BE1009736A6 - Slaapinrichting. - Google Patents

Abstract

Slaapinrichting met een één- of tweepersoonsbed 1, daardoor gekenmerkt dat de slaapinrichting gevormd wordt door een bed 1 dat voorzien is van een hefmechanisme 2; middelen 3 om het bed 1 in slaapstand of neergelaten stand te ondersteunen en; middelen 4 om het bed 1 in weggeborgen stand of bovenste stand te vergrendelen.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Slaapinrichting. 



  De uitvinding heeft betrekking op een slaapinrichting, meer speciaal een slaapinrichting voor voertuigen of vaartuigen, zoals daar zijn zwerfwagens,   mobilhome,   caravans, boten alsook voor allerlei andere kleine ruimten, zoals studio's, studentenkamers, enz. 



  Meer bijzonder nog heeft de uitvinding vooral nut in het geval van smalle voertuigen of vaartuigen, die niet speciaal uitgebouwd werden om een slaapinrichting te voorzien. 



  In het geval van smalle voertuigen of vaartuigen, heeft men steeds te maken met naar binnen toe- hellende wanden zodat men over onvoldoende ruimte beschikt om bovenin een vaste slaapinrichting aan te brengen. 



  Hiertoe kent men voor deze smalle voertuigen of vaartuigen speciale slaaphefdaken, maar deze zijn zeer duur en ze vermeerderen de totale hoogte van de wagen. 



  Anderzijds kan men smalle reisvoertuigen voorzien van een slaapruimte die boven de bestuurdersruimte en in de breedte van de wagen is aangebracht. Aangezien de totale beschikbare breedte van zulke reiswagens echter beperkt blijft kan deze slaapruimte enkel gebruikt worden door kinderen. 



  De uitvinding heeft dan ook een slaapinrichting voor voertuigen, vaartuigen of kleine ruimten tot doel die de voornoemde en alle andere nadelen totaal uitsluit. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Tot dit doel bestaat de slaapinrichting uit een   een-of   tweepersoonsbed ; een hefmechanisme om het bed op en neer te bewegen ; middelen om het bed in neergelaten stand te ondersteunen ; en middelen om het bed in de bovenste stand te vergrendelen. 



  Men bekomt aldus een slaapinrichting die in haar weggeborgen stand, wat overeenkomt met de bovenste stand van het hefmechanisme, tot tegen de zoldering van het voertuig, vaartuig of kleine ruimte kan gebracht worden. 



  Een eerste voordeel van deze slaapinrichting volgens de uitvinding bestaat erin dat ze in haar weggeborgen stand zeer ruimtebesparend is zodat men ongehinderd onder het bed kan lopen. 



  Een tweede voordeel dat met deze slaapinrichting volgens de uitvinding wordt bekomen is dat zij in alle omstandigheden comfortabel benut kan worden door één of twee personen. 



  Nog een voordeel is dat deze slaapinrichting eenvoudig, snel, en met weinig middelen gemonteerd kan worden, waarbij in het geval van een voertuig of vaartuig het dak van de wagen niet moet worden doorboord vermits de bevestiging aan de draagbalken kan worden aangebracht. 



  Een bijkomend voordeel dat bekomen wordt is dat het hefmechanisme niet zeer sterk moet uitgevoerd worden en enkel het gewicht van het onbelast bed moet kunnen dragen aangezien het bed in slaapstand, wat overeenkomt met neergelaten stand van het hefmechanisme, ondersteund wordt door bijkomende middelen. 



  Nog een ander voordeel is dat de slaapinrichting volgens de uitvoering ook kan aangebracht worden bij voertuigen, 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 vaartuigen of kleine ruimten die reeds voorzien zijn van een vaste slaapinrichting zodat extra slaapplaatsen gecreëerd worden. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm weergegeven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een perspektief weergeeft van een slaapinrichting volgens de uitvinding met deze slaapinrichting in neergelaten stand ; figuur 2 een zicht weergeeft volgens de pijl F2 in figuur   1 ;   figuur 3 een zicht gelijkaardig aan dat van figuur 2 weergeeft, doch met de slaapinrichting in weggeborgen stand. 



  De slaapinrichting volgens de uitvinding bestaat in hoofdzaak uit een   een-of   tweepersoonsbed 1 ; een hefmechanisme 2 waarmee het bed 1 op en neer kan verplaatst worden ; middelen 3 om het bed in neergelaten stand te ondersteunen ; en middelen 4 om het bed in de bovenste stand te vergrendelen. 



  Het bed 1 bestaat uit een bodemplaat 5 met een op deze bodemplaat geplaatste matras 6 waarop beddegoed zoals lakens, dekens en kussens kunnen aangebracht worden. 



  Het hefmechanisme 2 waarmee het bed op en neer kan verplaatst worden bestaat uit vier touwen   7 ;   zes katrollen   8 ;   en een stok 9. 



  De vier touwen 7 zijn ieder met een uiteinde aan een hoek van de bodemplaat 5 bevestigd, waarbij deze touwen 7 in 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 katrollen 8 worden geleid en aan hun andere uiteinde bevestigd zijn aan de stok 9. 



  De touwen 7 die bevestigd zijn aan de voorkant van het bed 1 waar de stok 9 zich bevindt, worden elk in één katrol 8 geleid. Daartegenover worden de touwen 7 die bevestigd zijn aan de achterkant van het bed 1 elk in twee katrollen 8 geleid. 



  De katrollen 8 zijn via verbindingselementen 10 aan het plafond 11 bevestigd op zodanige wijze dat de vertikale delen van de touwen 7 loodrecht naar beneden hangen, waarbij ieder verbindingselement 10, vooraan de slaapinrichting, twee katrollen bevat terwijl in ieder verbindingselement 10, achteraan de slaapinrichting, één katrol is aangebracht. 



  Het bed 1 rust in neergelaten stand, of slaapstand, van het hefmechanisme 2 op ondersteuningsmiddelen die in deze uitvoeringsvorm van de uitvinding worden gevormd door kasten 3. 



  In de bovenste stand van het hefmechanisme 2 wordt het bed vergrendeld doordat de stok 9 ingrijpt in twee vergrendelingshaken 4 die   halverwege   aan de onderkant van de bodemplaat 5 bevestigd zijn. 



  De lengte van de touwen 7 wordt zodanig aangepast dat deze strak opgespannen zijn wanneer de stok 9 in de vergrendelingshaken 4 ingrijpt. 



  Verschillende varianten van de uitvoeringsvorm van de slaapinrichting zoals hierboven beschreven en in de tekeningen weergegeven kunnen toegepast worden. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  Zo kan de bodemplaat 5 van het bed 1 vervangen worden door een lattenbodem met een aangepast frame zodat men comfortabeler kan slapen. 



  De middelen die het bed 1 ondersteunen in neergelaten stand van het hefmechanisme 2 kunnen in plaats van kasten 3 ook haakse elementen zijn die aan de zijwanden van een kleine ruimte, of aan de zijwanden van een voertuig of vaartuig bevestigd zijn. 



  De touwen 7 die het bed op en neer doen verplaatsen kunnen vanzelfsprekend gevormd worden door om het even welke andere middelen, zoals draden of riemen, waarbij vooral deze laatste zeer esthetisch zijn. 



  De middelen 4 die toelaten het bed te vergrendelen in bovenste stand van het hefmechanisme kunnen in het geval van een voertuig of vaartuig met bijkomende beveiligingen voorzien zijn om het ontgrendelen te voorkomen door schokken, trillen, optrekken of remmen. 



  Zo kunnen de haken 4 vervangen worden door ringen waarbij de stok 9 voorzien is van bijpassende haken die ingrijpen in de voornoemde ringen en die met beveiligingen tegen het ontgrendelen uitgevoerd zijn. 



  Volgens een bijkomende variante van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen kan het hefmechanisme voorzien zijn van een manueel of motorisch aangedreven takel wat vooral nuttig is bij een zwaardere uitvoeringsvorm van het bed daar de voornoemde takel de benodigde kracht voor het heffen van de slaapinrichting zal reduceren. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 Deze takel kan bevestigd worden aan de stok 9 waarbij de geleiding van de touwen, draden, of riemen 7 in de katrollen 8 behouden blijft. 



  Anderzijds kunnen de vier touwen, draden of riemen 7 die ieder met een uiteinde bevestigd worden aan een hoek van de bodemplaat 5 van het bed 1 met hun ander uiteinde gemeenschappelijk bevestigd worden aan de takel zonder gebruik te maken van de stok 9, waarbij in dit geval al dan niet bijkomende katrollen voor de geleiding van de voornoemde touwen, draden, of riemen 7 toegepast worden.

Claims (1)

1. Konklusies. l.-Slaapinrichting met een één- of tweepersoonsbed 1, daardoor gekenmerkt dat de slaapinrichting gevormd wordt door een bed 1 dat voorzien is van een hefmechanisme 2 ; middelen 3 om het bed 1 in slaapstand of neergelaten stand te ondersteunen en ; middelen 4 om het bed 1 in weggeborgen stand of bovenste stand te vergrendelen.

   2.-Slaapinrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat het een-of tweepersoonsbed 1 bestaat uit een bodemplaat 5 en een op deze bodemplaat geplaatste matras 6.

   3.-Slaapinrichting volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat de bodemplaat 5 gevormd wordt door een lattenbodem.

   4.-Slaapinrichting volgens konklusie. l, daardoor gekenmerkt dat het hefmechanisme 2 bestaat uit vier touwen, draden, of riemen 7 die ieder met een uiteinde bevestigd worden aan een hoek van de bodemplaat 5 ; zes katrollen 8 waarin de touwen, draden of riemen 7 geleid worden en ; een stok 9 waaraan het andere uiteinde van ieder touw, draad of riem 7 is bevestigd.

   5.-Slaapinrichting volgens konklusie 4, daardoor gekenmerkt dat de katrollen 8 via verbindingselementen 10 aan het plafond 11 zijn bevestigd waarbij ieder verbindingselement 10, vooraan de slaapinrichting, twee katrollen 8 bevat en er in ieder verbindingselement 10, achteraan de slaapinrichting, een katrol 8 is aangebracht. <Desc/Clms Page number 8> 6.-Slaapinrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de middelen 3 om het bed 1 te ondersteunen in slaapstand gevormd worden door kasten of dergelijke.

   7.-Slaapinrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de middelen 3 om het bed te ondersteunen in slaapstand haakse elementen.

   8.-Slaapinrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de middelen 4 om het bed in weggeborgen stand te vergrendelen gevormd worden door haken 4 die halverwege aan de onderkant van de bodemplaat 5 bevestigd zijn.

   9.-Slaapinrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de middelen 4 om het bed in weggeborgen stand te vergrendelen voorzien zijn van beveiligingen tegen het ontgrendelen.

   10.-Slaapinrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de middelen 4 om het bed in weggeborgen stand te vergrendelen bestaan uit aan de onderkant van de bodemplaat bevestigde ringen en aan de stok 9 bevestigde bijpassende haken die ingrijpen in de voornoemde ringen en die met beveiligingen tegen het ontgrendelen uitgevoerd zijn.

   11.-Slaapinrichting volgens konklusie 4, daardoor gekenmerkt dat een manueel of motorisch aangedreven takel aan de stok 9 bevestigd wordt.

   12.-Slaapinrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat het hefmechanisme 2 bestaat uit vier touwen, draden of riemen 7 die ieder met een uiteinde bevestigd worden aan een hoek van de bodemplaat 5 ; zes katrollen 8 <Desc/Clms Page number 9> waarin de touwen, draden of riemen 7 geleid worden ; en een takel waaraan ieder ander uiteinde van de voornoemde touwen, draden of riemen 7 bevestigd wordt.

   13.-Slaapinrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat het hefmechanisme 2 bestaat uit vier touwen, draden, of riemen 7 die ieder met een uiteinde bevestigd worden aan een hoek van de bodemplaat 5 en met hun ander uiteinde bevestigd worden aan een manueel of motorisch aangedreven takel.