BE1010499A6 - Elektrische wandlantaarn. - Google Patents

Abstract

Elektrische wandlantaarn bestaande uit een draagarm (1); een lantaarnlichaam (2) een lantaarnkop (3) en een afsluitelement (4), daardoor gekenmerkt dat het lantaarnlichaam (2), enerzijds, en de lantaarnkop (3), anderzijds, ieder voorzien zijn van middelen die kunnen samenwerken met een draagstuk (7) dat deel uitmaakt van de draagarm (1) ten einde de elektrische wandlantaarn, hetzij in rechtopstaande positie, hetzij in hangende positie te kunnen monteren.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Elektrische wandlantaarn. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een elektrische wandlantaarn, in het bijzonder een elektrische wandlantaarn waarvan de lantaarn zowel in rechtopstaande positie als in hangende positie kan worden bevestigd aan een bijhorende draagarm. 



  Elektrische wandlantaarns worden in de architectuur veelvuldig toegepast zowel voor binnenverlichting als voor buitenverlichting en zijn als dusdanig wel gekend. De gekende wandlantaarns hebben evenwel het nadeel dat ze enkel geschikt zijn voor montage in een welbepaalde positie, hetzij in rechtopstaande hetzij in hangende positie. 



  Worden gekende elektrische wandlantaarns omgekeerd gemonteerd dan wordt ook het oorspronkelijke model omgekeerd. 



  Om dit nadeel op te vangen, is de fabrikant van elektrische wandlantaarns genoodzaakt steeds twee afzonderlijke types, een type voor rechtopstaande en een type voor hangende montage, te produceren en ter beschikking van de gebruikers te stellen,, wat   aanzienlijke   technische en economische nadelen inhoudt, zoals afzonderlijke modellen en montage, afzonderlijke verpakkingen, dubbele stockage zowel bij de fabrikant, als bij de groot-en kleinhandelaars. 



  Deze uitvinding beoogt een omkeerbare elektrische wandlantaarn waarvan de lantaarn zowel in rechtopstaande als in hangende positie kan worden gemonteerd op een bijhorende draagarm zonder dat het model van de lantaarn 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 wordt omgekeerd en die dus hogergenoemde nadelen niet vertoont. 



  Bij voorkeur zal zulke elektrische wandlantaarn in losse onderdelen worden verpakt zodat, onafhankelijk van de gewenste toepassing, slechts   één   enkele verpakking nodig is en het de uiteindelijke gebruiker is die beslist op welke wijze deze elektrische wandlantaarn zal gemonteerd worden. 



  De elektrische wandlantaarn volgens de uitvinding bestaat tot dit doel uit een draagarm ; een lantaarnlichaam ; een lantaarnkop en een afsluitelement, daardoor gekenmerkt dat het lantaarnlichaam, enerzijds, en de lantaarnkop, anderzijds, ieder voorzien zijn van middelen die kunnen samenwerken met een draagstuk dat deel uitmaakt van de draagarm ten einde de elektrische wandlantaarn, hetzij in rechtopstaande positie, hetzij in hangende positie te kunnen monteren. 



  Naar gelang de gewenste positie van de lantaarn is het uiteinde van het draagstuk naar boven of naar beneden gericht. 



  De wandlantaarn volgens de uitvinding heeft naast zijn 
 EMI2.1 
 eenvoud als voordeel dat bij een wandlantaarn met asymmetrische uitzicht van de wandlantaarn zowel in rechtopstaande, als in hangende positie hetzelfde blijft en dus één enkele uitvoering van de wandlantaarn kan dienen zowel voor rechtopstaande als voor hangende montage. 



  Met het inzicht de kenmerken van de omkeerbare wandlantaarn volgens de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld en zonder enig beperkend karakter, een 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 voorkeurdragende uitvoeringsvorm in detail beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een zijaanzicht met gedeeltelijke doorsnede weergeeft van een elektrische wandlantaarn volgens de uitvinding in rechtopstaande positie ; figuur 2 een zicht is gelijkaardig aan dit van figuur
1 doch met de elektrische wandlantaarn volgens de uitvinding in hangende positie ; figuur 3 in perspectief een spanring voorstelt met inwendige schroefdraad ; figuur 4 in perspectief een bekervormig bevestigingsstuk weergeeft ;

   figuur 5 in doorsnede een fitting weergeeft, verbonden met het bekervormig bevestigingsstuk weergegeven in figuur   4 ;   figuur 6 een afsluitelement van het lantaarnlichaam, gedeeltelijk in doorsnede, weergeeft. 



  De omkeerbare elektrische wandlantaarn volgens de uitvinding bestaat, zoals weergegeven in de figuren 1 en 2, hoofdzakelijk uit een draagarm 1 ; een eigenlijk lantaarnlichaam   2 ;   een lantaarnkop 3 en een afsluitelement 4. 



  De   draagarml   bestaat in hoofdzaak uit een eigenlijke arm 5 die aan   een   uiteinde voorzien is van een basis 6 die bedoeld is om tegen een wand of dergelijke op geschikte wijze bevestigd te worden, bijvoorbeeld door middel van niet getoonde schroeven, en die aan het andere uiteinde een draagstuk 7 vertoont. 



  In de draagarm 1 is een doorgang 8 voorzien waar doorheen de stroomdraden 9 en 10 kunnen aangebracht worden. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  Het draagstuk 7 vertoont een vlak uiteinde 11 waarin twee blinde boringen, respectievelijk 12 en 13, zijn voorzien, enerzijds, en waarbij dit vlak uiteinde 11 naar de omtrek een verdiept gedeelte 14 vertoont, waarin een cirkelvormige groef 15 is aangebracht. 



  Op het vlak uiteinde 11 van het draagstuk 7 is een bekervormig bevestigingsstuk 16 aangebracht, door middel van bijvoorbeeld zelftappende schroeven 17 die met de blinde boringen 12 en 13 samenwerken. 



  Tot dit doel is het bekervormig bevestigingsstuk 16, zoals in perspectief in figuur 4 is weergegeven, gevormd door een basis 18 waarin een doorvoergat 19 voor de stroomdraden 9 en 10 is voorzien alsmede doorgangen 20 en 21 voor de voornoemde schroeven 17. 



  Het bekervormige bevestigingsstuk 16 is cylindrisch uitgevoerd en vertoont op de buitenomtrek een schroefdraadgedeelte 22. Tevens is dit bekervormig bevestigingsstuk 16 voorzien van bevestigingsmiddelen voor een fitting, waarbij deze bevestigingsmiddelen in dit geval gevormd worden door twee diametraal tegenover elkaar geplaatste uitsteeksels, respectievelijk 23 en 24, die ieder voorzien zijn van een aanhaakgedeelte 25, waarbij deze uitsteeksels   23   24 enigszins verend zijn uitgevoerd. 



  Het eigenlijke lantaarnlichaam 2 bestaat uit een geraamte 26 dat allerlei vormen kan vertonen en dat als steun dient voor een beglazing 27 of dergelijke, zoals een konische beglazing, een cylindrische beglazing, een beglazing bestaande uit drie of meer, bijvoorbeeld vier, zes of acht, vlakke panelen, enz. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 In de uitvoering volgens de figuren 1 en 2 is een lantaarnlichaam 2 weergegeven dat voorzien is van vier vlakke doorzichtige of doorschijnende panelen die schuin zijn aangebracht. 



  Het geraamte 26 vertoont onderaan een vlak gedeelte 28 dat inwendig eindigt op een omlaag gerichte omtreksrib 29 waarvan de afmetingen en de vorm zodanig zijn dat deze rib 29 juist past in de voornoemde groef 15 van het draagstuk 7. Bovenaan eindigt het geraamte 26 op een flens 30 waarin meerdere gaten 31 zijn voorzien. 



  De lantaarnkop 3 wordt gevormd door een eigenlijk lichaam 32 dat onderaan zodanig geprofileerd is dat, enerzijds, een vlakke wand 33 wordt gevormd die kan samenwerken met de flens 30 van het eigenlijke lantaarnlichaam 2 en dat, anderzijds, voorbij de voornoemde vlakke wand 33 een omlaag gerichte omtreksrand 34 wordt gevormd waarvan het laagste gedeelte gelegen is onder de voornoemde flens 30 ten einde indringing van hemelwater en dergelijke in het eigenlijke lantaarnlichaam 2 te vermijden. 



  In de voornoemde vlakke wand 33 geven tenslotte nog schroefdraadgaten 35 uit waarmee schroeven 36 kunnen samenwerken, ten einde de lantaarnkop 3 te verbinden met het geraamte 26 van het eigenlijke lantaarnlichaam 2. 



  Het bovenuiteinde van de lantaarnkop 3 vertoont tenslotte een vlak gedeelte 37 dat inwendig eindigt op een naar boven gerichte omtreksrib 38 waarvan de afmetingen en de vorm identiek zijn aan deze van de omtreksrib 29 van het voornoemd geraamte 26. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 Uiteindelijk bestaat het afsluitelement 4 uit een siergedeelte 39 waarvan de vorm enigszins overeenstemt met deze van het overeenstemmende gedeelte van het draagstuk 7 waarbij dit afsluitelement 4 een basis 40 vertoont waarvan de buitendiameter enigszins groter is dan de uitwendige diameter van de omtreksrib 38, respectievelijk van de omtreksrib 29, waarbij onder deze basis 40 het afsluitelement 4 nog voorzien is van, in dit geval drie, lippen 41 die ieder een naar buiten gericht uitsteeksel 42 vertonen,

   een en ander zodanig dat het buitenvlak van de lippen 41 gelegen is op een diameter die gelijk is aan de inwendige diameter van de omtreksrib 38, respectievelijk 29. 



  De elektrische wandlantaarn volgens de uitvinding wordt tenslotte vervolledigd door een spanring 43 die voorzien is van inwendige schroefdraad 44 die kan samenwerken met het schroefdraadgedeelte 22 van het bekervormig bevestigingsstuk 16 en die uitwendig voorzien is van ribben 45 die het aanschroeven van de spanring 43 vergemakkelijken. 



  De elektrische wandlantaarn, zoals hiervoor beschreven, kan op hoofdzakelijk twee manieren samengesteld worden. 
 EMI6.1 
 



  Een eerste manier is weergegeven in figuur 1. 



  -. 



  Hierbij is het bekervormig bevestigingsstuk 16 door middel van de schroeven 17, die passeren doorheen de gaten 20-21 van het bekervormig bevestigingsstuk 16 en die zelftappend samenwerken met de blinde gaten 12 en 13 in het draagstuk 7, bevestigd op dit laatste. 



  Vervolgens is het geraamte 26 van het eigenlijke lantaarnlichaam 2 zodanig op het draagstuk 7 geplaatst dat 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 de omtreksrib 29 van het geraamte 26 past in de cylindrische groef 15 van het draagstuk 7 zodat, na het aanbrengen en aanschroeven van de spanring 43, het geraamte 26 stevig en onbeweeglijk bevestigd is ten opzichte van de draagarm 1. 



  Vanzelfsprekend zal met het bekervormig bevestigingsstuk 16 nog een fitting 46 worden bevestigd voor een gloeilamp 47, bijvoorkeur voorafgaand aan het monteren van het geraamte 26. 



  Vervolgens wordt op het geraamte 26, door middel van de voornoemde schroeven 36, de lantaarnkop 3 bevestigd die, bovenaan waterdicht wordt afgesloten door het aanbrengen van het afsluitelement 4 dat door klikwerking met de lantaarnkop 3 wordt verbonden. 



  Op deze wijze is een elektrische wandlantaarn verkregen die in zogenaamde rechtopstaande positie wordt toegepast. 



  In figuur 2 is een elektrische wandlantaarn weergegeven die met dezelfde onderdelen als deze besproken aan de hand van figuur   1,   gemonteerd wordt met de bedoeling een elektrische 
 EMI7.1 
 wandlantaarn te verkrijgen die zal toegepast worden in hangende positie. 



  -. 



  In dit geval wordt op dezelfde wijze als hiervoor beschreven tegen het vlakke uiteinde 11 van het draagstuk 7 het bekervormig bevestigingsstuk 16 bevestigd, samen met de fitting 46, waarna de lantaarnkop 3 met zijn omtreksrib 38 in de cylindrische groef 15 wordt geplaatst en deze lantaarnkop 3 stevig tegen het draagstuk 7 wordt bevestigd door middel van de spanring 43. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  Vervolgens wordt op dezelfde wijze als hiervoor het geraamte 26 onder de lantaarnkop 3 bevestigd, waarna in het onderste gedeelte van het geraamte 26 het afsluitelement 4 wordt ingeklikt. 



    Uit   het voorgaande blijkt duidelijk dat met eenzelfde aantal onderdelen die bij voorkeur los in een verpakking worden geleverd naar wens van de gebruiker een elektrische wandlantaarn hetzij in rechtopstaande positie, hetzij in hangende positie, kan gemonteerd worden. 



  In een uitvoeringsvariante van de wandlantaarn volgens de uitvinding vertoont het verdiept gedeelte 14 van het draagstuk 7, in plaats van een cirkelvormige groef 15, een rib, en vertoont het vlak gedeelte 28 onderaan het geraamte 26 van het lantaarnlichaam, evenals het vlak gedeelte 37 van de lantaarnkop 3, in plaats van een omtreksrib, een cirkelvormige groef, zodanig dat, enerzijds, genoemde rib op het draagstuk 7 en, anderzijds, genoemde groef op het geraamte 26 van het lantaarnlichaam 2 of op de lantaarnkop 3 juist in elkaar passen en met elkaar samenwerken bij het bevestigen van de lantaarn aan het draagstuk 7. 



  Het is duidelijk dat de huidige uitvinding geenszins beperkt is tot de als voorbeeld beschreven en in de 
 EMI8.1 
 bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringsvorm, doch in allerlei vormen, en uitvoeringen kan verwezenlijkt worden zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (12)

Conclusies.

1. - Elektrische wandlantaarn bestaande uit een draagarm (l) ; een lantaarnlichaam (2) ; een lantaarnkop (3) en een afsluitelement (4), daardoor gekenmerkt dat het lantaarnlichaam (2), enerzijds, en de lantaarnkop (3), anderzijds, ieder voorzien zijn van middelen die kunnen samenwerken met een draagstuk (7) dat deel uitmaakt van de draagarm (1) ten einde de elektrische wandlantaarn, hetzij in rechtopstaande positie, hetzij in hangende positie te kunnen monteren.

2.-Elektrische wandlantaarn volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen, enerzijds, gevormd worden op het draagstuk (7) door een vlak uiteinde (11) dat naar de omtrek een verdiept gedeelte (14) vertoont, waarin een cirkelvormige groef (15) is aangebracht, en, anderzijds, onderaan het geraamte (26) van het lantaarnlichaam (2) evenals aan het bovenuiteinde van de lantaarnkop (3) gevormd worden door een vlak gedeelte (28), respectievelijk (37), dat inwendig eindigt op een omtreksrib, respectievelijk (29) en (38), waarvan de afmetingen en vorm zodanig zijn dat deze rib (29), respectievelijk (38), juist past in de voornoemde groef (15) van het draagstuk (7).

3.-Elektrische wandlantaarn volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen, enerzijds, gevormd worden op het draagstuk (7) door een vlak uiteinde (11) dat naar de omtrek een verdiept gedeelte (14) vertoont waarop een rib is aangebracht, en, anderzijds, onderaan het geraamte (26) van het lantaarnlichaam (2) evenals aan het bovenuiteinde van de lantaarnkop (3), gevormd worden door <Desc/Clms Page number 10> een vlak gedeelte (28), respectievelijk (37), dat voorzien is van een cirkelvormige groef waarvan de afmetingen en de vorm zodanig zijn dat genoemde rib juist past in de genoemde groef.

4.-Elektrische wandlantaarn volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen vervolledigd worden door een bekervormig bevestigingsstuk (16), aangebracht op het vlakke uiteinde (11) van het draagstuk (7), en een hiermee samenwerkende spanring (43).

5.-Elektrische wandlantaarn volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat het bekervormige bevestigingsstuk (16) cylindrisch is uitgevoerd en op de buitenomtrek een schroefdraadgedeelte (22) vertoont.

6.-Elektrische wandlantaarn volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het bekervormige bevestigingsstuk (16) voorzien is van bevestigingsmiddelen (23), (24), (25) voor een fitting (46).

7.-Elektrische wandlantaarn volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het bekervormige bevestigingsstuk (16) door middel van schroeven (15) tegen het vlak uiteinde (11) van het draagstuk (7) is bevestigd.

8.-Elektrische wandlantaarn volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de spanring (43) voorzien is van inwendige schroefdraad (44) die kan samenwerken met het schroefdraadgedeelte (22) van het bekervormige bevestigingsstuk (16). <Desc/Clms Page number 11>

9.-Elektrische wandlantaarn volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de spanring (43) uitwendig voorzien is van ribben (45).

10.-Elektrische wandlantaarn volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het afsluitelement (4) voorzien is van lippen (41) die ieder een naar buiten gericht uitsteeksel (42) vertonen waarbij het buitenvlak van de lippen (41) gelegen is op een diameter die gelijk is aan de inwendige diameter van zowel de omtreksrib (38) bovenaan de lantaarnkop (3) als de omtreksrib (29) onderaan het lantaarnlichaam (2).

11.-Elektrische wandlantaarn volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de lantaarn in rechtopstaande positie is gemonteerd.

12.-Elektrische wandlantaarn volgens één van de conclusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de lantaarn in hangende positie is gemonteerd.