BE1009584A5 - Verbeterde sleepketting. - Google Patents
Verbeterde sleepketting. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1009584A5 BE1009584A5 BE9500735A BE9500735A BE1009584A5 BE 1009584 A5 BE1009584 A5 BE 1009584A5 BE 9500735 A BE9500735 A BE 9500735A BE 9500735 A BE9500735 A BE 9500735A BE 1009584 A5 BE1009584 A5 BE 1009584A5
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- drag chain
- improved
- improved drag
- chain according
- seat
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B61—RAILWAYS
- B61B—RAILWAY SYSTEMS; EQUIPMENT THEREFOR NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B61B10/00—Power and free systems
- B61B10/04—Power and free systems with vehicles rolling trackless on the ground
- B61B10/043—Fraction elements
Abstract
Verbeterde sleepketting, bestaande uit schakels (2-6-8-8A) die door horizontale spillen (5) scharnierend met elkaar verbonden zijn, waaronder minstens één meeneemschakel (8) met een zitting (9) voor een sleeppen (10), daardoor gekenmerkt dat de zitting (9) een verbreed bodemvlak (19) vertoont.
Description
Verbeterde sleepketting.
Deze uitvinding heeft betrekking op een verbeterde sleepketting, bestaande uit schakels die door horizontale spillen scharnierend met elkaar verbonden zijn, meer speciaal een verbeterde sleepketting zoals deze toegepast wordt bij transportsystemen van het type waarbij wagentjes of dergelijke, voortbewogen worden via een aan zulke wagentjes voorziene sleeppen die aangrijpt in een meeneemschakel.
Om een dergelijke sleepketting aan te drijven, is het bekend om haar rond twee kettingwielen te leiden, waarvan één wordt aangedreven, één en ander zodanig dat het slappe deel van de sleepketting verder loopt daar waar het strakke deel ophoudt. Opdat het sleepeffekt uitgeoefend op de betreffende wagentjes ter plaatse van de aandrijfmiddelen niet zou worden onderbroken, wordt de sleeppen zijdelings verplaatst via een geleiding, zodanig dat zij automatisch van het strakke deel op het slappe deel overgaat. Een voorbeeld hiervan is beschreven in het US 3.389.662.
Om te beletten dat de sleeppen van zulk wagentje tussen de twee delen van de sleepketting geklemd raakt, dienen deze delen dicht naast elkaar te worden geïnstalleerd.
Ten einde te bekomen dat deze delen minder dicht naast elkaar dienen te worden gemonteerd, is het ook bekend om een steun tussen de twee delen aan te brengen, zodanig dat de sleeppen van het strakke deel op de steun glijdt en van deze steun op het slappe deel terecht komt.
De praktijk heeft uitgewezen dat de sleeppennen bij de bekende uitvoeringen regelmatig vastgeklemd raken, onder meer bij de voornoemde overgang van het strakke deel naar het slappe deel van de sleepketting, wat tot grote schade kan leiden.
De oorzaak hiervan berust hoofdzakelijk op het feit dat, door toleranties en door vervormingen die optreden door het gebruik van zulke sleepinrichting, de vrije afstanden tussen de naast elkaar gelegen gedeelten, hetzij tussen de twee delen van de sleepketting, hetzij tussen een deel van de sleepketting en de tussensteun, mettertijd wijzigt waardoor de sleeppennen tussen de kettingen en de steun vallen en ingeklemd raken. Ook op andere plaatsen kunnen zich gelijkaardige problemen van inklemming voordoen.
Het voornoemde nadeel doet zich vooral voor bij sleepket-tingen van het type dat bestaat uit zogenaamde buitenschakels die minstens bestaan uit twee rechtopstaande flanken, en binnenschakels, die een langwerpig lichaam vertonen dat tussen de uiteinden van de flanken van de aangrenzende buitenschakels past, waarbij de meeneemschakel gevormd wordt door zulke binnenschakel. Doordat het lichaam van de meeneemschakel hierbij smaller is dan de breedte van de sleepketting, moet de sleeppen bij haar zijdelingse verschuiving een relatief grote opening overbruggen, zodat reeds kleine afwijkingen ertoe leiden dat de sleeppen in de opening valt en geklemd raakt. Voorbeelden van een dergelijke verbeterde sleepketting zijn beschreven in het DE 1.775.740 en US 3.389.662.
Om aan het voornoemde nadeel een oplossing te bieden, zouden de sleeppennen dikker kunnen uitgevoerd worden. In de praktijk echter is dit uitgesloten, daar in de meeste geïndustrialiseerde landen de voorschriften in verband met de veiligheid niet toelaten dat de gleuf in de bodem, waartussen de sleeppen loopt, een bepaalde breedte overschrijdt.
Een andere oplossing zou in bepaalde gevallen erin kunnen bestaan dat de volledige sleepketting wordt verbreed, wat evenwel als nadeel heeft dat de volledige sleepinrichting wordt verzwaard, waardoor zwaardere aandrijvingen noodzakelijk zijn en het energieverbruik alsmede de kostprijs aanzienlijk hoger worden.
De uitvinding heeft als doel een oplossing te bieden aan het voornoemde nadeel, zonder dat de normalisatie een probleem stelt en zonder dat een aanzienlijke verzwaring van de sleepketting nodig is. Meer algemeen heeft zij tot doel om iedere vorm van inklemming bij een zijdelingse verplaatsing van een in een meeneemschakel ingrijpende sleeppen uit te sluiten.
De uitvinding beoogt hierbij vooral een oplossing die bedoeld is voor sleepkettingen van het voornoemde type, doch die evenzeer bij andere types sleepkettingen kan worden aangewend.
Hiertoe bestaat de uitvinding in een verbeterde sleepketting bestaande uit schakels die door horizontale spillen scharnierend met elkaar verbonden zijn, waaronder minstens één meeneemschakel met een zitting voor een sleeppen, waarbij de zitting een verbreed bodemvlak vertoont. Doordat het bodemvlak van de zitting verbreed is ten opzichte van het eigenlijke lichaam van de meeneemschakel, wordt de opening tussen de zijrand van het bodemvlak en het ernaast liggende gedeelte, hetzij het slappe deel van de sleepketting, hetzij de tussensteun, verkleind, waardoor, zelfs bij relatief grote vervormingen, deze opening steeds voldoende klein blijft om te verhinderen dat een sleeppen in de opening valt en ingeklemd raakt.
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het bodemvlak een breedte die gelijk is of nagenoeg gelijk is aan de volledige breedte van de sleepketting. Hierdoor wordt de voornoemde opening tot een minimum gereduceerd.
Het bodemvlak van de zitting wordt bij voorkeur verbreed door aan één of beide zijden van het lichaam van de meeneemschakel een plaatselijke verdikking aan te brengen. Door gebruik te maken van een plaatselijke verdikking, bekomt men geen of nauwelijks geen verzwaring van de meeneemschakel en kan de uitvinding eenvoudig worden verwezenlijkt door een aanpassing van de bestaande sleepkett ingen.
Volgens de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevinden de voornoemde verdikkingen zich op een afstand boven de onderzijde van de sleepketting, wat als voordeel heeft dat het wrijvingsoppervlak van de sleepketting op de onderliggende ondergrond, en bijgevolg de hieruit resulterende wrijving niet wordt vergroot.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een gedeelte van een bekende sleepketting weergeeft; figuur 2 schematisch weergeeft hoe de sleepketting uit figuur 1 kan worden aangedreven; figuur 3 een zicht weergeeft volgens pijl F3 in figuur 2; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 3; figuur 5 een gedeelte van een verbeterde sleepketting volgens de uitvinding weergeeft; figuren 6 en 7 zichten weergeven volgens de pijlen F6 en F7 in figuur 5; figuur 8 een doorsnede weergeeft volgens lijn VIII-VIII in figuur 6; figuur 9 een zicht weergeeft gelijkaardig aan dit van figuur 4, doch bij toepassing van een verbeterde sleepketting volgens de uitvinding.
In figuur 1 is een gedeelte van een bekende sleepketting 1 weergegeven, meer speciaal een sleepketting van het type dat bestaat uit zogenaamde buitenschakels 2 die minstens bestaan uit twee rechtopstaande flanken 3-4, en door middel van horizontale spillen 5 hieraan verbonden binnenschakels 6, die een langwerpig lichaam 7 vertonen dat tussen de uiteinden van de flanken 3-4 van de aangrenzende buitenschakels 2 past.
Op regelmatige afstanden is de sleepketting 1 voorzien van een binnenschakel die als meeneemschakel 8 is uitgevoerd. Het lichaam 7 hiervan vertoont een zitting 9 die, zoals zichtbaar in figuur 2, bedoeld is om een sleeppen 10 van een transportwagentje 11 of dergelijke te ontvangen, en die bestaat uit een uitsparing in de bovenzijde van het lichaam 7 .
Het is gebruikelijk (zie figuur 2) de sleepketting 1 aan te drijven door haar rond twee kettingwielen 12-13 te leiden, waarvan het kettingwiel 12 aangedreven is, één en ander zodanig dat het slappe deel 14 van de sleepketting 1 verder loopt daar waar het strakke deel 15 ophoudt. De sleeppen 10 wordt ter plaatse van de aandrijving zijdelings verplaatst via een geleiding 16, die zoals weergegeven in figuur 3 gevormd wordt door een in een vloerplaat 17 aangebrachte gleuf.
In figuur 4 wordt de sleeppen 10 vanaf de meeneemschakel 8 van het strakke deel 15 zijdelings op het slappe deel 14 gebracht, waarna een ingrijping met een andere meeneemschakel 8A plaats vindt. Om te verhinderen dat de sleeppen 10 geklemd raakt tussen de delen 14-15 is een tussensteun 18 aangebracht, zodat de sleeppen 10 van het strakke deel 15 over de tussensteun 18 op het slappe deel 14 schuift.
Zoals reeds uiteengezet hiervoor kan de afstand A door vervormingen, hetzij in de baan van de sleepketting, hetzij aan de tussensteun 18, na verloop van tijd groter worden, met als gevolg dat de sleeppen 10 ingeklemd raakt tussen de meeneemschakel 8 en de tussensteun 18, waardoor de sleepinrichting geblokkeerd raakt.
In de figuren 5 tot 9 is een verbeterde sleepketting volgens de uitvinding weergegeven waarbij het voornoemde nadeel uitgesloten is. In de hiernavolgende beschrijving van deze verbeterde sleepketting worden voor de gedeelten die overeenstemmen met de bestaande uitvoering van de figuren 1 tot 4 dezelfde verwijzingscijfers gehandhaafd.
Volgens de uitvinding bestaat de oplossing aan het gestelde probleem erin dat de zitting 9 met een verbreed bodemvlak 19 wordt uitgevoerd.
Het bodemvlak 19 vertoont bij voorkeur een breedte BI die gelijk is of nagenoeg gelijk is aan de breedte B2 van de sleepketting 1.
Het bodemvlak 19 is verbreed doordat aan de beide zijden 20-21 van het lichaam 7 een plaatselijke verdikking, respektievelijk 22-23, is voorzien. Deze verdikkingen bevinden zich op een afstand D boven de onderzijde 24 van de sleepketting 1, en strekken zich over de volledige of nagenoeg volledige lengte L van de zitting 9 uit.
Deze verdikkingen 22-23 kunnen doorlopend met verbredingen 25-26 worden uitgevoerd, die zich aan weerszijden van het meeneemvlak 27 van de voornoemde zitting 9 bevinden.
Zoals is weergegeven in figuur 8 kan het bodemvlak 19 zijdelings afhellen, wat als voordeel heeft dat een erop rustende sleeppen 10 gemakkelijker zijdelings kan weggeschoven worden. Het bodemvlak 19 kan bijvoorbeeld in dwarsdoorsnede een vlak middengedeelte 28 en twee zijdelings afhellende zijgedeelten 29-30 vertonen.
Het grote voordeel van de uitvinding kan eenvoudig uit een vergelijking tussen de figuren 4 en 9 worden afgeleid.
Het is hierbij duidelijk dat de voornoemde vrije ruimte A gereduceerd is tot een aanzienlijk kleinere vrije ruimte B waardoor, zelfs bij relatief grote vervormingen, de afstand B steeds kleiner zal blijven dan de diameter van de sleeppen 10, zodat de sleeppen 10 onmogelijk tussen de sleepketting 1 en de tussensteun 18 kan ingeklemd raken.
Uit figuur 9 is het eveneens duidelijk dat de afhellende zijgedeelten 29-30, en in dit geval in het bijzonder het zijgedeelte 29 de zijdelingse verplaatsing van de sleeppen 10 vergemakkelijkt.
Alhoewel de uitvinding hiervoor beschreven is aan de hand van een sleepketting die gevormd is uit zogenaamde binnenschakels en buitenschakels, is het duidelijk dat zij kan worden toegepast op elke sleepketting die met het in de inleiding geschetste probleem te maken heeft.
Het is duidelijk dat het bodemvlak 19 ook breder kan zijn dan de sleepketting 1.
Eveneens is het duidelijk dat de uitvinding ook betrekking heeft op sleepkettingen 1 waarbij het lichaam 7 van de meeneemschakel 8 slechts aan één zijde 20 of 21 verbreed is, hetzij met uitsluitend een verdikking 22, hetzij met uitsluitend een verdikking 23. Bovendien kan het bodemvlak 19 verschillende vormen vertonen, waarbij het zowel uit één als meer vlakke delen als gebogen delen kan bestaan. Het is niet uitgesloten dit eventueel trapvormig uit te voeren waarbij het middengedeelte 28 zich hoger bevindt dan de zijgedeelten 29-30.
Alhoewel hiervoor een voorbeeld wordt beschreven waarbij een tussensteun 18 wordt toegepast, is het ook duidelijk dat de uitvinding kan toegepast worden zonder dat een tussensteun 18 voorzien is.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke verbeterde sleepketting kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
Claims (8)
1. Verbeterde sleepketting, bestaande uit schakels (2-6-8-8A) die door horizontale spillen (5) scharnierend met elkaar verbonden zijn, waaronder minstens één meeneemschakel (8) met een zitting (9) voor een sleeppen (10), daardoor gekenmerkt dat de zitting (9) een verbreed bodemvlak (19) vertoont.
2. Verbeterde sleepketting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat het bodemvlak (19) een breedte (BI) vertoont die gelijk is of nagenoeg gelijk is aan de breedte (B2) van de sleepketting (1).
3. _ Verbeterde sleepketting volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de verbeterde sleepketting (1) van het type is dat bestaat uit zogenaamde buitenschakels (2) die minstens bestaan uit twee rechtopstaande flanken (3-4), en binnenschakels (6), die een langwerpig lichaam (7) vertonen dat tussen de uiteinden van de flanken (3-4) van de aangrenzende buitenschakels (2) past, waarbij de meeneemschakel (8) gevormd is door één van de binnenschakels (6).
4. Verbeterde sleepketting volgens konklusie 3, daardoor gekenmerkt dat het bodemvlak (19) verbreed is doordat aan één of beide zijden (20-21) van het lichaam (7) een plaatselijke verdikking (22-23) is voorzien.
5. Verbeterde sleepketting volgens konklusie 4, daardoor gekenmerkt dat de verdikkingen (22-23) zich op een afstand (D) boven de onderzijde (24) van de sleepketting (1) bevinden.
6. Verbeterde sleepketting volgens konklusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat de verdikkingen (22-23) doorlopend met verbredingen (25-26) zijn uitgevoerd, die zich aan weerszijden van het meeneemvlak (27) van de voornoemde zitting (9) bevinden.
7. Verbeterde sleepketting volgens één van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat het bodemvlak (19) zijdelings afhelt.
8. Verbeterde sleepketting volgens één van de konklusies 3 tot 6 en konklusie 7, daardoor gekenmerkt dat het bodemvlak (19) in dwarsdoorsnede een vlak middengedeelte (28) en twee naar weerszijden afhellende zijgedeelten (29-30) vertoont.
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9500735A BE1009584A5 (nl) | 1995-09-05 | 1995-09-05 | Verbeterde sleepketting. |
DE1996134210 DE19634210B4 (de) | 1995-09-05 | 1996-08-25 | Schleppkette |
NL1003888A NL1003888C2 (nl) | 1995-09-05 | 1996-08-27 | Verbeterde sleepketting. |
FR9610749A FR2738321A1 (fr) | 1995-09-05 | 1996-08-30 | Chaine de trainage perfectionnee |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9500735 | 1995-09-05 | ||
BE9500735A BE1009584A5 (nl) | 1995-09-05 | 1995-09-05 | Verbeterde sleepketting. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1009584A5 true BE1009584A5 (nl) | 1997-05-06 |
Family
ID=3889158
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE9500735A BE1009584A5 (nl) | 1995-09-05 | 1995-09-05 | Verbeterde sleepketting. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1009584A5 (nl) |
DE (1) | DE19634210B4 (nl) |
FR (1) | FR2738321A1 (nl) |
NL (1) | NL1003888C2 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN103953687B (zh) * | 2014-05-15 | 2015-09-16 | 中国工程物理研究院总体工程研究所 | 超重力场拖链支撑装置 |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2000726A1 (de) * | 1969-01-17 | 1970-07-30 | Webb Co Jervis B | Foerderkette |
DE2218567A1 (de) * | 1972-04-17 | 1973-12-06 | Fmc Corp | Unterflur-schleppfoerderer und zugehoerige endlose kette |
US3878793A (en) * | 1972-04-13 | 1975-04-22 | King Ltd Geo W | Floor conveyors |
DE2539559A1 (de) * | 1975-09-05 | 1977-03-10 | Eisenmann Kg Manschinenbau Ges | Schleppkette fuer unterflur- schleppkettenfoerderer |
EP0513912A1 (en) * | 1991-05-17 | 1992-11-19 | Elektriciteit voor Goederenbehandeling Marine en Industrie, in het verkort EGEMIN, naamloze vennootschap | Tow chain |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3389662A (en) * | 1964-10-23 | 1968-06-25 | Si Handling Systems | Low profile conveyor |
DE1775740A1 (de) * | 1968-09-18 | 1972-03-02 | Fromme Foerderanlagen Gmbh | Schleppkette fuer Unterflur-Foerderanlagen |
DE2123237C3 (de) * | 1971-05-11 | 1974-11-07 | Eisenmann Kg, Maschinenbau-Gesellschaft, 7030 Boeblingen | Kette für Förderanlagen |
DE2212919C3 (de) * | 1972-03-17 | 1975-02-06 | Mannesmann Ag, 4000 Duesseldorf | Unterflur-Schleppkette für einrastbare Mitnehmerzapfen |
US4086855A (en) * | 1976-04-05 | 1978-05-02 | Si Handling Systems, Inc. | Shallow conveyor system |
DE2856302A1 (de) * | 1978-12-27 | 1980-07-03 | Schenck Ag Carl | Antriebsverfahren fuer einen lastlaufwagen in einer schleppkreisfoerderanlage und lastlaufwagen |
GB2133756A (en) * | 1983-01-21 | 1984-08-01 | Anchor Conveyors Inc | Pusher dog lifter for power and free conveyor systems |
-
1995
- 1995-09-05 BE BE9500735A patent/BE1009584A5/nl active
-
1996
- 1996-08-25 DE DE1996134210 patent/DE19634210B4/de not_active Expired - Lifetime
- 1996-08-27 NL NL1003888A patent/NL1003888C2/nl not_active IP Right Cessation
- 1996-08-30 FR FR9610749A patent/FR2738321A1/fr active Pending
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2000726A1 (de) * | 1969-01-17 | 1970-07-30 | Webb Co Jervis B | Foerderkette |
US3878793A (en) * | 1972-04-13 | 1975-04-22 | King Ltd Geo W | Floor conveyors |
DE2218567A1 (de) * | 1972-04-17 | 1973-12-06 | Fmc Corp | Unterflur-schleppfoerderer und zugehoerige endlose kette |
DE2539559A1 (de) * | 1975-09-05 | 1977-03-10 | Eisenmann Kg Manschinenbau Ges | Schleppkette fuer unterflur- schleppkettenfoerderer |
EP0513912A1 (en) * | 1991-05-17 | 1992-11-19 | Elektriciteit voor Goederenbehandeling Marine en Industrie, in het verkort EGEMIN, naamloze vennootschap | Tow chain |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR2738321A1 (fr) | 1997-03-07 |
DE19634210A1 (de) | 1997-03-06 |
NL1003888A1 (nl) | 1997-03-06 |
NL1003888C2 (nl) | 1997-06-06 |
DE19634210B4 (de) | 2005-09-01 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA2072686C (en) | Sideflexing conveyor chain including low centerline hinge pin | |
CA1312035C (en) | Article carrying chain having free tab | |
US4358010A (en) | Conveyor | |
US5996776A (en) | Plastic module for a conveyor mat | |
US5096050A (en) | Low backline pressure chain | |
DE59604761D1 (de) | Stauförderer mit mindestens einem endlos umlaufenden Fördermittel | |
NL1010042C2 (nl) | Transportmat, alsmede transportinrichting. | |
US3627109A (en) | Conveyor construction | |
US6672451B1 (en) | Conveyor belt system | |
NL1031219C2 (nl) | Transportsysteem. | |
NL2002344C2 (en) | Conveyor chain module, conveyor chain, conveyor and conveyor system. | |
BE1009584A5 (nl) | Verbeterde sleepketting. | |
US5199551A (en) | Bend segment for a chain conveyor | |
NL1031547C2 (nl) | Systeem van insluitende zijwanden voor de band van een transporteur. | |
CA2103231A1 (en) | Conveyor mat built up of synthetic modules and modules for such conveyor mat | |
DE69827554D1 (de) | Vorrichtung zur Beabstandung und Übergabe von Produkten, die kontinuierlich mit drei Ketten arbeitet | |
US3973669A (en) | Endless cable conveyor with molded lugs | |
US5797820A (en) | Slat band chain and sprocket | |
EP0858961B1 (de) | Förderbahn für Keilripperiemen für Stückgut, insbesondere für Gepäck-Behälter | |
BE1004818A3 (nl) | Sleepketting. | |
US5685414A (en) | Zero back-pressure conveyor system | |
NL9401477A (nl) | Ketting voor een kettingtransporteur. | |
NL1002390C2 (nl) | Uit kunststof modules opgebouwde transportmat en modules voor een dergelijke transportmat. | |
NL8105009A (nl) | Ondersteuningsrail voor een sleepkettingaandrijving. | |
NL9301355A (nl) | Uit kunststof modules opgebouwde transportmat en modules voor een dergelijke transportmat. |