BE1009762A3

BE1009762A3 - Ligstoel.

Info

Publication number: BE1009762A3
Application number: BE9500898A
Authority: BE
Original assignee: Deursen Adrianus Jozef Van
Priority date: 1995-10-31
Filing date: 1995-10-31
Publication date: 1997-08-05

Abstract

Ligstoel, die minstens bestaat uit twee kaders (2-3); een tussen de kaders (2-3) aangebrachte soepele verbinding (4) die bedoeld is om het zit- en rugvlak te vormen en middelen die toelaten dat de kaders (2-3) kruiselings in verschillende onderlinge posities kunnen worden opgesteld, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen bestaan uit koppelmiddelen (5) die ter plaatse van de kruising van de twee kaders (2-3) zijn aangebracht.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Ligstoel. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een ligstoel, meer speciaal op een ligstoel van het type dat bestaat uit twee kaders ; een tussen de kaders aangebrachte soepele verbinding die bedoeld is om het   zit- en rugvlak   te vormen en middelen die toelaten dat de kaders kruiselings in verschillende onderlinge posities kunnen worden opgesteld. 



  Bij de tot op heden bekende ligstoelen van het voornoemde type zijn de twee kaders door middel van scharnierpunten aan elkaar bevestigd en bestaan de voornoemde middelen om de kaders kruiselings in verschillende posities op te stellen uit een steun die scharnierend aan één van de voornoemde twee kaders is bevestigd en die bij zijn vrije uiteinde op verschillende plaatsen in een vertanding aan de tweede kader kan aangrijpen. 



  Deze bekende uitvoering vertoont verschillende nadelen. 



  Een eerste nadeel bestaat erin dat de konstruktie naast de voornoemde twee kaders een bijkomende steun vergt, die de ligstoel extra verzwaart. 



  Deze bijkomende steun geeft bij het openzetten van zulke ligstoel ook dikwijls aanleiding tot het inklemmen van de handen of vingers. 



  De ingrijping van de steun in de vertanding kan gedurende het gebruik van de ligstoel gemakkelijk verbroken worden, bijvoorbeeld doordat tegen de steun wordt gestoten, met als gevolg dat de ligstoel onverwacht in elkaar klapt. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 De uitvinding heeft een ligstoel tot doel die de voornoemde nadelen niet vertoont. 



  Hiertoe bestaat de uitvinding uit een ligstoel, van het hogergenoemde type, waarbij de middelen die toelaten dat de kaders kruiselings in verschillende onderlinge posities kunnen worden opgesteld, bestaan uit koppelmiddelen die ter plaatse van de kruising van de twee kaders zijn aangebracht. 



  Door gebruik te maken van koppelmiddelen die zich ter plaatse van de voornoemde kruising bevinden, wordt het gebruik van de voornoemde steun, en bijgevolg ook de hieraan gekoppelde nadelen, uitgesloten. 



  Volgens de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaan 
 EMI2.1 
 de voornoemde koppelmiddelen uit die aan de zijstijlen van één van de kaders zijn aangebracht, terwijl de andere kader met zijn zijstijlen doorheen deze beugels passeert. 



  Het gebruik van dergelijke beugels heeft als. voordelen dat de konstruktie eenvoudig wordt, dat bewegende delen zoals scharnieren worden uitgesloten, en dat een bijzonder stabiele en kompakte koppeling wordt verkregen. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in perspektief een ligstoel volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 op een grotere schaal een zicht weergeeft volgens pijl F2 in figuur   1 ;   

 <Desc/Clms Page number 3> 

 figuur 3 een zicht weergeeft volgens pijl F3 in figuur   2 ;    figuur 4 een gelijkaardig zieht weergeeft als in figuur 2, doch in een doorsnede ; figuur 5 op een sterk vergrotende schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur   4 ;   figuren 6 en 7 de ligstoel uit figuur 1 in zijaanzicht weergeeft voor twee verschillende posities ; figuur 8 de ligstoel van figuur 1 in samengeklapte toestand weergeeft. 



  De uitvinding heeft betrekking op een ligstoel 1 die bestaat uit twee kaders, respektievelijk 2 en   3 ;   een tussen de kaders 2-3 aangebrachte soepele en loshangende verbinding 4, zoals een doek, een net of dergelijke, die bedoeld is om het   zit- en rugvlak   te vormen en koppelmiddelen 5 die toelaten dat de kaders 2-3 kruiselings in verschillende onderlinge posities kunnen worden opgesteld, waarbij deze koppelmiddelen 5 uitsluitend ter plaatse van de kruising tussen de kaders 2-3 aktief zijn. 



  De koppelmiddelen 5 bestaan bij voorkeur uit beugels, respektievelijk 6 en 7 die aan de zijstijlen 8-9 van één van de kaders, in dit geval van de kader 2, zijn aangebracht, terwijl de andere kader 3 doorheen de beugels passeert. 



  Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een kader 3 die doorheen de kader 2 past. De beugels 6-7 worden hierbij aan de buitenste kader 2 bevestigd en zijn zodoende naar binnen gericht. Hierdoor wordt de ligstoel 1 niet onnodig verbreed en vormen de beugels 6-7 geen hinderlijke uitsteeksels. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 Hierbij wordt opgemerkt dat de beugels 6-7 bevestigd zijn aan de kader 2 die in de opengestelde stand van de ligstoel 1 het meest rechtop staat. 



  De beugels 6-7 vertonen bij voorkeur een rechthoekige opening, die omsloten is door de beugeldelen 10-11-12. 



  Hierdoor wordt verkregen dat de beugels 6-7 zeer nauw rond de zijstijlen 13-14 van de er door passerende kader, in dit geval de kader 3, aansluiten en geen hinder vormen voor de gebruiker van de ligstoel 1. 



  Ten einde de beugels 6-7 te kunnen bevestigen zijn zij aan hun uiteinden voorzien van bevestigingsdelen 15-16, waarin bijvoorbeeld openingen 17 zijn aangebracht die een bevestiging door middel van vijzen 18 toelaten, welke in de doorgaans uit hout bestaande zijstijlen 8-9 worden geschroefd. 



  De bevestigingsdelen 15-16 sluiten bij voorkeur respektievelijk tegen de bovenzijde 19 en de onderzijde 20 van de betreffende zijstijlen 8-9 aan. 



  De beugels 6-7 kunnen op een eenvoudige wijze worden gerealiseerd door ze uit een stang, bij voorkeur met een cirkelvormige sektie, te plooien. Zoals weergegeven in figuur 5 worden de bevestigingsdelen 15-16 hierbij voorzien van een afvlakking 21, die een goede aansluiting tegen de betreffende zijstijl toelaat. 



  De beugels 6-7 bestaan bij voorkeur uit gechromeerd metaal, bijvoorbeeld gechromeerd staal, en deze beugels 6-7 staan schuin gesteld ten opzichte van de lengterichting van de stijlen 8-9 waaraan zij bevestigd zijn. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 Het gebruik en de werking van de ligstoel 1 is eenvoudig en als volgt. 



  In de opengestelde stand worden de kaders 2-3 in een onderlinge positie gebracht zoals afgebeeld in de figuren 1 tot 4. Zoals zichtbaar in de doorsnede van figuur 4 komen de onderzijden 22 van de stijlen 13-14 hierbij in kontakt met de beugeldelen 10 en de bovenzijden 23 met de beugeldelen 12, waardoor, onder invloed van het eigen gewicht en eventueel het gewicht van de gebruiker die in de ligstoel 1 plaatsneemt, dit kontakt blijft bestaan. 



  Door de kader 3 doorheen de beugels 6-7 te verschuiven en het voornoemde kontakt op een andere plaats te realiseren, worden verschillende standen bekomen, waarvan twee in de figuren 6 en 7 zijn afgebeeld. Hierbij wordt opgemerkt dat de hoek A tussen de kaders 2-3 steeds dezelfde blijft. De beugels 6-7 zijn bij voorkeur zodanig uitgevoerd en aangebracht dat deze hoek A een waarde heeft van 50 ä 60 graden. 



  Bij het samenvouwen van de ligstoel wordt de kader 3 bij het uiteinde 24 vastgenomen en zoals afgebeeld in figuur 7 volgens pijl B bijeengeklapt. Door gebruik te maken van kaders 2-3 die precies in elkaar vallen, kan de ligstoel dan worden   weggesteld   zoals afgebeeld in figuur 8. 



  Het is duidelijk dat verschillende varianten mogelijk zijn. 



  Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm worden onder de onderste poten 25 anti-slipzolen aangebracht, bijvoorbeeld uit rubber, om te verhinderen dat de kaders 2-3 op een zeer gladde bodem kunnen uiteen glijden. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 Volgens een andere mogelijkheid worden aan de onderzijden 22 en/of de bovenzijden 23 oneffenheden 26 aangebracht, zoals schematisch in de figuur 2 is aangeduid, die een ingrijping van de beugeldelen 10-12 in de zijstijlen 13-14 toelaten. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke ligstoel kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Konklusies.

1. - Ligstoel, die minstens bestaat uit twee kaders (2-3) ; een tussen de kaders (2-3) aangebrachte soepele verbinding (4) die bedoeld is om het zit- en rugvlak te vormen en middelen die toelaten dat de kaders (2-3) kruiselings in verschillende onderlinge posities kunnen worden opgesteld, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen bestaan uit koppelmiddelen (5) die ter plaatse van de kruising van de twee kaders (2-3) zijn aangebracht.

2.-Ligstoel volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de koppelmiddelen (5) bestaan uit beugels (6-7) die aan de zijstijlen (8-9) van één van de kaders (2) zijn aangebracht, waarbij de andere kader (3) doorheen de beugels (6-7) passeert.

3.-Ligstoel volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat de kaders (2-3) in elkaar passen ; dat de beugels (6-7) zich aan de buitenste kader (2) bevinden ; en dat de beugels (6-7) naar binnen zijn gericht.

4.-Ligstoel volgens konklusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat de beugels (6-7) zijn aangebracht aan de kader (2) die in de opengestelde stand het meest rechtop staat.

5.-Ligstoel volgens één van de konklusie 2 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de beugels (6-7) een hoofdzakelijk rechthoekige opening vertonen. EMI7.1

6.-Ligstoel volgens één van de konklusies 2 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de beugels (6-7) schuin gesteld staan ten opzichte van de lengterichting van de zijstijlen (8-9) waaraan zij bevestigd zijn. <Desc/Clms Page number 8>

7.-Ligstoel volgens één van de konklusies 2 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de uiteinden van de beugels (6-7) gevormd worden door bevestigingsdelen (15-16), en dat deze bevestigingsdelen (15-16) respektievelijk tegen de bovenzijde (19) en de onderzijde (20) van de betreffende zijstijl (8-9) zijn gemonteerd.

8.-Ligstoel volgens een van de konklusies 2 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de beugels (6-7) gevormd zijn uit een geplooide stang met een cirkelvormige sektie, en dat deze beugels bevestigingsdelen (15-16) vertonen die op de . plaatsen waar zij tegen de betreffende zijstijlen (8-9) aansluiten, afgevlakt zijn.

9.-Ligstoel volgens een van de konklusies 2 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de beugels (6-7) door middel van vijzen (18) aan de zijstijlen (8-9) zijn aangebracht. EMI8.1

10.-Ligstoel volgens een van de konklusies 2 9, daardoor gekenmerkt dat aan de onder-en/of bovenzijde van de kader (3) die door de beugels (6-7 is gestoken oneffenheden (26) zijn aangebracht.

11.-Ligstoel volgens een van de konklusies 2 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de beugels (6-7) zodanig staan opgesteld dat de twee kaders (2-3) in de opengezette stand van de ligstoel (1) een hoek (A) maken van 50 ä 60 graden.

12.-Ligstoel volgens één van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat anti-slipzolen onder de poten (25) zijn aangebracht.

13.-Ligstoel volgens één van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat in samengevouwen toestand de <Desc/Clms Page number 9> binnenste kader (3) volledig tussen de buitenste kader (2) past.