<Desc/Clms Page number 1>
Sigaret. siaaar of dergelijke en verpakkina hiervoor.
De uitvinding heeft betrekking op een sigaret, cigarrillo, sigaar of dergelijke welke tabak bevat en aan een uiteinde aangestoken dient te worden.
Volgens de huidige stand van techniek worden sigaretten, sigaren, cigarrillo's en dergelijke aangestoken door het vrije uiteinde van de sigaret of sigaar tot ontbrandingstemperatuur te verwarmen of boven of in een vlam te houden. Deze vlam wordt normalerwijze gevormd door het aanstrijken van een lucifer of door middel van een aansteker.
Deze stand van techniek heeft als nadeel dat, om een sigaret of sigaar aan te steken, steeds een extra hulpmiddel nodig is. Ook is het zeer moeilijk en omslachtig om met behulp van een aansteker, lucifer of dergelijke bij winderige of natte weersomstandigheden een sigaret of sigaar aan te steken.
De uitvinding heeft hoofdzakelijk tot doel aan deze en andere nadelen te verhelpen en een sigaret, sigaar of dergelijke voor te stellen welke op een zeer eenvoudige manier en in alle weersomstandigheden aangestoken kan worden, waarbij bovendien geen extra hulpmiddelen nodig zijn.
Tot dit doel bevat genoemde sigaret of sigaar in genoemd uiteinde een ontstekingselement dat tot ontvlammen kan gebracht worden om genoemde tabak te doen branden.
Doelmatig bestaat genoemd ontstekingselement minstens gedeeltelijk uit een materie die door wrijving op een geschikt wrijvingsoppervlak tot ontvlammen kan gebracht worden.
Op een voordelige wijze bevat genoemd ontstekingselement hoofdzakelijk zwavel en/of fosfor.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding bevat genoemde sigaret of sigaar een brandbare drager waarop
<Desc/Clms Page number 2>
een door wrijving ontvlambare materie voorzien is aan de naar genoemd uiteinde gerichte zijde.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is genoemd ontstekingselement minstens gedeeltelijk omringd door, in genoemd uiteinde aanwezige, te ontsteken tabak.
Verder heeft de uitvinding betrekking op een verpakking voor een sigaret, sigaar of dergelijke, volgens de uitvinding, waarbij deze verpakking een wrijvingsvlak vertoont waarover genoemd vrije uiteinde van een sigaret, sigaar of dergelijke, gewreven kan worden om deze laatste te onsteken.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een specifieke uitvoeringsvorm van de sigaret, sigaar, of dergelijke, alsook van de verpakking volgens de uitvinding ; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte van de gevorderde bescherming niet ; de hierna gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.
Figuur 1 stelt schematisch een sigaret voor, volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, in langsdoorsnede volgens de lijn I-I van figuur 1.
Figuur 2 stelt op grotere schaal een schematische dwarsdoorsnede volgens de lijn 11-11 voor van deze eerste uitvoeringsvorm.
Figuur 3 is een perspectiefvoorstelling van een voor genoemde sigaret geschikte verpakking.
Figuur 4 is een schematische langsdoorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van een sigaret volgens de uitvinding.
In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde of analoge elementen.
De uitvoeringsvorm van de sigaret 1 volgens de uitvinding welke voorgesteld is in de figuren 1 en 2 omvat, zoals dit het geval is voor de meeste klassieke op zichzelf bekende sigaretten, fijn gekorven tabak 2, die gerold is in een dun papieren omhulsel 3 en aan een van zijn uiteinden voorzien is van een mondstuk of filter 4. Deze sigaret
<Desc/Clms Page number 3>
EMI3.1
" onderscheidt zieh echter van deze klassieke sigaretten door het feit dat de kop of het vrije te ontsteken uiteinde 5 ervan, dat zich bevindt tegenover dit met het mondstuk of de filter 4, een ontstekingselement 6 bevat dat toelaat dit uiteinde 5 tot ontsteking te brengen.
Het ontstekingselement 6 bestaat minstens gedeeltelijk uit een materie 8 die door ze te strijken over een geschikt wrijvingsvlak 10 tot ontvlammen kan gebracht worden, op dezelfde manier als dit geschiedt met een lucifer. Hiertoe bevat dit onstekingselement 6 bij voorkeur hoofdzakelijk zwavel en/of fosfor of heeft het eenzelfde samenstelling als de aan te strijken kop van een bekende lucifer.
Verder is dit onstekingselement 6 verzonken in de aan te steken tabak 2 van het vrije uiteinde 5, zodanig dat wanneer het ontstekingselement 6 tot ontbranden gebracht wordt deze tabak 2 eveneens onmiddellijk ontbrandt en bijgevolg genoemd uiteinde 5 nagenoeg gelijkmatig aangestoken wordt. Het in de figuren 1 en 2 voorgesteld ontstekingselement 6 is gevormd uit een cirkelvormig schijfje van ontbrandbare materie 8 met een diameter die nagenoeg overeenstemt met deze van de sigaret, waarvan een zijde concaaf of bolvormig is en de tegenoverliggende zijde voorzien is van opstaande verankeringspinnen 7 die in het vrije uiteinde 5 van de sigaret geprikt en vastgezet zijn. Het ontstekingselement 6 bevat aldus een bolvormige schijf welke het uiteinde 5 van de sigaret 1 afdekt en verzonken is in de tabak 6 van dit uiteinde 5.
Deze schijf 6 zorgt ervoor dat het uiteinde 5 van de sigaret 1 verstevigd wordt.
Op deze manier kan, door het strijken van dit uiteinde 5 over een geschikt wrijvingsoppervlak 10 de sigaret, sigaar of cigarrillo ontstoken worden. Alhoewel het ontstekingselement 6 volledig verzonken kan zijn in het uiteinde 5, steekt het ontstekingselement 6 bij voorkeur gedeeltelijk uit genoemd uiteinde 5, om te vermijden dat, bij het aansteken van de sigaret of sigaar, door deze met het onstekingselement 6 over een wrijvingsoppervlak 10 te strijken, het uiteinde 5 van deze sigaret of sigaar 1 eventueel beschadigd zou worden. Bij het aansteken van het
<Desc/Clms Page number 4>
onstekingselement 6 is er dan enkel contact tussen dit laatste en het wrijvingsoppervlak 10 en komt de tabak 2 van het uiteinde 5 niet in contact met dit oppervlak 10.
In een tweede bijzondere uitvoeringsvorm, zoals voorgesteld in figuur 4, van een sigaret, cigarrillo of sigaar 1 volgens de uitvinding bevat het ontstekingselement 6 een brandbare drager 7, zoals een konischvormig staafje, waarop de door wrijving ontvlambare materie 8 voorzien is.
Deze materie 8 bevindt zich aan de zijde van de drager 7 welke naar genoemd uiteinde 5 gericht is. Op deze manier wordt er voor gezorgd dat het ontstekingselement 6 vastzit in het uiteinde 5 van de sigaret of sigaar 1.
In een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt het onstekingselement 6 gevormd door een materie die in gesmolten toestand in het uiteinde 5 van de sigaret of sigaar 1 gebracht wordt. Door het stollen van deze materie ontstaat een hechte verankering ervan met de omgevende tabak 2 waarmee deze laatste doordrenkt is.
Gezien het intiem contact dat bestaat tussen het onstekingselement 6 en de omgevende tabak 2, ontstaat, tijdens het ontsteken, onmiddellijk een spontane ontbranding van deze laatste zonder dat het vereist is zuurstof doorheen de sigaret of sigaar 1 aan te zuigen. Op deze manier wordt dus vermeden dat verbrandingsgassen van het onstekingselement 6 rechtstreeks ingeademd zouden worden.
Zoals voorgesteld in figuur 3 wordt de sigaret of sigaar 1 volgens de uitvinding bij voorkeur ondergebracht in een verpakking 9 welke voorzien is van een wrijvingsvlak 10.
Aldus kan genoemde sigaret of sigaar 1 aangestoken worden door deze met het te ontsteken uiteinde 5 over dit wrijvingsvlak 10 te strijken. Deze verpakking 9 zorgt ervoor dat voor het aansteken van een sigaret of sigaar 1 volgens de uitvinding geen extra hulpmiddelen zoals lucifers, een aansteker of dergelijke, nodig zijn.
De uitvinding biedt dus o. m. het voordeel dat men niet dient te beschikken over lucifers of een aansteker om de sigaret, cigarrillo of sigaar aan te steken. Dit is op zichzelf reeds milieuvriendelijker, wegens de houtbesparing
<Desc/Clms Page number 5>
voor de produktie van lucifers en een aanzienlijke afname van het gebruik van aanstekers, welke meestal zogenoemde "wegwerp"produkten vormen, die niet recycleerbaar zijn.
Een ander belangrijk voordeel is dat het aansteken nagenoeg niet gehinderd wordt door de wind.
De uitvinding is natuurlijk niet beperkt tot de hierboven beschreven en in bijgaande figuren voorgestelde uitvoeringsvormen van de uitvinding. Zo heeft de uitvinding niet enkel betrekking op sigaretten of sigaren, maar op alle soorten rookwaar, welke tabak of dergelijke bevat, waarbij deze tabak dient aangestoken te worden. Het ontstekingselement 6 is niet noodzakelijk staafvormig, het kan ook bolvormig zijn of andere vormen aannemen, zoals bijvoorbeeld een netvormige structuur welke opgevuld is met tabak, teneinde een intiemer contact tot stand te brengen tussen deze tabak en het ontstekingselement 6 en aldus bij het aansteken van dit net, een gelijkmatige ontbranding van de tabak in het uiteinde 5 van de sigaret of sigaar 1 te bekomen.
Het kan eveneens bestaan uit verschillende bijvoorbeeld enigszins staafvormige deeltjes van ontbrandbare materie die gelijkmatig aan het kopvlak van het vrije uiteinde 5 van de sigaret verdeeld zijn.