BE1010212A3 - Draaicilinderslot met axiale en radiale vergrendelpinnen. - Google Patents

Draaicilinderslot met axiale en radiale vergrendelpinnen. Download PDF

Info

Publication number
BE1010212A3
BE1010212A3 BE9600440A BE9600440A BE1010212A3 BE 1010212 A3 BE1010212 A3 BE 1010212A3 BE 9600440 A BE9600440 A BE 9600440A BE 9600440 A BE9600440 A BE 9600440A BE 1010212 A3 BE1010212 A3 BE 1010212A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
axial
pins
cylinder
locking pins
rotary cylinder
Prior art date
Application number
BE9600440A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Litto
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Litto filed Critical Litto
Priority to BE9600440A priority Critical patent/BE1010212A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1010212A3 publication Critical patent/BE1010212A3/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B27/00Cylinder locks or other locks with tumbler pins or balls that are set by pushing the key in
    • E05B27/0032Cylinder locks or other locks with tumbler pins or balls that are set by pushing the key in with both axially and radially arranged tumbler pins or balls

Landscapes

  • Actuator (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een draaicilinderslot met een draaibare cilinderkern en met in axiale boringen van de cilinderkern axiaal verschuifbare en gevederde schuifpinnen, gekenmerkt doordat aan de axiale schuifpinnen (12), uitsluitend op de van het sleutelkanaal afgewende zijde uithollingen (18) voorzien zijn voor het in de vrijgavestand opnemen van de als wentellichamen (20) uitgevoerde pallichamen en dat aan de uithollingen aansluitende, in de lengte verlopende, loopbanen (16) voor de wentellichamen (20) voorzien zijn.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  "Draaicilinderslot met axiale en radiale vergrendelpinnen" 
De uitvinding heeft betrekking op een draaicilinderslot met een in een cilinderhuis draaibare cilinderkern en met in axiale boringen van de cilinderkern axiaal verschuifbare en gevederde schuifpinnen en met in omtrekrichting verschoven daartoe aangebrachte, radiaal verlopende veerbelaste, gedeelde vergrendelpinnen, waarbij de axiale schuifpinnen door recht verlopende aanslagvlakken in de flanken van een sleutel in hun vrijgavestand axiaal verschuifbaar zijn, waarin door de schuifpinnen bewogen pallichamen liggen onder ingrijpen met het cilinderhuis en de radiale vergrendelpinnen door een zaagtandachtig langsdoorsnedeprofiel van de sleutel in hun vrijgavestand radiaal naar buiten verschuifbaar zijn,

   waarin de scheidingsgleuf tussen de beide delen van de vergrendelpin in het scheidingsgebied tussen het cilinderhuis en de cilinderkern ligt. 



   Een dergelijk draaicilinderslot is bekend uit FR-A-15 33 953. Bij dit draaicilinderslot zijn niet enkel de radiaal verlopende, doch ook de axiaal verlopende vergrendelpinnen in delen uitgevoerd. De axiaal verlopende vergrendelpinnen moeten zieh daartoe over de feitelijke cilinderkern uitstrekken, wat het draaicilinderslot in axiale richting overeenkomstig vergroot. 



   Een gelijkaardig draaicilinderslot met radiale en axiale vergrendelpinnen is bekend uit CH-A-1 76 577. Ook bij dit draaicilinderslot zijn zowel 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 de radiale als de axiale vergrendelpinnen delen uitgevoerd. In dit geval zijn de axiale vergrendelpinnen in het axiale gebied tussen de radiale vergrendelpinnen en de voorkant van het slot aangebracht, wat eveneens tot een overeenkomstige axiale vergroting van het draaicilinderslot leidt. 



   In de oudere, niet voorgepubliceerde octrooiaanvrage 28 06 072, wordt een draaicilinderslot met radiale en axiale vergrendelpinnen beschreven, waarbij de axiale vergrendelpinnen in   een   geheel (ongedeeld) zijn uitgevoerd en telkens voorzien zijn van een radiaal vooruitstekende sperneus, en waarbij de axiale vergrendelpinnen in de sperstand draaivast, doch axiaal verschuifbaar in een gleuf in de lengterichting van het cilinderhuis geleid worden en in de vrijgavestand in een ringgleuf van het cilinderhuis passen, zodat ze in de draairichting vrij beweegbaar zijn. 



   Het doel van de uitvinding bestaat erin een draaicilinderslot van de in de aanhef beschreven aard zodanig te verbeteren, dat de axiale bouwlengte van het draaicilinderslot kleiner wordt, zonder dat dit een vermindering van de sluitvarianten, bijv. een vermindering van de sluitzekerheid, met zich meebrengt. 



   Dit doel wordt volgens de uitvinding bij een draaicilinderslot met de in de aanhef aangegeven kenmerken volgens de uitvinding daardoor bereikt, dat aan de axiale schuifpinnen uitsluitend op de van het sleutelkanaal afgewende zijde, uithollingen voorzien zijn voor het in de vrijgravestand opnemen van de als wentellichaam uitgevoerde pallichamen en dat aan de uithollingen aansluitende, in de lengte verlopende, loopbanen voor de wentellichamen voorzien zijn. uit   US-A-4012931 is   een draaicilinderslot bekend, waarbij de pallichamen van de 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 axiaal verlopende schuifpinnen als wentellichamen zijn uitgevoerd, die in op de schuifpinnen aangebrachte uithollingen kunnen liggen. Dit draaicilinderslot bezit nochtans alleen axiale schuifpinnen.

   Verder zijn bij dit draaicilinderslot de uithollingen als ringgleuven uitgevoerd en zijn de vergrendelpinnen cilindrisch uitgevoerd. De uithollingen van de axiale schuifpinnen kunnen daardoor niet in een naar het sleutelkanaal open gebied aangebracht worden, daar ze anders vanuit het sleutelkanaal afgetast kunnen worden. Ook treedt bij dit slot een puntaanraking op tussen de axiale schuifpinnen en de pallichamen, wat een overeenkomstig hoge vlakkenpersing tot gevolg heeft. 



   Een dergelijk draaicilinderslot is bekend uit FR-A-22 37 483. Bij dit draaicilinderslot zijn weliswaar de uithollingen van de axiale vergrendelpinnen uitsluitend op de van het sleutelkanaal afgewende zijde aangebracht. Maar ook in dit geval zijn de vergrendelpinnen cilindrisch uitgevoerd, zodat dit tot een overeenkomstig hoge vlakkendruk leidt. Voor het overige betreft het hier eveneens een draaicilinderslot, waarin alleen axiale en geen radiale vergrendelpinnen aanwezig zijn. 



   In de oudere, niet voorgepubliceerde octrooiaanvrage 28 00 398 wordt tenslotte een draaicilinderslot beschreven, waarbij de uithollingen op de axiale schuifpinnen, voor het in de vrijgavestand, ingrijpen van de als wentellichamen uitgevoerde pallichamen uitsluitend op de van het sleutelkanaal afgewende zijde voorzien zijn, en aan de uithollingen aansluitende, in de lengterichting verlopende loopbanen voor de wentellichamen voorzien zijn. Bij dit draaicilinderslot zijn echter eveneens geen radiale vergrendelpinnen voorzien. 



   Bij het draaicilinderslot volgens de 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 uitvinding kunnen de axiale schuifpinnen begrensd worden tot een gebied dat axiaal niet boven de eigenlijke cilinderkern uitgaat. Daar de voor de wentellichamen aanwezige uithollingen uitsluitend op de van het sleutelkanaal afgewende zijde liggen, kunnen de uithollingen niet vanuit het sleutelkanaal afgetast worden, zelfs wanneer ze in een naar het sleutelkanaal open gebied aangebracht zijn. De in de lengterichting verlopende loopbanen van de axiale schuifpinnen zorgen ervoor dat de schuifpinnen telkens hun correcte hoekligging innemen, waarin de pallichamen in de uithollingen kunnen ingrijpen. Daarenboven staan de in de lengterichting verlopende loopbanen een vergelijkingswijze geringe vlakkendruk van de pallichamen toe. 



   Aan de hand van de tekening wordt een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding toegelicht. Er wordt getoond in :
Fig. 1 een langsdoorsnede van een draaicilinderslot in zijn sperstand, langs de lijn   I-I   in Fig.   3 ;  
Fig. 2 een met Fig. 1 overeenkomend aanzicht van het draaicilinderslot in zijn vrijgavestand, langs de lijn II-II in Fig.   4 ;  
Fig. 3 een dwarsdoorsnede door het draaicilinderslot in zijn sperstand, langs de lijn IIIIII in Fig.   1 ;  
Fig. 4 een met Fig. 3 overeenkomend aanzicht van het draaicilinderslot in zijn vrijgavestand langs de lijn IV-IV in Fig. 2. 



   Het in Fig. 1 tot 4 weergegeven draaicilinderslot bezit een cilinderhuis 2, waarin een cilinderkern 8 draaibaar, maar axiaal niet verschuifbaar is aangebracht. 



   De cilinderkern 8 is voorzien van twee 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 axiaalboringen 10, die aan beide zijden van het verticale axiaalvlak, in telkens over   45    ten opzichte van dit axiaalvlak verschoven axiaalvlakken liggen (vgl. Fig. 3). De axiaalboringen 10 worden als zakvormige sluiters van achter in de cilinderkern geboord en zijn telkens met een stop 11 afgesloten. 



   In iedere axiaalboring 10 is een schuifpin 12, tegengesteld werkend aan de kracht van een schroefveer 14, verschuifbaar gelegen. De schuifpinnen 12 zijn aan hun radiaal naar buiten gericht oppervlak telkens met een in de lengterichting verlopende loopvlak 16 en op een welbepaalde axiale (positie), voorzien van een deels kogelvormige uitholling 18, die met de als kogels uitgevoerde pallichamen 20 samenwerken. De pallichamen 20 zijn in radiale openingen 21 in de buitenwand van de cilinderkern 8 aangebracht en grijpen in de sluitstand van het draaicilinderslot (Fig. 1 en 3) in axiaal verlopende rustgroeven 22 van het cilinderhuis 2 in, terwijl zij met hun radiale binnenzijde in loopbanen 16 der schuifpinnen 12, waarvan de doorsnede aan de kogels is aangepast, ingrijpen waarvan de doorsnede aan de kogels is aangepast.

   Hierdoor wordt een radiaal naar binnen gerichte beweging van de pallichamen 20 verhinderd, zodat de gelijktijdig in de cilinderkern en het cilinderhuis 2 grijpende pallichamen 20, een draaibeweging van de cilinderkern 8 verhinderen. 



   Centraal in de cilinderkern 8 bevindt zich een sleutelkanaal 24, dat in zijn voorste helft middels doorbraken 26 (Fig. 3) met de axiaalboringen 10 van de cilinderkern 8, en bijgevolg met de schuifpinnen 12, in verbinding staat. 



   Voor het verschuiven van de schuifpin 12 is een sleutel 28 (Fig. 2,4) voorzien, die met de op de schuifpinnen aangebrachte zijdelingse aanzetten 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 verbonden is, die aanslagvlakken 32 voor het meenemen van de schuifpinnen 12 vormen. 



   De schuifpinnen 12 zijn op een zodanige wijze gecodeerd, dat de uithollingen 18 bij de verschillende schuifpinnen op verschillende axiale posities liggen. De schuifpinnen 12 moeten daartoe op een verschillende afstand in hun axiaalboringen 10 geschoven worden, tot telkens een uitholling 18 met het bijbehorende pallichaam 20 wegloopt, dat dan rustgroef 22 kan verlaten en in de uitholling 18 kan ingrijpen. 



   In het verticale axiaalvlak van het draaicilinderslot worden in het cilinderhuis 2 additionele (in het uitvoeringsvoorbeeld 5) radiaal verlopende boringen 102 aangebracht, die in de sluitstand (Fig. 1, 3) in vijf boringen 104 van de cilinderkern overvloeien. In de boringen 104,106 is een overeenkomstig aantal verschuifbare vergrendelpinnen 106 radiaal aangebracht, die in twee delen 106a en 106b onderverdeeld zijn. In de als zakvormige openingen uitgevoerde boringen 102 zijn schroefveren 108 aangebracht, die de vergrendelpinnen 106 in radiale richting zo opspannen, dat ze in de sluitstand in het sleutelkanaal vooruitspringen en tegen een wand van het sleutelkanaal aangedrukt worden. 



  De scheidingsgleuven tussen de delen 106a en 106b zijn bij de vergrendelpinnen 106 op verschillende plaatsen aangebracht, zodat de vergrendelpinnen 106 in de sperstand (Fig. 1, 3) een draaiing van de cilinderkern 8 relatief ten opzichte van het cilinderhuis 2 verhinderen. 



   De sleutel 28 is van een zodanig zakvormig langsdoorsnedeprofiel 110 voorzien (Fig. 2), dat bij ingestoken sleutel 28, de vergrendelpinnen 106 tegen de voorspanning van de schroefveren 108 in, zo ver radiaal naar buiten verschoven worden, dat hun 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 scheidingsgleuven in het scheidingsgebied tussen het cilinderhuis 2 en de cilinderkern 8 liggen en daarmee een draaiing van de cilinderkern 8 mogelijk maken. De sleutel 28 heeft verder een zigzagvormig dwarsdoorsnedeprofiel (Fig. 4), dat aan dat van het sleutelkanaal 24 (Fig. 3) aangepast is. 



   De werking van het beschreven draaicilinderslot is als volgt. In de gesloten stand 
 EMI7.1 
 (Fig. 1, 3) worden de schuifpinnen 12 door hun schroefveren 14 naar links (in Fig. 1, 2), tegen de voorzijde van de cilinderkern 8 gedrukt. De kogelvormige pallichamen 20 grijpen gelijktijdig in de boringen 21 van de cilinderkern 8 en in de rustgroeven 22 van het cilinderhuis 2 in, en zij worden radiaal binnen aan de loopvlakken 16 van de schuifpinnen 12 ondersteund. De vergrendelpinnen 106 worden door hun schroefveren 108 radiaal naar binnen eventueel in hun sluitstand opgespannen. Indien gepoogd wordt om de cilinderkern 8 zonder de overeenkomstig gecodeerde sleutel te verdraaien, versperren de pallichamen (20) de cilinderkern 8, waarbij ze de radiaal naar binnen tegen de loopvlakken 16 van de schuifpinnen 12 gedrukt worden.

   Gelijktijdig worden de radiale vergrendelpinnen 106 van de cilinderkern 8 zijdelings tegen de boringswanden van het cilinderhuis 2 aangedrukt, zodat een draaiing van de cilinderkern 8 verhinderd wordt. 



   Wordt nu de overeenkomstig gecodeerde sleutel 28 in het sleutelkanaal 24 ingebracht, dan liggen de aanslagvlakken 32 van de sleutel 28 tegen de voorste vlakken van de schuifpinnen 12, die daardoor door de sleutel meegenomen worden en zo ver naar binnen geschoven worden tot de uithollingen 18 tegenover pallichamen 20 liggen. Gelijktijdig worden de radiale vergrendelpinnen 106 door de sleutel 28 zo ver radiaal naar buiten verschoven, dat hun scheidingsgleuven met 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 de scheidingsgleuven van de cilinderkern 8 en het cilinderhuis 2 weglopen. Wordt dan op de cilinderkern 8 een draaimoment uitgeoefend, dan worden de pallichamen 20 doordat zij tegen de zijvlakken van de rustgroeven 22 liggen, radiaal naar binnen in de uithollingen 18 gedrukt.

   De pallichamen 20 en ook de radiale vergrendelpinnen 106 oefenen dan geen weerstand meer op de ciinderkern 8 uit, zodat de cilinderkern 8 zieh laat draaien.

Claims (2)

  1. CONCLUSIES 1. Draaicilinderslot met een in een cilinderhuis draaibare cilinderkern en met in axiale boringen van de cilinderkern axiaal verschuifbare en gevederde schuifpinnen en met in omtrekrichting verschoven daartoe aangebrachte, radiaal verlopende veerbelaste, gedeelde vergrendelpinnen, waarbij de axiale schuifpinnen door recht verlopende aanslagvlakken in de flanken van een sleutel in hun vrijgavestand axiaal verschuifbaar zijn, waarin door de schuifpinnen bewogen pallichamen liggen onder ingrijpen met het cilinderhuis en de radiale vergrendelpinnen door een zaagtandachtig langsdoorsnedeprofiel van de sleutel in hun vrijgavestand radiaal naar buiten verschuifbaar zijn, waarin de scheidingsgleuf tussen de beide delen van de vergrendelpin in het scheidingsgebied tussen het cilinderhuis en de cilinderkern ligt, met het kenmerk, dat aan de axiale schuifpinnen (12),
    uitsluitend op de van het sleutelkanaal afgewende zijde uithollingen (18) voorzien zijn voor het in de vrijgavestand opnemen van de als wentellichamen (20) uitgevoerde pallichamen en dat aan de uithollingen aansluitende, in de lengte verlopende, loopbanen (16) voor de wentellichamen (20) voorzien zijn.
  2. 2. Draaicilinderslot volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de radiale vergrendelpinnen (106) in het verticale axiaalvlak van het slot liggen en de axiale schuifpinnen (12i 12') in twee aan beide zijden van en over ongeveer 450 tot 600 ten opzichte van het verticale axiaalvlak verschoven axiaalvlakken liggen.
BE9600440A 1996-05-15 1996-05-15 Draaicilinderslot met axiale en radiale vergrendelpinnen. BE1010212A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9600440A BE1010212A3 (nl) 1996-05-15 1996-05-15 Draaicilinderslot met axiale en radiale vergrendelpinnen.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9600440A BE1010212A3 (nl) 1996-05-15 1996-05-15 Draaicilinderslot met axiale en radiale vergrendelpinnen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1010212A3 true BE1010212A3 (nl) 1998-03-03

Family

ID=3889753

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9600440A BE1010212A3 (nl) 1996-05-15 1996-05-15 Draaicilinderslot met axiale en radiale vergrendelpinnen.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1010212A3 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1636452A1 (en) * 2003-06-16 2006-03-22 Camware Holdings Pty Ltd Rotary lock and key
WO2019020944A1 (fr) 2017-07-26 2019-01-31 Dom Security Ensemble de serrure de sécurité et de clé plate

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2828343A1 (de) * 1978-06-28 1980-01-10 Perkut B R Drehzylinderschloss
CH636400A5 (en) * 1978-01-05 1983-05-31 Grundmann Gmbh Geb Rotary cylinder lock with radial spring-loaded tumbler pins and with axially displaceable sliding pins
CH636669A5 (en) * 1978-01-05 1983-06-15 Grundmann Gmbh Geb Cylinder lock having a rotatable cylinder plug and a plurality of sliding pins displaceable in axial bores thereof

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH636400A5 (en) * 1978-01-05 1983-05-31 Grundmann Gmbh Geb Rotary cylinder lock with radial spring-loaded tumbler pins and with axially displaceable sliding pins
CH636669A5 (en) * 1978-01-05 1983-06-15 Grundmann Gmbh Geb Cylinder lock having a rotatable cylinder plug and a plurality of sliding pins displaceable in axial bores thereof
DE2828343A1 (de) * 1978-06-28 1980-01-10 Perkut B R Drehzylinderschloss

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1636452A1 (en) * 2003-06-16 2006-03-22 Camware Holdings Pty Ltd Rotary lock and key
EP1636452A4 (en) * 2003-06-16 2009-07-15 Camware Holdings Pty Ltd ROTARY LOCK AND KEY
US7614268B2 (en) 2003-06-16 2009-11-10 Camware Holdings Pty Ltd. Rotary lock and key
WO2019020944A1 (fr) 2017-07-26 2019-01-31 Dom Security Ensemble de serrure de sécurité et de clé plate

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4434636A (en) Lock having a cylinder core and a housing
US4958462A (en) Locking pivot shoe
US7621163B2 (en) High security key blade and key
US7137280B2 (en) Cylinder lock, especially for motor vehicles
CA3115369C (en) A cylinder lock and key combination providing extra code combinations
US4418554A (en) Key operated locking mechanism
US5437176A (en) Key and rotary lock cylinder for safety lock
CA2346835C (en) Window and/or door fitting
US8826707B2 (en) Locking device comprising a key and a locking cylinder
KR101386771B1 (ko) 공구-없이 리키잉 가능한 로크 실린더
RU2129645C1 (ru) Запорное устройство
CN1075588C (zh) 一种带闭锁圆柱的锁定装置
ATE267320T1 (de) Werkzeug zum entsperren eines schliesszylinders
EP0621384B1 (de) Schlüssel und Drehschliesszylinder für ein Sicherheitsschloss
US5440909A (en) Lock and key shell assembly
US4584857A (en) Device for blocking the rotary movement of a steering column
US4545223A (en) Padlock
GB2277121A (en) Padlock
US20060236733A1 (en) High-security flat key and lock therefor
EP2963209B1 (en) An improved structure of key cylinder
BE1010212A3 (nl) Draaicilinderslot met axiale en radiale vergrendelpinnen.
US5703339A (en) Safety switch
US20120297843A1 (en) Locking device
EP1247926A2 (en) Assembly of revolving cylinder lock and key
US4077240A (en) Cylinder lock