<Desc/Clms Page number 1>
Inrichting voor het afronden van borstelvezels. Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het afronden van borstelvezels.
Het is bekend dat bij de fabrikage van borstels, nadat de borstelvezels in de borstellichamen zijn ingeplant, de vrije uiteinden van de borstelvezels worden gelijk geschoren of worden afgefreesd om de ongelijkheden die ontstaan bij het inplanten weg te werken. Het is ook bekend dat bepaalde types van borstelvezels hierdoor scherpe randen verkrijgen aan hun uiteinden, wat in bepaalde toepassingen dient vermeden te worden. Ten einde deze scherpe randen weg te nemen, worden de uiteinden van de borstelvezels afgerond door ze in kontakt te brengen met een slijpelement of dergelijke, bijvoorbeeld zoals beschreven in de Europese oktrooiaanvrage nr 0. 019. 944 van huidige aanvraagster.
De uitvinding heeft tot doel een inrichting te bieden waarmee het bekende afrondproces kan worden geoptimaliseerd.
Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting voor het afronden van borstelvezels, van het type dat bestaat uit een afrondelement dat bedoeld is tegen de uiteinden van de borstelvezels te worden gebracht en minstens een aandrijfelement om het afrondelement ten opzichte van de borstelvezels te bewegen, daardoor gekenmerkt dat tussen het aandrijfelement en het afrondelement een planetaire overbrenging is aangebracht die, enerzijds, het afrondelement in een kring rondverplaatst en, anderzijds, het afrondelement qua hoekverdraaiing op zieh stil of nagenoeg stil houdt.
<Desc/Clms Page number 2>
Door gebruik te maken van een planetaire overbrenging die de voornoemde specifikaties vertoont, wordt bekomen dat ieder punt van het afrondelement een nagenoeg identieke, en volgens de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm volledig identieke baan beschrijft, waardoor de uiteinden van alle borstelvezels aan precies dezelfde slijpbeweging worden onderworpen, en wordt tevens bekomen dat dit met een zeer kompakte konstruktie kan worden gerealiseerd.
Volgens de voorkeurdragende uitvoeringsvorm van deze inrichting vertoont de planetaire overbrenging een als planeetdrager funktionerend element dat door middel van het aandrijfelement wordt aangedreven, terwijl het afrondelement als planeet aan het voornoemd element is aangebracht.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch de werkwijze volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 in doorsnede een inrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn III-III in figuur 2 ; figuur 4 een gelijkaardige doorsnede weergeeft als deze van figuur 3, voor een uitvoeringsvariante ; figuur 5 nog een inrichting volgens de uitvinding weergeeft ;
figuur 6 een doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur 5.
<Desc/Clms Page number 3>
Zoals schematisch in figuur 1 is weergegeven, heeft de uitvinding betrekking op een inrichting 1 voor het afronden van de uiteinden 2 van de borstelvezels 3 van een borstel 4. Zoals weergegeven betreft het een inrichting van het type dat bestaat uit een afrondelement 5 dat bedoeld is om tegen de uiteinden 2 van de borstelvezels 3 te worden gebracht en minstens een aandrijfelement 6, zoals een elektrische motor, om het afrondelement 5 ten opzichte van de borstelvezels 3 te bewegen.
Zulk afrondelement 5 bestaat doorgaans uit een schijf, met een slijpvlak 7. Het slijpvlak 7 kan van verschillende aard zijn. Zo bijvoorbeeld kan dit gevormd zijn doordat de bovenzijde van het afrondelement 5 bekleed is met een laag uit een schurend materiaal, zoals diamantgruis en dergelijke. Volgens een variante kan het slijpvlak 7 ook gevormd zijn doordat de bovenzijde van het afrondelement 5 geprofileerd is, bijvoorbeeld gekarteld of getand is, waarbij dit gekartelde of getande oppervlak tevens gehard is, of nog doordat de bovenzijde gezandstraald is.
Het bijzondere van de uitvinding bestaat erin dat tussen het aandrijfelement 6 en het afrondelement 5 een planetaire overbrenging 8 is aangebracht die, enerzijds, het afrondelement 5 in een bij voorkeur cirkelvormige kring A rondverplaatst en, anderzijds, het afrondelement 5 qua hoekverdraaiing nagenoeg stil houdt en bij voorkeur volledig stil houdt.
De hierbij verkregen beweging is in figuur 1 verduidelijkt door het afrondelement 5 in verschillende posities weer te geven, waarbij dit afrondelement 5, ten einde de verschillende posities te kunnen herkennen, is afgebeeld in de vorm van een veelhoek, waarbij in een zijde een uitsparing is
<Desc/Clms Page number 4>
voorzien. Het is echter duidelijk dat zulk afrondelement 5 in wezen uit een schijf van eender welke vorm kan bestaan.
Zoals vernoemd in de inleiding wordt door de inrichting 1 van de uitvinding bekomen dat ieder punt van het afrondelement 5 een identieke baan B beschrijft, waarvan de vorm bovendien overeenstemt met de vorm van de kring A, dit alles met een konstruktieve opstelling die relatief weinig plaats vergt.
Teneinde de voornoemde bewegingen B te bekomen kan de planetaire overbrenging 8, welke in figuur 1 louter zeer schematisch is voorgesteld, in de praktijk op verschillende wijzen worden samengesteld. Dit wordt verduidelijkt aan de hand van de hierna beschreven praktische uitvoeringsvormen.
Figuur 2 geeft een opstelling weer waarbij het afrondelement 5 zieh in het horizontaal vlak uitstrekt. De borstel 4 wordt hierbij boven het afrondelement 5 vastgehouden in een borstelhouder 9 die hiertoe voorzien is van de nodige klemmen 10.
De planetaire overbrenging 8 is voorzien van een als planeetdrager funktionerend element 11 dat door middel van het aandrijfelement 6 wordt aangedreven, terwijl het afrondelement 5 als planeet aan het element 11 is aangebracht.
Volgens de realisatie van figuur 2 bestaat het element 11 uit een cilindrische kop die draaibaar is rond een vertikale draaias 12. Meer speciaal is het element 11 aangebracht op een in een frame 13 gelagerde holle as 14, die via een riemkoppeling 15 roterend door het aandrijfelement 6 wordt aangedreven.
<Desc/Clms Page number 5>
Het afrondelement 5 is vast gemonteerd op het uiteinde van een as 16 die excentrisch in het element 11 gelagerd is.
De uitvoering van figuur 2 maakt gebruik van een planetaire overbrenging 8 met een vaststaand zonnewiel 17. Dit zonnewiel 17 is hiertoe gemonteerd op een doorheen de holle as 14 reikende spil 18 die haar onderste uiteinde tegen verdraaiing is vergrendeld, bijvoorbeeld door middel van een vergrendelingspen 19 die in het frame 13 aangrijpt.
Om te bekomen dat het afrondelement 5 een beweging zoals weergegeven in figuur 1 uitvoert, is de as 16 met het zonnewiel 17 gekoppeld door middel van een overbrenging 20, die een aan de kringvormige beweging A tegengestelde verdraaiing in de as 16 veroorzaakt en die een totale overbrengingsverhouding heeft van 1/1.
Volgens figuur 2 bestaat de overbrenging 20 uit een tandwieloverbrenging. Het zonnewiel 17 bestaat hierbij uit een tandwiel dat via een tussentandwiel 21, dat draaibaar is door middel van een in het element 11 aangebrachte as 22, gekoppeld is met een vast op de as 16 gemonteerd tandwiel 23.
Het is duidelijk dat ook meerdere tussentandwielen kunnen worden aangebracht, waarbij het aantal van dergelijke tussentandwielen, of althans toch het aantal hierbij aangewende draaiassen, onpaar dient te zijn De werking van de inrichting 1 van figuren 2 en 3 is hoofdzakelijk als volgt. Door het aandrijfelement 6 in te schakelen gaan de as 14 en het element 11 roteren. Het tussentandwiel 21 en het tandwiel 23 worden hierdoor als planeten rond het zonnewiel 17 bewogen. Als resultaat hiervan beschrijft het afrondelement 5 niet alleen een
<Desc/Clms Page number 6>
cirkelvormige beweging, doch blijft het steeds op dezelfde wijze georiënteerd.
De overbrenging 20 hoeft niet noodzakelijk een tandwieloverbrenging te zijn en kan bijvoorbeeld ook bestaan uit een riemoverbrenging zoals afgebeeld in figuur 4.
In de figuren 5 en 6 is een variante weergegeven waarbij de planetaire overbrenging 8 een aangedreven zonnewiel 17 heeft en het afrondelement 5 hiermee is gekoppeld door middel van een overbrenging 24, waarbij, enerzijds, de verhouding tussen de toerentallen van het element 11 en van het zonnewiel 17, en anderzijds, de overbrengingsverhouding van de overbrenging 24 zodanig gekozen zijn dat het afrondelement 5 gedurende zijn beweging A steeds in dezelfde richting georiënteerd blijft. In de uitvoeringsvorm van de figuren 5 en 6 wordt dit meer speciaal bereikt door middel van een overbrenging 24 die in een verdraaiing voorziet tussen het zonnewiel 17 en het afrondelement 5 met een bepaalde overbrengingsverhouding alsmede door het zonnewiel 17 en het element 11 met gepaste snelheid aan te drijven.
Bij wijze van voorbeeld is een 1/1-overbrenging weergegeven, terwijl het zonnewiel 17 dubbel zo snel wordt aangedreven dan het element 11.
De overbrenging 24 kan zoals weergegeven in figuur 6 bestaan uit een enkelvoudige tandwieloverbrenging.
Het zonnewiel 17 wordt aangedreven via de in dit geval verdraaibaar opgestelde spil 18, die bij haar onderste uiteinde via een overbrenging 25 met een aandrijfelement 26 is gekoppeld. Dit aandrijfelement 26 voorziet gelijktijdig in de aandrijving van het element 11, door middel van een overbrenging 27.
<Desc/Clms Page number 7>
In het geval dat de overbrengingen 25 en 27 bestaan uit riemkoppelingen, zoals afgebeeld in figuur 5, kan de snelheid van het zonnewiel 17 ten opzichte van de snelheid van het element 11 bepaald worden door een juiste keuze van de diameters van de hierbij aangewende riemschijven 28-29 en 30-31.
De werking van de uitvoering van figuur 5 kan eenvoudig uit de figuur worden afgeleid. Het is duidelijk dat het afrondelement 5 hierbij ook een beweging beschrijft zoals is weergegeven in figuur 1.
Aan afrondelementen 5 van grotere afmetingen kan eenzelfde beweging meegedeeld worden, door deze elementen 5 te bevestigen op twee of meer uitgaande assen 16 van twee of meer inrichtingen zoals in figuur 2 of figuur 5, waarbij deze inrichtingen bij voorkeur gemeenschappelijk en synchroon aangedreven worden.
Het is duidelijk dat de borstelhouder 9, het frame 13 en het aandrijfelement 6-26 op geraamten 32-33-34 gemonteerd zijn die vast of beweegbaar kunnen zijn. De beweeglijkheid kan hierbij dienen om in een onderlinge positionering te voorzien of om een bijkomende beweging tussen de borstel 4 en het afrondelement 5 te kreëren.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijze en inrichting voor het afronden van borstelvezels kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Device for rounding brush fibers. This invention relates to a method and a device for rounding brush fibers.
It is known that in the manufacture of brushes, after the brush fibers have been implanted into the brush bodies, the free ends of the brush fibers are equally sheared or milled to eliminate the inequalities that arise during implantation. It is also known that this gives certain types of brush fibers sharp edges at their ends, which should be avoided in certain applications. In order to remove these sharp edges, the ends of the brush fibers are rounded by contacting them with a grinding element or the like, for example as described in European patent application No. 019,944 of the present applicant.
The object of the invention is to provide a device with which the known rounding process can be optimized.
To this end, the invention relates to a device for rounding brush fibers, of the type consisting of a rounding element intended to be brought against the ends of the brush fibers and at least one driving element for moving the rounding element relative to the brush fibers, characterized in that a planetary transmission is arranged between the drive element and the rounding element which, on the one hand, moves the rounding element in a circle and, on the other hand, keeps the rounding element still or virtually silent in terms of angular rotation.
<Desc / Clms Page number 2>
By using a planetary gear unit having the aforementioned specifications, it is obtained that each point of the rounding element describes an almost identical, and according to the most preferred embodiment, completely identical path, whereby the ends of all brush fibers are subjected to exactly the same grinding movement, and it is also obtained that this can be realized with a very compact construction.
According to the preferred embodiment of this device, the planetary transmission has a planet carrier element which is driven by means of the drive element, while the rounding element is arranged as a planet on the above-mentioned element.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, some preferred embodiments are described below as examples without any limitation, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 schematically represents the method according to the invention; figure 2 shows in section a device according to the invention; figure 3 represents a section according to line III-III in figure 2; figure 4 represents a cross-section similar to that of figure 3, for an embodiment variant; figure 5 represents a further device according to the invention;
figure 6 represents a section according to line VI-VI in figure 5.
<Desc / Clms Page number 3>
As shown schematically in figure 1, the invention relates to a device 1 for rounding the ends 2 of the brush fibers 3 of a brush 4. As shown, it concerns a device of the type consisting of a rounding element 5 which is intended to be brought against the ends 2 of the brush fibers 3 and at least one driving element 6, such as an electric motor, to move the rounding element 5 relative to the brush fibers 3.
Such a rounding element 5 usually consists of a disc, with a grinding surface 7. The grinding surface 7 can be of different nature. For example, this may be formed in that the top of the rounding element 5 is coated with a layer of an abrasive material, such as diamond grit and the like. According to a variant, the grinding surface 7 can also be formed in that the top side of the rounding element 5 is profiled, for instance serrated or serrated, this serrated or serrated surface also being hardened, or even in that the top side is sandblasted.
The special feature of the invention consists in that a planetary gear 8 is arranged between the drive element 6 and the rounding element 5, which, on the one hand, displaces the rounding element 5 in a preferably circular circle A and, on the other hand, keeps the rounding element 5 substantially angular in rotation and preferably keep completely still.
The movement obtained in this way is illustrated in figure 1 by showing the rounding element 5 in different positions, this rounding element 5 being shown in the form of a polygon in order to be able to recognize the different positions, with a recess in one side
<Desc / Clms Page number 4>
to provide. It is clear, however, that such rounding element 5 may consist essentially of a disc of any shape.
As mentioned in the introduction, it is obtained by the device 1 of the invention that each point of the rounding element 5 describes an identical path B, the shape of which, moreover, corresponds to the shape of the circuit A, all this with a constructive arrangement that has relatively little space. requires.
In order to obtain the aforementioned motions B, the planetary gear 8, which is merely schematically represented in Figure 1, can in practice be assembled in different ways. This is illustrated by the practical embodiments described below.
Figure 2 shows an arrangement in which the rounding element 5 extends in the horizontal plane. The brush 4 is hereby held above the rounding element 5 in a brush holder 9 which is provided for this purpose with the necessary clamps 10.
The planetary transmission 8 is provided with an element 11 functioning as a planet carrier which is driven by means of the drive element 6, while the rounding element 5 is arranged as a planet on the element 11.
According to the realization of figure 2, the element 11 consists of a cylindrical head which is rotatable about a vertical rotary axis 12. More specifically, the element 11 is mounted on a hollow shaft 14 mounted in a frame 13, which rotates through a drive coupling 15 through the drive element 6 is driven.
<Desc / Clms Page number 5>
The rounding element 5 is fixedly mounted on the end of a shaft 16 which is mounted eccentrically in the element 11.
The embodiment of figure 2 uses a planetary gear 8 with a fixed sun wheel 17. This sun wheel 17 is mounted for this purpose on a spindle 18 extending through the hollow shaft 14, which is locked at its lower end against rotation, for instance by means of a locking pin 19 which engages in the frame 13.
In order to ensure that the rounding element 5 performs a movement as shown in figure 1, the shaft 16 is coupled to the sun gear 17 by means of a transmission 20, which causes a rotation in the shaft 16 opposite to the circular movement A. gear ratio of 1/1.
According to Figure 2, the transmission 20 consists of a gear transmission. The sun wheel 17 here consists of a gear wheel which, via an intermediate gear wheel 21, which is rotatable by means of a shaft 22 arranged in the element 11, is coupled to a gear wheel 23 fixedly mounted on the shaft 16.
It is clear that a plurality of intermediate sprockets can also be provided, the number of such intermediate sprockets, or at least the number of rotary shafts employed here, having to be paired. The operation of the device 1 of Figures 2 and 3 is mainly as follows. Switching on the drive element 6 causes the shaft 14 and the element 11 to rotate. The intermediate gear 21 and the gear 23 are hereby moved around the sun gear 17 as planets. As a result, the rounding element 5 not only describes one
<Desc / Clms Page number 6>
circular motion, but always remains oriented in the same way.
The transmission 20 does not necessarily have to be a gear transmission and can for instance also consist of a belt transmission as shown in figure 4.
Figures 5 and 6 show a variant in which the planetary gear 8 has a driven sun gear 17 and the rounding element 5 is coupled thereto by means of a gear 24, in which, on the one hand, the ratio between the speeds of the element 11 and of the sun wheel 17, and on the other hand, the transmission ratio of the transmission 24 is chosen such that the rounding element 5 remains oriented in the same direction throughout its movement A. In the embodiment of Figures 5 and 6, this is more particularly achieved by means of a transmission 24 which provides a rotation between the sun wheel 17 and the rounding element 5 with a given transmission ratio as well as through the sun wheel 17 and the element 11 at an appropriate speed. to float.
As an example, a 1/1 transmission is shown, while the sun wheel 17 is driven twice as fast as the element 11.
As shown in Figure 6, the transmission 24 may consist of a single gear transmission.
The sun wheel 17 is driven via the in this case rotatably disposed spindle 18, which is coupled at its lower end via a transmission 25 to a drive element 26. This drive element 26 simultaneously provides for the drive of the element 11 by means of a transmission 27.
<Desc / Clms Page number 7>
In case the transmissions 25 and 27 consist of belt clutches, as shown in figure 5, the speed of the sun wheel 17 relative to the speed of the element 11 can be determined by a correct choice of the diameters of the pulleys 28 used here -29 and 30-31.
The operation of the embodiment of figure 5 can be easily deduced from the figure. It is clear that the rounding element 5 herein also describes a movement as shown in figure 1.
The same movement can be communicated to rounding elements 5 of larger dimensions, by attaching these elements 5 to two or more output shafts 16 of two or more devices as in figure 2 or figure 5, these devices preferably being driven jointly and synchronously.
It is clear that the brush holder 9, frame 13 and drive element 6-26 are mounted on frames 32-33-34 which may be fixed or movable. The mobility can serve to provide a mutual positioning or to create an additional movement between the brush 4 and the rounding element 5.
The present invention is by no means limited to the exemplary embodiments described in the figures, but such a method and device for rounding brush fibers can be realized in different variants without departing from the scope of the invention.