BE1009822A3

BE1009822A3 - Gerecycleerd produkt en werkwijze en inrichting voor het vervaardigen hiervan.

Info

Publication number: BE1009822A3
Application number: BE9500976A
Authority: BE
Inventors: Christina Wulff
Original assignee: Christina Wulff; Bax Marc
Priority date: 1995-11-28
Filing date: 1995-11-28
Publication date: 1997-09-02

Abstract

Gerecycleerd produkt, meer speciaal een produkt op basis van mest (1), daardoor gekenmerkt dat het minstens bestaat uit mest dat door middel van een polymersiatie is gefixeerd.

Description

Gerecycleerd produkt en werkwijze en inrichting voor het vervaardigen hiervan. Deze uitvinding heeft betrekking op een gerecycleerd produkt, meer speciaal een produkt op basis van mest, alsmede op een werkwijze en een inrichting voor het vervaardigen van zulk produkt.

Het is bekend dat in veel landen een groot overschot bestaat aan mest dat afkomstig is van de veestapel.

Gezien de omvang van dit overschot stelt de verwerking hiervan een groot probleem.

De uitvinding heeft tot doel hieraan een oplossing te bieden die toelaat het hergebruik van zulke meststof in de hand te werken of zulke meststof in een verbrandingsinstallatie te kunnen aanwenden.

De uitvinding beoogt een produkt dat kan worden vervaardigd op basis van de vaste bestanddelen van mest en dat van zodanige aard is dat hiervoor een groot aantal toepassingen kan worden bedacht die kommercieel haalbaar zijn.

Hiertoe betreft de uitvinding in de eerste plaats een gerecycleerd produkt, meer speciaal een produkt op basis van mest, met als kenmerk dat het minstens en bij voorkeur hoofdzakelijk bestaat uit door middel van een polymerisatie gefixeerd mest. Doordat het mest door middel van een polymerisatie gefixeerd is, ontstaat, zoals hierna nog zal blijken, een produkt met een waaier van toepassingsmogelijkheden.

Volgens de uitvinding kan het mest door een minder of meer doorgevoerde polymerisatie in mindere of meerdere mate worden gefixeerd. De polymerisatie kan dan ook worden doorgevoerd in funktie van de aanwending van het beoogde produkt.

Op deze wijze kan ook de biologische afbreekbaarheid van het produkt worden gekozen in funktie van de toepassing.

Volgens een bijzonder kenmerk van de uitvinding worden verschillende polymerisatiegraden toegepast in éénzelfde produkt, wat het voordeel biedt dat bepaalde gedeelten van het produkt vlugger biologisch afbreken dan andere gedeelten.

In een belangrijke toepassing van de uitvinding wordt het produkt uitgevoerd in de vorm van een blok of van een tegel, die als bouwkomponent ter beschikking kan worden gesteld.

Deze blokken of tegels kunnen hierbij worden uitgevoerd als afboording en/of bekleding voor vijvers en oevers of dijken. De mest wordt hierbij slechts gedeeltelijk gefixeerd, zodanig dat de blokken biologisch afbreken over een relatief lange termijn, bijvoorbeeld vijf jaar. Dergelijke blokken bieden het voordeel dat bij aanvang na het aanbrengen niet alleen een degelijke afboording of bekleding wordt verkregen, doch deze blokken ook als voedingsbodem funktioneren voor oeverbegroeiing. Op lange termijn komt deze oeverbegroeiing de stevigheid van de oevers ten goede.

Volgens een andere belangrijke toepassing worden volgens de uitvinding tuintegels voor de land- en tuinbouwsektor vervaardigd, waarbij minstens een gedeelte van deze

tuintegels is gevormd uit onvolledig gepolymeriseerd mest, zodanig dat een biologische afbraak kan optreden, waardoor de onderliggende bodem, waarop zulke tegels zijn aangebracht, kontinu bemest wordt. Hierdoor ontstaat een systeem van bemesting met vertraagde werking.

Deze tegels zijn bij voorkeur aan de onderzijde en bovenzijde samengesteld uit mest dat in een verschillende graad gefixeerd, respektievelijk gepolymeriseerd is, waarbij aan de bovenzijde een meer doorgedreven polymerisatie is doorgevoerd. Hierdoor wordt een loopvlak verkregen dat relatief stabiel is, zonder dat de bemesting vanaf de onderzijde wordt uitgesloten.

De tegels zijn in het bijzonder geschikt voor looppaden tussen groentebedden.

Volgens nog een belangrijke toepassing worden volgens de uitvinding sierstenen vervaardigd. Hierbij wordt een doorgedreven polymerisatie uitgevoerd, zodat geen of vrijwel geen biologisch afbraak kan plaatsvinden. Bij voorkeur worden deze sierstenen van een toplaag, meer speciaal een slijt-en/of sierlaag, uit kunststof voorzien, die bijvoorbeeld door middel van extrusie is aangebracht.

Volgens nog een toepassing van de uitvinding worden volgens de uitvinding kweekpotjes vervaardigd voor de tuin-en landbouw-, inklusief de hobbysektor. Door een slechts gedeeltelijke fixatie van de mest, wordt hierbij bekomen dat dergelijke kweekpotjes het voordeel bieden dat zij zowel als drager voor een plant kunnen fungeren, als als meststof kunnen dienst doen. De biologische afbreekbaarheid wordt hierbij bij voorkeur zodanig gekozen dat deze enkele maanden bedraagt.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het realiseren van het voornoemde produkt, met als kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat in het drogen van de mest en vervolgens het door middel van een polymerisatie fixeren ervan alsmede het vormgeven ervan.

Het drogen van de mest gebeurt bij voorkeur opeenvolgend door het ontwateren ervan en vervolgens het thermisch drogen van het bekomen slib.

De mest zal bij voorkeur aan één of meer zuiveringsprocédés worden onderworpen teneinde nadelige bestanddelen hieruit te verwijderen en om het bekomen produkt geurloos te maken.

De voornoemde polymerisatie gebeurt bij voorkeur door de gedroogde en gezuiverde mest te mengen met een geschikt polymerisatiemiddel.

Voor het polymerisatiemiddel wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een reaktief mengsel van meerdere komponenten.

De vormgeving gebeurt bij voorkeur door het persen van de bekomen mengeling in een bepaalde vorm terwijl de polymerisatie en fixatie plaatsvindt.

Volgens voorkeurdragende uitvoeringsvormen wordt gekozen uit vormgevingsprocessen van volgende aard : - een gemeenschappelijke injektie en kompressie ; - een proces gelijkaardig aan het RTM-systeem (Resine
Transfer Moulding) ; - een proces gelijkaardig aan het RIM-procédé (Reac- tion Injection Moulding).

Volgens de uitvinding zal de fixatiegraad, en ook de reaktiesnelheid bij voorkeur worden geregeld door de keuze en/of instelling van één of meer van volgende parameters : - de verhouding van de gebruikte hoeveelheden van de komponenten van het voornoemde reaktief mengsel ; - de verhouding tussen de hoeveelheid te fixeren produkt en de hoeveelheid polymerisatiemiddel ; - de kompressiedruk bij het vormgeven ; - de temperatuur tijdens het persen.

Meer speciaal zal een reagentia-gehalte gekozen worden als volgt : - voor een zeer sterke fixatie : 25 ä 30 gew. %, bij- voorbeeld in het geval van de voornoemde siertegels ; - voor een gemiddelde fixatie : 10 ä 15 gew. %, bij- voorbeeld in het geval van de voornoemde tuintegels voor de land-en tuinbouwsektor ; - voor een zwakke fixatie : 5 ä 8 gew. %, bijvoorbeeld in het geval van een bekleding voor oevers en dergelijke ; - voor een zeer zwakke fixatie : 1 ä 2 gew. %, bijvoor- beeld in het geval van de voornoemde kweek- of teeltpotjes.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de voornoemde werkwijze beschreven, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, met verwijzing naar de enige bijgaande figuur die deze werkwijze in een blokschema weergeeft.

Zoals in deze figuur is weergegeven wordt hierbij uitgegaan van mest 1 dat van verschillende bronnen kan afkomstig zijn, zoals van runderen, varkens, hennen en dergelijke.

Zoals bekend bestaat zulke mest 1 uit een grote hoeveelheid water waarin vaste substanties aanwezig zijn.

In een eerste stap ondergaat de mest 1 bij voorkeur een eerste droging in een voordroger 2. In deze voordroger 2 gebeurt bijvoorbeeld een mechanische ontwatering door middel van dekanteren, filtratie, centrifugatie, uitpersen of dergelijke.

Het hieruit ontstane afvalwater wordt afgevoerd, bijvoorbeeld naar een waterzuiveringsinstallatie 3.

De waterzuiveringsinstallatie 3 kan van eender welk type zijn. Bij voorkeur wordt hiertoe het waterzuiveringssysteem aangewend dat door de Belgische firma Seghers Engineering wordt gekommercialiseerd onder de merknaam Unitank.

Het voorgedroogde produkt uit de voordroger 2, dat in wezen nog in de vorm van slib kan zijn, ondergaat in een volgende stap een droging in een thermische drooginstallatie 4.

De thermische droging in de drooginstallatie 4 berust op het feit dat het hierin via een ingang 5 toegevoerde produkt 6 wordt gedroogd door verwarming. Bij voorkeur gebeurt deze verwarming door het produkt 6 in kontakt te brengen met een verwarmd oppervlak.

Voor deze drooginstallatie kan gebruik worden gemaakt van bekende inrichtingen. Meer speciaal wordt hierbij, zoals schematisch is weergegeven in de figuur, gebruik gemaakt van een drooginstallatie die door de Belgische firma Seghers Engineering wordt gekommercialiseerd onder de naam Seghodryer.

Zoals weergegeven in de figuur betreft het hierbij een vertikale meertrapsdroger die gevormd is uit horizontale platen 7 die worden verwarmd met behulp van thermische olie 8, die cirkuleert in een in of aan de platen 7 aangebrachte kanalisatie 9, en die op een niet weergegeven wijze wordt verwarmd.

Met behulp van horizontale rakels 10, die bevestigd zijn aan een centrale draaiende as 11, welke aangedreven wordt door middel van een motor 12, wordt het toegevoerde produkt 6 hierbij in eerste instantie over de verwarmde bovenste plaat 7 geschraapt en van buiten naar binnen bewogen, tot het via een opening 13 op de volgende, eronder gelegen plaat 7 terechtkomt. Vanop deze plaat 7 wordt het rakelen herhaald, doch van binnen naar buiten, waar het produkt 6 dan weer via een opening 14 op de volgende plaat terechtkomt.

Op deze wijze kan het produkt 6 voor meer dan 90 % worden ontwaterd, zonder dat de grondstof van dit produkt in onmiddellijke aanraking komt met verwarmingsvloeistof. Deze wijze van drogen, die een indirekt drogingsproces wordt genoemd, heeft hierbij het voordeel dat de temperatuur en de droogsnelheid optimaal kunnen worden geregeld door middel van de temperatuur van de olie 8.

Door de door middel van de rakels 10 gekreëerde beweging in het produkt 6, waarbij dit kontinu wordt gemengd en gewenteld, wordt een bijzonder hoge thermische efficiëntie bereikt en wordt gelijktijdig een lokale oververhitting van het produkt 6 voorkomen, zodat de kans op zelfontbranding wordt geminimaliseerd.

De verplaatsing over een verwarmd oppervlak zou uiteraard ook op een andere wijze dan met rakels kunnen worden verwezenlijkt.

Het bij de droging vrijkomende vocht, dat zieh presenteert in de vorm van damp, wordt via een uitgang 15 afgevoerd en kan in een waterzuiveringsinstallatie 3 worden behandeld, bijvoorbeeld na kondensatie.

Het thermisch gedroogde produkt 6 verlaat de drooginstallatie 4 via uitgangen 16 in de vorm van korrels 17A-17B, zogenaamde "pellets", met een diameter van doorgaans 1 tot 4 mm met een droge stof gehalte van meer dan 90 %. De kwaliteit van de gedroogde korrels is bijzonder goed. Zij zijn sferisch van vorm en bovendien zeer hard.

Bij voorkeur is de drooginstallatie 4 opgenomen in een terugkoppelomloop 18, via dewelke een gedeelte van het gedroogde produkt, met andere woorden van de korrels 17A-17B wordt teruggevoerd, waarbij deze terugkoppelomloop 18 ervoor zorgt dat het produkt 6 dat aan de ingang 5 wordt toegevoerd reeds in de beginfase de vorm van een korrel heeft.

Deze terugkoppelomloop 18 bevat een conditioneerinrichting 19 die tussen de voordroger 2 en de ingang 5 is geplaatst.

In deze conditioneerinrichting wordt het slib dat afkomstig is uit de voordroger 2 in kontakt gebracht met de via de terugkoppelomloop 18 toegevoerde korrels, zodanig dat, zoals schematisch is weergegeven, een produkt 6 aan de ingang 5 wordt verkregen dat in wezen bestaat uit een harde kern 20 die bekleed is met een laag 21 gevormd uit het slib afkomstig uit de voordroger 2.

Doordat het droogoppervlak hierbij systematisch wordt vergroot is de droogefficiëntie zeer groot. Als gevolg van het bekleden van de kern 20 met de laag 21, die bestaat uit ontwaterd mest, wordt de moeilijke kleef-fasetransitie in de drooginstallatie 4 vermeden, waardoor de afslijting van de schrapers en de platen wordt uitgesloten. Tevens wordt hierdoor een lager energieverbuik bekomen door minder wrijving.

Zoals aangeduid met stroomlijn 22 in het schema van de figuur, kan een gedeelte van het produkt dat uit de uitgang 15 treedt direkt worden teruggevoerd.

De overblijvende hoeveelheid produkt die via de stroomlijn 23 wordt verder geleid voor verdere behandeling passeert bij voorkeur eerst een scheidingsinrichting 24, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen kleine korrels 17A en grote korrels 17B. De kleine korrels 17A worden naar de conditioneerinrichting 19 teruggevoerd, waar zij terug van een laag 21 worden voorzien, waarna zij terug in de thermische drooginstallatie 4 worden gebracht.

De scheiding kan worden uitgevoerd door middel van een separatiehopper die op de uitgang 16 aansluit.

De verblijftijd van het produkt 6 in de drooginstallatie 4 is ongeveer een half uur. Indien de recirkulatie in beschouwing word genomen, verblijft iedere korrel 17A-17B wel langer in deze drooginstallatie 4.

Als een gevolg van de langdurige blootstelling aan de hitte, worden alle faecale mikro-organismen vernietigd en blijven slechts enkele onschadelijke sporen over. Meer speciaal worden de faecale Streptococcus en coliformen

volledig vernietigd en worden 98% van de "total count" en 78% van de aërobe sporen verwijderd.

Om zelfontbranding uit te sluiten wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een hoofdzakelijk gesloten drooginstallatie 4. De toevoer via de ingang 5 en de afvoer via de uitgang 16 kan hierbij gebeuren door middel van niet in de figuur weergegeven roterende ventielen. Op deze wijze wordt een ongekontroleerde inlaat van lucht vermeden en kan het zuurstofgehalte in de drooginstallatie 4 beperkt worden gehouden en dus zelfontbranding worden uitgesloten. De atmosfeer in de drooginstallatie 4 bestaat dan immers hoofdzakelijk uit stoom.

De korrels 17A-17B kunnen eventueel worden afgekoeld in een gefluidiseerd bed om zelfontbranding bij het afkoelen te vermijden. Op deze wijze wordt meteen alle stof verwijderd.

De grotere korrels 17B worden dan volgens de uitvinding verder verwerkt.

Hierbij kan eerst een zuivering worden uitgevoerd in een zuiveringsinstallatie 25, bijvoorbeeld een chemische zuivering waarbij het betreffende produkt wordt bevrijd van schadelijke bestanddelen en/of geurloos wordt gemaakt. Deze zuivering kan bijvoorbeeld bestaan uit een demetalisering of een demineralisatie, waarbij zware metalen kunnen worden verwijderd en de fosfaat- en stikstofgehaltes kunnen worden verminderd.

De restprodukten die uit deze zuivering resulteren, kunnen worden afgevoerd naar een afvalverzamelplaats of afvalverwerkingsinstallatie 26.

Vervolgens wordt het basisprodukt gepolymeriseerd, respektievelijk gefixeerd, wat schematisch door het schemablok 27 wordt voorgesteld. Hierbij wordt het produkt in kontakt gebracht met één of meer polymerisatiemiddelen 28, wat bijvoorbeeld door bijeenvoeging en menging kan gebeuren.

Afhankelijk van de grondstof, met andere woorden van de mest, waaraan al dan niet nog andere produkten inmiddels zijn toegevoegd, bijvoorbeeld andere afvalstoffen, is het duidelijk dat de polymeren in de bepaalde verhoudingen worden toegevoegd en vervolgens de polymerisatiereaktie zal worden geïnitieerd.

Voor de polymeren of polymerisatiemiddelen kunnen verschillende produkten worden aangewend. Een voorbeeld hiervan is het onder de merknaam Lomacs beschikbare produkt.

Opgemerkt wordt dat het te fixeren produkt op het ogenblik van de toevoeging van de polymerisatiemiddelen niet noodzakelijk droog is. Het mest kan immers tijdens het zuiveren met bepaalde vloeibare substanties, bijvoorbeeld zuiver water, gemengd geworden zijn, waardoor het te fixeren produkt bijvoorbeeld terug een brei is geworden.

Uiteindelijk vindt een vormgeving plaats, welke stap schematisch door het schemablok 29 is voorgesteld. Het vormgeven kan er zoals voornoemd in bestaan dat het met polymerisatiemiddel 28 gemengde produkt in een vorm wordt geperst, waarbij de polymerisatie bij voorkeur gelijktijdig plaatsvindt met het persen.

Opgemerkt wordt dat, eens dat de polymerisatiereaktie geïnitieerd is, de fixatie zeer snel plaatsgrijpt en de vormgeving ook zeer snel dient te worden gerealiseerd, wat betekent in enkele sekonden. Het is immers juist tijdens

deze periode dat de grondstof op basis van de mest, vermengd met de polymerisatieagentia vatbaar is voor vormgeving. Een vlugge vormgeving, bijvoorbeeld door persen onder zeer hoge druk is dan ook wenselijk. Bij voorkeur gebeurt dit in zogenaamde anti-kleefmatrijzen die bestaan uit een teflon-staal konstruktie.

Aangezien de mest op zieh reeds een aantal organische bestanddelen bevat, kan reeds een doeltreffend resultaat worden bekomen met een minimum aan polymerisatiereagentia. Ook het feit dat meststof op zieh reeds samendrukbaar is in droge vorm draagt ertoe bij dat weinig polymerisatiemiddel kan volstaan voor een goede hechting.

De uitvinding heeft ook betrekking op inrichtingen om de voornoemde werkwijze te realiseren, met als kenmerk dat deze in hoofdzaak bestaan in de kombinatie van een voordroger 2 waarin een ontwatering van de mest 1 plaatsvindt ; een thermische drooginstallatie 4 ; en een fixatie- en vormgevingsinstallatie, waarbij bijvoorbeeld een fixatie en een vormgeving wordt uitgevoerd zoals hiervoor beschreven en aangeduid met de referenties 25-26-27 in de figuur.

Het is duidelijk dat de inrichting volgens de uitvinding ook op een andere manier kan zijn samengesteld dan weergegeven in het schema van de bijgaande figuur. In dit schema kunnen immers bepaalde onderdelen weggelaten worden of vervangen worden door andere, of kunnen nog onderdelen worden toegevoegd om bijvoorbeeld bijkomende behandelingen uit te voeren. Hierbij kunnen de middelen voor het drogen en de middelen voor het fixeren van eender welke andere geschikte aard zijn.

De inrichting kan ook worden opgesplitst in verschillende fabrikatie-eenheden die op verschillende lokaties zijn opgesteld. Zo bijvoorbeeld kunnen meerdere voordrogers worden aangewend die worden ingeplant in gebieden met sterk mestproducerende bedrijven. Op deze lokaties kunnen ook waterzuiveringseenheden worden opgericht. De overige handelingen kunnen in een gemeenschappelijke verwerkingseenheid worden gerealiseerd die is opgebouwd uit bijvoorbeeld de voornoemde drooginstallatie 4 en verschillende produktie-eenheden voor de fixatie en vormgeving.

Het is duidelijk dat het vormgeven niet noodzakelijk dient te gebeuren door middel van samendrukken in een matrijs.

Vanzelfsprekend kunnen ook andere technieken, zoals extrusie worden toegepast.

Opgemerkt wordt dat eventuele afvalstoffen die hieruit voortkomen, kunnen worden verbrand, waarbij de vrijgekomen warmte kan worden aangewend voor de verwarming van de thermische drooginstallatie 4.

Het is duidelijk dat de werkwijze van de uitvinding een volkontinu-fabrikatie toelaat.

De volgens de uitvinding verwezenlijkte produkten kunnen ook als brandstof, bijvoorbeeld in cementovens, worden aangewend.

De uitvinding kan in wezen met slib van verschillende oorsprong worden gerealiseerd. Onder het begrip"mest" wordt volgens de uitvinding dan ook alle grondstof verstaan die voedingsstoffen bevat.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuur weergegeven

uitvoeringsvorm, doch dergelijk gerecycleerd produkt en de werkwijze en inrichting voor het vervaardigen ervan, kunnen volgens de uitvinding in verschillende varianten worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Konklusies. l.-Gerecycleerd produkt, meer speciaal een produkt op basis van mest (1), daardoor gekenmerkt dat het minstens bestaat uit mest dat door middel van een polymerisatie is gefixeerd.

2.-Gerecycleerd produkt volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat het een polymerisatiegraad vertoont die in funktie is van de aanwending van het beoogde produkt en de beoogde biologische afbreekbaarheid.

3.-Gerecycleerd produkt volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat hierin verschillende polymerisatiegraden zijn toegepast, zodanig dat bepaalde gedeelten van dit produkt vlugger biologisch afbreekbaar zijn dan andere gedeelten hiervan.

4.-Gerecycleerd produkt volgens één van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat dit is uitgevoerd in de vorm van een blok of van een tegel.

5.-Gerecycleerd produkt volgens konklusie 4, daardoor gekenmerkt dat dit is uitgevoerd als een blok of als een tegel voor de afboording en/of de bekleding van vijvers of oevers en dijken en dat de mest hierbij slechts gedeeltelijk gefixeerd is.

6.-Gerecycleerd produkt volgens konklusie 4, daardoor gekenmerkt dat dit bestaat uit een tegel waarbij de mest aan de onderzijde hiervan minder sterk gefixeerd is door middel van de voornoemde polymerisatie dan aan de bovenzijde hiervan. <Desc/Clms Page number 16> 7.-Gerecycleerd produkt volgens konklusie 4, daardoor gekenmerkt dat dit is uitgevoerd als een bouwblok en/of siertegel, waarbij de mest, en eventueel andere bijgevoegde produkten, volledig gefixeerd zijn door middel van de voornoemde polymerisatie.

8.-Gerecycleerd produkt volgens konklusie 1, 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat dit is uitgevoerd in de vorm van kweekpotjes.

9.-Werkwijze voor het vervaardigen van een produkt volgens een van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat in het drogen van de mest en vervolgens het door middel van een polymerisatie fixeren ervan, al dan niet gepaard gaande met het vormgeven ervan, waarbij al dan niet andere stoffen aan het mest zijn toegevoegd.

10.-Werkwijze volgens konklusie 9, daardoor gekenmerkt dat wordt uitgegaan van mest (1) dat afkomstig is van de veeteelt, meer speciaal van runderen, varkens, hennen en dergelijke.

11.-Werkwijze volgens konklusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat het mest (1) gedroogd wordt in een voordroger (2) en vervolgens in een thermische drooginstallatie (4).

12.-Werkwijze volgens konklusie 11, daardoor gekenmerkt dat in de voordroger (2) hoofdzakelijk een ontwatering wordt doorgevoerd.

13.-Werkwijze volgens konklusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat de mest in de thermische drooginstallatie <Desc/Clms Page number 17> (4) wordt gedroogd door dit over een verwarmd oppervlak te verplaatsen.

14.-Werkwijze volgens konklusie 11,12 of 13, daardoor gekenmerkt dat een gedroogd produkt wordt gevormd in de vorm van korrels (17A-17B) ; dat in een terugkoppelomloop (18) wordt voorzien waarbij een deel van deze korrels (17A-17B) terug doorheen de thermische drooginstallatie (4) wordt gevoerd ; en dat het nieuw te drogen produkt dat aan de drooginstallatie (4) wordt toegevoerd, voorafgaand in de vorm van een bekleding rond de teruggevoerde korrels (17A-17B) wordt aangebracht, zodanig dat bij de thermische droging gestart wordt met een korrelvormig produkt (6).

15.-Werkwijze volgens konklusie 14, daardoor gekenmerkt dat een scheiding wordt gemaakt tussen kleine korrels (17A) en grote korrels (17B) en dat minstens alle kleine korrels (17A) via de terugkoppelomloop (18) terug in de thermische drooginstallatie (4) worden gebracht.

16.-Werkwijze volgens één van de konklusies 9 tot 15, daardoor gekenmerkt dat de polymerisatie gebeurt door de mest te mengen met één of meer polymerisatiemiddelen en vervolgens een polymerisatiereaktie te initiëren.

17.-Werkwijze volgens een van de konklusies 9 tot 16, daardoor gekenmerkt dat de fixatiegraad wordt geregeld door de keuze en/of instelling van één of meer van volgende parameters : - de verhouding van de gebruikte hoeveelheden van de komponenten van het voornoemde reaktief mengsel ; - de verhouding tussen de hoeveelheid te fixeren produkt en de hoeveelheid polymerisatiemiddel ; - de kompressiedruk bij het vormgeven ; - de temperatuur tijdens het persen. <Desc/Clms Page number 18>

18.-Werkwijze volgens één van de konklusies 9 tot 17, daardoor gekenmerkt dat het reagentia-gehalte gekozen wordt als volgt : - voor een zeer sterke fixatie : 25 ä 30 gew. % ; - voor een gemiddelde fixatie : 10 ä 15 gew. % ; - voor een zwakke fixatie : 5 ä 8 gew. % ; - voor een zeer zwakke fixatie : 1 ä 2 gew. %.

19.-Werkwijze volgens één van de konklusies 9 tot 18, daardoor gekenmerkt dat het vormgeven gebeurt door het produkt tot een vorm te persen of te extruderen, aansluitend of gelijktijdig aan het fixeren.

20.-Werkwijze volgens konklusie 19, daardoor gekenmerkt dat hierbij gebruik wordt gemaakt van één van volgende vormgevingsprocessen : - een gemeenschappelijke injektie en kompressie ; - een proces gelijkaardig aan het RTM-systeem (Resine Transfer Moulding) ; - een proces gelijkaardig aan het RIM-procédé (Reac- tion Injection Moulding).

21.-Werkwijze volgens één van de konklusies 9 tot 20, daardoor gekenmerkt dat het produkt aan een zuivering wordt onderworpen, waarbij een demetalisering en/of demineralisatie en/of vermindering of verwijdering van fosfaten en stikstof wordt uitgevoerd.

22.-Inrichting voor het verwezenlijken van de werkwijze van konklusie 9, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit middelen voor het drogen van de mest en middelen voor het polymeriseren en fixeren van de mest.

23.-Inrichting volgens konklusie 22, daardoor gekenmerkt dat de middelen voor het drogen van de mest een thermische <Desc/Clms Page number 19> drooginstallatie (4) omvatten die gevormd is uit een vertikale meertrapsdroger, met horizontale verwarmde platen (7) en hierover bewegende rakels (10) die het te drogen produkt (6) opeenvolgend over de verschillende platen, te beginnen vanaf de bovenste, voeren.