<Desc/Clms Page number 1>
Zak en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke zak. De huidige uitvinding heeft betrekking op een zak, alsmede op een werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke zak.
Meer speciaal heeft zij betrekking op een zak die minstens één venster vertoont, met andere woorden een transparant gedeelte dat toelaat dat een in de zak aangebracht product van buitenuit zichtbaar is.
Men kent reeds zakken, meer speciaal broodzakken, die voorzien zijn van zulk venster.
Deze bekende zakken bestaan uit een enkele papieren wand en een venster dat gevormd is uit een plaatselijk in de wand van de zak aangebracht gedeelte uit kunststof.
De sterkte van dergelijke zakken is beperkt, met als gevolg dat zulke zakken niet geschikt zijn voor vullingen die een druk aan de binnenzijde van de zak uitoefenen, zoals losse poeder-of korrelvormige producten. Dit heeft eveneens tot gevolg dat dergelijke bekende zakken niet geschikt zijn voor grotere verpakkingsvolumes, van bijvoorbeeld een paar liter tot verscheidene tientallen liters.
In het geval van grotere zakken, is het bekend om een zak volledig in kunststof uit te voeren, waardoor het product goed zichtbaar is.
Het nadeel van dergelijke zakken is echter dat zij milieu-onvriendelijk zijn, dat zij moeilijk te bedrukken zijn, dat de opdruk moeilijk leesbaar is en dat zij niet geschikt zijn voor producten die niet volledig van de omgevingslucht mogen worden afgesloten.
<Desc/Clms Page number 2>
Om aan een aantal van deze nadelen te verhelpen, is het bekend om rond de kunststofzak een tweede wand uit papier aan te brengen, die echter de omtrek van de zak niet volledig omgeeft, zodanig dat een gedeelte van de kunststofzak zichtbaar blijft, waarbij dit gedeelte dan als een venster fungeert. Hierdoor wordt het voordeel verkregen dat de zakken gemakkelijker te bedrukken zijn en de opdruk beter leesbaar kan worden gemaakt.
De andere voornoemde nadelen, met name de milieu-onvriendelijke aspecten en het feit dat een volledige afsluiting van de omgevingslucht bestaat, zijn echter niet opgelost.
De huidige uitvinding beoogt in het algemeen een nieuwsoortige en verbeterde zak, en meer speciaal een zak waarbij alle voornoemde nadelen worden uitgesloten.
De uitvinding heeft dan ook betrekking op een zak, die daardoor gekenmerkt is dat hij een wand vertoont die uit minstens twee lagen papier bestaat en dat in deze wand minstens één venster aanwezig is dat toelaat dat een in de zak aangebracht product zichtbaar is, waarbij dit venster gevormd is uit een plaatselijk aangebracht transparant gedeelte, bij voorkeur uit kunststof, en waarbij minstens de beide lagen papier rechtstreeks of onrechtstreeks met het transparant gedeelte verbonden zijn.
Doordat het venster bestaat uit een plaatselijk aangebracht transparant gedeelte wordt het gebruik van kunststof of dergelijke beperkt gehouden, waardoor een milieuvriendelijk product wordt verkregen.
Doordat bovendien gebruik wordt gemaakt van een papieren wand die bestaat uit minstens twee lagen, gecombineerd met het feit dat beide lagen rechtstreeks of onrechtstreeks met
<Desc/Clms Page number 3>
een transparant gedeelte verbonden zijn, ontstaat een bijzonder stevige zak die tevens geschikt is om losse poeder- of korrelvormige producten te transporteren.
Bij voorkeur bestaat het transparant gedeelte uit een band, meer speciaal een zich continu in de hoogte van de zak uitstrekkende band. Zulk venster in de vorm van een band biedt het voordeel dat bij het gebruik van de zak een groot gedeelte van de inhoud zichtbaar is.
Het lichaam van de zak is bij voorkeur uit een buisvormig gedeelte vervaardigd, dat verkregen is door de betreffende lagen papier buisvormig toe te vouwen, met hun randen tot op een afstand van elkaar ; en door tussen de randen van de papieren lagen een verdere omsluiting te realiseren door middel van de voornoemde band.
Het voordeel van deze techniek bestaat erin dat zulke zak gemakkelijk in een continu proces kan worden verwezenlijkt aan een hoog productietempo en dat de te realiseren verbindingen aan de omtrek van de zak beperkt blijven tot de verbindingen tussen de lagen papier en de kunststofband.
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat het transparant gedeelte uit precies een vel kunststof, waardoor het venster goed doorzichtbaar blijft.
Dit sluit echter niet uit dat volgens een variante van de uitvinding ook gebruik kan worden gemaakt van een transparant gedeelte dat uit twee of meer vellen kunststof is opgebouwd.
Deze laatste uitvoeringsvorm is echter minder voordelig dan deze waarin slechts een vel kunststof wordt aangewend, aangezien er product tussen de verschillende vellen
<Desc/Clms Page number 4>
kunststof kan dringen ; de vensters zieh ten opzichte van elkaar kunnen verplaatsen ; en het productieproces ingewikkeld is.
Bij voorkeur is het transparant gedeelte tegen de binnenzijde van de papieren wand bevestigd, waardoor een goede afwerking kan worden gegarandeerd. De rand van het relatief dikke kunststof bevindt zieh dan aan de binnenzijde van de zak, waar deze weinig storend is.
De bevestiging tussen de papieren lagen en het gedeelte uit kunststof bestaat bij voorkeur uit een aanhechting door middel van lijm, meer speciaal zogenaamde "hot melt" lijm, of met andere woorden lijm die bij verhoogde temperatuur smelt.
In het geval dat verschillende lagen papier aan eenzelfde vel kunststof bevestigd zijn, zijn deze lagen papier bij voorkeur met hun randen opeenvolgend overlappend aan het transparant gedeelte bevestigd.
De uitvinding kan worden toegepast voor allerhande soorten papierzakken, doch leent zieh vooral voor zakken die voorzien zijn van een blokbodem, alsook voor zogenaamde ventielzakken. Deze laatste zijn zakken die vooraf reeds afgesloten zijn, doch een toevoeropening met een ventiel bevatten via dewelke producten in de zak kunnen worden gebracht.
Dit sluit echter niet uit dat de uitvinding ook kan worden toegepast in andere zakken, bijvoorbeeld zakken die geen blokbodem bevatten, die eenvoudig uit een buisvormig lichaam bestaan dat aan de onderzijde is toegemaakt, bijvoorbeeld door middel van een genaaide zoom.
<Desc/Clms Page number 5>
De meerlagige papieren wand bestaat bij voorkeur uit een poreuze papiersoort, waardoor de zak voor een groot aantal toepassingen in de voedingssector en chemische sector kan worden aangewend, bijvoorbeeld voor het transport van bloem, gips, enzovoort.
Ook kunnen verluchtingsperforaties, al dan niet additioneel aan het gebruik van poreus papier worden voorzien.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het op economische wijze vervaardigen van een dergelijke zak.
Hiertoe bestaat deze werkwijze in het aanvoeren van een continue band uit transparant materiaal, bij voorkeur kunststof, bedoeld om het transparant gedeelte te vormen ; het aanvoeren van minstens twee lagen papier, waarvan één laag breder is dan de andere laag ; het buisvormig vouwen of buigen van de lagen papier tot zij beiden met hun randen op de band uit transparant materiaal terechtkomen ; het vooraleer de lagen papier met hun randen op de band uit kunststof terechtkomen, aanbrengen van lijm op de kunststofband ; het vormen van bepaalde lengten uit de aldus verkregen buisvormige band ; en het aan minstens een uiteinde afdichten van de verkregen gedeelte, teneinde een bodem of dergelijke te vormen.
Zoals reeds vermeld, wordt voor de lijm bij voorkeur zoge- naamde"hol melt"lijm gebruikt en wordt deze onmiddellijk voordat het papier op de band uit transparant materiaal terechtkomt op de band gedeponeerd.
Dergelijke lijm biedt het voordeel dat hij in verwarmde toestand zeer vloeibaar is, waardoor enerzijds, een goede indringing van de lijm in het oppervlak van het papier
<Desc/Clms Page number 6>
wordt verkregen, en, anderzijds, deze lijm ook zeer goed aanhecht aan de kunststof.
Het is duidelijk dat de band uit transparant materiaal niet noodzakelijk over zijn volledig oppervlak transparant moet zijn.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in perspectief een zak volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een geschematiseerde doorsnede weergeeft volgens lijn 11-11 in figuur 1 ; figuur 3 op een grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 2 met F3 is aangeduid ; figuur 4 de zak uit figuur 1 in platgevouwen toestand weergeeft ; figuur 5 in perspectief een variante weergeeft ; figuren 6 tot 8 een aantal varianten weergeven van het gedeelte dat in figuur 3 met F6 is aangeduid ; figuur 9 schematisch de werkwijze volgens de uitvinding weergeeft.
De in de figuren 1 tot 4 weergegeven zak 1 van de uitvinding vertoont een wand 2 die bestaat uit twee lagen papier 3-4, waarbij in deze wand 2 een venster 5 aanwezig is dat toelaat dat een in de zak 1 aangebracht product zichtbaar is. Volgens de uitvinding is dit venster 5 gevormd uit een plaatselijk aangebracht transparant gedeelte 6 uit
<Desc/Clms Page number 7>
kunststof en zijn de beide lagen papier 3-4 met het gedeelte 6 verbonden.
Het transparant gedeelte 6 is in het voorbeeld van figuren 1 tot 4 gevormd uit precies één vel 7, in dit geval een vel kunststof, in de vorm van een band die zieh continu in de hoogte van de zak 1 uitstrekt.
De zak 1 vertoont een buisvormig lichaam 8. De lagen papier 3-4 zijn hiertoe buisvormig toegeplooid, evenwel zodanig dat de randen 9 en 10 van de laag 3 zieh op een afstand van elkaar bevinden en tevens de randen 11 en 12 van de laag 4 op een afstand van elkaar zijn gelegen, waarbij deze afstanden worden overbrugd door het voornoemde gedeelte 6.
Het transparant gedeelte 6 is tegen de binnenzijde van de papieren wand 2, meer speciaal tegen ieder van de binnenzijden van de lagen papier 3 en 4 bevestigd.
Hiertoe zijn de lagen papier 3-4 respectievelijk met hun randen 9-10 en 11-12 opeenvolgend overlappend aan het transparant gedeelte 6 bevestigd. Hiermede wordt bedoeld dat de laag papier 3 met haar randen 9 en 10 telkens over een afstand A overlappend aan het gedeelte 6 is aangebracht, terwijl de laag papier 4 telkens met haar randen 11 en 12 over een afstand B overlappend aan het gedeelte 6 is aangebracht die groter is dan de afstand A.
Voor de bevestiging tussen de lagen papier 3-4 en het gedeelte 6 wordt gebruik gemaakt van aanhechtingen door middel van lijm, in dit geval van lijmstroken 13 en 14 tussen de randen 9 en 10 van de laag papier 3 en het transparant gedeelte 6, alsmede lijmstroken 15 en 16 tussen
<Desc/Clms Page number 8>
de randen 11 en 12 van de laag papier 4 en het transparant gedeelte 6.
Zodoende worden aanhechtingen verkregen die zich naast elkaar bevinden, waardoor een rechtstreekse verbinding wordt verkregen tussen zowel de laag 3 en het vel 7, als de laag 4 en het vel 7.
Opgemerkt wordt dat de aanhechtingen niet noodzakelijk uit afzonderlijke lijmstroken hoeven te worden gevormd. Zo bijvoorbeeld zou in de plaats van de afzonderlijke lijmstroken 13 en 15 ook één brede lijmstrook kunnen worden aangewend, zoals aangeduid in figuur 2 met de afstand D.
Hetzelfde geldt voor de lijmstroken 14 en 16.
De voornoemde lijmstroken 13 tot 16 bestaan bij voorkeur, zoals reeds vermeld, uit zogenaamde "hot melt" lijm.
Praktisch zullen deze lijmstroken 13 tot 16 bestaan uit continu doorlopende stroken lijm, doch het gebruik van discontinue stroken is voor bepaalde toepassingen niet uitgesloten.
In de uitvoering van figuren 1 en 4 is de zak 1 bovenaan open en onderaan voorzien van een zogenaamde blokbodem 17.
Het is echter duidelijk dat de uitvinding ook kan worden toegepast in andere soorten zakken.
Figuur 5 geeft bijvoorbeeld een zak 1 volgens de uitvinding weer, die is uitgevoerd als een zogenaamde ventielzak. Deze zak 1 is zowel aan de bovenzijde als de onderzijde dichtgemaakt, met uitzondering van een plaatselijke doorgang 18 via dewelke de zak -1, bijvoorbeeld met behulp van een mondstuk 19 kan worden gevuld, waarbij in deze doorgang 18
<Desc/Clms Page number 9>
een op zichzelf bekend ventiel, in de vorm van een terugslagklep, is aangebracht.
In de zak 1 van figuur 5 zijn extra verluchtingsperforaties 20 aangebracht die niet alleen een beluchting van het in de zak 1 aangebracht product toelaten, doch tevens er voor zorgen dat bij het vullen van de zak 1 de hierin aanwezige lucht gemakkelijk kan ontsnappen.
Alhoewel het venster 5 bij voorkeur wordt gerealiseerd zoals weergegeven in figuren 2 en 3, is het volgens de uitvinding niet uitgesloten om dit venster 5 op een aantal andere wijzen te verwezenlijken. Een aantal varianten zijn in de figuren 6 tot 8 afgebeeld.
In figuur 6 is de laag papier 3 rechtstreeks op het vel 7 bevestigd door middel van lijmstroken 13 en 14 en is de laag papier 4 onrechtstreeks met het vel 7 verbonden, doordat deze laag 4 via de lijmstroken 15 en 16 op de randen 9 en 10 van de onderliggende laag papier 3 is vastgehecht.
Figuur 7 toont een variante waarbij het vel 7 tussen de beide lagen papier 3 en 4 is bevestigd.
Figuur 8 toont een uitvoering waarbij het transparant gedeelte 6 is samengesteld uit twee vellen kunststof 7A en 7B. De lagen papier 3 en 4 zijn beiden met het gedeelte 6 verbonden, doch ieder afzonderlijk met één van de vellen kunststof, respectievelijk 7A en 7B. Volgens een verdere, niet weergegeven variante, kunnen ook nog verbindingen worden voorzien tussen de aldan verkregen binnenzak en buitenzak, al dan niet ter plaatse van de randen 9-10-11-12.
<Desc/Clms Page number 10>
opgemerkt wordt dat in de voornoemde uitvoeringsvormen in plaats van twee lagen papier 3-4 ook meer dan twee lagen kunnen worden voorzien.
Figuur 9 geeft schematisch een werkwijze weer voor het continu verwezenlijken van een buisvormig lichaam 8 dat voorzien is van een transparant gedeelte 6 dat op de wijze zoals weergegeven in figuur 2 in het lichaam 8 is bevestigd.
In dit proces worden de lagen papier 3 en 4, in de vorm van continue papierstroken aangevoerd. Hierbij vertoont de laag 4 een grotere breedte dan de laag 3. De toevoer kan gebeuren vanaf niet weergegeven rollen. Het verschil in breedte kan worden verkregen door rollen van verschillende breedte toe te passen of door de lagen 3 en 4 plaatselijk op de gewenste breedten af te snijden.
Ook het vel 7 wordt in de vorm van een continue band aangevoerd.
De lagen 3 en 4 en het vel 7 worden in dezelfde richting geleid en de lagen papier 3 en 4 worden, zoals schematisch aangeduid met referentie 21, omgevouwen en/of omgebogen tot zij beiden met hun randen 9-10-11-12 op het vel 7 terechtkomen, een en ander zodanig dat een overlapping ontstaat zoals afgebeeld in figuur 2.
Vooraleer de lagen papier 3-4 met hun randen 9-10-11-12 op het vel 7 terechtkomen, worden lijmstroken 13-14-15-16 op het vel 7 gedeponeerd, zodanig dat na het samenvoegen de gewenste aanhechting wordt verkregen.
De lijmstroken 13-14-15-16 worden bij voorkeur gevormd door middel van "hot melt" lijm die onmiddellijk voordat de
<Desc/Clms Page number 11>
lagen papier 3-4 op het vel kunststof 7 terechtkomen, op dit laatste worden gedeponeerd door middel van toevoermondstukken 22 tot 25. Door de relatief korte afstand die bestaat tussen de plaats waar de lijm wordt gedeponeerd en de plaats waar de lagen papier 3-4 op het vel 7 terechtkomen, wordt verhinderd dat de lijm te veel uitdroogt alvorens de te lijmen lagen worden samengedrukt.
Uiteindelijk ontstaat een buisvormige band 26. Met buisvormig wordt bedoeld dat een structuur wordt verkregen die in dwarsdoorsnede een gesloten kring vormt. Het is evenwel duidelijk dat deze structuur normalerwijze in de fabricagewerkwijze platgedrukt is, aldus de vorm van een platgedrukte buis vertoont.
Het is duidelijk dat bij het samendrukken en het vormen van de band 26 nog andere vouwprocessen kunnen worden gebruikt.
Om dan de zakken 1 te vormen, worden van de band 26 gedeelten van bepaalde lengte afgesneden, die vervolgens aan de boven-en/of onderzijde worden afgedicht om een bodem of dergelijk te vormen.
Opgemerkt wordt dat met de term"transparant"zowel volledige als gedeeltelijke doorzichtigheid wordt bedoeld.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke zak en de voornoemde werkwijze kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.