<Desc/Clms Page number 1>
Draagconstructie voor een verlichtingsinrichting en werkwijze voor de installatie ervan Deze uitvinding betreft een draagconstructie voor een of meerdere verlichtingstoestellen, dewelke een aantal dragers en verbindingsstukken voor deze dragers omvat, en voorzien is om aan een vaste constructie bevestigd te worden.
Deze uitvinding betreft ook een verlichtingsinrichting die een aan een vaste constructie bevestigde of bevestigbare draagconstructie omvat, terwijl de draagconstructie een of meerdere verlichtingstoestellen omvat.
Tenslotte betreft deze uitvinding ook een werkwijze voor het installeren van een draagconstructie voor een of meerdere verlichtingstoestellen omvattende een aantal dragers die door middel van verbindingsstukken verbindbaar zijn.
Deze uitvinding betreft in het bijzonder een draagconstructie voor een verlichtingsinrichting bestaande uit langwerpige profielen waarin of waarop verlichtingstoestellen kunnen bevestigd worden en die door middel van verbindingsstukken met elkaar kunnen verbonden worden tot een zieh hoofdzakelijk in eenzelfde vlak uitstrekkend geheel dat voorzien is om horizontaal aan een vaste constructie, zoals bijvoorbeeld aan een dak- of plafond-constructie van een gebouw, bevestigd te worden.
Verlichtingsinstallaties met dergelijke draagconstrucies zijn goed gekend maar hebben, zoals zal blijken uit hetgeen volgt, een aantal belangrijke nadelen. Een gekende uitvoeringsvorm van zo'n installatie bestaat uit holle buisvormige profielen met rondom gesloten wanden waarin openingen voorzien zijn, en verbindingselementen die voorzien zijn om twee profielen hoekvormend, volgens een welbepaalde hoek, met elkaar te verbinden. Er zijn verschillende verbindingselementen beschikbaar om verschillende hoeken (bv. 45 , 90 , 135 ) te
<Desc/Clms Page number 2>
vormen. In de profielen kunnen verlichtingstoestellen bevestigd worden tegenover de openingen. De elektrische leidingen zijn eveneens in de profielen voorzien.
Bij de installatie van zo'n verlichtingsinrichting gaat men als volgt te werk. Nadat bepaald is op welke plaatsen verlichtingstoestellen moeten komen en welk verloop men aan de profielen wil geven, worden de nodige profielen voorzien, waarbij elk profiel de vereiste lengte heeft en op de vooraf bepaalde plaatsen verlichtingstoestellen omvat, en worden ook de nodige verbindingsstukken voorzien, elk met hun vereiste verbindingshoek. De profielen worden vervolgens met elkaar verbonden zodat de gewenste constructie bekomen wordt. De constructie wordt dus eigenlijk op maat gemaakt in functie van de wensen van de gebruiker, van de eigenschappen van
EMI2.1
de te verlichten ruimte (o. de grootte en de vorm van de ruimte), en van de inrichting van deze ruimte (die o. is voor de positie van de lichtbronnen).
De constructie wordt daarna op de gewenste hoogte aan het plafond opgehangen. Door het bijregelen van de ophanghoogte in elk ophangpunt wordt ervoor gezorgd dat de constructie zieh in een horizontaal vlak uitstrekt. Deze regeling gebeurt door middel van een klemsysteem waarmee de gebruikte lengte van de ophangkabel kan aangepast worden. Dit klemsysteem bevindt zieh ter hoogte van het bovenste ophangpunt (op het niveau van de vaste constructie). Tenslotte worden de elektrische aansluitingen uitgevoerd.
Dergelijke verlichtingsinrichtingen zijn goed gekend en worden onder meer in kantoren en winkelruimtes (onder meer in toonzalen) gebruikt om een plaatselijke verlichting te bekomen, bijvoorbeeld om verlichtingstoestellen op een aantal werktafels in een kantoorruimte of op een reeks te koop aangeboden produkten en/of een toonbank in een winkel te richten. Deze bestaande inrichtingen hebben evenwel de volgende belangrijke nadelen.
<Desc/Clms Page number 3>
Een eerste nadeel is dat elke inrichting op maat gemaakt is en maar volgens een welbepaalde configuratie kan opgesteld worden. Dit komt vooral doordat elk verbindingsstuk enkel voorzien is voor de verbinding van twee profielen die ten opzichte van elkaar een welbepaalde hoek vormen. De verschillende profielen hebben ook dikwijls een verschillende lengte. De in de profielen voorziene bedrading is ook niet voorzien om bijkomende verlichtingstoestellen te installeren.
De bestaande inrichting kan dus niet aangepast of uitgebreid worden. Bij herinrichting of uitbreiding van een ruimte of bij verhuis naar een andere ruimte, is de bestaande configuratie nochtans dikwijls niet meer geschikt en ontstaat de noodzaak om deze te wijzigen of uit te breiden. Met de bestaande inrichtingen is dit dus niet mogelijk.
Bij de installatie van deze gekende inrichtingen dient de constructie geheel of gedeeltelijk samengesteld te worden vooraleer men die gaat ophangen aan de plafondstructuur. De ophanging gebeurt door middel van kabeltjes die enerzijds aan een plafondstructuur en anderzijds aan een profiel bevestigd zijn. Door het gewicht van de constructie is het ophangen een vrij moeilijk en tijdrovend werk waarvoor meerdere personen moeten samenwerken. Opdat de constructie perfect horizontaal op de juiste hoogte zou hangen moet de ophanghoogte in ieder ophangpunt bijgeregeld worden. Ook deze regeling is moeilijk en tijdrovend door het gewicht van de constructie. Bij de bestaande inrichtingen moet deze regeling bovendien gebeuren ter hoogte van de vaste structuur, wat het werk nog moeilijker maakt doordat dikwijls op een vrij grote hoogte moet gewerkt worden.
Het is een eerste doel van deze uitvinding om te voorzien in een draagconstructie voor een of meerdere verlichtingstoestellen, dewelke een aantal dragers en verbindingsstukken voor deze dragers omvat en voorzien is om aan een vaste constructie bevestigd te worden, waarvan de installatie gemakkelijker en vlugger kan uitgevoerd worden dan bij de bestaande inrichtingen.
<Desc/Clms Page number 4>
Deze doelstelling wordt volgens deze uitvinding bereikt door te voorzien in een dergelijke draagconstructie waarvan de verbindingsstukken voorzien zijn om aan de vaste constructie bevestigd te worden, waarvan de dragers en de verbindingsstukken zo uitgevoerd zijn dat de draagconstructie samenstelbaar is terwijl de verbindingsstukken aan de vaste constructie bevestigd zijn, en waarvan elk verbindgingstuk voorzien is van een bevestigingsmiddel waarmee het aan de vaste constructie kan bevestigd worden en waarmee zijn bevestigingshoogte regelbaar is.
Een bijkomend doel van deze uitvinding is te voorzien in een werkwijze voor het bevestigen aan een vaste constructie van een draagconstructie voor een of meerdere verlichtingstoestellen omvattende een aantal dragers die door middel van verbindingsstukken verbindbaar zijn, dewelke eenvoudiger en vlugger uitvoerbaar is dan de gekende installatie-werkwijze.
Deze tweede doelstelling wordt volgens deze uitvinding bereikt door bij de toepassing van zo'n werkwijze eerst de verbindingsstukken aan de vaste constructie te bevestigen en pas daarna de verbinding tussen de dragers en de verbindingsstukken te realiseren, en door in de dragers elektrische aanluitelementen zoals stekkers en/of meervoudige stopkontakten te voorzien, van waaruit de stroomtoevoer naar andere delen van de verlichtingsinrichting kan gerealiseerd worden.
Na het bepalen van de bevestigingspunten, worden alle verbindingsstukken elk afzonderlijk aan de vaste constructie (bv. een plafondconstructie van een gebouw) bevestigd. Deze relatief lichte onderdelen zijn zeer gemakkelijk hanteerbaar zodat hun bevestiging en de regeling van de juiste bevestigingshoogte zeer gemakkelijk en vlug door een persoon kan uitgevoerd worden. Om te controleren of alle verbindingsstukken op dezelfde hoogte bevestigd zijn kan gebruik gemaakt worden van een laser-meettoestel. Eens alle verbindingsstukken op de juiste hoogte aan de vaste constructie bevestigd zijn moet men enkel nog de dragers met deze verbindingsstukken verbinden om een perfect horizontaal hangende draagconstructie te bekomen.
Als men de verbindingsstukken en de dragers zo uitvoert dat ze me de hand
<Desc/Clms Page number 5>
aan elkaar kunnen gekoppeld worden heeft men na het bevestigen van de verbindingsstukken geen gereedschappen meer nodig voor het voltooien van de installatie.
Vanzelfsprekend zijn alle voordelen van deze werkwijze ook terug te vinden bij de draagconstructie volgens deze uitvinding die volgens een dergelijke werkwijze kan geinstalleerd worden en bij de verlichtingsinstallatie volgens deze uitvinding die zo'n draagconstructie omvat.
De draagconstructie volgens deze uitvinding wordt bij voorkeur zo uitgevoerd dat uitsluitend de verbindingsstukken voorzien zijn om aan de vaste constructie bevestigd te worden.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de draagconstructie bovendien ook een aantal regelelementen om de bevestigingshoogte van respectievelijke verbindingsstukken te regelen, waarbij elk regelelement zo kan voorzien worden dat het zieh nagenoeg op het niveau van het verbindingsstuk bevindt als dit verbindingsstuk aan de vaste constructie bevestigd is. Deze uitvoeringsvorm maakt het mogelijk de regelingen op een lagere hoogte uit te voeren. Dit maakt het werk gemakkelijker en veiliger.
Een ander doel van deze uitvinding is te voorzien in een draagconstructie volgens deze uitvinding die ook op vrij eenvoudige wijze kan omgevormd worden tot meerdere verschillende configuraties.
Dit doel wordt bereikt als de draagconstructie minstens een verbindingsstuk omvat dat voorzien is om twee dragers, naar keuze, onder een eerste of een tweede hoek met elkaar te verbinden. Hierdoor wordt het mogelijk om met dezelfde dragers en verbindingsstukken een draagconstructie met een totaal verschillende configuratie samen te stellen. Hierdoor kan de draagstructuur bij herinrichting of uitbreiding van
<Desc/Clms Page number 6>
een te verlichten ruimte of bij verhuis naar een andere ruimte aangepast worden aan de gewijzigde omstandigheden.
Bij voorkeur wordt het verbindingsstuk dan voorzien om minstens drie dragers zo met elkaar te verbinden dat deze zieh respectievelijk in verschillende richtingen uitstrekken.
In een voorkeursuitvoering heeft het verbindingsstuk drie of meer op elkaar aansluitende zijvlakken, die voorzien zijn van middelen voor het koppelen van het genoemde verbindingsstuk aan een drager van de draagconstructie. Een dergelijk verbindingsstuk is met eenvoudige materialen en middelen te vervaardigen en kan zeer goed in een constructie ge ntegreerd worden.
Als de verbindingstukken voorzien zijn van inhaakopeningen en de dragers voorzien zijn van in deze inhaakopeningen passende inhaaklichamen, wordt de verbinding van dragers en verbindingsstukken bijzonder eenvoudig gemaakt.
Door de dragers en de verbindingsstukken bovendien ook zo uit te voeren dat ze zonder gereedschap aan elkaar kunnen gekoppeld worden bekomt men het bijzondere voordeel dat men na de de bevestiging van de verbindingsstukken aan de vaste constructie geen enkel gereedschap meer nodig heeft om de installatie van de draagconstructie te voltooien.
Nog een ander doel van deze uitvinding bestaat erin om een draagconstructie te verschaffen die het mogelijk maakt om zonder enig probleem verlichtingstoestellen toe te voegen, weg te nemen of te vervangen door verlichtingstoestellen van hetzelfde of een ander type en die dus in het algemeen zeer flexibel is.
Om dit doel te bereiken omvat de draagconstructie volgens deze uitvinding minstens een drager die aan twee verschillende dragers van de draagconstructie, tussen deze dragers lopend, kan gekoppeld worden. Hierdoor kan de draagconstructie op elke
<Desc/Clms Page number 7>
gewenste plaats uitgebreid worden. Een bestaande verlichtingsinrichting kan dus aangepast worden aan gewijzigde wensen of omstandigheden door het toevoegen (of terug wegnemen) van een drager (waarin of waarop verlichtingstoestellen voorzien worden) tussen twee bestaande dragers van de draagconstructie.
De draagconstructie kan ook minstens een drager omvatten die uitgevoerd is als een paneelvormig hoekelement dat aan twee hoekvonnende dragers van de draagconstructie kan gekoppeld worden zodat het hoekelement zieh hoofdzakelijk uitstrekt in een tussen de genoemde dragers gevormde hoekzone. Zo'n drager (voorzien van een of meerdere verlichtingstoestellen) kan zonder enig probleem in elke hoek van de draagconstructie toegevoegd worden en terug weggenomen worden. De draagconstructie kan ook uitgebreid worden door eerst een bijkomende drager tussen twee bestaande dragers te koppelen en vervolgens in de hoeken tussen de bestaande dragers en de bijkomende drager een paneelvormig hoekelement toe te voegen.
Het is ook bijzonder voordelig als in een of meerdere dragers een of meerdere uitsparingen voorzien zijn voor de installatie van een verlichtingstoestel. De installatie van de verlichtingstoestellen vereist dan nog zeer weinig werk.
Bij een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een draagconstructie volgens deze uitvinding zijn de verlichtingstoestellen reeds voor de installatie van de dragers in of op deze dragers gemonteerd.
De draagconstructie omvat voorts bij voorkeur ook een aantal afdekplaatjes om de niet voor verlichtingstoestellen gebruikte uitsparingen in dragers af te dekken. Hierdoor kan de gebruiker naar wens verlichtingstoestellen uit deze dragers wegnemen en de vrijgekomen openingen afdekken met afdekplaatjes om het esthetisch aspect van de draagconstructie te behouden.
<Desc/Clms Page number 8>
Als de dragers hoofdzakelijk gootvormig uitgevoerd zijn kunnen de draden en kabels en elektrische hulpmiddelen voor de installatie hierin verborgen worden. Bij voorkeur wordt alles op voorhand in deze dragers voorzien zodat de installatie ter plaatse zeer vlot kan verlopen.
Ook kabels en voorzieningen voor andere doeleinden dan de verlichtingsinrichting kunnen in deze dragers opgenomen worden, zoals onder meer voor telecommunicatie, computers, branddetectie, inbraakdetectie.
Nog een ander doel bestaat erin om een draagconstructie volgens deze uitvinding te verwezenlijken waarvan de dragers en de verbindingsstukken op een zeer betrouwbare manier met elkaar kunnen verbonden worden, zodat een draagconstructie kan samengesteld worden die stabiel en veilig is.
Dit doel wordt bereikt als elk inhaaklichaam een basisdeel omvat met een basishoogte en een daarop aansluitend einddeel met een grotere eindhoogte, terwijl elke inhaakopening minstens de genoemde eindhoogte heeft en een breder gedeelte omvat waarvan de hoogte kleiner is dan deze eindhoogte en minstens genoemde basishoogte is, zodat het inhaaklichaam in een ingehaakte positie kan gebracht worden waarbij het einddeel voorbij de opening achter een wand van het verbindingsstuk haakt terwijl het basisdeel zich in het breder gedeelte van de opening bevindt waardoor een opwaartse afhaakbeweging van het inhaaklichaam wordt verhinderd. Hierdoor kan een drager niet door een accidentele opwaartse druk afhaken.
Bij voorkeur zijn de dragers en verbindingsstukken zo uitgevoerd dat voor minstens een inhaaklichaam per drager geldt dat dit inhaaklichaam pas na een vervorming van een onderdeel van de drager en/of van het inhaaklichaam zelf in de inhaakopening kan gebracht worden, en dat het basisdeel van het inhaaklichaam onder invloed van de terugveerkracht van het vervormde onderdeel in het breder gedeelte van de inhaakopening in een positie gebracht wordt waarbij zijn opwaartse beweging door een verbredende rand van de inhaakopening verhinderd wordt.
<Desc/Clms Page number 9>
Bij een dergelijke draagconstructie zijn de verbindingen uiterst betrouwbaar en veilig.
Een verlichtingsinrichting omvattende een aan een vaste constructie bevestigde of bevestigbare draagconstructie die een of meerdere verlichtingstoestellen omvat, terwijl deze inrichting een draagconstructie volgens deze uitvinding omvat, valt uiteraard ook binnen het kader van deze uitvinding.
Deze verlichtingsinrichting omvat dan ook minstens een drager die een of meerdere verlichtingstoestellen en middelen voor de toevoer van elektrische stroom naar deze verlichtingstoestellen omvat (bij voorkeur zijn deze toestellen en middelen reeds voor de installatie van de inrichting in deze drager voorzien), en een elektrisch aansluitelement van waaruit de stroomtoevoer naar andere delen van de inrichting kan gerealiseerd worden..
Het op voorhand installeren van de verlichtingstoestellen biedt het voordeel dat de inbouwtoestellen eenvoudiger kunnen uitgevoerd worden. Zo moet er bijvoorbeeld geen kader en/of geen klemsysteem meer voorzien worden voor deze toestellen. Er kan hierdoor bespaard worden op materiaal en op de installatiekosten.
Door het elektrisch aansluitelement kan de verlichtingsinrichting uitgebreid of gewijzigd worden zonder aanpassing van de reeds in de dragers aanwezige bekabeling. Bij het toevoegen van een drager met een aantal verlichtingstoestellen volstaat het om een stroomkabel van de bijkomende drager aan te sluiten op het aansluitelement in een naburige drager om de uitbreiding ook vanuit elektrisch oogpunt in orde te brengen.
Bij voorkeur wordt hiervoor in elke drager een meervoudig stopkontakt en een stekker voorzien.
<Desc/Clms Page number 10>
Zoals hoger reeds aangeduid behelst deze uitvinding ook een werkwijze voor het installeren van een draagconstructie voor een of meerdere verlichtingstoestellen omvattende een aantal dragers die door middel van verbindingsstukken verbindbaar zijn, waarbij volgens deze uitvinding eerst de verbindingsstukken aan de vaste constructie bevestigd worden en daama de verbinding tussen de dragers en de verbindingsstukken gerealiseerd wordt, en waarbij in de dragers ook elektrische aansluitelementen, zoals meervoudige stopkontakten, voorzien worden, van waaruit de stroomtoevoer naar andere delen van de verlichtingsinrichting kan gerealiseerd worden..
De voordelen van een dergelijke werkwijze hebben vooral betrekking tot het gemak en de snelheid waarmee de installatie kan uitgevoerd worden, en dus de mogelijkheid tot besparing op de installatiekosten. Deze en andere voordelen komen echter reeds voldoende aan bod in hetgeen voorafgaat.
De werkwijze wordt bij voorkeur zo toegepast dat ook de installatie van de verlichtingstoestellen in of op de dragers en het voorzien van de elektrische bekabeling in de dragers wordt uitgevoerd vooraleer deze dragers onderling verbonden worden door middel van de aan de vaste constructie bevestigde verbindingsstukken.
Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van een volgens deze uitvinding uitgevoerde verlichtingsinrichting. Het weze echter duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan ge nterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opge iste bescherming voor deze uitvinding.
In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarvan
<Desc/Clms Page number 11>
figuur 1 een perspectief-voorstelling is van een hoekgedeelte van een verlichtingsinrichting volgens deze uitvinding, gevormd door twee dragers die hoekvormend met elkaar verbonden zijn door middel van een verbindingsstuk ; figuren 2 en 3 in perspectief twee verschillende hoekgedeelten van de verlichtingsinrichting, telkens voorzien van een driehoekig hoekpaneel, voorstellen ; figuren 4 en 5 twee verschillende profielen van een verlichtingsinrichting volgens deze uitvinding in perspectief voorstellen ; figuur 6 een onderaanzicht van zeven verschillende profielen van een verlichtingsinrichting volgens deze uitvinding voorstelt ; figuur 7 in perspectief een tussenligger van een verlichtingsinrichting volgens deze uitvinding voorstelt ;
figuur 8 een dwarsdoorsnede voorstelt van een verbindingsstuk dat aan een plafondstructuur opgehangen is ; en figuur 9 een onderaanzicht van een volledige verlichtingsinrichting volgens deze uitvinding voorstelt.
Een mogelijke uitvoeringsvorm van een verlichtingsinrichting volgens deze uitvinding omvat een aantal uit plaatvormig materiaal, bij voorkeur staal, vervaardigde verbindingsstukken (1) waarvan de hiema genoemde kenmerken het duidelijkst op de figuren 1 en 8 te zien zijn. Ze hebben een vierkant of rechthoekig vlak grondvlak (2) en vier identieke, op de respectievelijke zijden van dit grondvlak (2) en in de hoeken tegen elkaar aansluitende, vertikale vlakke zijwanden (3). Deze zijwanden (3) hebben centraal vanaf hun bovenste rand een U-vormige uitsparing.
<Desc/Clms Page number 12>
In elke wand (3) zijn twee stellen van twee vertikaal boven elkaar voorziene spleetvormige inhaakopeningen (4), (5) symmetrisch naast elkaar voorzien.
De bovenste inhaakopening (4) van elk stel heeft een onderste gedeelte (4b) met een grotere breedte dan het bovenste gedeelte (4a). De verbreding van de opening (4) is hoofdzakelijk eenzijdig zodat het onderste gedeelte (4b) zijdelings uitspringt voorbij het smallere bovenste gedeelte (4a) van de inhaakopening (4).
EMI12.1
De dragers (6) die met dit verbindingsstuk (1) kunnen verbonden worden zijn gootvormige, eveneens uit plaatvormig materiaal (bij voorkeur staal), vervaardigde langwerpige profielen met een hoofdzakelijk U-vormige dwarsdoorsnede. Ze omvatten een vlakke bodem (7) en twee op de evenwijdige randen daarvan aansluitende nagenoeg vertikale flanken (8). De dragers (6) worden bijvoorbeeld slechts in twee versies met verschillende lengte (bv. 1, 5 m en 2, 5 m) voorzien.
Elke flank (8) heeft aan de vertikale eindranden twee met een tussenafstand boven elkaar voorziene inhaaklichamen (9). Deze inhaaklichamen (9) maken deel uit van de flanken (8) en hebben dezelfde dikte. Ze hebben een basisgedeelte (9a) dat overgaat in een eindgedeelte (9b) met een grotere hoogte dan het basisgedeelte (9a) zodat het geheel T-vormig is en het eindgedeelte (9b) dus zowel boven als onder het basisgedeelte (9a) uitsteekt.
De inhaakopeningen (4), (5) van de verbindingsstukken (1) hebben een hoogte die groter is dan de hoogte van het eindgedeelte (9b) van de inhaaklichamen (9). Het onderste gedeelte (4b) van de bovenste inhaakopening (4) van elk stel (4), (5) heeft een hoogte die kleiner is dan de hoogte van deze eindgedeelten (9b), maar groter is dan de hoogte van de basisgedeelten (9a) van de inhaaklichamen (9), zodat het basisgedeelte (9a) van elk bovenste inhaaklichaam (9) in het bredere onderste gedeelte (4b) van een bovenste inhaakopening (4) kan geplaatst worden.
<Desc/Clms Page number 13>
De plaats van de vier inhaakopeningen (4), (5) op elke zijwand (3) is zo dat de vier inhaaklichamen (9) die aan het uiteinde van een drager (6) voorzien zijn tegenover een respectievelijke inhaakopening (4), (5) kunnen gebracht worden. Om de bovenste inhaaklichamen (9) voor een respectievelijke inhaakopening (4) te brengen moeten de flanken (8) van deze drager (6) een weinig met de hand naar elkaar toe gebogen worden. Het eindgedeelte (9b) van de inhaaklichamen (9) wordt door de inhaakopening (4) gebracht totdat het voorbij de opening (4) achter de zijwand (3) van het verbindingsstuk (1) kan haken.
De twee bovenste inhaaklichamen (9), waarvan de basisgedeelten (9a) zieh dan in de onderste gedeelten (4b) van de twee bovenste inhaakopeningen (4) bevinden worden bij het loslaten van de flanken, door de terugveerkracht, van elkaar weggeduwd en de basisgedeelten (9a) komen zo in het zijdelings uitspringende deel van het bredere onderste gedeelte (4b) van hun respectievelijke inhaakopeningen (4) terecht. Deze basisgedeelten (9a) komen hierdoor onder de zieh nagenoeg horizontaal uitstrekkende verbredende rand (4c) van de inhaakopening (4) te zitten, zodat een opwaartse afhaakbeweging verhinderd wordt.
Om deze verbinding terug los te maken moeten de flanken (8) opnieuw naar elkaar toe geduwd worden totdat de basisgedeelten (9a) van de bovenste inhaaklichamen (9) niet langer onder de verbredende rand (9c) zitten, moet de drager (6) vervolgens omhoog bewogen worden om het eindgedeelte (9b) van het inhaaklichaam (9) af te haken en tegenover de opening (4) te brengen en vervolgens in horizontale richting bewogen worden om het eindgedeelte (9b) door de opening (4) te brengen. Deze verbinding tussen verbindingsstukken en profielen is dus zeer stabiel en veilig.
De U-vormige uitsparingen in de zijwanden (3) van de verbindingsstukken (1) waaraan geen dragers (6) verbonden worden kunnen afgedekt worden met behulp van niet op de tekeningen voorgestelde plaatjes.
<Desc/Clms Page number 14>
Op figuren 4,5 en 6 worden een aantal verschillende dragers (6) voor een verlichtingsinrichting volgens deze uitvinding voorgesteld. De op figuur 4 voorgestelde drager (6) heeft in de bodem (7) vier rechthoekige uitsparingen (10). Tegenover deze openingen (10) kunnen inbouw-verlichtingstoestellen in de drager (6) ingebouwd worden, zoals inbouwmodules voor TL-lampen (bv. TLD/T5).
De drager volgens figuur 5 heeft in de bodem (7) een rechthoekige opening (10) en aan weerszijden daarvan een ronde opening (11). Tegenover deze ronde openingen (11) kunnen in de drager (6) bijvoorbeeld inbouwmodules voor gasontladingslampen bevestigd worden, of kan ook op de drager (6) een opbouw-verlichtingstoestel (bijvoorbeeld een richtbare straler) opgesteld worden. Aan weerszijden van elke opening (10), (11) zijn gaten (12) voorzien voor de bevestigingsschroeven van meegeleverde (niet op de figuren voorgestelde) plaatjes waarmee de uitsparingen kunnen afgedekt worden als er op die plaats in de drager (6) geen verlichtingstoestel moet voorzien worden.
Op figuur 6 wordt in volgorde van boven naar onder een onderaanzicht van de volgende dragers (6) voorgesteld :
EMI14.1
- drager zonder voorzieningen voor de installatie van verlichtingstoestellen, een- een drager waarin vier elektrische kontaktelementen (13) voorzien zijn voor de elektrische aansluiting van een opbouw-straler (met plugsysteem), - de drager van figuur 5 (zie hoger), - een drager met enkel een rechthoekige opening (10) voor inbouwverlichtingstoestellen (bv. gasontladingslampen), - een drager met twee ronde openingen (11) voor inbouw-verlichtingstoestellen (bv. inbouwmodules voor gasontladingslampen) of opbouw-verlichtingstoestellen (bv. richtbare stralers), - een drager met een rechthoekige opening (10), tegenover dewelke bv.
inbouwmodules voor compactlampen kunnen opgesteld worden, de drager van figuur 4 (zie hoger).
<Desc/Clms Page number 15>
De verlichtingsinrichting bevat verder ook nog driehoekige hoekpanelen (14) - zie figuren 2 en 3 - die aan twee hoekvormende dragers (6) kunnen opgehangen worden om zieh in een horizontaal vlak in de hoek tussen deze dragers uit te strekken. In deze hoekpanelen (14) zijn ook openingen (15) voorzien. In deze openingen of tegenover deze openingen (15) langs de bovenzijde van het paneel (14) kunnen eveneens verlichtingstoestellen bevestigd worden. Deze hoekpanelen (14) zijn aan twee hoe1evormende zijden voorzien zijn van opstaande wanden (16) waarvan een bovenste rand haakvormig omgebogen is zodat de hoekpanelen (14) aan de bovenste rand van een flank (7) van een drager (6) kunnen vasthaken.
De verlichtingsinrichting omvat verder ook nog (zie figuur 7) een aantal tussenliggers (17) bestaande uit een balkvonnig hol element met open bovenzijde vervaardigd uit een plaatvormig materiaal (bij voorkeur staal). Aan de twee uiteinden heeft deze tussenligger (17) een haakvormig omgebogen lip (18) waarmee hij kan vasthaken op de bovenste rand van een flank van een drager (6) of een andere tussenligger (17).
Elk verbindingsstuk (1) is voorzien om met behulp van een kabeltje (19) opgehangen te worden aan een vaste constructie (24). Dit wordt op figuur 8 voorgesteld. Op de bodem (2) van het verbindingsstuk (1) is een bevestigingselement (20) voor een kabel (19) opgesteld. Deze kabel (19) wordt bijvoorbeeld door middel van een oogbout (21) aan een plafond (24) bevestigd. Ter hoogte van het verbindingsstuk (1) is op de kabel (19) een gekend klemsysteem (22) voorzien waarin de kabel (19) kan doorgeschoven worden en in verschillende posities kan ingeklemd worden (bv. door middel van door veren naar elkaar toe gedrukte kogels) om de gebruikte lengte van de kabel (19) te wijzigen. Op die manier kan de ophanghoogte van elk verbindingsstuk (1) geregeld worden.
<Desc/Clms Page number 16>
Op figuur 9 wordt een mogelijke verlichtingsinrichting volgens deze uitvinding in haar geheel in onderaanzicht voorgesteld. Men ziet hierop de verschillende dragers (6) die door middel van verbindingsstukken (1) met elkaar verbonden zijn, de in deze dragers (6) voorziene inbouw-verlichtingstoestellen (23), en de op de dragers geinstalleerde richtbare opbouw-verlichtingstoestellen (27).
De installatie van een dergelijke verlichtingsinrichting verloopt zeer gemakkelijk en vlot als men eerst de verbindingsstukken (1) op de juiste plaats aan het plafond (24) bevestigt, vervolgens de ophanghoogte van deze verbindingsstukken (1) regelt en daarna de dragers (6) met ingebouwde of opgebouwde verlichtingstoestellen en met de nodige elektrische apparatuur (25) en bekabeling (26) erin voorzien aan deze verbindingsstukken (1) koppelt. De bekabeling (26) van de verlichtingstoestellen (23), (27) van elke drager (6) wordt voorzien van stekkers (28) en meervoudige kontaktdozen zodat de elektrische stroomtoevoer naar elke drager (6) zeer eenvoudig en vlug vanaf een andere drager kan gebeuren, gewoon door een stekker van de ene drager in een stopkontakt van de andere drager te stoppen.
Op die manier kunnen alle dragers ook elektrisch met elkaar verbonden worden en kan ook het elektrisch gedeelte van de volledige verlichtingsinrichting zeer vlug uitgevoerd worden.
Een dergelijke verlichtingsinrichting is bijzonder snel en gemakkelijk installeerbaar, is stabiel en veilig, en is probleemloos omvormbaar tot een totaal verschillende inrichting.
<Desc / Clms Page number 1>
Support structure for a lighting device and method for its installation This invention relates to a support structure for one or more lighting devices, which comprises a number of supports and connecting pieces for these supports, and is provided for being fixed to a fixed construction.
This invention also relates to a lighting device which comprises a supporting structure fixed or attachable to a fixed structure, while the supporting structure comprises one or more lighting devices.
Finally, this invention also relates to a method for installing a support structure for one or more lighting devices comprising a number of carriers that can be connected by means of connecting pieces.
This invention relates in particular to a supporting structure for a lighting device consisting of elongated profiles in which or on which lighting devices can be mounted and which can be connected to each other by means of connecting pieces to form a unit which extends substantially in one and the same plane and which is provided to construction, such as for example to a roof or ceiling construction of a building.
Lighting installations with such bearing constructions are well known, but, as will appear from what follows, have a number of important disadvantages. A known embodiment of such an installation consists of hollow tubular profiles with closed walls around which openings are provided, and connecting elements which are provided for connecting two profiles to each other in an angular manner, according to a specific angle. Different connecting elements are available to accommodate different angles (eg 45, 90, 135)
<Desc / Clms Page number 2>
to shape. Lighting devices can be mounted in the profiles opposite the openings. The electrical lines are also provided in the profiles.
Proceed as follows when installing such a lighting device. After it has been determined at which places lighting devices must be placed and what course one wants to give to the profiles, the necessary profiles are provided, each profile having the required length and at the predetermined places lighting devices comprise, and also the necessary connecting pieces are provided, each with their required connection angle. The profiles are then connected to each other so that the desired construction is achieved. The construction is therefore actually tailor-made in function of the wishes of the user, of the properties of
EMI2.1
the space to be illuminated (o. the size and shape of the space), and of the layout of this space (which is o. for the position of the light sources).
The structure is then suspended from the ceiling at the desired height. By adjusting the suspension height at each suspension point, it is ensured that the structure extends in a horizontal plane. This regulation is done by means of a clamping system with which the used length of the suspension cable can be adjusted. This clamping system is located at the height of the upper suspension point (at the level of the fixed structure). Finally, the electrical connections are made.
Such lighting devices are well known and are used, inter alia, in offices and retail spaces (inter alia in showrooms) to obtain local lighting, for example for lighting devices on a number of work tables in an office space or on a series of products offered for sale and / or a counter in a store. However, these existing devices have the following major disadvantages.
<Desc / Clms Page number 3>
A first disadvantage is that each device is tailor-made and can only be set up according to a specific configuration. This is mainly because each connecting piece is only provided for the connection of two profiles which form a specific angle with respect to each other. The different profiles also often have different lengths. The wiring provided in the profiles is also not provided for installing additional lighting devices.
The existing layout can therefore not be adjusted or expanded. However, when redesigning or extending one room or when moving to another room, the existing configuration is often no longer suitable and the need arises to change or expand it. This is therefore not possible with the existing devices.
When these known devices are installed, the structure must be assembled in whole or in part before hanging on the ceiling structure. The suspension is done by means of cables that are attached to a ceiling structure on the one hand and to a profile on the other. Due to the weight of the construction, hanging is a rather difficult and time-consuming job that requires several people to work together. In order for the structure to hang perfectly horizontally at the correct height, the suspension height must be adjusted at every suspension point. This regulation is also difficult and time-consuming due to the weight of the construction. In the case of existing installations, this regulation must moreover take place at the level of the fixed structure, which makes the work even more difficult because often a relatively large height has to be used.
It is a first object of this invention to provide a support structure for one or more lighting devices, which comprises a number of supports and connecting pieces for these supports and is provided for being fixed to a fixed construction, the installation of which can be carried out more easily and quickly. then at the existing establishments.
<Desc / Clms Page number 4>
This object is achieved according to the present invention by providing such a supporting structure, the connecting pieces of which are provided to be fixed to the fixed structure, the carriers and the connecting pieces of which are designed such that the supporting structure can be assembled while the connecting pieces are fixed to the fixed construction and of which each connecting piece is provided with a fixing means with which it can be fixed to the fixed construction and with which its fixing height can be adjusted.
An additional object of the present invention is to provide a method for attaching to a fixed structure a supporting structure for one or more lighting devices comprising a number of carriers which can be connected by means of connecting pieces, which is simpler and faster to implement than the known installation means. method.
This second object is achieved according to this invention by first attaching the connecting pieces to the fixed structure when applying such a method and only then realizing the connection between the carriers and the connecting pieces, and by connecting electrical connecting elements such as plugs and / or to provide multiple sockets, from which the power supply to other parts of the lighting device can be realized.
After determining the fixing points, all connecting pieces are each individually attached to the fixed structure (e.g. a ceiling structure of a building). These relatively light parts are very easy to handle, so that their fixing and the adjustment of the correct fixing height can be carried out very easily and quickly by a person. A laser measuring device can be used to check whether all connecting pieces are mounted at the same height. Once all the connecting pieces have been attached to the fixed structure at the correct height, one only needs to connect the supports to these connecting pieces to obtain a perfectly horizontally suspended support structure.
If the connection pieces and the supports are executed in such a way that they get my hand
<Desc / Clms Page number 5>
can be connected to each other, after attaching the connecting pieces, no tools are needed to complete the installation.
Naturally, all the advantages of this method can also be found in the supporting structure according to the present invention which can be installed according to such a method and in the lighting installation according to the present invention which comprises such a supporting structure.
The supporting structure according to the present invention is preferably designed in such a way that only the connecting pieces are provided for being attached to the fixed structure.
In a preferred embodiment, the support structure furthermore also comprises a number of control elements for controlling the mounting height of respective connecting pieces, wherein each control element can be provided such that it is substantially at the level of the connecting piece when this connecting piece is attached to the fixed construction. This embodiment makes it possible to carry out the controls at a lower height. This makes work easier and safer.
Another object of this invention is to provide a support structure according to the present invention which can also be converted into several different configurations in a relatively simple manner.
This object is achieved if the support structure comprises at least one connecting piece which is provided for connecting two supports, optionally, to each other at a first or a second angle. This makes it possible to assemble a support structure with a completely different configuration with the same supports and connecting pieces. This allows the support structure to be redesigned or expanded
<Desc / Clms Page number 6>
a room to be illuminated or when moving to another room be adapted to the changed circumstances.
The connecting piece is then preferably provided to connect at least three carriers with each other such that they extend in different directions respectively.
In a preferred embodiment the connecting piece has three or more mutually connecting side surfaces, which are provided with means for coupling said connecting piece to a support of the support structure. Such a connecting piece can be manufactured with simple materials and means and can very well be integrated into a construction.
If the connecting pieces are provided with hook-in openings and the carriers are provided with hook-in bodies which fit into these hook-in openings, the connection of supports and connecting pieces is made particularly simple.
Moreover, by designing the carriers and the connecting pieces in such a way that they can be coupled together without tools, the special advantage is that after the attachment of the connecting pieces to the fixed construction, no tools are needed anymore for installing the load-bearing structure.
Yet another object of this invention is to provide a support structure that makes it possible to add, remove or replace lighting devices without any problem with lighting devices of the same or a different type and which is therefore generally very flexible .
To achieve this aim, the support structure according to the present invention comprises at least one support which can be coupled to two different supports of the support structure, running between these supports. This allows the support structure to fit any
<Desc / Clms Page number 7>
desired location. An existing lighting device can therefore be adapted to changed wishes or circumstances by adding (or removing) a support (in which or on which lighting devices are provided) between two existing supports of the support structure.
The support structure can also comprise at least one support that is designed as a panel-shaped corner element that can be coupled to two corner-forming supports of the support structure so that the corner element extends substantially in an angle zone formed between said supports. Such a support (provided with one or more lighting devices) can be added in any corner of the support structure without any problem and can be removed again. The support structure can also be expanded by first coupling an additional carrier between two existing carriers and then adding a panel-shaped corner element in the corners between the existing carriers and the additional carrier.
It is also particularly advantageous if one or more carriers provide one or more recesses for the installation of a lighting device. The installation of the luminaires then requires very little work.
In a very preferred embodiment of a bearing construction according to the present invention, the lighting devices are already mounted in or on these carriers prior to the installation of the carriers.
The supporting structure furthermore preferably also comprises a number of cover plates to cover the recesses in carriers that are not used for lighting devices. This allows the user to remove lighting devices from these carriers as desired and to cover the exposed openings with cover plates to preserve the aesthetic aspect of the supporting structure.
<Desc / Clms Page number 8>
If the supports are essentially channel-shaped, the wires and cables and electrical aids for installation can be hidden therein. Everything is preferably provided in advance in these carriers so that the installation on site can proceed very smoothly.
Cables and provisions for purposes other than the lighting device can also be included in these carriers, such as for telecommunications, computers, fire detection, intrusion detection and more.
Yet another object is to realize a support structure according to the present invention, the supports and connecting pieces of which can be connected to each other in a very reliable manner, so that a support structure can be assembled that is stable and safe.
This object is achieved if each hooking body comprises a base part with a base height and a connecting end part with a larger end height, while each hooking opening has at least the said end height and comprises a wider part whose height is smaller than this end height and at least said base height, so that the hook-in body can be brought into a hooked-in position where the end part hooks past the opening behind a wall of the connecting piece while the base part is in the wider part of the opening, thereby preventing an upward hooking movement of the hook-in body. As a result, a carrier cannot drop out due to an accidental upward pressure.
The carriers and connecting pieces are preferably embodied such that for at least one hook-in body per carrier it holds that this hook-in body can only be introduced into the hook-in opening after a deformation of a part of the carrier and / or of the hook-in body itself, and that the base part of the hook hook-in body under the influence of the return force of the deformed part in the wider part of the hook-in opening is brought into a position in which its upward movement through a widening edge of the hook-in opening is prevented.
<Desc / Clms Page number 9>
With such a support structure, the connections are extremely reliable and safe.
A lighting device comprising a support structure fixed or attachable to a fixed structure and comprising one or more lighting devices, while this device comprises a support structure according to the present invention, naturally also falls within the scope of this invention.
This lighting device therefore comprises at least one carrier which comprises one or more lighting devices and means for supplying electric current to these lighting devices (preferably these devices and means are already provided in this carrier for the installation of the device), and an electrical connection element from which the power supply to other parts of the device can be realized.
Installing the lighting devices in advance offers the advantage that the built-in devices can be made easier. For example, no frames and / or no clamping system must be provided for these devices. This can save on material and on installation costs.
Due to the electrical connection element, the lighting device can be expanded or changed without modification of the cabling already present in the carriers. When adding a carrier with a number of lighting devices, it is sufficient to connect a power cable from the additional carrier to the connecting element in a neighboring carrier to also arrange the extension from an electrical point of view.
For this purpose, a multiple socket and a plug are provided in each carrier.
<Desc / Clms Page number 10>
As already indicated above, this invention also comprises a method for installing a support structure for one or more lighting devices comprising a number of carriers that can be connected by means of connecting pieces, wherein according to this invention the connecting pieces are first attached to the fixed construction and thereafter the connection between the carriers and the connecting pieces is realized, and electrical connections, such as multiple sockets, are provided in the carriers, from which the power supply to other parts of the lighting device can be realized.
The advantages of such a method mainly relate to the ease and speed with which the installation can be carried out, and thus the possibility of saving on installation costs. However, these and other advantages are already sufficiently addressed in the foregoing.
The method is preferably applied in such a way that the installation of the lighting devices in or on the supports and the provision of electrical cabling in the supports is carried out before these supports are mutually connected by means of the connecting pieces fixed to the fixed construction.
In order to further clarify the features of this invention and to indicate additional advantages and details thereof, a more detailed description of a lighting device according to the present invention now follows. It is, however, clear that nothing in the following description can be interpreted as a limitation of the protection claimed in the claims for this invention.
In this description reference is made by reference numerals to the accompanying drawings, of which
<Desc / Clms Page number 11>
Figure 1 is a perspective view of a corner portion of a lighting device according to the present invention, formed by two supports which are angularly connected to each other by means of a connecting piece; figures 2 and 3 represent two different corner sections of the lighting device in perspective, each provided with a triangular corner panel; figures 4 and 5 represent two different profiles of a lighting device according to the present invention in perspective; Figure 6 represents a bottom view of seven different profiles of a lighting device according to the present invention; Figure 7 represents in perspective a girder of a lighting device according to the present invention;
Figure 8 represents a cross-section of a connecting piece suspended from a ceiling structure; and figure 9 represents a bottom view of a complete lighting device according to the present invention.
A possible embodiment of a lighting device according to the present invention comprises a number of connecting pieces (1) manufactured from plate-shaped material, preferably steel, the characteristics of which are described most clearly in Figures 1 and 8. They have a square or rectangular flat base (2) and four identical, vertical flat side walls (3), which connect to each other on the respective sides of this base (2) and in the corners. These side walls (3) have a U-shaped recess centrally from their upper edge.
<Desc / Clms Page number 12>
In each wall (3) two sets of two slit-shaped hook-in openings (4), (5) arranged vertically above one another are provided symmetrically next to each other.
The upper hook-in opening (4) of each set has a lower portion (4b) with a greater width than the upper portion (4a). The widening of the opening (4) is essentially one-sided so that the lower part (4b) protrudes laterally beyond the narrower upper part (4a) of the hook-in opening (4).
EMI12.1
The supports (6) which can be connected to this connecting piece (1) are channel-shaped, also made from plate-shaped material (preferably steel), elongated profiles with a substantially U-shaped cross-section. They comprise a flat bottom (7) and two almost vertical flanks (8) connecting to the parallel edges thereof. For example, the carriers (6) are only provided in two versions with different lengths (e.g. 1, 5 m and 2, 5 m).
At the vertical end edges, each flank (8) has two hook-in bodies (9) which are spaced one above the other. These hook-in bodies (9) form part of the flanks (8) and have the same thickness. They have a base portion (9a) that merges into an end portion (9b) with a greater height than the base portion (9a) so that the whole is T-shaped and the end portion (9b) thus protrudes both above and below the base portion (9a).
The hook-in openings (4), (5) of the connecting pieces (1) have a height that is greater than the height of the end portion (9b) of the hook-in bodies (9). The lower portion (4b) of the upper hook-in opening (4) of each set (4), (5) has a height that is smaller than the height of these end portions (9b), but larger than the height of the base portions (9a) ) of the hook-in bodies (9), so that the base part (9a) of each upper hook-in body (9) can be placed in the wider lower part (4b) of an upper hook-in opening (4).
<Desc / Clms Page number 13>
The location of the four hook-in openings (4), (5) on each side wall (3) is such that the four hook-in bodies (9) which are provided at the end with a support (6) opposite a respective hook-in opening (4), (5) ) can be brought. In order to bring the upper hook-in bodies (9) in front of a respective hook-in opening (4), the flanks (8) of this carrier (6) have to be slightly bent towards each other by hand. The end portion (9b) of the hooking bodies (9) is passed through the hooking opening (4) until it can hook past the opening (4) behind the side wall (3) of the connecting piece (1).
The two upper hook-in bodies (9), whose base sections (9a) are then located in the lower sections (4b) of the two upper hook-in openings (4) are pushed away from each other when the flanks are released, by the recoil force, and the base sections (9a) thus end up in the laterally projecting part of the wider lower part (4b) of their respective hook-in openings (4). These basic portions (9a) hereby come to sit under the broadening edge (4c) of the hook-in opening (4) which extends almost horizontally, so that an upward withdrawal movement is prevented.
To loosen this connection, the flanks (8) must be pushed together again until the base sections (9a) of the upper hook-in bodies (9) are no longer under the widening edge (9c), the carrier (6) must then be moved up to hook off the end portion (9b) of the hook-in body (9) and bring it opposite the opening (4) and then be moved horizontally to bring the end portion (9b) through the opening (4). This connection between connection pieces and profiles is therefore very stable and safe.
The U-shaped recesses in the side walls (3) of the connecting pieces (1) to which no supports (6) are connected can be covered with the aid of plates not shown in the drawings.
<Desc / Clms Page number 14>
Figures 4,5 and 6 show a number of different carriers (6) for a lighting device according to the present invention. The carrier (6) shown in Figure 4 has four rectangular recesses (10) in the bottom (7). Opposite these openings (10), recessed luminaires can be installed in the support (6), such as recessed modules for fluorescent lamps (eg TLD / T5).
The carrier according to Figure 5 has a rectangular opening (10) in the bottom (7) and a round opening (11) on either side thereof. Opposite these round openings (11), for example, built-in modules for gas discharge lamps can be mounted in the carrier (6), or a surface-mounted lighting device (for example a directional radiator) can also be arranged on the carrier (6). Holes (12) are provided on either side of each opening (10), (11) for the fixing screws of supplied plates (not shown in the figures) with which the recesses can be covered if there is no lighting device at that location in the carrier (6) must be provided.
Figure 6 shows a bottom view of the following carriers (6) in order from top to bottom:
EMI14.1
- carrier without provisions for the installation of lighting appliances, a carrier in which four electrical contact elements (13) are provided for the electrical connection of a surface-mounted radiator (with plug system), - the carrier of figure 5 (see above), - a carrier with only a rectangular opening (10) for recessed lighting devices (eg gas discharge lamps), - a carrier with two round openings (11) for built-in lighting devices (eg built-in modules for gas discharge lamps) or surface-mounted lighting devices (eg directional spotlights), - a carrier with a rectangular opening (10), opposite which, e.g.
Built-in modules for compact lamps can be installed, the carrier of figure 4 (see above).
<Desc / Clms Page number 15>
The lighting device also furthermore comprises triangular corner panels (14) - see Figures 2 and 3 - which can be suspended from two corner-forming supports (6) in order to extend in a horizontal plane in the corner between these supports. Openings (15) are also provided in these corner panels (14). Lighting devices can also be mounted in these openings or opposite these openings (15) along the top of the panel (14). These corner panels (14) are provided with upright walls (16) on two forming sides, an upper edge of which is hooked bent so that the corner panels (14) can hook onto the upper edge of a flank (7) of a support (6).
The lighting device also further comprises (see Figure 7) a number of intermediate beams (17) consisting of a beam-shaped hollow element with an open top made of a plate-shaped material (preferably steel). At its two ends, this intermediate beam (17) has a hook-shaped bent lip (18) with which it can hook onto the upper edge of a flank of a support (6) or another intermediate beam (17).
Each connecting piece (1) is provided for being suspended from a fixed structure (24) by means of a cable (19). This is shown in Figure 8. A fastening element (20) for a cable (19) is arranged on the bottom (2) of the connecting piece (1). This cable (19) is, for example, attached to a ceiling (24) by means of an eye bolt (21). At the level of the connecting piece (1), a known clamping system (22) is provided on the cable (19), into which the cable (19) can be pushed through and clamped in different positions (e.g. by means of springs being pressed towards each other) balls) to change the cable length (19) used. In this way the suspension height of each connecting piece (1) can be adjusted.
<Desc / Clms Page number 16>
Figure 9 shows a possible lighting device according to the present invention as a whole in bottom view. This shows the different supports (6) which are connected to each other by means of connecting pieces (1), the built-in lighting devices (23) provided in these supports (6), and the directional surface-mounted lighting devices (27) installed on the supports. .
The installation of such a lighting device is very easy and smooth if you first attach the connecting pieces (1) to the ceiling (24) in the right place, then adjust the suspension height of these connecting pieces (1) and then the supports (6) with built-in or mounts mounted lighting devices and with the necessary electrical equipment (25) and cabling (26) provided to these connecting pieces (1). The cabling (26) of the lighting devices (23), (27) of each carrier (6) is provided with plugs (28) and multiple sockets so that the electrical power supply to each carrier (6) can be very easily and quickly from another carrier simply by plugging a plug from one carrier into a socket of the other carrier.
In this way, all carriers can also be electrically connected to each other and the electrical part of the complete lighting device can also be made very quickly.
Such a lighting device is particularly quick and easy to install, is stable and safe, and can be easily transformed into a completely different device.