BE1010061A6

BE1010061A6 - Automatische vulinrichting voor vezelmagazijnen en/of vezelcassetten van borstelvervaardigingsmachines.

Info

Publication number: BE1010061A6
Application number: BE9600222A
Authority: BE
Inventors: Leonel Polydore Boucherie
Original assignee: Boucherie Nv G B
Priority date: 1996-03-13
Filing date: 1996-03-13
Publication date: 1997-12-02
Also published as: ES2147963T3; DE69701828T2; EP0795285B1; US5839794A; EP0795285A1; DE69701828D1

Abstract

Automatische vulinrichting voor vezelmagazijnen (3) en/of vezelcassetten van borstelvervaardigingsmachines, daardoor gekenmerkt dat per vezelkanaal (2-3) een vezelgrijptang (23) is voorzien die kan verplaatst worden tussen twee standen, namelijk een stand ter plaatste van een opnameplaats (A) van bundels vezels en een stand die een afgifteplaats (B) vormt in het betreffende vezelkanaal.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Automatische vulinrichting voor vezelmagazijnen en/of vezelcassetten van borstelvervaardigingsmachines. Deze uitvinding heeft betrekking op een vulinrichting voor vezelmagazijnen en/of vezelcassetten die aangewend worden in een borstelvervaardigingsmachine. 



  Bij bekende bortstelvervaardigingsmachines gebeurt het vullen van de vezelmagazijnen of vezelcassetten meestal manueel, wat het nadeel vertoont dat de borstelvervaardigingsmachine slechts doorlopend kan werken indien een bedienaar voltijds aanwezig is. Bovendien kan de bedienaar, tijdens het vullen, gemakkelijk met zijn handen in de slecht afgeschermde vezeltoevoeropening van de borstelvervaardigingsmachine terecht komen, wat onvermijdelijk aanleiding geeft tot werkongevallen. 



  In het Belgisch oktrooi nr. 901 006, van Aanvraagster, is een automatische vulinrichting beschreven die gebruik maakt van een vezelgrijptang die roteerbaar bevestigd is op een transportgedeelte. Ten einde losse vezels uit een bundelkamer in een enkelvoudig of meervoudig vezelmagazijn of in vezelcassetten te plaatsen moet de vezelgrijptang roteren vanuit een vertikale naar een horizontale stand, waarbij het transportgedeelte minstens drie lineaire verplaatsingen moet uitvoeren. 



  Een nadeel van deze bekende inrichting is dat er gecompliceerde mechanische gedeelten nodig zijn ten einde de omslachtige bewegingen die de vezelgrijptang uitvoert te verwezenlijken. Een bijkomend nadeel is het feit dat bij een meervoudig vezelmagazijn slechts één grijptang gebruikt wordt voor het vullen van de verschillende vezelkanalen, 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 waardoor het mechanisch gedeelte nog gecompliceerder wordt en de efficiëntie van het vullen vermindert. 



  De uitvinding heeft als doel de voornoemde en andere nadelen uit te sluiten. 



  Hiertoe bevat de automatische vulinrichting voor vezelmagazijnen en/of vezelcassetten van borstelvervaardigingsmachines per vezelkanaal een vezelgrijptang die kan verplaatst worden tussen twee standen, namelijk een stand ter plaatse van een opnameplaats van bundels vezels en een stand die een afgifteplaats vormt in het betreffende vezelkanaal. 



  De vezelgrijptangen in de inrichting volgens de uitvinding voeren eenvoudige bewegingen uit, waardoor het mechanisch gedeelte van de vulinrichting sterk gereduceerd kan worden. 



  Door het feit dat ieder vezelkanaal van een meervoudig vezelmagazijn kan voorzien worden van een vezelgrijptang zal het vullen snel en efficiënt gebeuren, waardoor de borstelvervaardigingsmachine een hoge produktiecapaciteit vertoont. 



  De automatische vulinrichting volgens de uitvinding zal tevens de veiligheid van de bedienaar maximaal waarborgen. 



  Inderdaad, door het gebruik van een automatische vulinrichting hoeft de bedienaar geen rechtstreekse toegang tot het vezelmagazijn meer te hebben daar het vullen vanop afstand gebeurt. De toevoeropening naar het vezelmagazijn kan hierdoor, bij borstelvervaardigingsmachines die volledig omgeven zijn door een afschermend omhulsel, tot een minimum herleid worden, waardoor het vezelmagazijn en de gehele borstelvervaardigingsmachine optimaal afgeschermd 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 kunnen worden, met uitzondering van deze zeer kleine toevoeropening. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een automatische vulinrichting voor vezelmagazijnen en/of vezelcassetten van borstelvervaardigingsmachines volgens de uitvinding beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekening die schematisch en in perspektief een voorkeurdragende uitvoeringsvorm weergeeft. 



  De automatische vulinrichting volgens de uitvinding voor vezelmagazijnen en/of vezelcassetten is bedoeld om een borstelvervaardigingsmachine doorlopend te bevoorraden met vezels. 



  Alhoewel zulke automatische vulinrichting zowel kan toegepast worden voor een enkelvoudig als voor een meervoudig vezelmagazijn zal in het hiernavolgend voorbeeld een dubbel vezelmagazijn beschreven worden. 



  In de bijgevoegde tekening is een dubbel vezelmagazijn 1 weergegeven dat gevormd wordt door twee vezelkanalen, respektievelijk 2 en 3, waarbij ieder van deze vezelkanalen aan beide zijden voorzien is van een geleiding 4 waarin een klink 5 zieh kan verplaatsen. 



  Deze klinken 5 drukken op bekende wijze op de in de vezelkanalen 2 en 3 aanwezige vezels 6-7, waartoe deze klinken onder een bepaalde veerdruk en scharnierbaar op een slede 8 zijn bevestigd. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  De slede 8 kan zich verplaatsen langs een geleiding 9 en is verbonden met de zuigerstang 10 van een drukcilinder 11 waarvan het lichaam op het machinegeraamte 12 is bevestigd. 



  Voor ieder vezelkanaal 2-3 is naast het vezelmagazijn 1 op een gedeelte van het geraamte 12 een slede 13 aangebracht die verplaatsbaar is langs een geleiding 14 en die verbonden is met de zuigerstang 15 van een drukcilinder 16 waarvan het lichaam op het machinegeraamte 12 is bevestigd. 



  Op deze slede 13 is een schematisch door 17 aangeduid aandrijfmiddel, bijvoorbeeld een motor, voorzien waarvan de uitgangsas 18 op zijn vrij uiteinde verbonden is met één uiteinde van een stang 19. Op haar tweede uiteinde is de stang 19 voorzien van een door 20 aangeduid aandrijfmiddel, bijvoorbeeld een motor, waarvan de uitgangsas 21 voorzien is van een er vast op bevestigde bek 22 van een vezelgrijptang 23, terwijl de tweede bek 24 van deze vezelgrijptang 23 vast bevestigd is op een bijkomende as die in de stang 19 gelagerd is, waarbij tussen de bekken 22 en 24 een vertanding 25 is voorzien. 



  De vezelgrijptangen 23 zijn in de hoogte zodanig gesitueerd dat zij enigszins boven het bovenvlak van het vezelmagazij-n 1 gelegen zijn en in deze hoogtestand alle noodzakelijke bewegingen uitvoeren. 



  In de uitgeklapte stand van de vezelgrijptangen 23,   m. a. w.   in de stand zoals in de figuur is weergegeven voor de linker vezelgrijptang, is onder iedere grijptang een steunvlak 26 voorzien voor bundels vezels. 



  De werking van de inrichting volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 Aangezien beide vezeloverbrenginrichtingen aan elkaar gelijk zijn zal hierna de beschrijving van de werking beperkt worden tot   een   van deze inrichtingen. 



  Op het steunvlak 26 zullen, doorheen een schematisch door 27 aangeduide opening in het beschermingsomhulsel van de borstelvervaardigingsmachine, bundels vezels geplaatst worden. De plaats gevormd door het voornoemde steunvlak 26 vormt de opnameplaats A van bundels vezels in de borstelvervaardigingsmachine. 



  Wanneer zulke bundel of bundels vezels op het steunvlak 26 zijn geplaatst zal men de vezelgrijptang 23 door middel van het aandrijfmiddel 20 zodanig aandrijven dat door de samenwerking van de vertanding 25 tussen de bekken 22 en 24, deze bekken naar elkaar toebewegen, zoals weergegeven in punt-streeplijn, ten einde een bundel vezels te omklemmen. 



  Vervolgens zal, door middel van de aandrijfmiddelen 17 de as 18 en aldus de erop bevestigde stang 19 met de vezelgrijptang 23 onder een hoek van   180    verdraaid worden volgens pijl P waarna de drukcilinder 16 zodanig zal bevolen worden dat de slede 13 zieh verplaatst tot in de omgeving van de vezels 6, respektievelijk 7, van het betreffende vezelkanaal 2, respektievelijk 3,   m. a. w.   tot tegen de betreffende klink 5. Deze plaats in de borstelvervaardigingsmachine vormt de afgifteplaats B van bundels vezels. 



  Tijdens deze verplaatsing zal de stang 19 samen met de vezelgrijptang 23 zieh steeds op een niveau bevinden dat juist boven het bovenvlak van het vezelmagazijn 1 is gelegen. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 Op dit ogenblik zal de slede 8 samen met de klink 5 door middel van de drukcilinder 11 van de betreffende vezels 6 of 7 verwijderd worden tot voorbij de bundel vezels 28 waarbij de betreffende klink 5 langs deze bundel 28 wegscharniert om op bekende wijze achter de bundel 28 terecht te komen waarna, door het geschikt aandrijven van de slede 8 de bundel vezels 28 op geschikte wijze bij de reeds in het vezelmagazijn aanwezige vezels 6 of 7 worden gevoegd door middel van de klink 5 die op de vezels 6 of 7 drukt. 



  De bekken 22 en 24 van de vezelgrijptang 23 zullen vervolgens geopend worden door het geschikt aandrijven ervan waarna de vezelgrijptang door het verplaatsen van de slede 13 buiten het vezelmagazijn 1 zal gebracht worden en door middel van het aandrijfmiddel 17 buitenwaarts zal gewenteld worden tot wanneer zij boven het steunvlak 26 is gekomen om aldaar een nieuwe bundel vezels 28 te kunnen vastgrijpen. 



  Alhoewel in de tekeningen de aandrijfmiddelen 20 onderaan de stang 19 zijn voorzien is het duidelijk dat deze middelen 20, wanneer zij de geschikte verplaatsing van de klink 5 zouden hinderen, op dezelfde wijze boven devezelgrijptang 23 kunnen aangebracht worden. 



  Het is duidelijk dat de inrichting volgens de huidige uitvinding zeer eenvoudig is van konstruktie waardoor de bedrijfszekerheid uitermate- hoog ligt, waarbij de vezelkanalen 2 en 3 al dan niet tegelijkertijd kunnen aangevuld worden en waarbij, wat zeer belangrijk is in het geval van volledig door een omhulsel afgeschermde machines, in het omhulsel slechts één of twee kleine openingen 27 moeten voorzien worden voor het toevoeren aan de machine van bundels vezels, zodat de kans dat de bedienaar van de 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 machine verwondingen oploopt door bewegende machinedelen nagenoeg nihil wordt. 



  De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de tekening weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke automatische vulinrichting voor vezelmagazijnen en/of vezelcassetten van borstelvervaardigingsmachines kan in verschillende varianten en in verscheidene vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies.

1. - Automatische vulinrichting voor vezelmagazijnen (3) en/of vezelcassetten van borstelvervaardigingsmachines, daardoor gekenmerkt dat per vezelkanaal (2-3) een vezelgrijptang (23) is voorzien die kan verplaatst worden tussen twee standen, namelijk een stand ter plaatse van een opnameplaats (A) van bundels vezels en een stand die een afgifteplaats (B) vormt in het betreffende vezelkanaal.

2.-Automatische vulinrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de opnameplaats (A) gelegen is tegenover een kleine opening (27) in het overigens volledig gesloten beschermingsomhulsel van de machine.

3. Automatische vulinrichting volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de opnameplaats (A) gevormd wordt door een steunvlak (26), waarop vezels doorheen de kleine opening (27) worden toegevoerd aan de borstelvervaardigingsmachine.

4.-Automatische vulinrichting volgens een van devoorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vezelgrijptang (23) hoofdzakelijk bestaat uit twee bekken (22-24) die scharnierbaar ten opzichte van elkaar zijn bevestigd.

5.-Automatische vulinrichting volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de vezelgrijptang (23) aangedreven wordt door een aandrijfmiddel (20) waarvan de uitgangsas (21) voorzien is van een er vast op bevestigde bek (22) van de vezelgrijptang (23), terwijl de tweede bek (24) van deze vezelgrijptang (23) aangebracht is op een bijkomende as, <Desc/Clms Page number 9> waarbij tussen de bekken (22) en (24) een vertanding (25) is voorzien.

6.-Automatische vulinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vezelgrijptang (23) bevestigd is op een stang (19) die verbonden is met een uitgangsas (18) van een aandrijfmiddel (17).

7.-Automatische vulinrichting volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat het aandrijfmiddel (17) bevestigd is op een slede (13) die verplaatsbaar is langs een geleiding (14).

8.-Automatische vulinrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde slede (13) aangedreven wordt door een drukcilinder (16), waarvan het lichaam op het machinegeraamte (12) is bevestigd en de zuigerstang (15) verbonden is met de slede (13).

9.-Automatische vulinrichting volgens conclusie 5 en 6, daardoor gekenmerkt dat de uitgangsas (18) van het aandrijfmiddel (17) evenwijdig is met de uitgangsas (21) van het aandrijmiddel (20) waarop een bek (22) van de vezelgrijptang (23) is bevestigd, enerzijds, en met de bijkomende as waarop de tweede bek (24) is bevestigd, anderzijds.

10.-Automatische vulinrichting volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de uitgangsassen (18-21) en de bijkomende as voor de tweede bek (24) vertikaal gelegen zijn. <Desc/Clms Page number 10>

11.-Automatische vulinrichting volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat de slede (13) horizontaal verplaatsbaar is.

12.-Automatische vulinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vezelgrijptang (23) kan verdraaien over een hoek van 180 graden.

13.-Automatische vulinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de verplaatsing van de vezelgrijptang (23) hoofdzakelijk bestaat in de combinatie van een verdraaiing en een lineaire verplaatsing.

14.-Automatische vulinrichting volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de verplaatsing van de vezelgrijptang (23) gebeurt in een horizontaal vlak.