BE1013674A3 - Inrichting voor het inspecteren van voertuigonderdelen en werkwijze die gebruik maakt van dergelijke inrichting. - Google Patents

Inrichting voor het inspecteren van voertuigonderdelen en werkwijze die gebruik maakt van dergelijke inrichting. Download PDF

Info

Publication number
BE1013674A3
BE1013674A3 BE2000/0564A BE200000564A BE1013674A3 BE 1013674 A3 BE1013674 A3 BE 1013674A3 BE 2000/0564 A BE2000/0564 A BE 2000/0564A BE 200000564 A BE200000564 A BE 200000564A BE 1013674 A3 BE1013674 A3 BE 1013674A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
probe
image
vehicle
recording
storing
Prior art date
Application number
BE2000/0564A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Tenneco Automotive Europ Nv
Schoelly Fiberoptic Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Tenneco Automotive Europ Nv, Schoelly Fiberoptic Gmbh filed Critical Tenneco Automotive Europ Nv
Priority to BE2000/0564A priority Critical patent/BE1013674A3/nl
Priority to DE20020055U priority patent/DE20020055U1/de
Application granted granted Critical
Publication of BE1013674A3 publication Critical patent/BE1013674A3/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B23/00Telescopes, e.g. binoculars; Periscopes; Instruments for viewing the inside of hollow bodies; Viewfinders; Optical aiming or sighting devices
    • G02B23/24Instruments or systems for viewing the inside of hollow bodies, e.g. fibrescopes

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Astronomy & Astrophysics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Closed-Circuit Television Systems (AREA)
  • Investigating Materials By The Use Of Optical Means Adapted For Particular Applications (AREA)
  • Instruments For Viewing The Inside Of Hollow Bodies (AREA)

Abstract

Inrichting voor het inspecteren van voertuigonderdelen, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) minstens bestaat uit een endoscopische sonde (4) met een optische kop (5); middelen (6) om via deze endoscopische sonde (4) minstens een gedeelte van de te inspecteren voertuigonderdelen te belichten ; middelen (8) om via de endoscopische sonde (4) een beeld van een gedeelte van het voertuigonderdeel, meer speciaal van het belichte gedeelte, op te nemen, en middelen (9) voor het weergeven en/of opslaan van dit beeld teneinde een visuele inspectie uit te voeren.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Inrichting voor het inspecteren van voertuigonderdelen en werkwijze die gebruik maakt van dergelijke inrichting. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het inspecteren van voertuigonderdelen, alsmede op een werkwijze die gebruik maakt van dergelijke inrichting. 



  In de eerste plaats is de uitvinding bedoeld voor het visueel inspecteren van de uitlaat en alle daarbij behorende onderdelen van een motorvoertuig, zoals bijvoorbeeld de knaldemper, de katalysator, de tussenliggende leidinggedeelten en het aansluitgedeelte van de uitlaatleiding op het motorblok. 



  Meer algemeen echter kan de uitvinding ook worden aangewend voor visuele inspecties van de binnenzijde van andere voertuigonderdelen. 



  De doelstelling van de uitvinding is dat dergelijke inspectie op een vlotte en doeltreffende wijze kan worden uitgevoerd. 



  Hiertoe betreft de uitvinding in de eerste plaats een inrichting voor het inspecteren van voertuigonderdelen, met als kenmerk dat deze inrichting minstens bestaat uit een endoscopische sonde met een optische kop ; middelen om via deze endoscopische sonde minstens een gedeelte van de te inspecteren voertuigonderdelen te belichten ; middelen om via de endoscopische sonde een beeld van een gedeelte van het voertuigonderdeel, meer speciaal van het belichte gedeelte, op te nemen ; en middelen voor het weergeven en/of opslaan van dit beeld teneinde een visuele inspectie uit te voeren. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Door middel van dergelijke inrichting kan eenvoudig een beeld van de binnenzijde van een voertuigonderdeel worden gevormd, en door de sonde in het voertuigonderdeel te verschuiven, kan men elk gedeelte van het voertuigonderdeel in beeld brengen. 



  Zodoende is het mogelijk een diagnose te stellen van de geinspecteerde onderdelen. Vooral in het geval van de inspectie van een uitlaat is dit zeer nuttig, daar uit deze inspectie een inschatting kan worden gemaakt van de levensduur die dergelijke uitlaat mogelijk nog kan hebben. Men kan dus voortijdig bepalen of de uitlaat, of bepaalde onderdelen daarvan, dienen vervangen te worden. 



  Bij voorkeur bevatten de middelen voor het opnemen van het beeld een beeldopname-element dat in de sonde zelf, meer speciaal in de kop van de sonde, is geïntegreerd, waarbij dit bijvoorbeeld bestaat uit een camerakop zoals een CCD-beeldgevoelig element. Een voordeel van deze integratie bestaat erin dat de weg tussen de plaats waar het beeld in de sonde wordt opgenomen en het beeldopname-element tot een minimum wordt beperkt, waardoor de kans op mogelijke vervormingen en verstoringen in het beeld wordt geminimaliseerd. ook kan een zeer duidelijk beeld worden opgenomen. 



  Praktisch gezien, zal voor het beeldopname-element een beeldopname-objectief aangebracht zijn, en is het geheel bij voorkeur ook uitgerust met een focusregelsysteem, meer speciaal een auto-focus-systeem, waardoor bijzonder scherpe beelden kunnen worden verkregen. 



  De middelen om minstens een gedeelte van het te inspecteren voertuigonderdeel te belichten, bevatten bij voorkeur een 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 lichtbron die zieh buiten de sonde bevindt, alsmede   een   of meer optische geleiders om het licht van deze lichtbron via de sonde in het te inspecteren voertuigonderdeel te brengen. Op deze wijze kan een krachtige lichtbron worden toegepast, terwijl de sonde toch relatief slank en soepel kan worden gehouden. 



  Voor de optische geleider wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een bundel van optische vezels, waarbij deze optische vezels bij voorkeur een pakket vormen dat zich concentrisch in de behuizing van de sonde bevindt, waarbij de middelen om het beeld op te nemen binnenin dit concentrisch pakket van optische vezels is gesitueerd. Hierdoor wordt een optische geleider verkregen die in zijn totaliteit een relatief groot doorlaatoppervlak vertoont waardoor het mogelijk is een degelijke hoeveelheid licht tot aan de te beschijnen onderdelen te brengen. 



  Andere bijzondere voorkeurdragende kenmerken van de inrichting zullen blijken uit de hierna aan de hand van de figuren beschreven uitvoeringsvorm, alsmede uit de aangehechte conclusies. 



  Daarnaast heeft de uitvinding zoals voornoemd ook betrekking op een werkwijze voor het inspecteren van een voertuigonderdeel, meer speciaal de binnenzijde van zulk voertuigonderdeel, waarbij gebruik wordt gemaakt van een inrichting zoals hiervoor beschreven, met als kenmerk dat deze werkwijze minstens bestaat uit het in het voertuigonderdeel invoeren van een endoscopische sonde ; het via deze endoscopische sonde belichten van minstens een gedeelte van de binnenzijde ; het via deze endoscopische sonde opnemen van een beeld van de binnenzijde ; en het 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 weergeven en/of opslaan van dit beeld teneinde een visuele inspectie uit te voeren. 



  Bij voorkeur wordt deze werkwijze volgens de uitvinding aangewend voor het inspecteren van de uitlaat van motorvoertuigen, meer speciaal voor het inspecteren van   een   of meer van volgende onderdelen daarvan : het aansluitgedeelte van de uitlaatleiding op het motorblok, de katalysator, de knaldemper en de tussenliggende leidinggedeelten. Hierbij kan de endoscopische sonde langs de uitgang van de uitlaat in deze laatste wordt ingevoerd, terwijl de uitlaat en alle onderdelen daarvan bij voorkeur in gemonteerde toestand onder het motorvoertuig gelaten worden. Er is dus een inspectie mogelijk zonder dat een demontage van onderdelen van de uitlaat moet worden uitgevoerd. 



  In overeenstemming met de voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de inrichting, wordt bij het uitvoeren van de werkwijze het licht voor het belichten van de onderdelen aan de sonde toegevoerd met behulp van   een   of meer optische geleiders die het licht van een zich buiten de sonde bevindende lichtbron tot aan het voorste uiteinde van de sonde brengen en wordt het beeld opgenomen met behulp van een beeldopname-element dat in de sonde zelf is aangebracht. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een inrichting volgens de uitvinding weergeeft ; 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 figuur 2 de sonde weergeeft die in figuur 1 met F2 is aangeduid ; figuren 3 en 4 op grotere schalen doorsneden weergeven van de gedeelten die in figuur 2 respectievelijk met
F3 en F4 zijn aangeduid. 



  Zoals weergegeven in figuur 1 heeft de uitvinding betrekking op een inrichting 1 voor het inspecteren van voertuigonderdelen, in dit geval voor het inspecteren van de binnenzijde van een uitlaat 2 van een motorvoertuig 3. 



  De inrichting 1 bestaat, zoals weergegeven in de respectievelijke figuren, hoofdzakelijk uit een endoscopische sonde 4 met een optische kop   5 ;   middelen 6 om via deze endoscopische sonde 4 minstens een gedeelte van de te inspecteren voertuigonderdelen, in dit geval de binnenzijde 7 van de onderdelen die de uitlaat 2 vormen, te belichten ; middelen 8 om via de endoscopische sonde 4 een beeld van een gedeelte van het voertuigonderdeel, meer speciaal van het belichte gedeelte of dus de binnenzijde 7, op te nemen ; en middelen 9 voor het weergeven en/of opslaan van dit beeld teneinde een visuele inspectie uit te voeren. 



  De sonde 4 bestaat uit een flexibel langwerpig lichaam 10 en een op het voorste uiteinde 11 van dit lichaam 10 bevestigde optische kop 5, die op zichzelf bij voorkeur star is uitgevoerd. 



  Aan het achterste uiteinde is de sonde 4 voorzien van een handgreep 12, waardoor deze sonde 4 gemakkelijk kan worden vastgenomen en worden gemanipuleerd. 



  De sonde 4 is overigens door middel van een soepele leiding 13 met een hierna nog beschreven toestel 14 verbonden. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



  De middelen 6 om minstens een gedeelte van het te inspecteren voertuigonderdeel te belichten, bevatten een lichtbron 15, die slechts schematisch is weergegeven en zich in het toestel 14 bevindt, alsmede een optische geleider 16 om het licht van deze lichtbron 15 via de leiding 13 en de sonde 4 in het te inspecteren voertuigonderdeel te brengen. 



  Deze optische geleider 16 bestaat in het weergegeven voorbeeld uit een bundel van optische vezels, waarbij deze optische vezels bij voorkeur een pakket vormen dat zieh concentrisch in de behuizing 17 van de sonde 4 bevindt, waarbij de middelen 8 om het beeld op te nemen binnenin dit concentrische pakket van optische vezels zijn gesitueerd. 



  Het pakket kan uit een groot aantal optische kunststofvezels bestaan, tot zelfs enkele duizenden. Het voordeel van dergelijk pakket bestaat erin dat het gemakkelijk langs rond de andere onderdelen kan worden aangebracht en de vezels ervan plaatselijk opzij kunnen worden gedrukt om doorgangen te bieden voor steunen en dergelijke waarmee de tussenliggende onderdelen aan de omgevende behuizing 17 kunnen worden bevestigd. 



  Het toegevoerde licht wordt via een uitgang 18 naar buiten geleid die zieh in het weergegeven voorbeeld aan het distale uiteinde 19 van de sonde 4, meer speciaal de kop 5, bevindt. Hierbij kan het licht rechtstreeks uit de optische vezels uittreden, doch bij voorkeur zal gebruik worden gemaakt van een star optisch geleidend eindstuk 20, bijvoorbeeld uit glas. 



  De uitgang 18 voor het licht strekt zieh bij voorkeur concentrisch rond de ingang 21 voor het opnemen van het beeld uit. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 De middelen 8 voor het opnemen van een beeld van een gedeelte van het betreffende voertuigonderdeel bestaan in het weergegeven voorbeeld uit een beeldopname-element 22 dat in de sonde 4 zelf, meer speciaal de kop 5 van de sonde 4, geïntegreerd is. 



  Het beeldopname-element 22 is slechts schematisch weergegeven en kan van willekeurige aard zijn, doch bij voorkeur wordt hiertoe gebruik gemaakt van een camerakop, meer speciaal een CCD-beeldgevoelig element. In de sonde 4, meer speciaal de optische kop 5, is eveneens een bijhorende elektronische eenheid 23 voor signaaloverdracht geïntegreerd, die via een zieh doorheen de sonde 4   uitstrekkend   capaciteitsarme signaaloverdrachtsleiding 24 in verbinding staat met de middelen 9 voor het weergeven en/of opslaan van het opgenomen beeld. 



  Voor het beeldopname-element 22 bevindt zieh een beeldopname-objectief 25 en bij voorkeur ook een infraroodfilter 26. 



  Het geheel kan ook uitgerust zijn met een focusregelsysteem, bij voorkeur een auto-focus-systeem, dat zowel van optische, elektronische of opto-elektronische aard kan zijn en bij voorkeur in de optische kop 5 is ingebouwd. 



  Verder is de sonde 4, zoals weergegeven in figuur 3, bij voorkeur aan haar distale uiteinde 19 voorzien van   een   of meer middelen die een bescherming bieden, vooral tegen stoten. In het weergegeven voorbeeld bestaan deze middelen uit een distaal beschermingsglas 27 en een distale zieh aan de rand bevindende beschermingsring 28. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  De distale beschermingsring 28 is aan zijn buitenrand bij voorkeur voorzien van een afronding 29, waardoor de sonde 4 tijdens het inbrengen ervan beter geleid wordt. Zulke afronding 29 kan ook worden toegepast wanneer geen afzonderlijke beschermingsring 28 aanwezig is. 



  Overigens steekt de distale beschermingsring 28 bij voorkeur een weinig naar voren uit ten opzichte van het tussenliggende gedeelte van het distale uiteinde 19 van de sonde, waardoor het beschermingsglas 27 op zieh ook beschermd wordt, waardoor de kans op het ontstaan van krassen en dergelijke op dit beschermingsglas 27 wordt geminimaliseerd. 



  De optische kop 5 vertoont zoals weergegeven bij voorkeur een algemene vormgeving die is opgebouwd uit een voorste gedeelte 30, een centraal gedeelte 31 en een achterste gedeelte 32, waarbij de diameter van het centraal gedeelte 31 kleiner is dan de diameters van respectievelijk het voorste gedeelte 30 en het achterste gedeelte 32, waardoor de optische kop 5 gemakkelijker rond een hoek of doorheen een bocht kan worden geleid. 



  De behuizing 17 van de sonde 4 wordt gevormd door, enerzijds, een star behuizingsdeel 33, zoals een metalen koker, die de optische kop 5 omgeeft en waarop de distale beschermingsring 28 is aangebracht en, anderzijds, een flexibel gedeelte dat het langwerpig lichaam 10 vormt. Dit flexibel gedeelte, met andere woorden het langwerpig lichaam 10, bestaat bij voorkeur uit een gevlochten beschermslang. Als vlechtmateriaal wordt hiertoe bij voorkeur metaal en/of een ander relatief stevig materiaal aangewend dat ook hittebestendig is. Door zulke vlechtstructuur wordt een lichaam 10 verkregen dat wel 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 voldoende soepel is om langs een bochtige weg in voertuigonderdelen te worden geleid, doch nog voldoende stevigheid bezit om drukkrachten te leveren die nodig zijn om de sonde 4 met de optische kop 5 doorheen bochtige kanalen te drukken. 



  De sonde 4, of althans minstens de kop 5 van de sonde 4, is bij voorkeur spatwaterdicht en ook hittebestendig, in dit geval tegen de hoogste temperaturen die zich kunnen voordoen in een uitlaat 2 van een motorvoertuig 3. 



  De middelen 9 voor het opslaan en/of weergeven van het door de sonde 4 waargenomen beeld kunnen van verschillende aard zijn, en kunnen in wezen bestaan uit alle soorten middelen die toelaten om een beeld weer te geven of af te drukken, en/of toelaten om een beeld bijvoorbeeld elektronisch in een geheugen op te slaan. 



  In het weergegeven voorbeeld bestaan deze middelen 9 uit een beeldmonitor 34 en een printer 35, meer speciaal een videoprinter, voor het op een drager, meer speciaal een strook of blad papier 36, vastleggen van een opgenomen beeld. 



  Eventueel kan het geheel ook worden uitgerust met een elektronisch geheugen om beelden op te slaan en/of een video-opnametoestel om al dan niet bewegende beelden op te nemen. 



  De middelen 9 zijn op passende wijze gekoppeld met het voornoemde toestel 14. Dit toestel 14 is een elektronische stuureenheid waarin, zoals voornoemd, de lichtbron 15 is aangebracht, en waar de elektronische signalen die ontvangen worden via de leiding 24 in een voor de 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 randapparatuur bruikbaar signaal worden omgezet. Het toestel 14 kan ook middelen bezitten, meer speciaal een elektronische stuureenheid om het verkregen beeld te manipuleren.

   De instelling kan hierbij gebeuren door middel van toetsen 37 of dergelijke, in het weergegeven voorbeeld een toets om   een   beeld over het volledige scherm of meerdere beelden, bijvoorbeeld vier, verdeeld over dit scherm weer te geven, alsmede een toets om om te schakelen tussen een live-weergave van het waargenomen beeld en de weergave van beelden die in het geheugen zijn opgeslagen (bijvoorbeeld de laatste vier vastgezette beelden). 



  Aan de voornoemde handgreep 12 is een bedieningselement 38, zoals een schakelaar of drukknop aangebracht die met de middelen 9 voor het weergeven en/of opslaan van het beeld kunnen samenwerken, teneinde een bepaalde handeling met betrekking tot het weergeven en/of opslaan te realiseren, zoals bijvoorbeeld het tijdelijk bevriezen van het beeld, waarbij dan bijvoorbeeld de laatste vier bevroren beelden steeds in een geheugen opgeslagen blijven. 



  Zoals is weergegeven in figuur 1 is de inrichting 1 bij voorkeur verplaatsbaar. Hiertoe is zij op een wagentje 39 gemonteerd dat geschikt is om in een werkplaats, garage of dergelijke te worden aangewend, waarbij op dit wagentje 39 minstens de middelen 9 voor het opslaan en weergeven van het beeld, alsmede het toestel 14 met onder andere de lichtbron 15 zijn aangebracht, en waaraan de sonde 4 door middel van de soepele leiding 13, waarin zich de elektrische leiding 24 en de optische geleider 16 bevindt, is bevestigd. De leiding 13 kan hierbij bestaan uit een rubberen slang of dergelijke. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 



  Het is duidelijk dat de inrichting 1 elektrisch op eender welke wijze kan worden gevoed, hetzij door middel van een aansluiting op het stroomnet, hetzij door middel van een batterij of dergelijke. 



  Het gebruik van de inrichting 1 en de werking ervan, alsmede de daarbij toegepaste werkwijze, kan eenvoudig uit de voorgaande beschrijving worden afgeleid, doch wordt hierna nogmaals kort toegelicht. 



  Bij het inspecteren van de uitlaat 2 wordt de sonde 4 in de uitlaat 2 geschoven. Wanneer de inrichting 1 ingeschakeld is, wordt licht van de lichtbron 15 via de optische geleider 16 en het concentrisch eindstuk 20 tegen de binnenzijde 7 van het te inspecteren onderdeel gesehenen. 



  Het dan zichtbare beeld wordt via het beeldopname-element 22 waargenomen en als een elektronisch signaal via de leiding 24 naar het toestel 14 overgebracht, van waar dan een passend signaal naar de beeldmonitor 34 wordt geleid. 



  Bij het verschuiven van de sonde 4 kan men dus systematisch de binnenzijde van de uitlaat 2 visueel sonderen. Van beelden die men wenst vast te leggen, of als stilstaand beeld wenst te bekijken, kan men een afdruk maken of dit beeld bevriezen op de beeldmonitor 34. 



  Het is duidelijk dat de verschillende samenstellende delen van de voornoemde inrichting   l,   naast de essentiële delen die beschreven zijn in de bijgevoegde conclusie   l,   elk optioneel zijn en afhankelijk van de uitvoering al dan niet kunnen voorkomen. Ook zijn varianten mogelijk. Zo bijvoorbeeld kan de lichtbron 15 in plaats van in het toestel 14 ook op een andere plaats worden voorzien, bijvoorbeeld in de handgreep 12 van de sonde 4 of in de 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 optische kop 5. Anderzijds is het eveneens mogelijk om het beeldopname-element 22 niet in de optische kop 5 of in de rest van de sonde 4 in te bouwen, doch bijvoorbeeld in het toestel 14, waarbij het beeld dan via bijvoorbeeld een tweede bundel van optische vezels van de sonde 4 naar het toestel 14 wordt overgebracht. 



  Opgemerkt wordt dat de optische kop 5 niet noodzakelijk eendelig hoeft te zijn. Zo bijvoorbeeld kan de optische kop 5 uit twee afzonderlijke gedeelten bestaan die op   een   of andere wijze bij elkaar worden gehouden en die respectievelijk dienen voor het belichten van de binnenzijde van de betreffende onderdelen en voor het opnemen van het zichtbare beeld. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke inrichting en werkwijze kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (22)

Conclusies.
1. - Inrichting voor het inspecteren van voertuigonderdelen, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) minstens bestaat uit een endoscopische sonde (4) met een optische kop (5) ; middelen (6) om via deze endoscopische sonde (4) minstens een gedeelte van de te inspecteren voertuigonderdelen te belichten ; middelen (8) om via de endoscopische sonde (4) een beeld van een gedeelte van het voertuigonderdeel, meer speciaal van het belichte gedeelte, op te nemen ; en middelen (9) voor het weergeven en/of opslaan van dit beeld teneinde een visuele inspectie uit te voeren.
2.-Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de middelen (8) voor het opnemen van een beeld van een gedeelte van een voertuigonderdeel een beeldopname-element (22) bevatten dat in de sonde (4) zelf, meer speciaal de kop (5) van de sonde (4), geïntegreerd is.
3.-Inrichting volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het beeldopname-element (22) bestaat uit een camerakop, meer speciaal een CCD-beeldgevoelig element.
4.-Inrichting volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat naast het beeldopname-element (22) eveneens een bijhorende elektronische eenheid (23) voor signaaloverdracht in de sonde (4) is geïntegreerd, die via een zieh doorheen de sonde (4) uitstrekkende capaciteitsarme signaaloverdrachtsleiding (24) in verbinding staat met de middelen (9) voor het weergeven en/of opslaan van het opgenomen beeld. <Desc/Clms Page number 14>
5.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de sonde (4) is uitgerust met een beeldopname-objectief (25) en/of een focusregelsysteem, bij voorkeur een auto-focus-systeem.
6.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de sonde (4) een infraroodfilter (26) voor het opgenomen beeld bevat.
7.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de middelen (6) om minstens een gedeelte van het te inspecteren voertuigonderdeel te belichten een lichtbron (15) bevatten, alsmede een of meer optische geleiders (16) om het licht van deze lichtbron (15) via de sonde (4) in het te inspecteren voertuigonderdeel te brengen.
8.-Inrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat zij een optische geleider (16) voor het voornoemde licht bevat, die bestaat uit een bundel van optische vezels, waarbij deze optische vezels bij voorkeur een pakket vormen dat zich concentrisch in de behuizing (17) van de sonde (4) bevindt, waarbij de middelen (8) om het beeld op te nemen binnenin dit concentrisch pakket van optische vezels is gesitueerd.
9.-Inrichting volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat de sonde (4) een uitgang (18) bevat voor het toegevoerde licht, via dewelke dit licht op een gedeelte van het te inspecteren voertuigonderdeel wordt gesehenen, waarbij deze uitgang (18) zieh aan het distale uiteinde (19) van de sonde (4) bevindt. <Desc/Clms Page number 15>
10.-Inrichting volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de uitgang (18) voor het licht zich concentrisch rond een ingang (21) voor het opnemen van het beeld uitstrekt.
11.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de sonde (4), meer speciaal de optische kop (5) daarvan, nabij haar distale uiteinde (19) is voorzien van een of meer van volgende middelen : - beschermingsmiddelen die het distale uiteinde (19) van de sonde (4) beschermen tegen stoten en dergelijke ; - een distaal beschermingsglas (27) ; - een distale zieh aan de rand bevindende bescher- mingsring (28) ; - een distale beschermingsring (28) die aan zijn buitenrand afgerond is en/of een weinig naar voren uitsteekt ten opzichte van het tussenliggende gedeelte van het distale uiteinde (19) van de sonde (4).
12.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de sonde (4) minstens bestaat uit, enerzijds, een flexibel langwerpig lichaam (10), en, anderzijds, een op het flexibel langwerpig lichaam (10) bevestigde optische kop (5).
13.-Inrichting volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat aan het langwerpig lichaam (10) een handgreep (12) is aangebracht.
14. - Inrichting volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat aan de handgreep (12) een bedieningselement (38), zoals een schakelaar of drukknop is aangebracht die met de <Desc/Clms Page number 16> middelen (9) voor het weergeven en/of opslaan van het beeld kunnen samenwerken, teneinde een bepaalde handeling met betrekking tot het weergeven en/of opslaan te realiseren, zoals bijvoorbeeld het tijdelijk bevriezen van het beeld.
15.-Inrichting volgens conclusie 13 of 14, daardoor gekenmerkt dat het langwerpig lichaam (10) bestaat uit een gevlochten beschermslang.
16.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de sonde (4) een optische kop (5) bevat die minstens een voorste gedeelte (30), een centraal gedeelte (31) en een achterste gedeelte (32) vertoont, waarbij de diameter van het centraal gedeelte (31) kleiner is dan de diameters van respectievelijk het voorste gedeelte (30) en het achterste gedeelte (32).
17.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de sonde (4), of althans minstens de kop (5) van de sonde (4), spatwaterdicht is en/of hittebestendig is tegen de hoogste temperaturen die zieh kunnen voordoen in een uitlaat (2) van een motorvoertuig (3).
18.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de middelen (9) voor het opslaan en/of weergeven van het beeld een of meer van volgende elementen bevatten : - een beeldmonitor (34) ; - een printer (35) voor het op een drager, meer speciaal papier (36), vastleggen van een opgenomen beeld ; - een elektronisch geheugen om beelden op te slaan ; <Desc/Clms Page number 17> - een video-opnametoestel om al dan niet bewegende beelden op te nemen.
19.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) verplaatsbaar is en hiertoe op een wagentje (39) is gemonteerd dat geschikt is om in een werkplaats, garage of dergelijke te worden aangewend, waarbij op dit wagentje (39) minstens de middelen (9) voor het opslaan en/of weergeven van het beeld, alsmede de lichtbron (15) zijn aangebracht, en waaraan de sonde (4) door middel van een soepele leiding (13) is bevestigd.
20.-Werkwijze voor het inspecteren van een voertuigonderdeel, meer speciaal de binnenzijde (7) van zulk voertuigonderdeel, waarbij gebruik wordt gemaakt van een inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij minstens bestaat uit het in het voertuigonderdeel invoeren van een endoscopische sonde (4) ; het via deze endoscopische sonde (4) belichten van minstens een gedeelte van de binnenzijde (7) ; het via deze endoscopische sonde (4) opnemen van een beeld van de binnenzijde (7) ; en het weergeven en/of opslaan van dit beeld teneinde een visuele inspectie uit te voeren.
21.-Werkwijze volgens conclusie 20, daardoor gekenmerkt dat zij wordt aangewend voor het inspecteren van de uitlaat (2) van een motorvoertuig (3), meer speciaal voor het inspecteren van een of meer van volgende onderdelen daarvan : het aansluitgedeelte van de uitlaatleiding op het motorblok, de katalysator, de knaldemper en de tussenliggende leidinggedeelten, en dat de endoscopische sonde (4) hierbij langs de uitgang van de uitlaat (2) in deze laatste wordt ingevoerd, terwijl de uitlaat (2) en <Desc/Clms Page number 18> alle onderdelen daarvan bij voorkeur in gemonteerde toestand onder het motorvoertuig (3) gelaten worden.
22.-Werkwijze volgens conclusie 20 of 21, daardoor gekenmerkt dat het licht voor het belichten van de onderdelen aan de sonde (4) wordt toegevoerd met behulp van een of meer optische geleiders (16) die het licht van een zieh buiten de sonde (4) bevindende lichtbron (15) tot aan het voorste uiteinde van de sonde (4) brengen en dat het beeld wordt opgenomen met behulp van een beeldopnameelement (22) dat in de sonde (4) zelf is aangebracht.
BE2000/0564A 2000-09-06 2000-09-06 Inrichting voor het inspecteren van voertuigonderdelen en werkwijze die gebruik maakt van dergelijke inrichting. BE1013674A3 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2000/0564A BE1013674A3 (nl) 2000-09-06 2000-09-06 Inrichting voor het inspecteren van voertuigonderdelen en werkwijze die gebruik maakt van dergelijke inrichting.
DE20020055U DE20020055U1 (de) 2000-09-06 2000-11-25 Vorrichtung zum Inspizieren von Fahrzeugteilen

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2000/0564A BE1013674A3 (nl) 2000-09-06 2000-09-06 Inrichting voor het inspecteren van voertuigonderdelen en werkwijze die gebruik maakt van dergelijke inrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1013674A3 true BE1013674A3 (nl) 2002-06-04

Family

ID=3896658

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2000/0564A BE1013674A3 (nl) 2000-09-06 2000-09-06 Inrichting voor het inspecteren van voertuigonderdelen en werkwijze die gebruik maakt van dergelijke inrichting.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1013674A3 (nl)
DE (1) DE20020055U1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BRPI0604287A (pt) * 2005-10-31 2007-08-21 Kelsey Hayes Co aparelho e método para inspeção de componente de veìculo e componente de freio
US8294761B2 (en) 2006-12-29 2012-10-23 Kelsey-Hayes Company Apparatus for inspecting a vehicle brake component and method for performing such inspection

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4720178A (en) * 1984-08-15 1988-01-19 Olympus Optical Co., Ltd. Optical system for endoscope
EP0276139A2 (en) * 1987-01-20 1988-07-27 Olympus Optical Co., Ltd. Endoscope apparatus
US5202758A (en) * 1991-09-16 1993-04-13 Welch Allyn, Inc. Fluorescent penetrant measurement borescope
US5325847A (en) * 1991-10-25 1994-07-05 Asahi Kogaku Kogyo Kabushiki Kaisha Distal end part of endoscope
DE19803679A1 (de) * 1998-01-30 1999-08-19 Vosseler Zweite Patentverwertu Vorrichtung zur optischen Abtastung eines Objekts

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4720178A (en) * 1984-08-15 1988-01-19 Olympus Optical Co., Ltd. Optical system for endoscope
EP0276139A2 (en) * 1987-01-20 1988-07-27 Olympus Optical Co., Ltd. Endoscope apparatus
US5202758A (en) * 1991-09-16 1993-04-13 Welch Allyn, Inc. Fluorescent penetrant measurement borescope
US5325847A (en) * 1991-10-25 1994-07-05 Asahi Kogaku Kogyo Kabushiki Kaisha Distal end part of endoscope
DE19803679A1 (de) * 1998-01-30 1999-08-19 Vosseler Zweite Patentverwertu Vorrichtung zur optischen Abtastung eines Objekts

Also Published As

Publication number Publication date
DE20020055U1 (de) 2001-05-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP4664826B2 (ja) 車両挙動解析システム
CN104116482B (zh) 一种基于内窥镜的光学图像和光谱信号检测装置
US20080255415A1 (en) Endoscope processor
US6512536B1 (en) Cable and line inspection mechanism
US4870488A (en) Endoscope imaging system used with an electronic scope and an optical endoscope
EP0745347A3 (en) Endoscope
CN101551515B (zh) 一种新型工业电子内窥镜
EP1731087A3 (en) Compact fluorescent endoscopy video system
WO2011079150A1 (en) Methods and systems for disabling an endoscope after use
CN106610524B (zh) 内窥镜及其摄像组件
BE1013674A3 (nl) Inrichting voor het inspecteren van voertuigonderdelen en werkwijze die gebruik maakt van dergelijke inrichting.
EP1514150A1 (en) Borescope with simultaneous video and direct viewing
KR20210077015A (ko) 광학 검경
US20090073271A1 (en) Extended look instrument
US7850606B2 (en) Endoscope device
JP2000175867A (ja) 喉頭鏡
JP6635680B2 (ja) 内視鏡装置及び内視鏡装置の設定方法
WO2006055949A1 (en) Multi-use electronic device for use with an endoscope
GB2271483A (en) An under vehicle inspection device
DE50303552D1 (de) Beobachtungssystem mit Fernglas mit Bildsensor für eine Bildaufzeichnungsfunktion
EP1683470A1 (en) Boroscope with Selectable Stiffness Light Shaft
JP3707874B2 (ja) 車輌底面検視方法及び装置
US20020026100A1 (en) Probe of endoscope
JP2003014652A (ja) 管路内観察用ロボット
KR200172344Y1 (ko) 차량용 블랙박스 시스템

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20120930