<Desc/Clms Page number 1>
Transportinrichting voor een container. Deze uitvinding heeft betrekking op een transportinrichting voor een container, welke transportinrichting een chassis bevat met een voorste en een achterste chassisgedeelte, twee voorwielen die elk door een hydraulische ophanging aan het voorste chassisgedeelte zijn opgehangen en twee achterwielen die elk door een hydraulische ophanging aan het achterste chassisgedeelte zijn opgehangen, waarbij de hydraulische ophangingen een arm bevatten waarop de wielas is gemonteerd en die scharnierend aan het chassisgedeelte is bevestigd en een hydraulisch cilinder-zuigermechanisme dat, enerzijds, scharnierend aan het chassisgedeelte is bevestigd op een plaats die hoger is gelegen dan de scharnierende bevestiging van de arm aan dit chassisgedeelte en, anderzijds, scharnierend aan de arm is bevestigd,
waarbij de scharnierassen van de arm en van het cilinder-zuigermechanisme evenwijdig zijn gericht aan de wielas.
Dergelijke transportinrichtingen zijn klassieke opleggers waarin hydraulische ophangingen worden gebruikt wegens plaatsbesparing en omdat toch hydraulische energie voorhanden is.
Het cilinder-zuigermechanisme van de hydraulische ophanging is evenwel enkelvoudig en deze ophanging wordt uitsluitend als vering en schokdemper gebruikt.
Sommige containers worden evenwel niet gebruikt voor het transport of opslaan van goederen maar als werkruimte, bijvoorbeeld als keuken, telekommunikatiecentrum, ziekenhuis, vergaderzaal, kommandopost en dergelijke.
<Desc/Clms Page number 2>
In dergelijke gevallen kan het gewenst zijn dat de container op de grond wordt neergelaten.
Bij voornoemde bekende transportinrichtingen moet de container hiertoe van de chassisgedeelten worden afgenomen waarvoor een kraan of dergelijke nodig is.
De uitvinding heeft een transportinrichting voor een container als doel die dit nadeel niet heeft en die toelaat op een eenvoudige en snelle wijze, zonder kraan of dergeljke, het chassis met de container tot op de grond neer te laten en terug op te nemen.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de hydraulische cilinder-zuigermechanismen van de ophangingen dubbelwerkend zijn, terwijl de armen van deze ophangingen op zodanige wijze scharnierend aan de chassisgedeelten zijn bevestigd dat de wielen tot boven de onderkant van het chassisgedeelte kunnen worden opgeklapt.
Het voorste chassisgedeelte en het achterste chassisgedeelte kunnen een geheel vormen, maar bijvoorkeur zijn deze gedeelten afzonderlijke stukken.
Om ook als vering te kunnen werken kunnen de dubbelwerkende cilinder-zuigermechanismen elk op een akkumulator aangesloten zijn, in welk geval het bovenste gedeelte van deze cilinder-zuigermechanismen met de erbij horende akkumulator verbonden is.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de arm en het cilinder-zuigermechanisme van de hydraulische ophangingen van de achterste wielen scharnierend aan het achterste chassisgedeelte bevestigd door tussenkomst van een onderdeel van dit chassisgedeelte dat op zijn beurt
<Desc/Clms Page number 3>
over tenminste 90 graden rond een opstaande as kantelbaar is ten opzichte van de rest van het achterste chassisgedeelte zodanig dat deze achterste wielen, tenminste in opgeklapte stand, rond deze opstaande as kunnen gewenteld worden en zijwaarts worden geklapt tot de wielas nagenoeg in de langsrichting van het chassis is gericht.
In de opwaarts en zijwaarts geklapte stand steken de achterste wielen minder naar achter buiten de container uit zodat het geheel minder plaats inneemt. Dit is van belang bij het transport van de transportinrichting met container per vliegtuig. De transportinrichting wordt in de ruimte van het transportvliegtuig gereden en de wielen worden omhoog geklapt. Door de achterste wielen ook zijwaarts te klappen wordt plaats uitgespaard voor een volgende transportinrichting. Zo kunnen in een C 135 toestel twee transportinrichtingen met een standaardcontainer van 40 m achter elkaar worden geplaatst.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een transportinrichting voor een container volgens de uitvinding beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een zijaanzicht weergeeft van de transportinrichting volgens de uitvinding, zonder container ; figuur 2 een zijaanzicht weergeeft van de transportinrichting van figuur 1, maar met een container ; figuur 3 een bovenaanzicht weergeeft van figuur 2 ;
<Desc/Clms Page number 4>
figuur 4 een zijaanzicht weergeeft analoog aan dit van figuur 2, maar met de wielen naar boven geklapt en de container op de grond neergezet ;
figuur 5 een bovenaanzicht weergeeft analoog aan dit van figuur 3, maar met de wielen omhoog geklapt en daarenboven de achterst wielen ook zijwaarts geklapt ; figuur 6 een zijaanzicht weergeeft van de transportinrichting van figuur 5 ; figuur 7 het hydraulische schema weergeeft van een gedeelte van de transportinrichting volgens de vorige figuren.
De transportinrichting voor een container zoals weergegeven in de figuren 1 tot 6 bevat een chassis 1 met een voorste chassisgedeelte 2 en een afzonderlijk achterste chassisgedeelte 3, twee voorwielen- 4 die elk door een hydraulische ophanging 5 aan het voorste chassisgedeelte 2 zijn opgehangen en twee achterwielen 6 die elk door een hydraulische ophanging 5 aan het achterste chassisgedeelte 3 zijn opgehangen.
De hydraulische ophangingen 5 bevatten elk een arm 7 waarop de wielas 8 van het opgehangen wiel 4 of 6 is gemonteerd en die scharnierend rond een as 9, die evenwijdig is aan de wielas 8, aan het chassisgedeelte 2 of 3 is bevestigd, alsook een dubbelwerkend hydraulisch cilinder-zuigermechanisme 10 dat, enerzijds, scharnierend rond een as 11 aan het chassisgedeelte 2 of 3 bevestigd is op een punt dat hoger gelegen is dan de scharnierende bevestiging van de arm 7 aan dit chassisgedeelte, en, anderzijds, scharnierend rond een as 12 aan de arm 7 is bevestigd, waarbij de assen 9,11 en 12 evenwijdig zijn gericht aan de wielas 8.
De armen 7 hebben bijvoorbeeld de vorm van een platte driehoek waarbij de wielas 8 op een scherpe hoek is
<Desc/Clms Page number 5>
gelegen, de as 9 op de tegenoverliggende scherpe hoek en de as 12 op de aan de onderkant gelegen stompe hoek.
De twee voorwielen 4 zijn gezamenlijk wentelbaar en opgehangen aan een voorste gestel 13 dat door middel van een draaiplateau 14 de eigenlijke steun 15 voor de container 16 draagt.
De steun 15 bestaat uit twee steunbalken 17 die vooraan een hoger gelegen gedeelte bezitten en die door een gedeelte van het draaiplateau 14 met elkaar verbonden zijn.
Het voorste gestel 13 bevat eveneens twee balken 18 waarvan de achterste uiteinden aan het andere gedeelte van het draaiplateau 14 zijn vastgemaakt en die op hun voorste uiteinden een opstaand profiel 19 dragen, terwijl tussen deze voorste uiteinden een trekstang 20 scharnierend is vastgemaakt.
De arm 7 van de ophanging 5 van de voorwielen 4 is door de as 9 scharnierend in het onderste uiteinde van een opstaand profiel 19 vastgemaakt, terwijl het cilinder-zuigermechanisme 10 door de as 11 aan dit opstaand profiel 19 bevestigd is, en dit nabij het bovenste uiteinde ervan.
Het achterste chassisgedeelte 3 bestaat uit twee langse balken 21 die door een of meer dwarsliggers 22 met elkaar zijn verbonden en uit twee opstaande profielen 23 die verdraaibaar rond hun langsrichting op de uiteinden van de achteraan gelegen dwarsligger 22 gemonteerd zijn.
De profielen 23 vormen onderdelen die rond een opstaande as draaibaar zijn en waaraan de ophangingen 5 waarmee de achterwielen 6 aan het achterste chassisgedeelte 3 zijn opgehangen, zijn bevestigd.
<Desc/Clms Page number 6>
De arm 7 van elk van deze ophangingen 5 is door de as 9 in het onderste uiteinde van een opstaand profiel 23 bevestigd, terwijl het bovenste uiteinde van het erbij horende cilinder-zuigermechanisme 10 door de as 11 boven de as 9 aan dit profiel 23 is vastgemaakt.
De konstruktie van de chassisgedeelten 2 en 3 en de bevestigingen en ligging van de ophangingen 5 zijn zodanig dat de armen 7 door de cilinder-zuigermechanismen 10 vrij kunnen gewenteld worden van uit hun neerwaarts gerichte stand zoals weergegeven in de figuren 1 tot 3, waarbij de wielen 4 of 6 die ze dragen op de grond 24 rusten, tot in een opwaarts gerichte of opgeklapte stand, zoals weergeven in de figuren 4 tot 6, waarbij de wielen 4 en 6 volledig boven de grond 24 zijn gelegen.
De vier cilinder-zuigermechanismen 10 van de vier ophangingen 5 zijn zowel in uitgeschoven als in ingeschoven stand schuin opwaarts gericht.
Door wenteling van de opstaande profielen - 23 kunnen de achterwielen 6 in opgeklapte stand samen met hun ophanging 5 daarenboven zonder hinder zijwaarts gewenteld of geklapt worden tot de wielassen 8 in de langsrichting gericht zijn zoals weergegeven in de figuren 5 en 6.
Aangezien de chassisgedeelten 2 en 3 afzonderlijke stukken zijn, geschiedt de wenteling van de armen 7 en dus het besturen van de cilinder-zuigermechanismen 10 van de ophangingen 5 van de voorwielen 4 en de achterwielen 6 ook door middel van afzonderlijke maar wel gelijke besturingsinrichtingen 25.
De besturingsinrichtingen 25 maken elk deel uit van een afzonderlijk maar identiek hydraulisch systeem dat de twee
<Desc/Clms Page number 7>
cilinder-zuigermechanismen 10 van een chassisgedeelte 2 of 3 bevat en schematisch in figuur 7 is weergegeven. Elk van de chassisgedeelten 2 en 3 is dus van een dergelijk hydraulisch systeem voorzien dat als volgt is samengesteld : Elk van de bovenste gedeelten 26 van de twee cilinder-zuigermechanismen 10 van een chassisgedeelte 2 of 3 staat, enerzijds, via een leiding 27 in verbinding met een accumulator 28 en, sluit anderzijds, via een leiding 29 waarin een afsluitklep 30 is gemonteerd, aan op het onderste gedeelte van hetzelfde cilinder-zuigermechanisme 10 en sluit door middel van een leiding 31 waarin een afsluitklep 32 is gemonteerd, aan op een leiding 33.
Deze leiding 33 die gemeenschappelijk is voor de twee cilinder-zuigermechanismen 10 van een chassisgedeelte sluit aan op een schuifklep 34 die, enerzijds, door een leiding 35 op een reservoir 36 aansluit en, anderzijds, door een leiding 37 aansluit op de uitgang van een pomp 38 waarvan de ingang via een leiding 39 met het reservoir 36 in verbinding staat.
Het onderste gedeelte van elk van de twee cilinder-zuigermechanismen 10 van eenzelfde chassisgedeelte staat niet alleen via de leiding 29 met de afsluitklep 30 in verbinding met de het bovenste gedeelte 26, maar sluit ook via een leiding 40, waarin een afsluitklep 41 is gemonteerd, aan op een leiding 42 die gemeenschappelijk is voor de twee voornoemde cilinder-zuigermechanismen 10 en die via voornoemde schuifklep 34 en de leiding 35 of 37 aansluit op het reservoir 36 of de pomp 38.
De schuifklep 34 bezit drie standen, namelijk een ruststand zoals weergegeven in figuur 7 waarbij de gemeenschappelijke leidingen 33 en 42 olie doorlaten naar het reservoir 36,
<Desc/Clms Page number 8>
een eerste werkstand waarbij de gemeenschappelijke leiding 33 olie van de pomp 38 doorlaat en de gemeenschappelijke leiding 42 olie naar het reservoir 36 toelaat en een tweede werkstand waarbij de gemeenschappelijke leiding 33 olie naar het reservoir 36 toelaat en de gemeenschappelijke leiding 42 olie van de pomp 38 doorlaat.
De pomp 36 is overbrugd door middel van een terugloopleiding 43 met een daarin gemonteerde drukklep 44.
Wanneer niet alle olie gepompt door de pomp 38 doorheen de schuifklep 34 kan stromen kan het teveel aan olie via de drukklep 44 en de terugloopleiding 43 terug naar het reservoir 36 stromen.
De voornoemde afsluitkleppen 30,32 en 41 en de schuifklep 34 zijn elektrisch bestuurde kleppen- en ook de pomp 38 is elektrisch aangedreven.
De werking van de transportinrichting is als volgt.
Wanneer de transportinrichting verreden-wordt zonder container 16, worden de chassisgedeelten 2 en 3 in elkaar geschoven zoals weergegeven in figuur 1 en aan elkaar gekoppeld. De vier cilinder-zuigermechanismen 10 zijn uitgeschoven zodat de armen 7 maximaal naar onder zijn gericht en de wielen 4 en 6 onder de chassisgedeelten 2 en 3 zijn gelegen en op de grond 24 steunen.
Om een container 16 te vervoeren worden de chassisgedeelten 2 en 3 van elkaar gescheiden. De cilinder-zuigermechanismen 10 blijven uitgeschoven en de wielen 4 en 6 blijven op de grond 24 rusten zoals weergegeven in de figuren 2 en 3.
De afsluitkleppen 30 zijn in open stand terwijl de afsluitkleppen 32 en 41 zich in gesloten stand bevinden en
<Desc/Clms Page number 9>
de schuifklep 34 zich in ruststand bevindt zoals weergegeven in figuur 7.
Er kan geen olie door de leidingen 31 en 40 vloeien. Samen met de akkumulatoren 28 houden de vier cilinder-zuigermechanismen 10 niet enkel de container 16 van de grond maar vormen ze ook een hydraulische vering tijdens het transport.
Het voorgaande geldt zowel voor het hydraulisch systeem dat bij het voorste chassisgedeelte 2 behoort, als voor het hydraulisch systeem dat bij het achterste chassisgedeelte 3 behoort.
Om de container 16 op de grond 24 te plaatsen, worden bij beide hydraulische systemen de kleppen als volgt veranderd : de afsluitkleppen 30 worden in gesloten stand gebracht en de afsluitkleppen 32 en 41 worden in open stand gebracht.
De schuifklep 34 wordt in de eerste werkstand geschoven.
Hierdoor wordt olie die door de pomp 38 uit het reservoir 36 wordt gepompt door de gemeenschappelijke leiding 33 en de leidingen 31, over de open afsluitkleppen 32 naar het bovenste gedeelte 26 van de cilinder-zuigermechanismen 10 gepompt. Uit het onderste gedeelte van deze cilinder-zuigermechanismen 10 vloeit olie over de leidingen 40 en de open afsluitkleppen 41 naar de gemeenschappelijke leiding 42 en over de schuifklep 34 en de leiding 35 terug naar het reservoir 36.
Dit betekent dat de cilinder-zuigermechanismen 10 behorend bij een chassisgedeelte ingeschoven worden en de ermee verbonden armen 7 omhoog gewenteld worden tot de wielen 4 of 6 boven de grond 24 komen te liggen.
<Desc/Clms Page number 10>
Wanneer de cilinder-zuigermechanismen 10 maximaal ingeschoven zijn, wordt de schuifklep 34 terug in ruststand geschoven.
Nadat zowel het voorste chassisgedeelte 2 als het achterste chassisgedeelte 3 op deze manier op de grond 24 geplaatst zijn, wordt de trekstang 20 omhoog gewenteld en worden de achterwielen 6 met hun ophanging 5 manueeel zijwaarts naar elkaar gekanteld tot wanneer de wielassen 8 in de langsrichting van het chassis 1 zijn gericht, dit is tot in de toestand zoals weergegeven in de figuren 5 en 6.
Om vanuit deze stand de container 16 terug op te lichten, worden de achterste wielen 6 eerst manueel door het wentelen van de opstaande profielen 23 terug in de stand geklapt zoals weergegeven in de figuren 3 en 4.
Vervolgens wordt de schuifklep 34 van elk hydraulisch systeem in de tweede werkstand gebracht. De olie die door de pomp 38 uit het reservoir 36 gepompt wordt, wordt hierdoor via de gemeenschappelijke leiding 42 en de leidingen 40, over de open afsluitkleppen 41 naar het onderste gedeelte van de cilinder-zuigermechanismen 10 gepompt terwijl olie uit het bovenste gedeelte 26 via de leidingen 31 en de gemeenschappelijke leiding 33, over de schuifklep 34 en de leiding 35 terug naar het reservoir 36 vloeit.
De cilinder-zuigermechanismen 10 worden daarbij uitgeschoven en de overeenstemmende armen 7 van de ophangingen 5 omlaag gewenteld. Zodra de wielen 4 of 6 op de grond 24 steunen, worden de overeenstemmende chassisgedeelten 2 of 3 van de grond gelicht.
<Desc/Clms Page number 11>
Met de hiervoor beschreven transportinrichting kan een container 16 op een veilige en komfortabele manier vervoerd worden maar ook zeer snel en zonder een kraan te moeten gebruiken op de grond 24 geplaatst worden of er terug van opgelicht worden.
In neergelaten toestand van de container 16 kunnen de achterste wielen 6 naar elkaar geklapt worden waardoor de totale lengte van de transportinrichting met de container 16 afneemt.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke transportinrichting voor een container kan in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Transport device for a container. This invention relates to a container transport device, which transport device comprises a chassis having a front and a rear chassis part, two front wheels each suspended by a hydraulic suspension from the front chassis part and two rear wheels each by a hydraulic suspension from the rear chassis section are suspended, the hydraulic suspensions including an arm on which the wheel axle is mounted and hinged to the chassis section and a hydraulic cylinder-piston mechanism which, on the one hand, is hinged to the chassis section at a location higher than the hinged attachment of the arm to this chassis section and, on the other hand, hinged to the arm,
the pivot axes of the arm and of the cylinder-piston mechanism being parallel to the wheel axle.
Such transport devices are classic trailers in which hydraulic suspensions are used because of space savings and because hydraulic energy is nevertheless available.
However, the cylinder-piston mechanism of the hydraulic suspension is single and this suspension is used exclusively as a suspension and shock absorber.
However, some containers are not used for the transport or storage of goods, but as a workspace, for example as a kitchen, telecommunication center, hospital, meeting room, command post and the like.
<Desc / Clms Page number 2>
In such cases, it may be desirable for the container to be lowered to the ground.
In the aforementioned known transport devices, the container has to be removed from the chassis parts for this purpose, for which a crane or the like is required.
The object of the invention is a container transport device which does not have this drawback and which allows the chassis and container to be lowered to the ground in a simple and quick manner, without a crane or the like, and taken up again.
This object is achieved according to the invention in that the hydraulic cylinder-piston mechanisms of the suspensions are double-acting, while the arms of these suspensions are hinged to the chassis parts in such a way that the wheels can be folded up above the bottom of the chassis part.
The front chassis section and the rear chassis section may form a whole, but preferably these sections are separate pieces.
In order to also function as a suspension, the double-acting cylinder-piston mechanisms can each be connected to an accumulator, in which case the upper part of these cylinder-piston mechanisms is connected to the associated accumulator.
In a special embodiment of the invention, the arm and the cylinder-piston mechanism of the hydraulic suspensions of the rear wheels are hingedly attached to the rear chassis section through a part of this chassis section which in turn
<Desc / Clms Page number 3>
Tiltable by at least 90 degrees around an upright axle relative to the rest of the rear chassis section so that these rear wheels, at least in their folded-up position, can be pivoted around this upright axle and folded sideways until the wheel axle is approximately in the longitudinal direction of the chassis is oriented.
In the up and side folded position, the rear wheels protrude less behind the container so that the whole takes up less space. This is important when transporting the transport device with container by plane. The transport device is driven into the space of the transport aircraft and the wheels are folded up. By also folding the rear wheels sideways, space is saved for the next transport device. For example, in a C 135 appliance two transport devices with a standard 40 m container can be placed one behind the other.
With the insight to better demonstrate the characteristics of the invention, a preferred embodiment of a transport device for a container according to the invention is described below, by way of example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a side view of the transport device according to the invention, without a container; Figure 2 shows a side view of the transport device of Figure 1, but with a container; figure 3 represents a top view of figure 2;
<Desc / Clms Page number 4>
figure 4 represents a side view analogous to that of figure 2, but with the wheels folded upwards and the container placed on the ground;
figure 5 represents a top view analogous to that of figure 3, but with the wheels folded up and in addition the rear wheels also folded sideways; figure 6 represents a side view of the transport device of figure 5; figure 7 shows the hydraulic diagram of a part of the transport device according to the previous figures.
The container transport device as shown in Figures 1 to 6 comprises a chassis 1 with a front chassis section 2 and a separate rear chassis section 3, two front wheels- 4 each suspended by a hydraulic suspension 5 from the front chassis section 2 and two rear wheels 6 which are each suspended from the rear chassis section 3 by a hydraulic suspension 5.
The hydraulic suspensions 5 each comprise an arm 7 on which the wheel axle 8 of the suspended wheel 4 or 6 is mounted and which is hinged around a axle 9, which is parallel to the wheel axle 8, to the chassis part 2 or 3, as well as a double-acting hydraulic cylinder-piston mechanism 10 which, on the one hand, is hinged around an axis 11 to the chassis section 2 or 3 at a point higher than the hinged attachment of the arm 7 to this chassis section, and, on the other hand, hinged around an axis 12 is attached to the arm 7, the axles 9, 11 and 12 being parallel to the wheel axle 8.
The arms 7 have, for example, the shape of a flat triangle, the wheel axle 8 being at an acute angle
<Desc / Clms Page number 5>
axis 9 at the opposite acute angle and axis 12 at the obtuse angle at the bottom.
The two front wheels 4 can be rotated together and are suspended from a front frame 13 which, by means of a turntable 14, carries the actual support 15 for the container 16.
The support 15 consists of two support beams 17 which have an upper part at the front and which are connected to each other by a part of the turntable 14.
The front frame 13 also contains two beams 18, the rear ends of which are attached to the other part of the turntable 14 and which bear an upright profile 19 on their front ends, while a tie rod 20 is hinged between these front ends.
The arm 7 of the suspension 5 of the front wheels 4 is hingedly fixed by the shaft 9 in the lower end of an upright profile 19, while the cylinder-piston mechanism 10 is fixed by this shaft 11 to this upright profile 19, and this near the top end of it.
The rear chassis section 3 consists of two longitudinal beams 21 which are connected to one another by one or more sleepers 22 and of two upright profiles 23 which are rotatably mounted around their longitudinal direction on the ends of the rear sleeper 22.
The profiles 23 form parts which are rotatable about an upright axis and to which are mounted the suspensions 5 with which the rear wheels 6 are suspended from the rear chassis part 3.
<Desc / Clms Page number 6>
The arm 7 of each of these suspensions 5 is fixed by the shaft 9 in the lower end of an upright profile 23, while the upper end of the associated cylinder-piston mechanism 10 is attached to this profile 23 by the shaft 11 above the shaft 9. fastened.
The construction of the chassis parts 2 and 3 and the fixings and location of the suspensions 5 are such that the arms 7 can be freely rotated by the cylinder-piston mechanisms 10 from their downward position as shown in Figures 1 to 3, the wheels 4 or 6 they bear are resting on the ground 24, up to an upwardly or folded position, as shown in Figures 4 to 6, the wheels 4 and 6 being completely above the ground 24.
The four cylinder piston mechanisms 10 of the four suspensions 5 are oriented obliquely upwards in both the extended and retracted positions.
By rotating the upright profiles - 23, the rear wheels 6 in folded position together with their suspension 5 can moreover be pivoted sideways or folded without hindrance until the wheel axles 8 are directed in the longitudinal direction as shown in figures 5 and 6.
Since the chassis parts 2 and 3 are separate pieces, the rotation of the arms 7 and thus the control of the cylinder-piston mechanisms 10 of the suspensions 5 of the front wheels 4 and the rear wheels 6 also takes place by means of separate but equal control devices 25.
The control devices 25 are each part of a separate but identical hydraulic system connecting the two
<Desc / Clms Page number 7>
cylinder-piston mechanisms 10 of a chassis portion 2 or 3 and is shown schematically in Figure 7. Each of the chassis parts 2 and 3 is thus provided with such a hydraulic system, which is composed as follows: Each of the upper parts 26 of the two cylinder-piston mechanisms 10 of a chassis part 2 or 3 is connected, on the one hand, via a pipe 27 with an accumulator 28 and, on the other hand, connects via a line 29 in which a shut-off valve 30 is mounted to the lower part of the same cylinder-piston mechanism 10 and connects to a line by means of a line 31 in which a shut-off valve 32 is mounted 33.
This conduit 33, which is common to the two cylinder-piston mechanisms 10 of a chassis section, connects to a slide valve 34 which, on the one hand, connects to a reservoir 36 by a conduit 35 and, on the other hand, connects through a conduit 37 to the output of a pump 38, the entrance of which communicates with the reservoir 36 via a line 39.
The lower part of each of the two cylinder-piston mechanisms 10 of the same chassis section not only communicates via the line 29 with the shut-off valve 30 with the upper part 26, but also closes via a line 40, in which a shut-off valve 41 is mounted, to a conduit 42 which is common to the two aforementioned cylinder-piston mechanisms 10 and which connects via the aforementioned slide valve 34 and the conduit 35 or 37 to the reservoir 36 or the pump 38.
The slide valve 34 has three positions, namely a rest position as shown in figure 7, in which the common pipes 33 and 42 allow oil to pass to the reservoir 36,
<Desc / Clms Page number 8>
a first operating position where the common line 33 allows oil from the pump 38 and the common line 42 allows oil to the reservoir 36 and a second operating position where the common line 33 allows oil to the reservoir 36 and the common line 42 oil from the pump 38 let through.
The pump 36 is bridged by means of a return pipe 43 with a pressure valve 44 mounted therein.
If not all the oil pumped by the pump 38 can flow through the slide valve 34, the excess oil can flow back through the pressure valve 44 and the return line 43 to the reservoir 36.
The aforementioned shut-off valves 30, 32 and 41 and the slide valve 34 are electrically controlled valves, and the pump 38 is also electrically driven.
The operation of the transport device is as follows.
When the transport device is moved without container 16, the chassis parts 2 and 3 are pushed together as shown in figure 1 and coupled together. The four cylinder piston mechanisms 10 are extended so that the arms 7 are maximally downward and the wheels 4 and 6 are located under the chassis parts 2 and 3 and are supported on the ground 24.
To transport a container 16, the chassis parts 2 and 3 are separated from each other. The cylinder-piston mechanisms 10 remain extended and the wheels 4 and 6 remain on the ground 24 as shown in Figures 2 and 3.
The shutoff valves 30 are in the open position while the shutoff valves 32 and 41 are in the closed position and
<Desc / Clms Page number 9>
the slide valve 34 is in the rest position as shown in figure 7.
No oil can flow through lines 31 and 40. Together with the accumulators 28, the four cylinder piston mechanisms 10 not only keep the container 16 off the ground but also form a hydraulic suspension during transportation.
The foregoing applies both to the hydraulic system associated with the front chassis section 2 and to the hydraulic system associated with the rear chassis section 3.
In order to place the container 16 on the ground 24, the valves in both hydraulic systems are changed as follows: the shut-off valves 30 are brought into closed position and the shut-off valves 32 and 41 are brought into open position.
The slide valve 34 is slid into the first operating position.
As a result, oil pumped from the reservoir 36 by the pump 38 through the common line 33 and the lines 31 is pumped over the open shut-off valves 32 to the upper portion 26 of the cylinder piston mechanisms 10. Oil flows from the lower part of these cylinder-piston mechanisms 10 over the lines 40 and the open shut-off valves 41 to the common line 42 and over the slide valve 34 and the line 35 back to the reservoir 36.
This means that the cylinder-piston mechanisms 10 associated with a chassis section are retracted and the associated arms 7 are rotated upward until the wheels 4 or 6 come to rest above the ground 24.
<Desc / Clms Page number 10>
When the cylinder-piston mechanisms 10 are fully retracted, the slide valve 34 is slid back into the rest position.
After both the front chassis part 2 and the rear chassis part 3 have been placed on the ground 24 in this way, the drawbar 20 is rotated upwards and the rear wheels 6 with their suspension 5 are tilted sideways to each other until the wheel axles 8 in the longitudinal direction of the chassis 1 are oriented, this is up to the state as shown in figures 5 and 6.
In order to lift the container 16 back from this position, the rear wheels 6 are first folded back manually into the position as shown in Figures 3 and 4 by rotating the upright profiles 23.
Then the slide valve 34 of each hydraulic system is brought into the second operating position. The oil pumped out of the reservoir 36 by the pump 38 is hereby pumped through the common line 42 and the lines 40, over the open shut-off valves 41 to the bottom portion of the cylinder piston mechanisms 10, while oil from the top portion 26 flows through the lines 31 and the common line 33 flow over the slide valve 34 and the line 35 back to the reservoir 36.
The cylinder-piston mechanisms 10 are thereby extended and the corresponding arms 7 of the suspensions 5 are rotated downwards. As soon as the wheels 4 or 6 rest on the ground 24, the corresponding chassis parts 2 or 3 are lifted off the ground.
<Desc / Clms Page number 11>
With the transport device described above, a container 16 can be transported in a safe and comfortable manner, but can also be placed on the ground 24 very quickly and without having to use a crane, or be lifted from it again.
When the container 16 is lowered, the rear wheels 6 can be folded together, so that the total length of the transport device with the container 16 decreases.
The present invention is by no means limited to the embodiment described above and shown in the figures, but such a container transport device can be realized in different variants without departing from the scope of the invention.