<Desc/Clms Page number 1>
Werkwijze voor het behandelen van radiatoren en hulpstukken die toelaten om deze werkwijze te realiseren.
Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het behandelen van radiatoren, meer speciaal radiatoren van het type dat voorzien is van aansluitstukken met openingen waarin inwendige schroefdraad is aangebracht, alsmede op hulpstukken die toelaten om deze werkwijze te realiseren.
Het is bekend dat radiatoren bij hun fabricage worden getest op dichtheid, door middel van een dompeltest in water, waarbij de radiatoren onder druk worden gezet.
Na de dompeltest worden de radiatoren voorzien van één of meer verflagen of dergelijke. Doorgaans worden de radiatoren tweemaal met verf behandeld, waarbij het eerste proces bestaat in elektrostatisch natlakken door middel van een dompelproces, en het tweede proces bestaat uit poederlakken.
Het is eveneens bekend dat bij het behandelen, onder andere tijdens het testen op dichtheid en tijdens het aanbrengen van de verflagen, stoppen, uit kunststof of metaal, in de openingen van de aansluitstukken worden geschroefd. Deze stoppen, ook draadstoppen genoemd, hebben verschillende functies.
Een eerste functie bestaat in het afdichten tijdens de lektest. Belangrijk hierbij is dat een goede afdichting wordt gerealiseerd, zodanig dat geen of nagenoeg geen lucht uit de radiator ontsnapt, zodat luchtbellen afkomstig van slechte lassen of dergelijke te allen tijde herkenbaar blijven.
<Desc/Clms Page number 2>
Een tweede functie bestaat in het afsluiten van de aansluitstukken tijdens het dompelen bij het natlakken, dit om te verhinderen dat de natte lak in de radiator komt. Ook in dit geval is een goede afdichting vereist. Aangezien dergelijke radiatoren gedroogd worden in een oven, kan natte lak in de radiator immers leiden tot stoomvorming.
Wanneer stoom tijdens het navolgend poederlakken ontsnapt via een onvoldoend afsluitende draadstop kan dit een plaatselijke verkleuring geven en een opschuimen van de poederlak.
Een goede dichting wordt verkregen door er voor te zorgen dat zulke draadstop niet alleen in de betreffende opening wordt geschroefd, doch er tevens voor te zorgen dat de draadstop kan worden aangespannen.
In de bekende uitvoering is de draadstop hiertoe voorzien van een kraag die met de kopse buitenzijde van het betreffende aansluitstuk samenwerkt, en wordt de draadstop met deze kraag tegen de voornoemde kopse buitenzijde aangespannen. Deze techniek heeft als nadeel dat het oppervlak dat onder de kraag ligt niet gelakt wordt.
Hierdoor krijgt men het effect dat de radiator slecht geverfd is. Het ongeverfde oppervlak blijft ook zichtbaar na de montage van de radiator, dus nadat een leiding in het aansluitstuk is geschroefd.
Nog een nadeel van de voornoemde techniek bestaat er in dat de poederlak zieh kan ophopen op het gedeelte dat de voornoemde kraag vormt, waardoor na het drogen verfophopingen aan de kopse zijde van het aansluitstuk kunnen blijven hangen.
<Desc/Clms Page number 3>
Het is eveneens bekend dat de stoppen ook kunnen worden aangewend om de radiator tijdens het lakproces aan een ketting of dergelijke op te hangen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van stoppen die voorzien zijn van een uitstekend gedeelte dat in een haak, die bevestigd is aan de voornoemde ketting, kan worden vastgehaakt. Via de haken wordt ook een elektrische verbinding naar de radiator gemaakt, welke noodzakelijk is voor het elektrostatisch lakken.
Om de elektrische verbinding te realiseren, kan gebruik worden gemaakt van metalen stoppen. Deze hebben echter als nadeel dat de lak zieh enorm opstapelt, aangezien deze stoppen ook elektrostatisch worden opgeladen, waardoor dergelijke stoppen frequent moeten worden gereinigd.
Bovendien kan met dergelijke metalen stoppen moeilijk een goede dichting worden gewaarborgd.
Volgens een variante is het bekend gebruik te maken van stoppen uit kunststof, en worden de voornoemde haken voorzien van een omgebogen lip die met de onderzijde van de betreffende aansluitstukken elektrisch contact maakt. Een nadeel bestaat er echter in dat de voornoemde lip een gedeelte van het aansluitstuk afdekt, waardoor het buitenoppervlak onvolledig wordt gelakt. Een ander nadeel bestaat er in dat de voornoemde lippen vlug onder de verf komen te zitten en de haken frequent moeten worden gereinigd.
Nog een nadeel bestaat er in dat bij een helling in de ketting, bijvoorbeeld bij het begin van een dompelbad, het contact tussen de lip en de radiator gemakkelijk kan worden verbroken en verf hiertussen kan terechtkomen, waardoor het elektrisch contact soms definitief kan worden verbroken.
<Desc/Clms Page number 4>
De huidige uitvinding beoogt een werkwijze voor het behandelen van radiatoren waarbij één of meer van voornoemde nadelen worden uitgesloten.
In de eerste plaats betreft de uitvinding hiertoe een werkwijze voor het behandelen van radiatoren, meer speciaal radiatoren die voorzien zijn van aansluitstukken met openingen waarin inwendige schroefdraad is aangebracht, en waarbij tijdens het behandelen aan één of meer van de aansluitstukken een stop in de opening wordt geschroefd, daardoor gekenmerkt dat in de gemonteerde toestand van de stop de kopse zijde van het aansluitstuk wordt vrijgelaten.
Door de kopse zijde van ieder betreffend aansluitstuk vrij te laten, wordt verkregen dat de zichtbare buitenzijde van de aansluitstukken volledig wordt geverfd. Door er volgens de uitvinding bovendien voor te zorgen dat geen gedeelten van de draadstoppen aanwezig zijn onmiddellijk onder de kopse buitenzijde van de aansluitstukken, wordt uitgesloten dat eventueel opgehoopte poederlak in contact komt met de radiator.
Bij voorkeur zal bij de voornoemde werkwijze gebruik worden gemaakt van een stop die voorzien is van aanslagmiddelen die het aanspannen van de stop toelaten, waarbij deze aanslagmiddelen met de binnenzijde van een aansluitstuk kunnen samenwerken, dit in tegenstelling tot de bij de bekende stoppen aanwezige kraag die met de buitenzijde aan het aansluitstuk samenwerkt. Hierdoor kan de stop aangespannen worden zonder dat een gedeelte van de buitenzijde van het betreffende aansluitstuk wordt afgedekt.
Bij voorkeur worden de aanslagmiddelen gevormd door het voorste uiteinde van de stop en wordt de stop aangespannen
<Desc/Clms Page number 5>
door deze met dit voorste uiteinde tot tegen de achterwand van het betreffende aansluitstuk te schroeven. Opdat het voorste uiteinde als aanslagmiddel zou kunnen fungeren is de stop ten opzichte van de bekende uitvoeringen naar voren toe verlengd, zodat de stop voldoende lang is om hem tot tegen de achterwand van een klassiek aansluitstuk te kunnen schroeven zonder dat hij volledig door de van schroefdraad voorziene opening van het aansluitstuk wordt geschroefd.
Meer speciaal nog geniet het de voorkeur dat een stop wordt aangewend die slechts over een gedeelte van zijn lengte is voorzien van schroefdraad. Bij voorkeur is het achterste gedeelte voorzien van schroefdraad en is het voorste gedeelte gevormd uit een uitstekend deel zonder schroefdraad, dat bijvoorbeeld bestaat uit een aantal vinvormige gedeelten. Doordat de schroefdraad zieh slechts over een gedeelte van de lengte van de stop uitstrekt, ontstaat het voordeel dat deze stop eerst over een bepaalde lengte in het betreffende aansluitstuk kan worden gestoken zonder dat hiertoe een schroefbewerking noodzakelijk is, zodat de handeling van het inschroeven niet meer werk vraagt dan bij de bekende uitvoering.
Het voorste gedeelte vertoont bij voorkeur ook een kleinere diameter dan het gedeelte dat voorzien is van schroefdraad, waardoor dit als een insteekgedeelte gaat fungeren dat het inbrengen van de stop vergemakkelijkt.
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm zal gebruik worden gemaakt van een stop die volledig in het aansluitstuk kan worden geschroefd, zodat geen uitstekende delen buiten de radiator aanwezig zijn en dus een opstapeling van poederlak volledig wordt uitgesloten.
<Desc/Clms Page number 6>
Volgens nog een kenmerk van de uitvinding wordt hierbij een stop aangewend die zodanig lang is dat, wanneer hij volledig in het betreffende aansluitstuk is geschroefd en is aangespannen, het einde van de schroefdraad van de stop zieh juist binnen de rand van het aansluitstuk bevindt, waarmee bedoeld wordt dat hij één of twee gangen hierin verzonken is. Hierdoor wordt verkregen dat de buitenzijde van het aansluitstuk degelijk kan worden gelakt.
Het feit dat eventueel een ä twee draadgangen van het aansluitstuk niet zijn afgedekt is niet storend voor het achteraf aansluiten van leidingen of thermostaten. De laag gevormd door de natte lak die op de schroefdraad aanwezig blijft, is immers zeer dun. Aangezien bij het poederlakken de poeder lateraal op de aansluitstukken wordt gebracht, komt vrijwel geen poeder op de schroefdraad van het aansluitstuk terecht, zodat in dat geval de reeds op de schroefdraad aanwezige verflaag niet of nauwelijks verder verdikt wordt.
In de tweede plaats heeft de uitvinding eveneens betrekking op een werkwijze voor het behandelen van radiatoren, in het bijzonder radiatoren die voorzien zijn van aansluitstukken met openingen voor de toevoer en/of afvoer van water, waarbij tijdens het behandelen in een of meer van de aansluitstukken een stop in de opening wordt aangebracht, waarbij de radiator wordt opgehangen met behulp van één of meer haken, en waarbij deze haken eveneens toelaten een elektrische verbinding te realiseren met de aansluitstukken, daardoor gekenmerkt dat men minstens de haak die de elektrische verbinding moet realiseren binnen in het aansluitstuk laat aangrijpen.
Doordat het elektrisch contact wordt gerealiseerd aan de binnenzijde ontstaat het voordeel dat de buitenzijde van de aansluitstukken volledig kunnen gelakt worden, zonder dat sporen achterblijven van de haak.
<Desc/Clms Page number 7>
Tevens wordt het voordeel verkregen dat het contactgedeelte van de haak niet vervuild wordt door de poederlak, waardoor dit minder vlug moet worden gereinigd.
Ten einde de haak met de binnenzijde van het betreffende aansluitstuk in contact te brengen en toch gelijktijdig in een afdichting door middel van een stop te kunnen voorzien, wordt volgens de uitvinding hiertoe bij voorkeur gebruik gemaakt van een stop die voorzien is van een open verbinding tussen het achterste uiteinde van de stop en de zijwand van de stop, zodanig dat de voornoemde haak hier doorheen kan aangrijpen en in contact kan worden gebracht met de metalen binnenwand van het aansluitstuk.
Het is duidelijk dat de voornoemde werkwijzen bij voorkeur worden gecombineerd, met andere woorden, enerzijds, ervoor gezorgd wordt dat de kopse zijden van de aansluitstukken worden vrijgelaten en, anderzijds, gelijktijdig ervoor gezorgd wordt dat een elektrisch contact wordt gerealiseerd door de haken waarmee de radiator is opgehangen te laten samenwerken met de binnenzijde van de betreffende aansluitstukken. Door de haken te laten samenwerken met de binnenzijde van de aansluitstukken, en deze haken ook voldoende stevig uit te voeren, hoeven de stoppen geen uitstekende bevestigingsgedeelten meer te hebben, wat, zoals voornoemd, het lakproces ten goede komt.
In de derde plaats heeft de uitvinding eveneens betrekking op een werkwijze voor het behandelen van radiatoren, in het bijzonder radiatoren die voorzien zijn van aansluitstukken met openingen die voorzien zijn van inwendige schroefdraad, en waarbij tijdens het behandelen in een of meer van de aansluitstukken een stop wordt geschroefd, daardoor gekenmerkt dat stoppen worden aangewend in ingeschroefde
<Desc/Clms Page number 8>
toestand die vrij zijn van vlakken die zieh onmiddellijk onder de te behandelen gedeelten van de aansluitstukken bevinden, meer speciaal vrij zijn van vlakken waarop in een gemonteerde toestand zieh een ophoping van poederlak of dergelijke tot aan het aansluitstuk kan voordoen.
Deze werkwijze is nuttig wanneer de primaire doelstelling niet erin bestaat ervoor te zorgen dat een gedeelte niet gelakt wordt, doch er uitsluitend in bestaat dat zieh geen ophoping van poederlak voordoet.
Verder heeft de uitvinding ook betrekking op hulpstukken, meer speciaal stoppen die speciaal ontworpen zijn om de voornoemde werkwijzen te realiseren.
Volgens de uitvinding bestaat een dergelijke stop uit een lichaam dat is voorzien van schroefdraad en is dergelijke stop daardoor gekenmerkt dat hij is voorzien van middelen die er voor zorgen dat bij de aanwending van deze stop de kopse zijde van het aansluitstuk waarin de stop is aangebracht vrij blijft, met andere woorden deze stop geen gedeelten vertoont die bij de aanwending er van er toe leiden dat een gedeelte van het buitenoppervlak van het aansluitstuk wordt afgeschermd, en dus niet kan worden geverfd.
De uitvinding heeft ook betrekking op een stop die voorzien is van een open verbinding tussen het achterste uiteinde van de stop en de zijwand van de stop, zodanig dat een doorgang voor een haak wordt gevormd.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :
<Desc/Clms Page number 9>
figuur 1 een radiator weergeeft ; figuur 2 een bekende stop weergeeft ; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn 111-111, nadat de stop van figuur 2 in het betreffende aansluitstuk van de radiator is gemonteerd ; figuur 4 op een grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 3 met F4 is aangeduid ; figuur 5 in perspectief de haak weergeeft die in figuur 3 met F5 is aangeduid ; figuur 6 een stop volgens de uitvinding weergeeft ;
figuren 7 en 8 doorsneden weergeven volgens lijnen VII-VII en VIII-VIII in figuur 6 ; figuur 9 een gelijkaardig zieht weergeeft als figuur 3, doch voor het geval waarbij gebruik gemaakt wordt van de stop van figuur 6 ; figuur 10 op een grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 9 met F10 is aangeduid ; figuur 11 in perspectief een variante weergeeft van de stop van figuur 6 ; figuur 12 de stop van figuur 11 in zijaanzicht weergeeft ; figuren 13,14 en 15 doorsneden weergeven volgens lijnen XIII-XIII, XIV-XIV en XV-XV in figuur 12 ; figuur 16 een zieht weergeeft volgens pijl F16 in figuur 12 ; figuren 17 en 18 zichten weergeven die de aanwending van de stop van figuren 11 tot 16 verduidelijken ;
figuur 19 op een grotere schaal een variante weergeeft van figuur 10 ; figuur 20 nog een stop volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 21 een zieht weergeeft volgens pijl F21 in figuur 20 ; figuur 22 een zieht weergeeft zoals dat van figuur 19, doch met de stop van figuur 20 ;
<Desc/Clms Page number 10>
figuur 23 een variante weergeeft van de stop van figuur 20 ; figuur 24 een variante weergeeft van de stop die in figuur 6 is afgebeeld.
Zoals weergegeven in figuur 1 is het bekend dat radiatoren 1 doorgaans worden uitgerust met aansluitstukken 2 met openingen 3, meer speciaal aansluitopeningen, waarin inwendige schroefdraad 4 is aangebracht.
Om zoals voornoemd de openingen 3 tijdens het behandelen van de radiatoren af te sluiten, is het bekend om gebruik te maken van een stop 5 zoals afgebeeld in figuur 2. Deze bekende stop 5 is opgebouwd uit een lichaam 6 dat voorzien is van schroefdraad 7, alsmede van een gedeelte 8 waarmee ter plaatse van het einde 9 van de schroefdraad 7 een kraag 10 is gevormd.
De bekende stop 5 is verder voorzien van een kop 11 waarop een sleutel kan worden geplaatst.
Zoals weergegeven in figuur 3 wordt de stop 5 bij zijn aanwending in de opening 3 van het betreffende aansluitstuk 2 geschroefd tot hij met de kraag 10 tegen de kopse zijde 12 van het aansluitstuk 2 aansluit. Deze kraag 10 vormt een aanslag waardoor de stop 5 vast kan worden aangespannen, bijvoorbeeld met behulp van een sleutel die op de kop 11 wordt geplaatst.
Zoals weergegeven in figuur 4 ontstaat hierbij het in de inleiding uiteengezette nadeel dat de kopse zijde 12 gedeeltelijk wordt afgedekt door de kraag 10, waardoor het afgedekte gedeelte niet wordt geverfd.
<Desc/Clms Page number 11>
Zoals nog getoond in figuur 2 is het ook bekend om de stop 5 te voorzien van een zitting 13, zodanig dat de radiator via deze stop 5 aan een haak 14 kan worden opgehangen, meer speciaal een haak 14 zoals afgebeeld in figuur 5, die, enerzijds, is voorzien van een sleutelgatvormige opening 15 waarin de stop 5 met de zitting 13 kan worden vastgehaakt en, anderzijds, is voorzien van een omgebogen lip 16 die, zoals weergegeven in figuur 3, elektrisch contact kan maken met de onderzijde 17 van het betreffende aansluitstuk 2.
Uit figuur 3 blijkt duidelijk dat op de lip 16 gemakkelijk een opstapeling van poederlak kan ontstaan, dat het contact aldus gemakkelijk kan worden vervuild, en dat ter plaatse van het contact geen verf op het aansluitstuk kan terechtkomen.
Volgens de uitvinding wordt aan één of meer van de voornoemde nadelen verholpen door gebruik te maken van de hierna beschreven werkwijze, alsmede van de hierna beschreven en tot dit doel volgens de uitvinding ontworpen stoppen.
Figuren 6 tot 8 geven een uitvoering weer van een stop 18 volgens de uitvinding, die uitsluitend bedoeld is om een afdichting te vormen en dus niet bedoeld is om te kunnen samenwerken met een ophanghaak.
Het bijzondere van de stop 18 bestaat volgens de uitvinding er in dat hij is voorzien van middelen die er voor zorgen dat bij de aanwending van deze stop 18, dus wanneer de stop 18 in een aansluitstuk 2 wordt geschroefd, zoals afgebeeld in figuur 9, de kopse zijde 12 van het aansluitstuk 2 volledig vrij blijft, met andere woorden niet wordt
<Desc/Clms Page number 12>
afgedekt. De stop 18 onderscheidt zieh dan ook van de stop 5 door de afwezigheid van de voornoemde kraag 10.
Zoals weergegeven in figuren 6,7 en 8 is de stop 18 hoofdzakelijk samengesteld uit een lichaam 19 dat is voorzien van uitwendige schroefdraad 20.
Aan het voorste uiteinde 21, waarmee het uiteinde wordt bedoeld dat eerst in het aansluitstuk 2 wordt geschroefd, is een axiaal vooruitstekend gedeelte 22 aangebracht, waarvan de kopse zijde 23 bedoeld is om als aanslag te fungeren. In het weergegeven voorbeeld is dit gedeelte 22 vrij van schroefdraad en wordt gevormd door een aantal vinnen 24 die, zoals afgebeeld in figuur 8, kruisvormig staan opgesteld. De diameter Dl van het gedeelte 22 is kleiner dan de diameter D2 van het gedeelte waarop de schroefdraad 20 is aangebracht.
Verder is het lichaam 19 voorzien van een inwendige zitting 25 voor het plaatsen van een sleutel.
Zoals weergegeven in de figuren 6 tot 9 is de stop 18 bij voorkeur zodanig uitgevoerd en vertoont hij een zodanige lengte L dat hij volledig in het aansluitstuk 2 kan worden geschroefd, met andere woorden zodanig dat in de volledig ingeschroefde toestand geen gedeelte meer van de stop 18 buiten het aansluitstuk 2 uitsteekt.
Het is duidelijk dat de lengte L van de stop 18 hierbij gekozen wordt in functie van de aansluitstukken waarin hij moet worden aangebracht.
De lengte L is verder bij voorkeur zodanig gekozen dat, zoals weergegeven in de figuren 9 en 10, in de volledig
<Desc/Clms Page number 13>
ingeschroefde toestand van de stop 18, het einde 26 van de schroefdraad 20, en bij voorkeur ook de achterzijde 27 van de stop 18, zieh juist binnen de kopse zijde 12 van het
EMI13.1
betreffende aansluitstuk 2 bevindt, bijvoorbeeld over een afstand A die één à twee draadgangen bedraagt.
In het voorbeeld van de figuren 6 tot 10 valt het achterste einde 26 van de schroefdraad 20 samen met de achterzijde 27. Opgemerkt wordt dat dit volgens de uitvinding niet strikt noodzakelijk is. Zoals in streeppuntlijn is weergegeven in figuur 6, is het niet uitgesloten om aan de stop 18 een gedeelte 28 te voorzien dat in de ingeschoven toestand van figuur 9 buiten het aansluitstuk 2 uitsteekt. Dit gedeelte 28 kan bijvoorbeeld bestaan uit een verlenging waarop uitwendig een sleutel kan worden geplaatst, ter vervanging van de voornoemde inwendige zitting 25. Door dit gedeelte met een kleinere diameter uit te voeren dan de diameter D2 van het lichaam 19, blijft immers nog altijd het voordeel behouden dat de kopse zijde 12 van het aansluitstuk 2 vrij blijft.
Er kan zieh wel een ophoping van poederlak op het gedeelte 28 vormen, doch door het feit dat dit gedeelte 28 een kleinere diameter vertoont dan de voornoemde diameter D2, zal het poeder bij een normale ophoping nooit tot aan de kopse zijde 12 van het aansluitstuk 2 reiken.
Het is steeds aangewezen dat de schroefdraad 20 aan het einde 26 vrij uitloopt en niet gevolgd wordt door een materiaaldeel van dezelfde dikte, dit om te verkrijgen dat bij het lakken minstens ook de aan de kopse zijde 12 van het aansluitstuk 2 zichtbare flank van de schroefdraad 4 wordt meegelakt.
<Desc/Clms Page number 14>
Het gebruik van de stop 18 van de figuren 6 tot 8 kan eenvoudig uit de figuren 9 en 10 worden afgeleid. De stop 18 wordt eenvoudig in de opening 3 geschroefd en door middel van een sleutel die in de zitting 25 past, aangespannen. Doordat de stop 18 volledig in de opening 3 verzonken is, wordt verkregen dat de kopse zijde 12 volledig vrij is en dus volledig kan worden gelakt, inclusief de voorste flank van de schroefdraad 4.
In de figuren 11 tot 16 is een variante van de stop 18 weergegeven, waarbij deze stop 18 is voorzien van een open verbinding tussen de achterzijde 27 en de zijwand van de stop 18, welke verbinding in dit geval gevormd is uit een axiaal gerichte uitsparing 29 die in de achterzijde 27 is aangebracht en een aantal, in dit geval twee, zich vanuit deze uitsparing 29 naar de zijwand van de stop 18 uitstrekkende doorgangen 30.
De doorgangen 30 zijn gesitueerd ter plaatse van de schroefdraad 20. In axiale richting gezien, blijft tussen de doorgangen 30 en de achterzijde 27 bij voorkeur een materiaalgedeelte 31 aanwezig dat minstens een zodanige breedte heeft dat hierop minstens één draadgang van de schroefdraad 20 voorhanden is.
Alhoewel het niet uitgesloten is om de uitsparing 29 uit te voeren als een zitting voor een sleutel, geniet het de voorkeur dat deze uitsparing cilindrisch wordt uitgevoerd, dit teneinde een zo groot mogelijke vrije doorgang te kunnen creëren. De voornoemde zitting 25 bevindt zieh dan in de bodem van de uitsparing 29.
De doorgangen 30 strekken zich zoals weergegeven bij voorkeur over nagenoeg de volledige omtrek van het lichaam
<Desc/Clms Page number 15>
19 uit. De breedte B van de tussen deze doorgangen 30 aanwezige materiaaldelen 32 worden zo klein als mogelijk gehouden. Bij voorkeur zal de breedte B kleiner zijn dan de helft dan de diameter D3 van de voornoemde uitsparing 29.
Zoals weergegeven in de figuren 17 en 18 laat de stop 18 van de figuren 11 tot 16 toe dat de radiator 1 aan een haak 33 kan worden opgehangen, die bijvoorbeeld aan een transportketting 34 is bevestigd, waarbij deze haak 33 via de uitsparing 29 en een doorgang 30 samenwerkt met de binnenzijde van het aansluitstuk 2, dit zonder dat de haak 33 nog verder contact maakt met de buitenzijde van het aansluitstuk 2. Op deze wijze kan via de haak 33 een elektrisch contact worden gemaakt met de radiator, wat zoals bekend noodzakelijk is om elektrostatisch te lakken.
Het is duidelijk dat de haak 33 geen sporen nalaat bij het lakken, daar hij met de binnenzijde van het aansluitstuk 2 samenwerkt en er overigens geen verder contact bestaat tussen de haak 33 en het aansluitstuk 2.
De materiaaldelen 32 zorgen ervoor dat een aanslag 35 voor de haak 33 wordt gevormd.
Het feit dat de breedte B van de materiaaldelen 32 gering is en bij voorkeur kleiner is dan de helft van de diameter D3, ontstaat het voordeel dat de haak 33 met zijn uiteinde steeds doorheen één van de doorgangen 30 kan worden gepresenteerd, zelfs in het geval dat in de aangespannen toestand van de stop 18 één van de materiaaldelen 32 zieh bovenaan zou bevinden.
Het is duidelijk dat de stoppen 18 volgens de uitvinding bij voorkeur zullen bestaan uit kunststof.
<Desc/Clms Page number 16>
Het is eveneens duidelijk dat de uitvinding ook betrekking heeft op een werkwijze voor het ophangen van radiatoren 1 aan een ketting 34, waarbij een haak 33 wordt aangewend die uitsluitend met de binnenzijde van een aansluitstuk 2 contact maakt, ongeacht of al dan niet een stop 18 volgens de uitvinding is aangewend. De haak 33 vertoont bij voorkeur een zieh noodzakelijk horizontaal uitstrekkend deel 36 en een omhooggericht gedeelte 37, zodat een duidelijk vrije ruimte tussen het horizontaal deel 36 en de kopse zijde 12 van het aansluitstuk 2 wordt verkregen, dit om te verhinderen dat poederlak zieh op het deel 36 kan ophopen tot aan de kopse zijde 12.
In een bijzondere uitvoering kan er ook gebruik worden gemaakt van een stop 18 met verwijdende schroefdraad 20, waarbij hetzij de diameter D2 van het uiteinde 21 naar de achterzijde 27 konisch toeneemt, hetzij de dikte van de tand van de schroefdraad 20 volgens deze richting toeneemt.
Hierdoor wordt bekomen dat de stop 18 zich geleidelijk opspant naarmate het inschroeven. In zulk geval kan het gedeelte 28 eventueel worden weggelaten, daar dan automatisch een opspanning van de schroefdraad 20 in de schroefdraad 4 wordt verkregen.
Volgens nog een variante kan het gedeelte 28 eenvoudig worden gevormd door het lichaam 19 met de schroefdraad 20 te laten doorlopen tot aan de kopse zijde 23, zoals in figuur 6 in streeppuntlijn 38 is aangeduid. Nadeel is dan wel dat een schroefbeweging over meer omwentelingen nodig
EMI16.1
is.
Zoals weergegeven in figuur 19 kunnen dergelijke aansluitstukken 2 nabij hun kopse zijde 12 ook voorzien zijn van een afschuining 39, bijvoorbeeld onder 45 .
<Desc/Clms Page number 17>
Opgemerkt wordt dat wanneer volgens de uitvinding er voor gezorgd wordt dat de kopse zijde 12 wordt vrijgelaten, ook hiermee bedoeld wordt dat de afschuining 39 wordt vrijgelaten en dus niet wordt afgedekt door een kraag 10 of dergelijke.
Alhoewel volgens de uitvinding bij voorkeur ervoor gezorgd wordt dat de zijde 12, inclusief de afschuining 39, niet wordt afgedekt, kan volgens de uitvinding hier toch van afgeweken worden, dit in het geval wanneer de primaire doelstelling niet erin bestaat er voor te zorgen dat een gedeelte niet gelakt wordt, doch er uitsluitend in bestaat dat zieh geen ophoping van poederlak voordoet tot tegen de kopse zijde 12.
In dit laatste geval kan volgens de uitvinding gebruik worden gemaakt van een stop 18 zoals afgebeeld in de figuren 20 en 21. Deze stop 18 is, enerzijds, voorzien van een kraag 40 die bedoeld is om samen te werken met de afschuining 39, doch is, anderzijds, tevens zodanig uitgevoerd dat hij bij het gebruik, zoals afgebeeld in figuur 22, met deze kraag 40 niet buiten de opening 3 van het aansluitstuk 2 steekt. De kraag 40 vertoont dan ook een breedte Bl die niet groter is dan de breedte B2 van de afschuining 39 waartoe hij bedoeld is mee samen te werken.
De kraag 40 vertoont bij voorkeur een hellende voorzijde 41, met een helling die overeenstemt met de helling van de afschuining 39. De achterzijde 42 van de kraag 40 strekt zieht bij voorkeur loodrecht uit op de axiale as van de stop 18.
<Desc/Clms Page number 18>
Om te bekomen dat de stop 18 met de kraag 40 tegen de afschuining 39 kan worden aangespannen, is de stop 18 nu uitgevoerd zonder het voornoemde gedeelte 22.
De stop 18 is in dit geval voorzien van een kruisvormige zitting 25 voor een sleutel. Het is echter duidelijk dat andere zittingen ook mogelijk zijn.
Het gebruik van de stop wordt getoond in figuur 22. Doordat de kraag 40 een breedte Bl vertoont die kleiner is dan B2, ontstaan geen uitstekende gedeelten buiten het aansluitstuk 2, zodat zieh geen poederlak kan ophopen op de stop 18.
Doordat de voorzijde 41 samenwerkt met de afschuining 39, en doordat deze voorzijde 41 en de afschuining 39 gemakkelijker met een grotere precisie kunnen worden vervaardigd dan de schroefdraden 4 en 20, en bijgevolg een betere dichting worden gewaarborgd.
Analoog als is aangeduid in figuur 6, is het niet uitgesloten om de voornoemde stop 18 van figuur 20 te voorzien van een gedeelte 28 dat wel uitsteekt. Voorwaarde is dan wel dat, zoals afgebeeld in figuur 23, volgens de uitvinding achter de kraag 40 een verval V bestaat waardoor vermeden wordt dat bij een ophoping van poederlak op het gedeelte 28 deze poederlak zieh bij normale condities kan ophopen tot aan het aansluitstuk 2.
In figuur 24 is nog een variante weergegeven, waarbij de stop 18 is uitgerust met een dichtingsring 43, meer speciaal een O-ring, bijvoorbeeld uit rubber. Bij het inschroeven van de stop 18 wordt de O-ring ingedrukt door de vertanding van de schroefdraad 4, waardoor een extra dichting wordt verkregen. Opgemerkt wordt dat in zulk geval eventueel alle aanslagvormende middelen kunnen worden
<Desc/Clms Page number 19>
achterwege gelaten, wat betekent dat in figuur 24 het gedeelte 22 eventueel kan worden weggelaten.
De dichtingsring 43 kan worden toegepast in alle voornoemde uitvoeringsvormen. In het geval dat hij wordt toegepast in de stop 18 van figuur 11 zal hij worden aangebracht in het gedeelte dat zieh bevindt tussen de doorgangen 30 en het uiteinde 21.
Het is duidelijk dat de uitvinding ook betrekking heeft op werkwijzen voor behandelen van radiatoren, meer speciaal voor het afdichten van radiatoren door middel van stoppen 18, waarbij stoppen zoals afgebeeld in de figuren 20 tot 24 worden aangewend.
In het geval dat stoppen 18 worden aangewend die geen aanslagvormende middelen, zoals het uitstekende gedeelte 22 of de kraag 40, hebben, zullen volgens de uitvinding deze stoppen 18 bij voorkeur worden aangebracht door hen met een welbepaald aantal schroefomwenteling in de aansluitstukken 2 te draaien, waarbij dit aantal zodanig gekozen is dat de stoppen, enerzijds, niet verder uitsteken dan toegelaten is en, anderzijds, deze stoppen 18 ook niet onnodig diep in de aansluitstukken 2 worden gedraaid.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijzen voor het behandelen van radiatoren, alsmede de voornoemde hulpstukken, meer speciaal de hierbij aangewende stoppen 18 en haak 33, kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Method for treating radiators and fittings that allow to realize this method.
The present invention relates to a method of treating radiators, more particularly radiators of the type which are provided with connecting pieces with openings in which internal threads are arranged, as well as fittings which allow to realize this method.
It is known that radiators are tested for tightness in their manufacture by means of an immersion test in water, whereby the radiators are pressurized.
After the immersion test, the radiators are provided with one or more layers of paint or the like. Typically, the radiators are treated twice with paint, the first process consisting of electrostatic wet painting by means of an immersion process, and the second process consisting of powder painting.
It is also known that during treatment, for instance during testing for tightness and during the application of the paint layers, plugs, of plastic or metal, are screwed into the openings of the connecting pieces. These plugs, also called threaded plugs, have different functions.
A first function consists of sealing during the leak test. It is important that a good seal is realized, such that no or almost no air escapes from the radiator, so that air bubbles from poor welds or the like remain recognizable at all times.
<Desc / Clms Page number 2>
A second function consists of closing the connecting pieces during dipping during wet painting, to prevent the wet paint from entering the radiator. A good seal is also required in this case. Since such radiators are dried in an oven, wet paint in the radiator can lead to steam formation.
If steam escapes through an inadequately sealing thread stop during subsequent powder coating, this may cause local discoloration and foaming of the powder coating.
A good seal is obtained by ensuring that such a threaded plug is not only screwed into the respective opening, but also that the threaded plug can be tightened.
In the known embodiment, the thread stop is provided for this purpose with a collar which cooperates with the end face of the relevant connecting piece, and the thread stop is tightened with this collar against the aforementioned end face. The drawback of this technique is that the surface under the collar is not painted.
This gives the effect that the radiator is poorly painted. The unpainted surface also remains visible after the radiator has been mounted, ie after a pipe has been screwed into the connection piece.
Another drawback of the aforementioned technique consists in that the powder lacquer can accumulate on the part that forms the aforementioned collar, so that after drying drying paint deposits can remain on the front side of the connecting piece.
<Desc / Clms Page number 3>
It is also known that the plugs can also be used to suspend the radiator from a chain or the like during the painting process. Use is made here of plugs which are provided with a projecting part which can be hooked into a hook which is attached to the aforementioned chain. An electrical connection to the radiator is also made via the hooks, which is necessary for electrostatic painting.
Metal plugs can be used to realize the electrical connection. However, these have the drawback that the lacquer piles up enormously, since these plugs are also charged electrostatically, so that such plugs have to be cleaned frequently.
Moreover, it is difficult to ensure a good seal with such metal plugs.
According to a variant, it is known to make use of plastic plugs, and the aforementioned hooks are provided with a bent lip which makes electrical contact with the underside of the relevant connecting pieces. A drawback, however, is that the aforementioned lip covers a part of the connecting piece, whereby the outer surface is incompletely painted. Another drawback consists in that the aforementioned lips get quickly under the paint and the hooks have to be cleaned frequently.
Another drawback consists in that at a slope in the chain, for example at the start of a plunge bath, the contact between the lip and the radiator can easily be broken and paint can get between them, which can sometimes permanently break the electrical contact.
<Desc / Clms Page number 4>
The present invention contemplates a method of treating radiators that excludes one or more of the aforementioned drawbacks.
In the first place, the invention relates to a method for the treatment of radiators, more particularly radiators which are provided with connection pieces with openings in which internal screw threads are arranged, and in which a plug is inserted into the opening during treatment on one or more of the connection pieces screwed, characterized in that in the assembled state of the plug the end face of the connecting piece is left free.
By leaving the front side of each respective connecting piece free, it is obtained that the visible outside of the connecting pieces is completely painted. Moreover, by making sure according to the invention that no parts of the threaded plugs are present immediately below the end face of the connecting pieces, it is excluded that any accumulated powder lacquer comes into contact with the radiator.
Preferably, in the aforementioned method use will be made of a plug provided with stop means which allow tightening of the plug, wherein these stop means can cooperate with the inside of a connecting piece, in contrast to the collar present in the known plugs. interacts with the outside on the connector. This makes it possible to tighten the plug without covering part of the outside of the relevant connecting piece.
Preferably, the stop means are formed by the front end of the plug and the plug is tightened
<Desc / Clms Page number 5>
by screwing it with this front end to the rear wall of the relevant connecting piece. In order for the front end to act as a stop means, the plug has been extended forward compared to the known versions, so that the plug is long enough to screw it to the rear wall of a classic connecting piece without being fully threaded provided opening of the connecting piece is screwed.
More particularly, it is preferable to use a plug which is threaded only over part of its length. Preferably, the rear portion is threaded and the front portion is formed of a protruding, unthreaded portion consisting, for example, of a number of fin-shaped portions. Because the screw thread extends only over a part of the length of the plug, there is the advantage that this plug can first be inserted over a certain length into the relevant connecting piece without the need for screwing, so that the screwing-in operation is no longer necessary. work then requires the known implementation.
The front portion preferably also has a smaller diameter than the threaded portion, thereby serving as an insertion portion that facilitates insertion of the plug.
In the most preferred embodiment, use will be made of a plug which can be fully screwed into the connector, so that no protruding parts are present outside the radiator and thus a complete accumulation of powder coating is completely excluded.
<Desc / Clms Page number 6>
According to another feature of the invention, a plug is hereby used which is so long that when it is fully screwed into the respective connecting piece and is tightened, the end of the screw thread of the plug is just inside the edge of the connecting piece, with which it is meant that he has sunk into this one or two courses. This ensures that the outside of the connecting piece can be properly painted.
The fact that one or two threads of the connection piece may not be covered does not disturb the subsequent connection of pipes or thermostats. After all, the layer formed by the wet lacquer that remains on the screw thread is very thin. Since the powder is applied laterally to the connecting pieces during powder painting, virtually no powder ends up on the screw thread of the connecting piece, so that in that case the paint layer already present on the screw thread is hardly thickened.
Secondly, the invention also relates to a method for the treatment of radiators, in particular radiators which are provided with connection pieces with openings for the supply and / or discharge of water, wherein during the treatment in one or more of the connection pieces a plug is placed in the opening, the radiator being suspended by means of one or more hooks, and these hooks also allowing an electrical connection to be made with the connecting pieces, characterized in that at least the hook which is to be realized with the electrical connection is engage in the connector.
Because the electrical contact is realized on the inside, there is the advantage that the outside of the connectors can be fully painted, without leaving traces of the hook.
<Desc / Clms Page number 7>
The advantage is also obtained that the contact part of the hook is not contaminated by the powder coating, so that it has to be cleaned less quickly.
In order to bring the hook into contact with the inner side of the relevant connecting piece and yet to be able to simultaneously provide a sealing by means of a plug, according to the invention use is preferably made for this purpose of a plug provided with an open connection between the rear end of the stopper and the sidewall of the stopper such that the aforementioned hook can engage therewith and be brought into contact with the metal inner wall of the connector.
It is clear that the aforementioned methods are preferably combined, in other words, on the one hand, it is ensured that the end faces of the fittings are released and, on the other hand, at the same time that an electrical contact is realized by the hooks with which the radiator is suspended to co-operate with the inside of the relevant connecting pieces. By having the hooks cooperate with the inside of the connecting pieces, and also making these hooks sufficiently sturdy, the plugs no longer have to have protruding fastening parts, which, as mentioned above, benefits the painting process.
Thirdly, the invention also relates to a method for treating radiators, in particular radiators which have fittings with internally threaded openings, and wherein a plug in one or more of the fittings during treatment screwed, characterized in that plugs are used in screwed-in
<Desc / Clms Page number 8>
condition free of surfaces immediately below the parts of the fittings to be treated, more particularly free of surfaces on which, in an assembled condition, an accumulation of powder coating or the like may occur up to the fitting.
This method is useful when the primary objective is not to ensure that a portion is not painted, but consists solely in that there is no accumulation of powder coating.
Furthermore, the invention also relates to fittings, more specifically plugs specially designed to realize the aforementioned methods.
According to the invention, such a plug consists of a body which is provided with a screw thread and such a plug is characterized in that it is provided with means which ensure that when the plug is used, the end face of the connecting piece in which the plug is fitted is exposed. in other words, this plug does not have any parts which, when used, result in a part of the outer surface of the connector being shielded, and thus not being painted.
The invention also relates to a plug having an open connection between the rear end of the plug and the side wall of the plug, such that a passage for a hook is formed.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, some preferred embodiments are described below without any limitation, with reference to the accompanying drawings, in which:
<Desc / Clms Page number 9>
figure 1 shows a radiator; figure 2 represents a known plug; figure 3 represents a section according to line 111-111, after the plug of figure 2 has been mounted in the respective connecting piece of the radiator; figure 4 shows on a larger scale the part indicated by F4 in figure 3; figure 5 shows in perspective the hook indicated by F5 in figure 3; figure 6 represents a plug according to the invention;
figures 7 and 8 show cross-sections according to lines VII-VII and VIII-VIII in figure 6; figure 9 represents a similar view as figure 3, but in case using the plug of figure 6; figure 10 shows on a larger scale the part indicated by F10 in figure 9; figure 11 shows in perspective a variant of the plug of figure 6; Figure 12 shows the plug of Figure 11 in side view; Figures 13, 14 and 15 show cross sections along lines XIII-XIII, XIV-XIV and XV-XV in Figure 12; figure 16 represents a view according to arrow F16 in figure 12; Figures 17 and 18 show views explaining the use of the plug of Figures 11 to 16;
figure 19 represents a variant of figure 10 on a larger scale; figure 20 represents another stop according to the invention; figure 21 represents a view according to arrow F21 in figure 20; figure 22 represents a view like that of figure 19, but with the plug of figure 20;
<Desc / Clms Page number 10>
figure 23 represents a variant of the plug of figure 20; Figure 24 shows a variant of the plug shown in Figure 6.
As shown in figure 1, it is known that radiators 1 are usually equipped with connection pieces 2 with openings 3, more specifically connection openings, in which internal screw thread 4 is arranged.
In order to close the openings 3 as mentioned above during the treatment of the radiators, it is known to use a plug 5 as shown in figure 2. This known plug 5 is built up from a body 6 which is provided with screw thread 7, as well as a part 8 with which a collar 10 is formed at the location of the end 9 of the screw thread 7.
The known plug 5 is further provided with a head 11 on which a key can be placed.
As shown in figure 3, the plug 5 is screwed into the opening 3 of the relevant connecting piece 2 when it is used until it connects with the collar 10 against the end face 12 of the connecting piece 2. This collar 10 forms a stop so that the plug 5 can be tightened tightly, for example with the aid of a key which is placed on the head 11.
As shown in Figure 4, the disadvantage set forth in the preamble arises here that the end face 12 is partially covered by the collar 10, so that the covered portion is not painted.
<Desc / Clms Page number 11>
As still shown in figure 2, it is also known to provide the plug 5 with a seat 13, such that the radiator can be suspended via a hook 14 via this plug 5, more specifically a hook 14 as shown in figure 5, which, on the one hand, is provided with a keyhole-shaped opening 15 in which the plug 5 can be hooked with the seat 13 and, on the other hand, is provided with a bent lip 16 which, as shown in figure 3, can make electrical contact with the bottom 17 of the relevant connecting piece 2.
It is clear from Figure 3 that an accumulation of powder coating can easily form on the lip 16, that the contact can thus be easily soiled and that no paint can get onto the connecting piece at the location of the contact.
According to the invention, one or more of the above-mentioned drawbacks are overcome by using the method described below, as well as the plugs described below and designed for this purpose according to the invention.
Figures 6 to 8 show an embodiment of a plug 18 according to the invention, which is only intended to form a seal and is therefore not intended to be able to cooperate with a suspension hook.
The special feature of the plug 18 according to the invention consists in that it is provided with means which ensure that when the plug 18 is used, i.e. when the plug 18 is screwed into a connecting piece 2, as shown in figure 9, the the front side 12 of the connecting piece 2 remains completely free, in other words not
<Desc / Clms Page number 12>
covered. The stop 18 is therefore distinguished from the stop 5 by the absence of the aforementioned collar 10.
As shown in Figures 6,7 and 8, the plug 18 is mainly composed of a body 19 which is provided with external screw thread 20.
At the front end 21, by which is meant the end that is first screwed into the connecting piece 2, an axially protruding part 22 is arranged, the end side 23 of which is intended to act as a stop. In the example shown, this portion 22 is free of threads and is formed by a number of fins 24 which are arranged in a cross shape as shown in Figure 8. The diameter D1 of the part 22 is smaller than the diameter D2 of the part on which the screw thread 20 is arranged.
Furthermore, the body 19 is provided with an internal seat 25 for placing a key.
As shown in Figures 6 to 9, the plug 18 is preferably configured and has a length L such that it can be fully screwed into the connector 2, in other words such that in the fully screwed-in state no part of the plug 18 protrudes from the connecting piece 2.
It is clear that the length L of the plug 18 is hereby selected in function of the connecting pieces in which it is to be fitted.
The length L is further preferably chosen such that, as shown in Figures 9 and 10, in the full
<Desc / Clms Page number 13>
screwed-in condition of the plug 18, the end 26 of the screw thread 20, and preferably also the rear side 27 of the plug 18, just inside the end face 12 of the
EMI13.1
the relevant connecting piece 2, for instance over a distance A which is one or two threads.
In the example of Figures 6 to 10, the rear end 26 of the screw thread 20 coincides with the rear 27. It is noted that this is not strictly necessary according to the invention. As is shown in dashed line in figure 6, it is not excluded to provide on the plug 18 a part 28 which protrudes outside the connecting piece 2 in the retracted position of figure 9. This part 28 can for instance consist of an extension on which an external key can be placed, replacing the aforementioned internal seat 25. By designing this part with a smaller diameter than the diameter D2 of the body 19, after all, the advantage that the end face 12 of the connecting piece 2 remains free.
There may be a build-up of powder coating on the section 28, but due to the fact that this section 28 has a smaller diameter than the aforementioned diameter D2, the powder will never reach the end face 12 of the connecting piece 2 during normal accumulation. to reach.
It is always recommended that the screw thread 20 runs freely at the end 26 and is not followed by a material part of the same thickness, this to ensure that when painting at least also the flank of the screw thread visible on the front side 12 of the connecting piece 2. 4 is painted.
<Desc / Clms Page number 14>
The use of the plug 18 of Figures 6 to 8 can be easily deduced from Figures 9 and 10. The plug 18 is simply screwed into the opening 3 and tightened by means of a wrench that fits into the seat 25. Because the plug 18 is completely countersunk in the opening 3, it is obtained that the end face 12 is completely free and can therefore be fully painted, including the front edge of the screw thread 4.
Figures 11 to 16 show a variant of the plug 18, wherein this plug 18 is provided with an open connection between the rear side 27 and the side wall of the plug 18, which connection in this case is formed from an axially oriented recess 29 which is disposed in the rear 27 and a number, in this case two, of passages 30 extending from this recess 29 to the side wall of the plug 18.
The passages 30 are situated at the location of the screw thread 20. Seen in axial direction, a material section 31 preferably remains between the passages 30 and the rear side 27, which has at least such a width that at least one thread pass of the screw thread 20 is present thereon.
Although it is not impossible to design the recess 29 as a seat for a key, it is preferable that this recess is of cylindrical design, in order to create the largest possible free passage. The aforementioned seat 25 is then located in the bottom of the recess 29.
As shown, the passages 30 preferably extend over substantially the entire circumference of the body
<Desc / Clms Page number 15>
19 out. The width B of the material parts 32 present between these passages 30 are kept as small as possible. Preferably, the width B will be less than half than the diameter D3 of the aforementioned recess 29.
As shown in Figures 17 and 18, the plug 18 of Figures 11 to 16 allows the radiator 1 to be suspended from a hook 33, which is, for example, attached to a conveyor chain 34, said hook 33 through the recess 29 and a passage 30 cooperates with the inside of the connecting piece 2, this without the hook 33 making any further contact with the outside of the connecting piece 2. In this way, electrical contact can be made via the hook 33 with the radiator, which, as is known, is necessary is to paint electrostatically.
It is clear that the hook 33 leaves no traces during painting, since it interacts with the inside of the connecting piece 2 and there is no further contact between the hook 33 and the connecting piece 2.
The material parts 32 ensure that a stop 35 for the hook 33 is formed.
The fact that the width B of the material parts 32 is small and preferably smaller than half the diameter D3, has the advantage that the hook 33 can always be presented with one end through one of the passages 30, even in the case that in the tightened state of the plug 18, one of the material parts 32 would be at the top.
It is clear that the plugs 18 according to the invention will preferably consist of plastic.
<Desc / Clms Page number 16>
It is also clear that the invention also relates to a method for suspending radiators 1 on a chain 34, in which a hook 33 is used which only contacts the inside of a connecting piece 2, regardless of whether or not a plug 18 according to the invention. The hook 33 preferably has a necessary horizontally extending part 36 and an upwardly directed part 37, so that a clear free space is obtained between the horizontal part 36 and the end face 12 of the connecting piece 2, this in order to prevent powder coating from appearing on the part 36 can accumulate up to the front side 12.
In a special embodiment, use can also be made of a plug 18 with widening screw thread 20, in which either the diameter D2 of the end 21 towards the rear 27 increases conically, or the thickness of the tooth of the screw thread 20 increases in this direction.
This ensures that the plug 18 gradually stretches as it is screwed in. In such a case, the portion 28 can optionally be omitted, since a tension of the screw thread 20 in the screw thread 4 is then automatically obtained.
According to another variant, the portion 28 can be formed simply by extending the body 19 with the screw thread 20 to the end face 23, as indicated in dashed line 38 in Figure 6. The disadvantage is that a screw movement over more revolutions is necessary
EMI16.1
is.
As shown in figure 19, such connecting pieces 2 can also be provided with a chamfer 39 near their end face 12, for example under 45.
<Desc / Clms Page number 17>
It is noted that when according to the invention it is ensured that the end face 12 is released, this also means that the chamfer 39 is released and thus is not covered by a collar 10 or the like.
Although, according to the invention, it is preferably ensured that the side 12, including the chamfer 39, is not covered, the invention does not permit derogations from this, if the primary objective is not to ensure that a part is not painted, but only consists in that there is no accumulation of powder coating up to the front side 12.
In the latter case, according to the invention use can be made of a plug 18 as shown in figures 20 and 21. This plug 18 is, on the one hand, provided with a collar 40 intended to cooperate with the chamfer 39, but is , on the other hand, also designed in such a way that during use, as shown in figure 22, it does not protrude with this collar 40 outside the opening 3 of the connecting piece 2. The collar 40 therefore has a width B1 which is no greater than the width B2 of the chamfer 39 for which it is intended to cooperate.
The collar 40 preferably has an inclined front 41, with a slope corresponding to the slope of the chamfer 39. The rear 42 of the collar 40 preferably extends perpendicular to the axial axis of the plug 18.
<Desc / Clms Page number 18>
To ensure that the stop 18 can be tightened with the collar 40 against the chamfer 39, the stop 18 is now made without the aforementioned part 22.
In this case, the plug 18 is provided with a cross-shaped seat 25 for a key. However, it is clear that other sessions are also possible.
The use of the plug is shown in figure 22. Since the collar 40 has a width B1 smaller than B2, no protruding parts are created outside the connecting piece 2, so that no powder coating can accumulate on the plug 18.
Because the front 41 cooperates with the chamfer 39, and because this front 41 and the chamfer 39 can be manufactured more easily with a greater precision than the threads 4 and 20, and thus a better sealing is ensured.
Analogously as indicated in figure 6, it is not excluded to provide the aforementioned plug 18 of figure 20 with a portion 28 which does protrude. It is a condition, however, that, as shown in Figure 23, according to the invention behind the collar 40 there is a decay V, which prevents the powder lacquer from accumulating up to the connecting piece 2 under normal conditions if powder lacquer accumulates on the part 28.
Figure 24 shows a further variant, in which the plug 18 is provided with a sealing ring 43, more specifically an O-ring, for example of rubber. When the plug 18 is screwed in, the O-ring is pressed in by the toothing of the screw thread 4, whereby an extra seal is obtained. It is noted that in such a case all scale-forming means can possibly be used
<Desc / Clms Page number 19>
omitted, which means that in Figure 24, portion 22 may be omitted.
The sealing ring 43 can be used in all the aforementioned embodiments. In case it is used in the plug 18 of Figure 11, it will be fitted in the portion located between the passages 30 and the end 21.
It is clear that the invention also relates to methods of treating radiators, more particularly for sealing radiators by means of plugs 18, using plugs as shown in Figures 20 to 24.
In the event that plugs 18 are used that do not have stop-forming means, such as the protruding portion 22 or the collar 40, according to the invention these plugs 18 will preferably be fitted by turning them into the connectors 2 with a specified number of screw revolutions, wherein this number is chosen such that the plugs, on the one hand, do not protrude further than is permitted and, on the other hand, these plugs 18 are not unnecessarily turned deeply into the connecting pieces 2 either.
The present invention is by no means limited to exemplary embodiments described in the figures, but such methods for treating radiators, as well as the aforesaid fittings, in particular the plugs 18 and hook 33 used herein, can be implemented in different variants, without to fall outside the scope of the invention.