zoln asbak in de gebruikstoestand brengen.

Ook is het gemakkelijk om zulke asbak dan bij een ander artikel bij te voegen, bijvoorbeeld in de verpakking van zulk ander artikel in te sluiten. Zo bijvoorbeeld kan hij in samengevouwen toestand worden ingesloten in een slof sigaretten.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat de asbak middelen om in de bodem te worden vastgedrukt. Zo kan de asbak onderaan een spits, bijvoorbeeld conisch, uiteinde hebben waardoor hij gemakkelijk in het zand op het strand kan worden vastgestoken en zo stabiel rechtop kan blijven staan.

In een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont de asbak de vorm van een doosje, en wel met zodanige afmetingen dat hij juist over een pakje sigaretten met standaardafmetingen past. Op die manier kan de asbak samen

met een pakje sigaretten verkocht worden, zonder dat de asbak nuttige plaats inneemt.

Bij voorkeur is de asbak vervaardigd, meer speciaal gesneden en gevouwen, uit een blad van een plooibaar materiaal, bijvoorbeeld karton. Het voordeel hiervan is dat de asbak eenvoudig te fabriceren is en dat er slechts een onderdeel is. Ook is het gemakkelijk het karton vooraf te bedrukken bijvoorbeeld met reclame.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden de gedeelten van de asbak die in aanraking met de asse of de peukjes komen, uitgevoerd uit niet-brandbaar materiaal, bijvoorbeeld aluminiumfolie. Zo kan de asbak bijvoorbeeld uit materiaal gevormd worden waaruit ook drankkartons en dergelijke worden vervaardigd, met andere woorden karton of een laag op basis van karton, die aan minstens een zijde bekleed is met aluminiumfolie.

Volgens nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de recipiënt aan alle zijden door middel van wanddelen begrensd en is in minstens een van de wanddelen een opening in de vorm van een plaatselijke doorgang gevormd om asse van een sigaret, sigarettenpeukjes en dergelijke, door te deponeren. Zodoende is rond deze opening een steunvlak aanwezig dat toelaat de asse van de sigaret los te drukken.

Door gebruik te maken van een slechts plaatselijke doorgang, ontstaat ook het voordeel dat bij het omvallen van de asbak belet wordt dat het grootste gedeelte van de inhoud uit de recipient valt.

In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de asbak voorzien van middelen om de recipient af te sluiten. Daardoor kan, na gebruik ervan, de asbak in een afgesloten

toestand gemakkelijk naar de dichtstbijzijnde vuilbak meegenomen worden en deze erin gedeponeerd worden, zonder dat onderweg de asse en de peukjes eruit kunnen vallen en de omgeving vervuilen.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat de asbak tenminste een sigarettenhouder. Deze kan bijvoorbeeld zodanig uitgevoerd worden dat een klassieke sigaret klemmend in de sigarettenhouder kan worden opgenomen, zodanig dat zij niet gemakkelijk uit de houder kan vallen.

Bij voorkeur vormt de buitenzijde van de asbak een reclamedrager, meer speciaal is de asbak uit een zodanig materiaal uitgevoerd dat hij gemakkelijk kan worden bedrukt. Daardoor kunnen bijvoorbeeld sponsors gevonden worden die er een reclameboodschap op kunnen vermelden of kan een sigarettenmerk hierop worden weergegeven. Uiteraard is het ook mogelijk om nuttige of andere informatie dan reclame op de buitenzijde van de asbak aan te brengen.

De asbak kan ook voorzien zijn van middelen, meer speciaal een houder, waardoor hij rechtop op een vlakke ondergrond kan gezet worden. Het kan hierbij handelen om middelen of een houder die vast deel uitmaken van de asbak, als om middelen of een houder die bestaan uit een afzonderlijk element. In het eerste geval kan zulke houder bijvoorbeeld bestaan uit een uitvouwbaar gedeelte, terwijl in het tweede geval zulke houder kan bestaan uit bijvoorbeeld een sokkel of dergelijke met een daarin aanwezige opening waarin de eigenlijke asbak rechtop kan gezet worden.

Het gebruik van dergelijke houder in combinatie met een asbak die in de bodem kan worden vastgestoken, biedt het voordeel dat de asbak naar keuze in bijvoorbeeld het zand

van het strand kan worden vastgestoken, als op een tafel kan worden aangewend. Op het strand steekt men de asbak met het spitse uiteinde in het zand en op de tafel plaatst men de asbak in de houder die men op de tafel laat rusten. Deze houder kan, net zoals de asbak, vervaardigd zijn, uit een blad van een plooibaar materiaal, bijvoorbeeld karton.

Tenslotte heeft de uitvinding ook betrekking op een reeks van verpakte artikelen, meer speciaal een slof sigaretten, met als kenmerk dat in de verpakking van deze artikelen een asbak, zoals hiervoor beschreven, is ingesloten en/of rond deze artikelen een asbak, zoals hiervoor beschreven, is aangebracht.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in perspectief een voorkeurdragende uitvoe- ringsvorm van een asbak volgens de uitvinding weer- geeft ; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn 11-11 in figuur 1 ; figuur 3 de asbak uit figuren 1 en 2 in een volledig uiteengeplooide toestand weergeeft, met andere woorden de plooivorm weergeeft van waaruit de asbak kan worden vervaardigd ; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 3 ; figuur 5 de asbak uit de voorgaande figuren in een platgedrukte toestand weergeeft, in de vorm dat hij kan worden verhandeld ;

figuren 6 en 7 doorsneden weergeven, respectievelijk volgens lijnen VI-VI en VII-VII in figuur 5 ; figuur 8 de asbak van de voorgaande figuren weergeeft in een tussenstand tussen de vlakke toestand van figuur 5 en de gebruikstoestand van figuur 1i figuur 9 een asbak weergeeft, die met een houder volgens de uitvinding is voorzien ; figuur 10 in perspectief een asbak volgens de uitvinding in een andere uitvoeringsvorm weergeeft ; figuren 11 tot 13 doorsneden weergeven volgens lijnen
XI-XI in figuur 10, zulks voor verschillende gebruikstoestanden.

In figuur 1 is een asbak 1 volgens de uitvinding weergegeven die zodanig is uitgevoerd dat hij, zoals afgebeeld in figuur 2, in de bodem 2, bijvoorbeeld het zand van een strand, kan worden vastgestoken.

De asbak 1 is als een wegwerpartikel uitgevoerd, en aldus uit een relatief goedkoop materiaal vervaardigd, in dit geval uit een gevouwen blad materiaal zoals hierna nog nader wordt beschreven.

De asbak 1 bestaat zoals weergegeven in hoofdzaak uit een recipiënt 3 waarin afval 4, zoals asse, sigarettenpeukjes en ander klein afval gedeponeerd kan worden.

Deze recipiënt 3 vertoont een omgekeerde pyramidevorm die gevormd wordt door vier vlakke wanddelen, meer speciaal een eerste zijwand 5, een tweede zijwand 6, een derde zijwand 7 en een vierde zijwand 8, die onderaan samenkomen in een punt 9.

De recipiënt 3 is aan alle zijden begrensd door wanddelen die gevormd worden door, enerzijds, de voornoemde zijwanden 5-6-7-8 en, anderzijds, een wanddeel 10 dat de bovenzijde van de recipiënt 3 vormt. In het wanddeel 10 is een opening 11 aangebracht in de vorm van een plaatselijke doorgang om asse van een sigaret, sigarettenpeukjes en dergelijke doorheen te deponeren.

Aan de binnenkant is de recipiënt 3 bij voorkeur uit een niet-brandbaar materiaal uitgevoerd, bijvoorbeeld doordat gebruik wordt gemaakt van een materiaal dat bekleed is met een aluminiumfolie. Ook de buitenzijde 12 van het wanddeel 10 zal bij voorkeur uit een niet-brandbaar materiaal bestaan.

Verder is de asbak 1 voorzien van middelen om de recipiënt 3 af te sluiten, die in dit geval bestaan uit een afsluitklep 13. Deze afsluitklep 13 bestaat uit een wanddeel dat scharnierbaar over de opening 11 kan worden neergeklapt. Aan de afsluitklep 13 en de recipiënt 3 zijn vergrendelingsmiddelen aangebracht, respectievelijk in de vorm van een lip 14 en een gleuf 15 waarin de lip 14 kan worden vastgestoken, een en ander zodanig dat de afsluitklep 13 in gesloten toestand kan worden vergrendeld.

Tenslotte bevat de asbak 1 twee sigarettenhouders 16 in de vorm van uitstekende lippen 17 waarin telkens een uitsparing 18 is aangebracht waarin een sigaret 19 kan worden ingeklemd met een lichte klemkracht.

Zoals hiervoor vermeld, is de asbak 1 van figuren 1 en 2 gevormd uit een blad van een plooibaar materiaal. Figuren 3 en 4 tonen de initiële plooivorm die uit het blad dient te worden gesneden. In deze plooivorm kunnen verschillende

plooilijnen 20 worden voorzien tussen de respectievelijke gedeelten. Deze gedeelten worden aldus gevormd door de zijwanden 5 tot 8, het wanddeel 10, de afsluitklep 13 met de vergrendelingslip 14, en de twee lippen 17. Verder bezit deze plooivorm nog een verbindingsflap 21 en een in de zijwand 8 gevormd vergrendelingsgedeelte 22 dat bestaat uit een klein lipje dat gevormd is ter hoogte van het midden van de plooilijn tussen de afsluitklep 13 en de vierde zijwand 8.

Het wanddeel 10 is, zoals weergegeven, gevormd uit twee gedeelten, respectievelijk 23 en 24, die aansluiten aan de bovenrand 25 van de derde zijwand 7. De afsluitklep 13 sluit aan aan de bovenrand 26 van de vierde zijwand 8, terwijl de voornoemde lippen 17 aansluiten aan de bovenranden 27-28 van respectievelijk de voornoemde eerste zijwand 5 en tweede zijwand 6. De voornoemde lip 14 bevindt zieh aan het vrije uiteinde van de afsluitklep 13 en de voornoemde gleuf 15 is aangebracht ter hoogte van de bovenrand 25 van de derde zijwand 7.

De asbak 1 van de figuren 1 tot 4 wordt bij voorkeur verhandeld in een toestand zoals weergegeven in figuren 5 tot 7. Hierbij is de plooivorm van figuur 3 dubbel gevouwen rond de plooilijn 20 die zieh tussen de eerste zijwand 5 en de derde zijwand 7 bevindt en is de vierde zijwand 8 met zijn vrije zijrand 29 aan de verbindingsflap 21 bevestigd, meer speciaal door middel van een lijmverbinding 30, zodanig dat, zoals zichtbaar in figuur 6, de verbindingsflap 21 zieh tegen de binnenzijde van de vierde zijwand 8 bevindt.

Tevens is het wanddeel 10 dubbel gevouwen, zodanig dat de gedeelten 23 en 24 tegen elkaar aansluiten. Deze zijn

eveneens door middel van een lijmverbinding 31 of dergelijke aan elkaar bevestigd, zoals weergegeven in figuur 7.

De asbak 1 kan van de initiële platte toestand van figuren 5 tot 7 naar de gebruikstoestand gevouwen worden door te duwen op de twee tegenoverliggende ribben 32-33, waardoor een toestand zoals afgebeeld in figuur 8 wordt verkregen.

Vervolgens kunnen de aan elkaar gelijmde gedeelten 23-24 neergevouwen worden en in horizontale toestand terechtgekomen, en kan men ze onder het lipvormig vergrendelingsgedeelte 22 steken om ze te vergrendelen, waardoor de gebruikstoestand van figuur 1 wordt verkregen en de asbak 1 bijvoorbeeld met de punt 9 in het strand gestoken kan worden. Afval 4, dat kan bestaan uit asse, sigarettenpeukjes en ander afval kan via de opening 11 in de recipiënt 3 gedeponeerd worden. In de sigarettenhouders 16 kunnen sigaretten 19 geklemd worden.

Opgemerkt wordt dat wanneer de asbak 1 gevormd wordt uit een blad materiaal dat aan een zijde met een brandvast materiaal, bijvoorbeeld aluminiumfolie, bekleed is, door middel van de voornoemde vouwtechniek automatisch wordt verkregen dat niet alleen aan alle binnenzijden van de recipient 3, met andere woorden de binnenzijde van de zijwanden 5 tot 8 en de onderzijde van het wanddeel 10, aluminiumfolie aanwezig is, doch ook aan de bovenzijde van het dubbel gevouwen wanddeel 10, waardoor ook een brandvaste bescherming verkregen wordt tegen de hitte afkomstig van een brandende sigaret 19, die zoals afgebeeld in figuur 1 in één van de sigarettenhouders 16 is ingeklemd en met het brandende uiteinde dan mogelijk op de bovenzijde van het wanddeel 10 rust.

Opgemerkt wordt dat de voornoemde aluminiumfolie niet specifiek in de tekeningen is

weergegeven, doch het is duidelijk dat deze kan bestaan uit een laag die zieh langs de volledige onderzijde van de plooivorm van figuur 3 uitstrekt.

Na gebruik kan men de recipient 3 afsluiten met de afsluitklep 13, die dan zoals weergegeven met pijl 34 in figuur 1 dient te worden neergeklapt, waarbij de lip 14 in de gleuf 15 kan worden geschoven om een vergrendeling te bewerkstelligen. Nu kan de asbak 1 met de inhoud bijvoorbeeld in een vuilbak gedeponeerd worden.

In figuur 9 is een houder 35 afgebeeld die een asbak 1 volgens de voorgaande figuren kan bevatten. Deze houder 35 bestaat in dit geval uit een doosje dat aan de bovenzijde een rechthoekige opening 36 bevat, waarin de asbak 1 past.

De onderkant 37 van de houder 35 is vlak, zodat houder 35 en asbak 1 op een vlakke ondergrond kunnen geplaatst worden. Zo kan zulke asbak 1 zowel in een zachte ondergrond worden vastgestoken als, met behulp van de voornoemde houder 35, eenvoudig op een vlakke ondergrond worden neergezet. Net zoals de asbak 1 is ook de houder 35 te maken uit een blad van een plooibaar materiaal, bijvoorbeeld karton.

In de figuren 10 tot 13 is een variante weergegeven, waarbij de asbak 1 is uitgevoerd in de vorm van een afsluitbaar, in dit geval rechthoekig doosje. Meer speciaal is dit doosje zodanig uitgevoerd dat het precies rond een pakje sigaretten 38 met standaardafmetingen past. Zodoende kan de asbak 1 rond het pakje sigaretten 38 worden geschoven, hetzij zodanig dat het pakje 38 volledig omsloten is, hetzij zodanig dat slechts een gedeelte van het pakje 38 daardoor omsloten wordt, zoals in figuren 10 en 11.

Zulke asbak 1 biedt twee voordelen, enerzijds, dat hij door de gebruiker gemakkelijk kan worden meegenomen samen met een pakje sigaretten 38, zonder dat deze asbak 1 enige noemenswaardige nuttige plaats inneemt en, anderzijds, dat hij ook gemakkelijk samen met pakjes sigaretten 38 kan worden behandeld.

Zo bijvoorbeeld kan rond een of meer pakjes 38 van een slof sigaretten een asbak 1 worden aangebracht, zonder dat de slof daarom groter moet zijn dan oorspronkelijk het geval is.

Nadat het pakje sigaretten 38 uit de asbak 1 is genomen, is deze laatste direct bruikbaar. Asse, sigarettepeukjes en ander klein afval kunnen dan, zoals zichtbaar in figuur 12, direct langs de open bovenkant 39 in de asbak 1 worden gedeponeerd. In eventueel in de zijwanden aangebrachte sigarettenhouders 40 kunnen sigaretten 19 geklemd worden.

Na gebruik kan de asbak 1 afgesloten worden door het doosje te sluiten door middel van een daaraan aangebrachte afsluitklep 41, zoals afgebeeld in figuur 13.

Het is duidelijk dat ook in de uitvoering van figuren 10 tot 13 een brandwerende bekleding aan de binnenzijde van de asbak 1 kan worden voorzien.

Eveneens is het duidelijk dat de asbak 1 volgens de uitvinding ook volledig uit brandwerend materiaal kan worden gerealiseerd.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke asbak, alsmede daarbij behorende hulpstukken, zoals de voornoemde houder, kunnen

volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies.

1.- Asbak, die een recipient (3) voor asse, sigarettenpeukjes en ander klein afval (4) bevat, daardoor gekenmerkt dat deze als wegwerpartikel is uitgevoerd.

2.-Asbak volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat deze volledig plooibaar is vanaf een initiële platte toestand naar een gebruikstoestand.

3.-Asbak volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat hij middelen vertoont waardoor hij geëigend is om in de bodem (2) te worden vastgedrukt.

4.-Asbak volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen erin bestaan dat hij aan de onderzijde een spitse vormgeving vertoont. EMI13.1

5.-Asbak volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde recipiënt (3) minstens onderaan conisch gevormd is.

6.-Asbak volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat voornoemde recipiënt (3) een omgekeerde piramidevorm vertoont, gevormd door vier vlakke zijwanden (5-6-7-8) ; dat aan de bovenzijde van een eerste zijwand (5), alsmede een tweede tegenoverliggende zijwand (6), telkens een lip (17) met een als sigarettenhouder (16) gevormde uitsparing (18) is voorzien ; dat aan de bovenrand (25) van een derde zijwand (7) een dubbelgevouwen wanddeel (10) is aangebracht dat voorzien is van een plaatselijke opening (11) die een doorgang voor de asse, peukjes en ander klein afval (4) vormt ; dat aan de bovenrand (26) van de tegenover de derde <Desc/Clms Page number 14> zijwand (7) gelegen vierde zijwand (8) een afsluitklep (13) is aangebracht ;

dat ter hoogte van de aansluiting van de afsluitklep (13) aan de vierde zijwand (8) een vergrendelingsgedeelte (22) is aangebracht dat toelaat dat het voornoemde dubbelgevouwen wanddeel (10) in een positie kan worden vergrendeld zodanig dat dit als een bovenwand van de piramidevormige recipiënt (3) fungeert ; en dat de asbak (1) is voorzien van vergrendelingsmiddelen die toelaten dat de voornoemde afsluitklep (13) in een vergrendelde positie over het dubbelgevouwen wanddeel (10) kan worden aangebracht, zodanig dat de voornoemde doorgang en bijgevolg ook de recipiënt (3) gesloten is.

7.-Asbak volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat deze hoofdzakelijk bestaat uit een afsluitbaar doosje.

8.-Asbak volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat het doosje zodanige afmetingen bevat dat het precies rond een pakje sigaretten (38) met standaardafmetingen past.

9.-Asbak volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat deze aan de binnenkant uit niet-brandbaar materiaal, zoals aluminiumfolie, bestaat.

10.-Asbak volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de recipiënt (3) aan alle zijden begrensd is door wanddelen, waarbij in minstens een van deze wanddelen een opening (11) is aangebracht in de vorm van een plaatselijke doorgang om asse van een sigaret doorheen te deponeren.

11. - Asbak volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat minstens de wanddelen (10) die voorzien zijn van een <Desc/Clms Page number 15> doorgang zoals voornoemd minstens aan de buitenzijde uit een niet-brandbaar materiaal bestaan.

12.-Asbak volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat deze voorzien is van middelen om voornoemde recipiënt (3) te sluiten.

13.-Asbak volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat deze voorzien is van tenminste een sigarettenhouder (16).

14.-Asbak volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de buitenzijde geschikt is, respectievelijk uitgevoerd is, als reclamedrager.

15.-Asbak volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat hij vervaardigd, meer speciaal gesneden en gevouwen, is uit een blad van een plooibaar materiaal, bijvoorbeeld karton.

16.-Asbak volgens een van de conclusies 1 tot 6 of 9 tot 15, daardoor gekenmerkt dat hij is voorzien van middelen waardoor de asbak (1) rechtop op een vlakke ondergrond kan gezet worden.

17.-Asbak volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen bestaan uit een afzonderlijk accessoire in de vorm van een houder (35) voorzien van een opening (36) waarin de eigenlijke asbak (1) kan geplaatst worden.

18.-Reeks van verpakte artikelen, meer speciaal een slof sigaretten, daardoor gekenmerkt dat in de verpakking van deze artikelen een asbak (1) volgens een van de voorgaande conclusies is ingesloten en/of rond deze artikelen een <Desc/Clms Page number 16> asbak (1) volgens een van de voorgaande conclusies is aangebracht.