<Desc/Clms Page number 1>
"Machine voor het afstrijken van gestort beton"
Deze uitvinding heeft betrekking op een machine voor het afstrijken van gestort beton samengesteld uit frameonderdelen die de elementen voor het afstrijken van het beton en de besturingsorganen hiervan dragen.
Bij het aanleggen van monolitische betonvloeren wordt het betonoppervlak meestal handmatig met trilbalken of aftrekregels afgestreken. Als het grotere oppervlaktes betreft kan men reeds het betonoppervlak afstrijken met behulp van machines die voorzien zijn van trilbalken en bijhorende apparatuur.
Om telkens een zo groot mogelijk oppervlak af te kunnen strijken, zijn deze machines voorzien van een telescopische arm waaraan de afstrijkmiddelen zijn aangebracht. Dit werd gedaan om steeds een zo groot mogelijke afstand te kunnen afstrijken. Deze machines worden steeds opgesteld buiten het gestort beton en werken vanuit een stilstaande positie.
Voorbeelden van dergelijke machines vindt men terug in het Amerikaans octrooi nr. 4, 655, 633 en het Europees octrooi nr. 0 376 692.
Wanneer, zoals heel gebruikelijk is, deze betonvloeren worden aangebracht in loodsen, fabriekshallen en dergelijke, wordt het werken met deze machines ernstig bemoeilijkt door de aanwezigheid van hindernissen zoals daar bijvoorbeeld zijn : zuilen, hoogliggende rioleringen, te lage plafonds, te kleine doorgangen, en dergelijke (gezien het hier gaat om
<Desc/Clms Page number 2>
zware en logge machines welke zijn te vergelijken met een graafmachine op banden). Gezien er dient afgestreken te worden vanuit een vaste en ten opzichte van de bedding gestabiliseerde positie buiten het beton wordt het werken rondom deze hindernissen ernstig bemoeilijkt. De flexibiliteit van dergelijke zware machines is dan uiterst gering zoniet cnbestaande.
De uitvinding heeft dan ook tot doel een machine voor te schrijven die door haar origineel concept en haar grote compactheid in haar geheel het mogelijk maakt het afstrijken van betonvloeroppervlakken onder alle omstandigheden, rekening houdend met hogerbedoelde hindernissen, op een zeer flexibele wijze uit te voeren.
Om dit conform de uitvinding te verwezenlijken, zijn bedoelde frameonderdelen op wielen gemonteerd waartoe het gewicht van de machine tot het uiterste minimum is herleid om al rijdend doorheen het gestorte beton het afstrijken van dit beton mogelijk te maken zonder beschadiging te veroorzaken aan de bedding of het gestort beton.
Steeds volgens de uitvinding zijn bedoelde frameonderdelen met wielen uitgerust waarvan minstens een deel aandrijfwielen zijn, welke wielen zijn uitgedacht om in het verse en nog af te strijken beton te rijden zonder enige spoorvorming te veroorzaken.
In een bij voorkeur toegepaste verwezenlijkingsvorm zijn hogerbedoelde wielen uitgerust met een maximum bandbreedte van nagenoeg 15
EMI2.1
cm.
Om het gestelde doel, namelijk het licht gewicht en de flexibiliteit van de machine te bereiken, bestaat de machine volgens de uitvinding uit twee volgens een verticale as onder elkaar scharnierend
<Desc/Clms Page number 3>
verbonden frameonderdelen, waarvan het eerste frameonderdeel de elementen voor het afstrijken van het beton draagt, terwijl het tweede frameonderdeel de besturingsorganen van de machine bevat, waarbij verder elk frameonderdeel met wielen is uitgerust.
Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een machine voor het afstrijken van gestort beton volgens de uitvinding.
Deze beschrijving wordt uitsluitend gegeven bij wijze van voorbeeld en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.
Figuur 1 is een schematisch gehouden zijaanzicht van de machine volgens de uitvinding.
Figuur 2 is een schematisch gehouden bovenaanzicht van de machine in een stand waarin beide frameonderdelen en de met het eerste frameonderdeel verbonden giek volgens eenzelfde hartlijn zijn gericht.
Figuren 3 en 4 zijn, op een kleinere schaal, twee schematische voorstellingen van verschillende opstellingen van de giek ten opzichte van het eerste frameonderdeel en van de met de giek verbonden draagbalk met afstrijkeenheid.
Figuur 5 is, op een grotere schaal, een schematisch gehouden zijaanzicht van het eerste frameonderdeel en van de daarop gemonteerde draag-en dwarsbalken.
Figuur 6 is een schematisch gehouden vooraanzicht van de draagbalk met de daaraan gemonteerde afstrijkeenheid.
Figuur 7 is een zicht analoog aan deze volgens figuur 6, maar met betrekking tot een variante.
Figuren 8 en 9 zijn, op een kleinere schaal, twee schematische voorstellingen van de machine
<Desc/Clms Page number 4>
zoals voorgesteld door figuren 3 en 4, maar met betrekking tot een variante.
De machine door deze figuren voorgesteld, bestaat in de hier bij wijze van voorbeeld beschreven uitvoeringsvorm uit een eerste frameonderdeel 1 en een tweede frameonderdeel 2 die op elkaar scharnierend zijn verbonden ter hoogte van de verticale scharnieras 3.
Het eerste frameonderdeel 1 draagt de nodige apparatuur voor het afstrijken van het gestorte beton terwijl het tweede frameonderdeel is uitgerust met de verschillende mechanische en hydraulische besturingsorganen van de machine.
Zeer kenmerkend voor de uitvinding is de aanwezigheid van telkens twee smalle wielen 4 zowel op het eerste als op het tweede frameonderdeel. De diameter van de wielen 4 en de dikte van de banden 5 die deze wielen uitrusten zijn derwijze berekend dat de machine zonder problemen door het gestorte beton kan worden verreden. Met de woorden "zonder problemen" wordt bedoeld dat slechts een onbeduidende spoorvorming in het beton ontstaat en dat deze trouwens door het afstrijken van het beton volledig gelijk wordt gemaakt. Met de uitdrukking "smalle wielen" worden al dan niet met banden uitgeruste wielen met een spoorbreedte van maximum nagenoeg 15 cm bedoeld.
De aanwezigheid van wielen op een machine voor het afstrijken van gestort beton is zeer kenmerkend voor de wijze waarop de machine onder alle mogelijke hoeken en onder de meest denkbare omstandigheden voor het afstrijken van beton kan worden ingezet.
Uit testen is gebleken dat in vers gestort beton wielen die aan de zopas omschreven definitie beantwoorden sporen in het beton vormen die
<Desc/Clms Page number 5>
uit zichzelf of in elk geval bij het afstrijken volledig verdwijnen. Dit is te danken aan de compacte en lichte structuur van de machine.
Het besturen van de machine geschiedt op een technisch zeer betrouwbare wijze door het monteren van een hydraulische cilinder 6 tussen het eerste frameonderdeel 1 en het tweede frameonderdeel 2.
Deze hydraulische cilinder met scharnierpunt 7 op het eerste frameonderdeel en 8 op het tweede frameonderdeel wordt met een puntstreeplijn in de figuren l, 3 en 4 duidelijk gemaakt. Door gebruik te maken van een hydraulische cilinder 6 wordt een eenvoudige en lichte besturing van de machine mogelijk gemaakt en kunnen dus het eerste frameonderdeel 1 en het tweede frameonderdeel 2 onder zeer uiteenlopende hoeken ten opzichte van elkaar worden ingesteld. Dit wordt duidelijk gemaakt ondermeer door de figuren 3 en 4.
Op het eerste frameonderdeel is met mogelijkheid tot verdraaiing een giek 9 gemonteerd. De giek 9 wordt ten opzichte van het eerste frameonderdeel gemonteerd onder tussenkomst van een draaikrans 10. Ook hier wordt gebruik gemaakt van een hydraulische cilinder. Deze cilinder 11 heeft zijn eerste scharnierpunt 12 op de draaikrans 10 en een tweede scharnierpunt 13 op het eerste frameonderdeel. Deze tweede hydraulische cilinder 11 maakt het mogelijk de giek ten opzichte van het frameonderdeel onder zeer uiteenlopende hoeken ten opzichte van elkaar in te stellen. Ook dit wordt zeer duidelijk geïllustreerd door de figuren 3 en 4.
De giek 9 die dus zelf ten opzichte van het eerste frameonderdeel in het horizontaal vlak kan worden verdraaid, is, ongeveer ter hoogte van het vrije uiteinde daarvan, voorzien van een tweede draaikrans, in de figuren 2,3 en 4 met de verwijzing 13
<Desc/Clms Page number 6>
verduidelijkt.
Aan deze draaikrans 13 is de dwarsbalk 14 bevestigd. Aan deze dwarsbalk 14 is de draagbalk 24 bevestigd en wel onder tussenkomst van een aantal onderdelen die verder in detail zullen worden beschreven. Het verdraaien van de dwarsbalk 14 ten opzichte van de giek 9 wordt hier bewerkstelligd door een hydraulische cilinder 15, met een eerste scharnierpunt 16 op de dwarsbalk en een tweede scharnierpunt 17 op de draaikrans 13.
Het is eveneens mogelijk de dwarsbalk zijdelings weg te schuiven door middel van een geleider 32 waarin de dwarsbalk ten opzichte van de giek zijdelings naar links of naar rechts kan verschuiven.
Deze beweging wordt bewerkstelligd door een hydraulische cilinder 31 die aan één einde bevestigd is aan de geleider 32 en een tweede einde wordt bevestigd aan de dwarsbalk 14. Deze hydraulische cilinder 31 wordt op figuren 7,8 en 9 voorgesteld door een puntstreeplijn. De mogelijke bewegingen worden op figuren 7,8 en 9 voorgesteld. Deze geleider 32 kan desgevallend de draaikrans 13 vervangen.
Hieruit blijkt dat met technisch betrouwbare middelen de giek 9 ten opzichte van het eerste frameonderdeel 1 en de dwarsbalk 14 ten opzichte van de giek 9 kunnen worden verdraaid. Dit wordt trouwens duidelijk gemaakt door de figuren 3 en 4 die de machine volgens de uitvinding in bovenaanzicht schematisch voorstellen.
Op de dwarsbalk 14 is telkens bij het uiteinde hiervan een holle zuil 18 gemonteerd. Deze holle zuilen dienen om buizen in te geleiden in opwaartse en neerwaartse zin. Voor deze beweging worden evenwijdig met deze buizen hydraulische cilinders 20 gemonteerd, enerzijds aan de buizen en, anderzijds, aan
<Desc/Clms Page number 7>
de dwarsbalk. De sensoren 21 reageren zoals bekend op een laserbaken dat in de figuren niet werd voorgesteld.
Aan de buizen 19 is met een kniegewricht 23 de draagbalk 24 opgehangen. Aan deze draagbalk 24 is een schraper 25 bevestigd. Eveneens is aan de draagbalk een wals 26 bevestigd waarvan de draairichting tegenovergesteld is met de richting waarin zich de machine verplaatst. Tenslotte dient de draagbalk 24 eveneens als ophangingspunt van een trilbalk 27 die door trilmotor 28 aangedreven wordt.
Kleine hydraulische cilinders 29 zijn scharnierend verbonden, enerzijds met de draagbalk 24 en, anderzijds, met een arm 30 onderaan de buizen 19 bevestigd. De bedoeling is de horizontaliteit van de draagbalk te kunnen wijzigen en dus aan te passen aan plaatselijke of momentele behoeftes.
Uit de zopas gegeven beschrijving van de machine volgens de uitvinding blijkt dus duidelijk dat deze een tot nog toe nooit bereikte flexibiliteit bij het afstrijken van gestort beton vertoont. Het is verder ook mogelijk dankzij het gebruik van wielen met de geschikte diameter en banddikte doorheen het gestorte beton de machine te verplaatsen zonder dat dit enig probleem geeft bij het nadien afstrijken van het beton.
De machine vertoont, zoals uit de beschrijving en de daaraan toegevoegde figuren blijkt, een zeer compacte en lichte structuur. De noodzakelijke middelen voor het afstrijken van het beton kunnen, zoals uit deze figuren blijkt, onder zeer uiteenlopende hoeken worden ingesteld en gebruikt.
Doordat in de machine volgens de uitvinding, dankzij het concept hiervan, volledig kan worden afgezien van de tot nog toe gebruikelijke zware telescopische arm, het contragewicht hiervan en de
<Desc/Clms Page number 8>
steunorganen van een dergelijke machine, is thans een machine ontwikkeld met een uiterst gereduceerd gewicht.
Hierdoor kan dus ook de machine op wielen worden gemonteerd die bij het rijden door het beton geen of althans eenvoudig af te strijken sporen achterlaten.
<Desc / Clms Page number 1>
"Machine for smoothing poured concrete"
This invention relates to a poured concrete smoothing machine composed of frame members carrying the concrete smoothing elements and their controls.
When installing monolithic concrete floors, the concrete surface is usually leveled manually with vibrating beams or deduction lines. If it concerns larger areas, the concrete surface can already be wiped off using machines equipped with vibrating beams and associated equipment.
In order to be able to strike off as large a surface as possible, these machines are equipped with a telescopic arm to which the scrapers are arranged. This was done in order to cover the greatest possible distance. These machines are always installed outside the poured concrete and work from a stationary position.
Examples of such machines can be found in U.S. Patent No. 4, 655, 633 and European Patent No. 0 376 692.
When, as is very common, these concrete floors are installed in sheds, factory halls and the like, working with these machines is seriously hampered by the presence of obstacles such as, for example: columns, high-level sewers, ceilings that are too small, and passageways that are too small, and such (given that this is about
<Desc / Clms Page number 2>
heavy and bulky machines which are comparable to a wheel excavator). Considering that it is necessary to level from a fixed position that is stabilized with respect to the bed outside the concrete, working around these obstacles is seriously hampered. The flexibility of such heavy machines is then extremely small if not existing.
The object of the invention is therefore to prescribe a machine which, due to its original concept and its great compactness as a whole, makes it possible to carry out the smoothing of concrete floor surfaces in all circumstances, taking into account the obstacles referred to above, in a very flexible manner.
To achieve this in accordance with the invention, said frame parts have been mounted on wheels, to which the weight of the machine has been reduced to an absolute minimum to allow the concrete to be stripped while driving through the poured concrete without causing damage to the bed or the Poured concrete.
Always according to the invention, said frame parts are provided with wheels, at least a part of which are driving wheels, which wheels are designed to drive in the fresh and yet to be coated concrete without causing any rutting.
In a preferred embodiment, the above-mentioned wheels are equipped with a maximum tire width of almost 15
EMI2.1
cm.
In order to achieve the stated objective, namely the light weight and the flexibility of the machine, the machine according to the invention consists of two hinged on a vertical axis
<Desc / Clms Page number 3>
connected frame parts, the first frame part of which carries the concrete scraper elements, while the second frame part contains the control elements of the machine, each frame part further comprising wheels.
Other details and advantages of the invention will become apparent from the following description of a poured concrete smoothing machine according to the invention.
This description is given by way of example only and does not limit the invention. The reference numbers refer to the attached figures.
Figure 1 is a schematic side view of the machine according to the invention.
Figure 2 is a schematic plan view of the machine in a position in which both frame members and the boom connected to the first frame member are aligned along the same axis.
Figures 3 and 4 are, on a smaller scale, two schematic representations of different arrangements of the boom relative to the first frame member and of the jib connected to the boom with scraper unit.
Figure 5 is, on a larger scale, a schematic side view of the first frame member and of the support and cross members mounted thereon.
Figure 6 is a schematic front view of the joist with the scraper unit mounted thereon.
Figure 7 is a view analogous to that of Figure 6, but with reference to a variant.
Figures 8 and 9 are, on a smaller scale, two schematic representations of the machine
<Desc / Clms Page number 4>
as represented by Figures 3 and 4, but with respect to a variant.
In the embodiment described here by way of example, the machine represented by these figures consists of a first frame part 1 and a second frame part 2 which are hinged together at the height of the vertical hinge axis 3.
The first frame part 1 carries the necessary equipment for smoothing the poured concrete, while the second frame part is equipped with the various mechanical and hydraulic controls of the machine.
Very characteristic of the invention is the presence of two narrow wheels 4 each on both the first and the second frame part. The diameter of the wheels 4 and the thickness of the tires 5 which equip these wheels have been calculated in such a way that the machine can be driven without problems through the poured concrete. By the words "without problems" is meant that only insignificant rutting forms in the concrete and, moreover, that it is completely leveled by smoothing the concrete. The expression "narrow wheels" means wheels, whether or not fitted with tires, with a track width of approximately 15 cm.
The presence of wheels on a poured concrete smoothing machine is very characteristic of the way in which the machine can be used at all possible angles and under the most conceivable conditions for smoothing concrete.
Tests have shown that in freshly poured concrete, wheels that meet the definition just defined form traces in the concrete
<Desc / Clms Page number 5>
disappear completely by themselves or at least upon expiration. This is due to the compact and light structure of the machine.
The machine is controlled in a technically very reliable manner by mounting a hydraulic cylinder 6 between the first frame part 1 and the second frame part 2.
This hydraulic cylinder with pivot point 7 on the first frame part and 8 on the second frame part is shown with a dashed line in Figures 1, 3 and 4. By using a hydraulic cylinder 6 a simple and light control of the machine is made possible and the first frame part 1 and the second frame part 2 can thus be adjusted at very different angles to each other. This is made clear, inter alia, by Figures 3 and 4.
A boom 9 is mounted on the first frame part with the possibility of twisting. The boom 9 is mounted with respect to the first frame part by means of a slewing ring 10. Here too, a hydraulic cylinder is used. This cylinder 11 has its first hinge point 12 on the slewing ring 10 and a second hinge point 13 on the first frame part. This second hydraulic cylinder 11 makes it possible to adjust the boom with respect to the frame part at very different angles to each other. This is also very clearly illustrated by Figures 3 and 4.
The boom 9, which itself can thus be rotated relative to the first frame part in the horizontal plane, is provided, approximately at the level of the free end thereof, with a second slewing ring, in Figures 2,3 and 4 with reference 13
<Desc / Clms Page number 6>
clarified.
The cross beam 14 is attached to this slewing ring 13. The supporting beam 24 is attached to this cross beam 14, through a number of parts which will be described in further detail. The rotation of the cross beam 14 relative to the boom 9 is here effected by a hydraulic cylinder 15, with a first hinge point 16 on the cross beam and a second hinge point 17 on the slewing ring 13.
It is also possible to slide the crossbar sideways by means of a guide 32 in which the crossbar can slide sideways to the left or right relative to the boom.
This movement is accomplished by a hydraulic cylinder 31 which is attached at one end to the guide 32 and a second end is attached to the cross beam 14. This hydraulic cylinder 31 is represented by a dashed line in Figures 7,8 and 9. The possible movements are shown in figures 7,8 and 9. If necessary, this guide 32 can replace the slewing ring 13.
This shows that the boom 9 can be rotated relative to the first frame part 1 and the cross beam 14 relative to the boom 9 with technically reliable means. This is moreover made clear by Figures 3 and 4 which schematically represent the machine according to the invention in top view.
A hollow column 18 is mounted on the cross beam 14 at each end thereof. These hollow columns serve to guide pipes in an upward and downward direction. For this movement, hydraulic cylinders 20 are mounted parallel to these pipes, on the one hand on the pipes and, on the other, on
<Desc / Clms Page number 7>
the crossbar. As is known, the sensors 21 respond to a laser beacon not shown in the figures.
The supporting beam 24 is suspended from the tubes 19 with a knee joint 23. A scraper 25 is attached to this carrier beam 24. Also attached to the draw beam is a roller 26 whose direction of rotation is opposite to the direction in which the machine moves. Finally, the supporting beam 24 also serves as a suspension point of a vibrating beam 27 which is driven by vibrating motor 28.
Small hydraulic cylinders 29 are hingedly connected, on the one hand to the draw beam 24 and, on the other hand, to an arm 30 attached to the bottom of the tubes 19. The aim is to be able to change the horizontality of the drawbeam and thus adapt it to local or current needs.
It is therefore clear from the recent description of the machine according to the invention that it exhibits a hitherto unrivaled flexibility in the pouring of poured concrete. It is also possible, thanks to the use of wheels of the appropriate diameter and tire thickness, to move the machine through the poured concrete without this causing any problem during subsequent stripping of the concrete.
As appears from the description and the accompanying figures, the machine has a very compact and light structure. The necessary means for smoothing the concrete, as can be seen from these figures, can be adjusted and used at very different angles.
Because in the machine according to the invention, thanks to its concept, it is possible to completely dispense with the hitherto usual heavy telescopic arm, its counterweight and the
<Desc / Clms Page number 8>
supporting members of such a machine, a machine has now been developed with an extremely reduced weight.
This means that the machine can also be mounted on wheels that leave no or at least easy to scrape off when driving through the concrete.