<Desc/Clms Page number 1>
Bescherming voor gebruikers van rijtuigen.
Deze uitvinding heeft betrekking op een bescherming voor gebruikers van rijtuigen.
Meer speciaal is zij bedoeld voor het gebruik bij rijtuigen waarbij de gebruiker in de buitenomgeving zit, zoals bij fietsen, brommers, moto's en dergelijke, en als dusdanig geen bescherming heeft tegen de weersomstandigheden.
Een probleem, dat zieh dikwijls voordoet bij wisselvallig weer, is dat men tijdens een uitstap met de fiets, moto of ander rijtuig en bij een plotse regenbui niet onmiddellijk beschikt over een regenkap, -jas of andere bescherming.
Dergelijke beschermingen worden meestal, bij het niet gebruiken, bevestigd op het draagrek van de fiets, brommer, moto, of dergelijke waardoor zij gemakkelijk verloren raken tijdens het rijden of zelfs gestolen worden, bijvoorbeeld wanneer het rijtuig geparkeerd staat.
Een veelvuldig gebruikte regenbescherming bestaat uit een regenjas die opgeplooid weggeborgen kan worden in een geschikt opbergzakje dat voorzien is van een bevestigingsgesp zodat de gebruiker deze rond zijn lenden kan bevestigen.
Een nadeel hierbij is het feit dat de handelingen om het regenjasje uit het opbergzakje te halen, respektievelijk op te bergen, tijdrovend zijn zodat men bij regen meestal reeds nat is voordat het regenjasje kan aangedaan worden.
Een bijkomend nadeel bij de meeste regenbeschermingen is het feit dat ze geen bescherming bieden tegen de koude.
<Desc/Clms Page number 2>
De uitvinding heeft als doel de voornoemde en andere nadelen totaal uit te sluiten.
Tot dit doel bestaat de bescherming voor gebruikers van rijtuigen volgens de uitvinding hoofdzakelijk in de kombinatie van een waterdichte overtrek en een houder voor deze overtrek die voorzien is van middelen om aan het rijtuig te worden bevestigd.
Een eerste voordeel dat met de bescherming volgens de uitvinding wordt bekomen is het feit dat, doordat ze vast op het rijtuig kan bevestigd worden, deze bescherming steeds voorhanden is en niet meer kan verloren geraken. Bovendien wordt de kans klein dat de bescherming gestolen wordt.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm kan de waterdichte overtrek opgeplooid weggeborgen worden in de houder. Dit heeft als voordelen dat de weggeborgen overtrek door de houder beschermd wordt en dat de hele bescherming mooi en rein oogt In een andere uitvoeringsvorm kan het wegbergen van de overtrek in de houder gebeuren met een op de houder voorzien oprolmechanisme.
Dit heeft als bijkomend voordeel dat de waterdichte overtrek in een minimum van tijd uit de houder kan ontrold worden of in de houder kan opgerold worden, zodat het voor de gebruiker geen bijkomende last vormt en zeer gebruiksvriendelijk is.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een
<Desc/Clms Page number 3>
bescherming volgens de uitvinding beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch een rijtuig, meer speciaal een fiets, met bestuurder weergeeft die met een bescherming volgens de uitvinding is uitgerust ; figuur 2 op grotere schaal een zicht weergeeft volgens pijl F2 in figuur 1 ; figuur 3 op nog grotere schaal en in perspektief een zicht weergeeft van de bescherming volgens de uitvinding ; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn
IV-IV in figuur 3 ; figuur 5 in perspektief schematisch de bescherming weergeeft met de waterdichte overtrek in ontvouwde toestand.
De bescherming 1 volgens de uitvinding zoals in de tekeningen weergegeven om bevestigd te worden op het stuur 2 van een fiets 3 bestaat in hoofdzaak uit een houder 4 waarin zich een waterdichte overtrek 5 bevindt, waarbij deze houder 4 middelen 6 bevat om deze houder 4 te bevestigen met het rijtuig 3.
De waterdichte overtrek 5 is bedoeld om over de normale kledij van de fietser 7 te dragen en vertoont een voorzijde 8 en een achterzijde 9 die uit een stuk gemaakt zijn en waarbij centraal gelegen een opening 10 voorzien is van een beschermkap 11 die het hoofd 12 van de fietser 7 kan omsluiten. De voorzijde 8 van de overtrek 5 vertoont aan haar uiteinde en aan weerszijden een opening 13 voor de handen 14 van de fietser 7 en verder is aan het uiteinde van de achterzijde 9 bij voorkeur een fluorescerende strip 15 en een treklip 16 aangebracht.
<Desc/Clms Page number 4>
De overtrek 5 is bij voorkeur vervaardigd uit een synthetisch materiaal dat regenbestendig is.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm kan de waterdichte overtrek 5 weggeborgen worden in de houder 4 waarbij deze laatste de overtrek 5 volledig omhult.
Hiertoe bestaat de houder 4 uit een buitenkoker 17 die aan zijn beide uiteinden afgesloten is door geschikte deksels 18 die ieder voorzien zijn van een in de tekeningen niet getoonde groef waarin een drager in de vorm van een binnenkoker 19 kan verdraaien ten opzichte van de buitenkoker 17. Voor het bevestigen van de deksels 18 op de buitenkoker 17 kunnen beide uiteinden van deze buitenkoker 17 voorzien zijn van schroefdraad die kan
EMI4.1
samenwerken met geschikte schroefdraad in de deksels 18.
0 De buitenkoker 17, binnenkoker 19 en deksels 18 worden bij voorkeur uit PVC vervaardigd, maar kunnen in principe uit om het even welk ander stijf materiaal verwezenlijkt worden.
Het uiteinde van de voorzijde 8 van de overtrek 5 wordt met de binnenkoker 19 verbonden zodanig dat tijdens het verdraaien van deze laatste, de overtrek 5 in een aantal lagen op de binnenkoker 19 opgerold wordt, waarbij de buitenkoker 17 dienst doet als afscherming, enerzijds, en als dekoratief element, anderzijds. De binnenkoker 19 is langer dan de buitenkoker 17 waardoor hij voorbij beide deksels 18 uitsteekt.
De buitenkoker 17 vertoont onderaan openingen 20 waardoor de weggeborgen overtrek 5 in de houder 4 verlucht wordt, enerzijds, en het eventueel water naar buiten toe afgeleid wordt, anderzijds. Verder is deze buitenkoker 17 voorzien van een langse gleuf 21 waardoor de overtrek 5 uit de
<Desc/Clms Page number 5>
houder 4 kan ontrold worden, enerzijds, en in de houder 4 kan opgerold worden, anderzijds.
Aan een uiteinde van de binnenkoker 19 is een hulpmiddel, bij voorkeur een knop 22, voorzien waarmede deze binnenkoker 19 in de buitenkoker 17 kan verdraaid worden.
Verder wordt, bij voorkeur, de houder 4 voorzien van een oprolmechanisme 23, die een hulpkracht biedt voor het oprollen van de voornoemde overtrek 5 op de binnenkoker 19 of waarmee dit oprollen volledig zelfstandig kan gebeuren.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm maakt dit oprolmechanisme 23 gebruik van een spiraalveer 24 die bevestigd wordt tussen de binnenkoker 19 en een centraal in de binnenkoker 19 gelegen stang 25, waarbij deze stang 25 aan haar beide met schroefdraad voorziene uiteinden vast ten opzichte van de deksels 18 bevestigd wordt met behulp van geschikte moeren 26. Deze stang 25 wordt bij voorkeur verwezenlijkt uit roestvrij staal maar kan in principe uit om het even welk ander stijf materiaal vervaardigd worden.
Bij voorkeur zal bij het gebruik van een oprolmechanisme 23 een bijkomend vergrendelmechanisme 27 aangewend worden waarmee de binnenkoker 19 en aldus de overtrek 5 kan vergrendeld worden. Hiertoe kan bijvoorbeeld tussen een uiteinde van de binnenkoker 19 en het overeenkomstig deksel 18 een pal-palwiel-vergrendeling voorzien worden die hoofdzakelijk bestaat uit een op het deksel 18 aangebrachte schommelbare pal 28 die in normale stand ingrijpt met een tand 29 van het op het uiteinde van de binnenkoker 19 voorziene palwiel 30 en in ontgrendelde stand tegen de kracht van een bladveer 31 in aanligt tegen een op het deksel 18 voorziene aanslag 32.
<Desc/Clms Page number 6>
De middelen 6 waarmee de houder 4 bevestigd wordt op het stuur 2 van de fiets 3 bestaan hoofdzakelijk uit twee spanbeugels 33 die ieder door middel van een verbindingsstuk 34 verbonden zijn met een kleinere spanbeugel 35. De spanbeugels 33-35 en de verbindingsstukken 34 worden bij voorkeur verwezenlijkt uit een roestvrij metaal.
De spanbeugels 33 worden op beide uiteinden van de buitenkoker 17 aangebracht en hebben dezelfde binnendiameter als de buitendiameter van de buitenkoker 17 zodanig dat deze laatste vast geklemd zit in deze spanbeugels 33. De kleinere spanbeugels 35 worden rond het stuur 2 geklemd met behulp van klembouten 36 en moeren 37.
De werking van de bescherming is eenvoudig en als volgt.
Indien de overtrek 5 opgeborgen zit in de houder 4 is de spiraalveer 24 ontspannen waarbij, door aan de treklip 16 van de overtrek 5 te trekken en/of door het verdraaien van de knop 22, de overtrek 5 kan ontrold worden. Hierbij zal de binnenkoker 19 in uurwijzerszin draaien, terwijl de pal 28 in haar normale stand tegen de veerdruk in van de spiraalveer 24 met opeenvolgende tanden 29 van het palwiel 30 ingrijpt waardoor telkens het terugdraaien van de binnenkoker 19 verhinderd wordt.
Wanneer de overtrek 5 volledig ontrold is zal de pal-palwiel-vergrendeling 27 het ontspannen van de spiraalveer 24 beletten waardoor de overtrek 5 in deze uitgetrokken stand blijft.
De gebruiker 7 kan nu de overtrek 5 aantrekken door zijn hoofd 12 en zijn handen 14 respektievelijk doorheen de gaten 10 en 13 te steken.
<Desc/Clms Page number 7>
Hierbij zal de gebruiker 7 in het donker geschikt opgemerkt worden door de aanwezigheid van de fluorescerende strip 15.
Voor het opbergen van de overtrek 5 wordt deze langs beide langsranden omgeplooid zodat de breedte ervan kleiner wordt dan de breedte van de gleuf 21 in de buitenkoker 17.
Verder moet de pal 28 tegen de aanslag 32 geplaatst worden zodat de spiraalveer 24 zich vrij kan ontspannen waardoor de binnenkoker 19 verdraait in tegenuurwijzerszin en waarbij terzelfdertijd de overtrek 5 op de binnenkoker 19 opgerold wordt. Dit verdraaien van de binnenkoker 19 kan nog geassisteerd worden door bijkomend de knop 22 te verdraaien.
Het is duidelijk dat de overtrek 5 in verscheidene varianten kan verwezenlijkt worden. Zo kan een binnenvoering voorzien worden waardoor een betere bescherming tegen de koude wordt verkregen. Verder kunnen in de plaats van de gaten 13 mouwen voorzien worden en kan aan de achterzijde 9 een bijkomende gesp aangebracht worden om rond de lenden van de gebruiker 7 bevestigd te worden.
In een andere variante kan de overtrek 5, in de plaats van de openingen 13, voorzien zijn van handgrepen, bijvoorbeeld, lussen waar doorheen de handen van de gebruiker kunnen gestoken worden.
De bescherming 1 kan, in plaats van op het stuur 2, ook bevestigd worden aan het frame of een draagrek van het rijtuig 3, waarbij, in het geval dat de bescherming 1 achter de gebruiker 7 wordt gemonteerd, het uiteinde van de achterzijde 9 van de overtrek 5 verbonden wordt met de binnenkoker 19.
<Desc/Clms Page number 8>
De bevestigingswijze van de houder 4 op het rijtuig 3 kan op verschillende manieren uitgevoerd worden.
In een bijzondere uitvoering kan een spiraalveer met haar twee uiteinden tussen een deksel 18 en/of de buitenkoker 17 en de binnenkoker 19 bevestigd worden.
In een andere uitvoering zullen geen spiraalveren aangewend worden doch hierbij moet manueel, met behulp van de knop 22, de overtrek 5 in de houder 4 gewikkeld worden.
Het vergrendelmechanisme 27 waarmee het oprollen van de overtrek 5 op de binnenkoker 19 kan vergrendeld worden, kan op verschillende wijzen worden verwezenlijkt. Zo kan een vergrendeling aan de overtrek 5 zelf worden bevestigd waardoor deze in uitgetrokken stand verhinderd wordt automatisch terug op te rollen.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke bescherming voor gebruikers van rijtuigen kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Protection for users of carriages.
This invention relates to a protection for users of carriages.
More specifically, it is intended for use on vehicles where the user is outside, such as bicycles, mopeds, motorcycles and the like, and as such has no protection against the weather.
A problem, which often occurs in changeable weather, is that during a trip by bicycle, motorbike or other vehicle and during a sudden rain shower, a rain cap, jacket or other protection is not immediately available.
Such protections are usually, when not in use, attached to the bicycle rack, moped, motorcycle, or the like, so that they are easily lost while driving or even stolen, for example when the vehicle is parked.
A frequently used rain protection consists of a raincoat that can be folded away in a suitable storage bag that is provided with a fastening buckle so that the user can fasten it around his loins.
A drawback here is the fact that the operations to remove or store the rain jacket from the storage bag, respectively, are time-consuming, so that in rain one is usually already wet before the rain jacket can be put on.
An additional drawback with most rain protections is the fact that they do not protect against the cold.
<Desc / Clms Page number 2>
The object of the invention is to eliminate the aforementioned and other disadvantages completely.
For this purpose, the protection for users of carriages according to the invention mainly consists of the combination of a watertight cover and a holder for this cover, which is provided with means for attachment to the car.
A first advantage that is obtained with the protection according to the invention is the fact that, because it can be fixedly mounted on the vehicle, this protection is always available and can no longer be lost. Moreover, the chance that the protection will be stolen is small.
In a preferred embodiment, the waterproof cover can be folded away in the holder. This has the advantages that the concealed cover is protected by the holder and that the entire protection looks nice and clean. In another embodiment, the cover can be stored in the holder with a retractor provided on the holder.
This has the additional advantage that the waterproof cover can be unrolled from the holder or rolled up in the holder in a minimum of time, so that it is no additional burden for the user and is very user-friendly.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, some preferred embodiments of a preferred embodiment are given below, by way of example without any limiting character.
<Desc / Clms Page number 3>
protection according to the invention described with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 schematically represents a carriage, more particularly a bicycle, with driver fitted with a protection according to the invention; figure 2 shows a view on a larger scale according to arrow F2 in figure 1; figure 3 shows on an even larger scale and in perspective a view of the protection according to the invention; figure 4 represents a section according to line
IV-IV in Figure 3; figure 5 schematically shows in perspective the protection with the waterproof cover in unfolded state.
The protection 1 according to the invention as shown in the drawings to be mounted on the handlebar 2 of a bicycle 3 mainly consists of a holder 4 in which a waterproof cover 5 is located, this holder 4 comprising means 6 for holding this holder 4 confirm with the carriage 3.
The waterproof cover 5 is intended to be worn over the normal clothing of the cyclist 7 and has a front 8 and a back 9 which are made in one piece and in which centrally located an opening 10 is provided with a protective cap 11 which holds the head 12 of the cyclist 7 can enclose. The front 8 of the cover 5 has at its end and on either side an opening 13 for the hands 14 of the cyclist 7 and furthermore at the end of the rear 9 a fluorescent strip 15 and a pull tab 16 are preferably provided.
<Desc / Clms Page number 4>
The cover 5 is preferably made of a synthetic material that is rain resistant.
In a preferred embodiment, the waterproof cover 5 can be stored in the holder 4, the latter completely enclosing the cover 5.
To this end, the holder 4 consists of an outer tube 17 which is closed at both ends by suitable lids 18, each of which is provided with a groove, not shown in the drawings, in which a carrier in the form of an inner tube 19 can rotate relative to the outer tube 17 For fixing the covers 18 to the outer sleeve 17, both ends of this outer sleeve 17 can be provided with screw thread which
EMI4.1
cooperate with suitable threads in the lids 18.
Outer tube 17, inner tube 19 and lids 18 are preferably made of PVC, but can in principle be made of any other rigid material.
The end of the front side 8 of the cover 5 is connected to the inner sleeve 19 such that during the twisting of the latter, the cover 5 is rolled up in several layers on the inner sleeve 19, the outer sleeve 17 serving as a shield, on the one hand, and as a decorative element, on the other hand. The inner sleeve 19 is longer than the outer sleeve 17, so that it projects beyond both covers 18.
The outer tube 17 has openings 20 at the bottom, through which the stowed cover 5 in the container 4 is ventilated on the one hand, and any water is diverted to the outside, on the other. Furthermore, this outer sleeve 17 is provided with a longitudinal slot 21, through which the cover 5 comes out of the
<Desc / Clms Page number 5>
container 4 can be unrolled on the one hand, and container 4 can be rolled up on the other.
At one end of the inner tube 19, an aid, preferably a knob 22, is provided with which this inner tube 19 can be rotated in the outer tube 17.
Furthermore, the holder 4 is preferably provided with a winding mechanism 23, which provides an auxiliary force for winding up the aforementioned cover 5 on the inner tube 19 or with which this winding up can take place completely independently.
In a preferred embodiment, this retractor 23 utilizes a coil spring 24 mounted between the inner sleeve 19 and a rod 25 located centrally in the inner sleeve 19, said rod 25 being secured to both of its threaded ends relative to the covers 18 using suitable nuts 26. This rod 25 is preferably made of stainless steel, but in principle can be made of any other rigid material.
Preferably, when using a roll-up mechanism 23, an additional locking mechanism 27 will be used, with which the inner sleeve 19 and thus the cover 5 can be locked. For this purpose, for example, between an end of the inner sleeve 19 and the corresponding lid 18, a ratchet ratchet wheel lock can be provided, which mainly consists of a swingable ratchet 28 arranged on the lid 18, which in normal position engages with a tooth 29 of the end ratchet wheel 30 provided with inner sleeve 19 and in unlocked position abuts against a stop 32 provided on cover 18 against the force of a leaf spring 31.
<Desc / Clms Page number 6>
The means 6 with which the holder 4 is mounted on the handlebar 2 of the bicycle 3 mainly consist of two clamping brackets 33, each of which is connected by means of a connecting piece 34 to a smaller clamping bracket 35. The clamping brackets 33-35 and the connecting pieces 34 are preferably made of a stainless metal.
The clamping brackets 33 are fitted on both ends of the outer sleeve 17 and have the same inner diameter as the outer diameter of the outer sleeve 17 such that the latter is clamped firmly in these clamping brackets 33. The smaller clamping brackets 35 are clamped around the handlebar 2 using clamping bolts 36 and nuts 37.
The operation of the protection is simple and as follows.
When the cover 5 is stored in the holder 4, the coil spring 24 is relaxed, whereby the cover 5 can be unrolled by pulling the pull tab 16 of the cover 5 and / or by turning the knob 22. Hereby, the inner sleeve 19 will rotate in an clockwise direction, while the catch 28 in its normal position counteracts the spring pressure of the spiral spring 24 with successive teeth 29 of the catch wheel 30, so that the turning of the inner sleeve 19 is prevented each time.
When the cover 5 is fully unwound, the ratchet ratchet wheel lock 27 will prevent the coil spring 24 from releasing, leaving the cover 5 in this extended position.
The user 7 can now put on the cover 5 by inserting his head 12 and his hands 14 through the holes 10 and 13, respectively.
<Desc / Clms Page number 7>
The user 7 will be suitably noticed in the dark by the presence of the fluorescent strip 15.
To store the cover 5, it is folded along both longitudinal edges, so that its width becomes smaller than the width of the slot 21 in the outer tube 17.
Furthermore, the catch 28 must be placed against the stop 32 so that the coil spring 24 can freely release, so that the inner sleeve 19 rotates counterclockwise and at the same time the cover 5 is wound onto the inner sleeve 19. This turning of the inner tube 19 can still be assisted by additionally turning the knob 22.
It is clear that the cover 5 can be realized in various variants. For example, an inner lining can be provided so that better protection against the cold is obtained. In addition, sleeves can be provided instead of the holes 13 and an additional buckle can be fitted on the back 9 to be attached around the user's lumbar 7.
In another variant, the cover 5, instead of the openings 13, may be provided with handles, for example, loops through which the hands of the user can be inserted.
The protection 1 can, instead of on the handlebar 2, also be attached to the frame or a rack of the carriage 3, whereby, in the case that the protection 1 is mounted behind the user 7, the end of the rear 9 of the the cover 5 is connected to the inner sleeve 19.
<Desc / Clms Page number 8>
The method of attachment of the holder 4 to the carriage 3 can be carried out in various ways.
In a special embodiment, a spiral spring with its two ends can be attached between a cover 18 and / or the outer sleeve 17 and the inner sleeve 19.
In another embodiment, no coil springs will be used, but the cover 5 must be wound manually in the holder 4 with the aid of the button 22.
The locking mechanism 27 with which the rolling up of the cover 5 on the inner sleeve 19 can be locked can be realized in various ways. For instance, a lock can be attached to the cover 5 itself, so that it is prevented from automatically rolling back up in the extended position.
The present invention is by no means limited to the embodiments described above and shown in the drawings, but such protection for users of carriages can be realized in various shapes and sizes without departing from the scope of the invention.