<Desc/Clms Page number 1>
Buisverbinding. De huidige uitvinding heeft betrekking op een buisverbinding, meer speciaal een buisverbinding die toelaat twee buizen, zonder dat bijkomende hulpmiddelen noch gereedschappen nodig zijn, op eenvoudige wijze stevig en zuiver co-axiaal met elkaar te verbinden, respectievelijk de buizen ten opzichte van elkaar vrij te maken.
Voor het verbinden van buizen zijn tot op heden in hoofdzaak twee verbindingen bekend, namelijk een eerste verbinding waarbij gebruik wordt gemaakt van telescopisch in elkaar schuivende buizen die door een klemring ten opzichte van elkaar vastgeklemd worden, en een tweede verbinding waarbij de buizen voorzien zijn, respectievelijk het mannelijk gedeelte, enerzijds, en het vrouwelijk gedeelte, anderzijds, van een zogenaamde bajonetsluiting.
Daar waar in het eerste geval de met elkaar verbonden buizen noodzakelijkerwijze een verschillende diameter vertonen is een verbinding van het tweede type vrij ingewikkeld van constructie en daardoor relatief kostbaar.
De huidige uitvinding heeft dan ook een verbinding voor buizen als voorwerp waarbij de met elkaar te verbinden buizen zowel een zelfde diameter als een verschillende diameter kunnen vertonen en waarbij de eigenlijke verbinding zeer eenvoudig is en dus op relatief goedkope wijze kan verwezenlijkt worden.
De buisverbinding volgens de uitvinding bestaat tot dit doel in de samenwerking van een mannelijk gedeelte en een
<Desc/Clms Page number 2>
vrouwelijk gedeelte van twee buizen, waarbij het mannelijk gedeelte een uitwendige spiraal vertoont die kan samenwerken met een inwendige spiraal van het vrouwelijk gedeelte.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin : figuur 1 uiteengenomen en in zijaanzicht een buisverbinding volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een langse doorsnede weergeeft doorheen de buisverbinding volgens figuur 1 ; figuren 3 en 4 respectievelijk doorsneden zijn, op grotere schaal, volgens de lijnen 111-111 en IV-IV in figuur 2 ; figuur 5 een doorsnede weergeeft gelijkaardig aan deze van figuur 2 doch nadat de samenstellende buizen in elkaar geschoven zijn ;
figuur 6 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur 5 ; figuur 7 een zicht is gelijkaardig aan dit van figuur
6 doch nadat de eigenlijke buisverbinding tot stand is gebracht ; figuur 8 een doorsnede is gelijkaardig aan deze van figuur 5 doch voor een uitvoeringsvariante ; figuur 9 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn IX-IX in figuur 8 ; figuur 10 een doorsnede weergeeft gelijkaardig aan deze van de figuren 5 en 8, doch voor een practische uitvoering van de buisverbinding volgens de uitvinding ;
<Desc/Clms Page number 3>
figuur 11 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 10 door F11 is aangeduid.
In de figuren 1 tot 7 is, in zijn meest eenvoudige vorm, een buisverbinding volgens de uitvinding weergegeven.
In deze uitvoeringsvorm is de buis 1 voorzien van het mannelijk gedeelte 2 van de buisverbinding, terwijl de buis 3 voorzien is van het vrouwelijk gedeelte 4 van de buisverbinding.
Zowel het mannelijk gedeelte 2 als het vrouwelijk gedeelte 3 wordt in dit geval gevormd in de wanddikte van de buizen 1-3 waarbij de lengte van het gedeelte 2 enigszins kleiner zal zijn dan de lengte van het gedeelte 4.
Alhoewel de buizen 1 en 3 een verschillende diameter kunnen vertonen zal in de weergegeven uitvoeringen de buitendiameter D van de buizen 1 en 3 aan elkaar gelijk zijn.
De binnendiameter Dl van buis 1 zal centrisch zijn met de buitendiameter D, terwijl ook de binnendiameter D2 van buis 3 centrisch zal zijn met de buitendiameter D.
Ten opzichte van het center 5 van de buis 1 verloopt de buitenomtrek van het mannelijk deel 2 van buis 1 spiraalvormig, waarbij deze spiraal 6 vertrekt vanuit een punt 7 en aankomt in een punt 8 die door een wand 9 met elkaar verbonden zijn.
Het inwendig gedeelte van het vrouwelijk deel 4 van de buis 3 verloopt eveneens volgens een spiraal 10 die vertrekt in een punt 11 en verbonden is door een wand 12 met het punt
<Desc/Clms Page number 4>
13 waar de spiraal 10 aankomt waarbij, zoals meer speciaal blijkt uit figuur 6, bij het eenvoudig in elkaar duwen van de gedeelten 2 en 4, de spiralen 6 en 10, met inachtname van een kleine speling S, juist in elkaar passen.
Om de eigenlijke buisverbinding tot stand te brengen volstaat het de buizen l en 3 ten opzichte van elkaar te verdraaien, waarbij de speling S tussen de spiralen 6 en 10 zodanig is dat de verdraaiing bijvoorbeeld over 90 graden mogelijk is, zoals blijkt uit figuur 7, waarna de buizen 1 en 3 door klemming stevig met elkaar verbonden zijn.
In de figuren 8 en 9 is een uitvoeringevariante weergegeven waarbij tussen het mannelijk gedeelte 2 en de eigenlijke buis 1 een rand 14 is voorzien die bijkomend als centreermiddel dient voor de buizen 1 en 3 en hiertoe kan samenwerken met een centreerkamer 15 in de buis 3.
Tenslotte is in de figuren 10 en 11 een uitvoeringsvariante weergegeven waarbij zowel het mannelijk gedeelte 2 als het vrouwelijk gedeelte 4 als inzetstukken zijn verwezenlijkt die door klemming, lijmen of dergelijke bevestigd zijn in buizen 1 en 3.
Alhoewel zulke buisverbinding in om het even welk materiaal kan verwezenlijkt worden zal bijvoorkeur een materiaal worden gekozen met een relatief grote wrijvingscoëfficient, zoals bijvoorbeeld kunststof, waarbij zowel het mannelijk gedeelte 2 als het vrouwelijk gedeelte 4 of minstens één van deze gedeelten 2-4 in zulk materiaal kunnen verwezenlijkt worden.
<Desc/Clms Page number 5>
Dit houdt in dat de uitvoering volgens de figuren 10 en 11 bijvoorkeur kan toegepast worden wanneer de buizen 1 en 3 in een glad materiaal, zoals metaal zijn uitgevoerd.
Het is duidelijk dat op deze wijze een zeer eenvoudige perfect werkende buisverbinding wordt bekomen die een verbinding toelaat zonder bijkomende hulpmiddelen, waarbij deze verbinding kan gebruikt worden op plaatsen waar een buis op bepaalde ogenblikken moet verlengd worden ; op die plaatsen waar voor verpakkingsdoeleinden buizen uit twee of meer delen worden vervaardigd, enz.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringsvormen doch kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Pipe connection. The present invention relates to a pipe connection, more specifically a pipe connection which allows two pipes to be connected in a simple manner, firmly and purely co-axially, without the need for additional aids or tools, or to free the pipes relative to each other. to make.
To date, mainly two connections are known for connecting pipes, namely a first connection using telescopically telescoping tubes which are clamped to each other by a clamping ring, and a second connection in which the pipes are provided, respectively the male part, on the one hand, and the female part, on the other hand, of a so-called bayonet closure.
Where in the first case the interconnected pipes necessarily have a different diameter, a connection of the second type is quite complicated in construction and therefore relatively expensive.
The present invention therefore has a connection for pipes as an object, wherein the pipes to be connected to each other can have the same diameter as well as a different diameter and wherein the actual connection is very simple and can thus be realized in a relatively inexpensive manner.
The pipe connection according to the invention consists for this purpose in the cooperation of a male part and a
<Desc / Clms Page number 2>
female part of two tubes, the male part having an external spiral that can cooperate with an internal spiral of the female part.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, some preferred embodiments are described below, by way of example without any limitation, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows an exploded side view of a pipe connection according to the invention; figure 2 shows a longitudinal section through the pipe connection according to figure 1; Figures 3 and 4 are sectional views, on a larger scale, along lines III-III and IV-IV in Figure 2; Figure 5 shows a section similar to that of Figure 2 but after the constituent tubes have been slid together;
figure 6 is a larger-scale section according to line VI-VI in figure 5; figure 7 a view is similar to that of figure
6 but after the actual pipe connection has been established; Figure 8 is a cross-section similar to that of Figure 5 but for an embodiment variant; figure 9 shows a cross-section on a larger scale according to line IX-IX in figure 8; figure 10 represents a section similar to that of figures 5 and 8, but for a practical embodiment of the pipe connection according to the invention;
<Desc / Clms Page number 3>
figure 11 shows on a larger scale the part indicated by F11 in figure 10.
In its simplest form, Figures 1 to 7 show a pipe connection according to the invention.
In this embodiment, the pipe 1 is provided with the male part 2 of the pipe connection, while the pipe 3 is provided with the female part 4 of the pipe connection.
Both the male portion 2 and the female portion 3 in this case are formed in the wall thickness of the tubes 1-3 with the length of the portion 2 being slightly less than the length of the portion 4.
Although the tubes 1 and 3 may have a different diameter, in the embodiments shown the outer diameter D of the tubes 1 and 3 will be the same.
The inner diameter D1 of tube 1 will be centric with the outer diameter D, while also the inner diameter D2 of tube 3 will be centric with the outer diameter D.
With respect to the center 5 of the tube 1, the outer circumference of the male part 2 of tube 1 is spiral-shaped, this spiral 6 starting from a point 7 and arriving at a point 8 which are connected by a wall 9.
The internal part of the female part 4 of the tube 3 also follows a spiral 10 which starts at a point 11 and is connected by a wall 12 to the point
<Desc / Clms Page number 4>
13 where the spiral 10 arrives, where, as is more specifically shown in figure 6, when the parts 2 and 4 are simply pushed together, the spirals 6 and 10, with due regard for a small clearance S, just fit together.
To establish the actual pipe connection, it is sufficient to rotate the pipes 1 and 3 relative to each other, the clearance S between the spirals 6 and 10 being such that the rotation is possible, for example, through 90 degrees, as can be seen from figure 7, after which tubes 1 and 3 are firmly connected to each other by clamping.
Figures 8 and 9 show an embodiment variant in which an edge 14 is provided between the male part 2 and the actual tube 1, which additionally serves as a centering means for the tubes 1 and 3 and can for this purpose cooperate with a centering chamber 15 in the tube 3.
Finally, figures 10 and 11 show an embodiment variant in which both the male part 2 and the female part 4 are realized as inserts which are fixed in tubes 1 and 3 by clamping, gluing or the like.
Although such a pipe connection can be realized in any material, a material will preferably be chosen with a relatively large coefficient of friction, such as for instance plastic, wherein both the male part 2 and the female part 4 or at least one of these parts 2-4 in such material can be realized.
<Desc / Clms Page number 5>
This means that the embodiment according to figures 10 and 11 can preferably be applied when the tubes 1 and 3 are made of a smooth material, such as metal.
It is clear that in this way a very simple, perfectly working pipe connection is obtained, which allows a connection without additional auxiliary means, whereby this connection can be used in places where a pipe has to be extended at certain times; in those places where pipes are made of two or more parts for packaging purposes, etc.
The present invention is in no way limited to the exemplary embodiments described and shown in the accompanying drawings, but can be realized in various shapes and sizes without departing from the scope of the invention.