<Desc/Clms Page number 1>
HOLLE PAAL MET DAARBIJBEHOREND BEVESTIGINGSELEMENT De uitvinding heeft betrekking op een holle paal met een daarbijbehorend bevestigingselement voor het vastmaken van draden, buizen, uit draad gevormde gaaspanelen.... aan de
EMI1.1
paal, waarbij de paal voorzien is van tenminste een gat en waarbij het bevestigingselement enerzijds voorzien is van een aan het gat aangepaste verbindingspen met langsuitsparingen voor de vorming van verplaatsbare wiggen of benen en anderzijds van een langsboring met een aan de boring aangepaste, daarbijbehorende nagel voor het vastmaken van de pen in het gat.
Een dergelijke holle paal met een daarbijbehorend bevestigingselement is bekend uit het Duitse octrooi 2. 231. 337.
Dergelijke holle palen zijn meestal vervaardigd uit dunwandige buis of plaatmateriaal met een dikte van enkele millimeters. Het aanbrengen van gaten. zelfs met bijhorende bevestigingselementen, in een dergelijke holle paal heeft het nadeel, dat het regenwater via de gaten in de holle paal kan terecht komen met alle daaraan verbonden nadelen : zoals het roesten van de paal, het stuk vriezen van de paal,... waardoor de levensduur van de paal aanzienlijk wordt verminderd.
De uitvinding heeft tot doel het hierboven genoemde nadeel op te heffen.
Hiertoe stelt de uitvinding bij een holle paal met een daarbijbehorend bevestigingselement van het in de aanhef genoemde type voor, dat het gat voorzien is van een daaropaansluitende bus en dat de langsuitsparingen in de verbindingspen zieh slechts uitstrekken over een deel van de pen, zodat de pen onderaan voorzien is van een sluitstuk voor de opname daarvan in de bus.
Door er aldus voor te zorgen dat de bus en het daarbijbehorend sluitstuk van de verbindingspen elkaar over een
<Desc/Clms Page number 2>
voldoende afstand, enkele millimeters, overlappen en of goed in elkaar passen verkrijgt men een waterdichte afsluiting van de verbindingspen in de bus. waardoor het hierboven genoemde nadeel volledig wordt opgeheven.
Bij voorkeur is elk gat en de daarop aansluitende bus aangebracht door vloeiboren. Het vloeiboorproces is een reeds lang bekend proces. waarbij door middel van vloeiboren in dunwandi ge meta 1 en werkstukken. zoa 1 s palen. busvormi ge gaten worden aangebracht.
De uitvinding zal nader worden toegelicht in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening. In de tekening tonen : figuur 1. in perspectief, een deel van een holle paal met een daarbijbehorend bevestigingselement, figuren 2a. 2b en 2c. in dwarsdoorsnede. de achtereenvolgende fasen voor het vastmaken van het bevestiging- element aan de paal.
Fig. 1 toont in perspectief een holle paal 1 met een daarbijbehorend bevestigingselement 2. Het gebruik van holle. metalen palen 1 met daarbijbehorende bevestigingselementen 2 voor het vastmaken van draden. buizen, uit draad gevormde gaaspanelen aan de palen 1 is algemeen bekend.
De holle paal 1 is bij voorkeur vervaardigd uit een dunwandige buis of plaatmateriaal met een dikte van enkele millimeters. De dikte van het plaatmateriaal bedraagt bijvoor-
EMI2.1
beeld tot 4 mm. voorkeur 1. tot 2. Het bevesti-
1gingselement 2 is bij voorkeur uit kunststof vervaardigd, zoals polyamide.
De holle paal 1 is voorzien van de nodige gaten 3 voor het vastmaken van de bevestigingselementen 2 aan de paal 1.
Hiertoe is elk bevestigingselement 2 voorzien van een aan het gat 3 aangepaste verbindingspen 4 of m. a. w. de diameter van
<Desc/Clms Page number 3>
de pen 4 is nagenoeg gelijk aan de diameter van het gat 3. De diameter van het gat 3 en de daarbijbehorende pen 4 varieert bij voorbeeld tussen 10 en 20 mm. bij voorkeur tussen 12 en 16 mm. De verbindingspen 4 is voorzien van vier, in een kruis aangebrachte langsuitsparingen 5 voor de vorming van vier onder druk verplaatsbare wiggen of benen 6.
Het bevestigingselement 2 is bovendien voorzien van een langsboring 7 met een aan de boring aangepaste, daarbijbehorende nagel 8 voor het vastmaken van de verbindingspen 4 in het daarbijbehorende gat 3.
Het in de figuur 1 weergegeven bevestigingselement 2 vertoont twee vertikale langsuitsparingen 9 voor het daarin opnemen van de vertikale randdraden van twee aan de paal 1 te bevestigen draadpanelen. Het is duidelijk. dat het bevestigingselement 2 ook kan voorzien zijn van andere uitsparingen of andere organen voor het opnemen van draden, buizen, Volgens de uitvinding is het gat 3 voorzien van een daarop aansluitende bus 10 met dezelfde diameter als de diameter van het gat 3. De hoogte van de bus 10 is bij voorkeur gelijk aan twee tot vier keer de plaatdikte of bedraagt bij voorbeeld 3 tot 6 mm bij een plaatdikte van 1. 5 mm. Het gat 3, de bus 10 en de afdichtingsrand van het gat 3 worden bij
EMI3.1
voorkeur in de paal het reeds bekende vloeiboorproces.
Het een werkwijze waarbij door middel van vloeiboren in dunwan- dige metalen werkstukken busvormige gaten worden aangebracht of m. a. w. het vloeiboorproces laat toe in dunwandige metalen palen 1 spaanloos gaten 3 te boren onder gelijktijdige vorming van een bus 10.
Een extra voordeel van vloeiboren is de versteviging die ontstaat rondom het gevormde gat 3. Het vloeiboorproces is o. a. bekend onder de merknaam"FLOwDRILL"van de Nederlandse firma FLOWDRILL B. V. uit Bosch en Duin.
<Desc/Clms Page number 4>
Volgens de uitvinding zijn de langsuitsparingen 5 in de verbindingspen 4 ter vorming van de vier verplaatsbare wiggen of benen 6 slechts aangebracht over een deel van de pen 4. zodat de verbindingspen 4 onderaan voorzien is van een sluitstuk 11 met een volledig gesloten omtrek met een hoogte van enkele millimeters.
Figuren 2a. 2b en 2c tonen in dwarsdoorsnede. de achtereenvolgende fasen voor het vastmaken van het bevestigingselement 2 aan de paal 1.
Figuur 2a toont in dwarsdoorsnede het bevestigingselement 2 met de nagel 8 in de bijhorende langsboring 7 vóór het aanbrengen van de verbindingspen 4 in het daarbijbehorende gat 3. Uit figuur 2a is het duidelijk dat er tussen de vier wigvormige benen 6 een kegelvormige uitsparing of holte 12 is aangebracht voor het daarin opnemen van het puntvormig uiteinde van de nagel 8.
EMI4.1
Figuur 2b. toont het bevestigingselement 2. waarbij de verbindingspen 4 reeds volledig in het gat 3 en de bus 10 is opgenomen ; maar voordat de nagel 8 volledig in de langsboring 7 is gedreven. Figuur 2b toont duidelijk dat de benen of wiggen 6 nog niet vervormd zijn. De bus 10 en het sluitstuk 11 moeten elkaar over een voldoende afstand enkele millimeters overlappen of goed in elkaar passen om een waterdichte afsluiting van de pen 4 in de bus 10 te verkrijgen.
EMI4.2
Bij voorkeur strekken de langsuitsparingen 5 zich nu uit tot aan de bus 10 of zelfs over een kleine afstand in de bus 10.
Figuur 2c toont het bevestigingselement 2. waarbij de nagel 8 nu volledig in het element 2 gedreven iso De benen of wiggen 6 zijn sterk verplaatst of vervormd. waardoor het bevestigingselement 2 stevig in het gat 3 en de bus 10 is bevestigd.
<Desc / Clms Page number 1>
The invention relates to a hollow post with an associated fastening element for attaching wires, pipes, wire panels formed of wire ... to the hollow post.
EMI1.1
post, wherein the post is provided with at least one hole and the fastening element is provided on the one hand with a connecting pin adapted to the hole with longitudinal recesses for the formation of movable wedges or legs and on the other hand with a longitudinal bore with a corresponding nail for the bore for fastening the pin in the hole.
Such a hollow post with an associated fastening element is known from German patent 2,231,337.
Such hollow posts are usually made of thin-walled tube or sheet material with a thickness of a few millimeters. Making holes. even with associated fasteners, in such a hollow post has the disadvantage that rainwater can end up through the holes in the hollow post with all the associated disadvantages: such as rusting the post, freezing the post, ... significantly reducing the life of the pole.
The object of the invention is to eliminate the above-mentioned drawback.
To this end, the invention proposes, in the case of a hollow post with an associated fastening element of the type mentioned in the preamble, that the hole is provided with a connecting sleeve and that the longitudinal recesses in the connecting pin extend only over a part of the pin, so that the pin at the bottom is provided with a closing piece for its inclusion in the bus.
By thus ensuring that the sleeve and the associated closing piece of the connecting pin mutually overlap
<Desc / Clms Page number 2>
sufficient distance, a few millimeters, overlapping and whether they fit together well, a watertight seal of the connecting pin in the sleeve is obtained. thereby completely eliminating the above-mentioned drawback.
Preferably, each hole and the adjacent sleeve are made by flow drilling. The flow drilling process is a well-known process. whereby by means of fluid drilling in thin-walled meta 1 and workpieces. such 1 s posts. bus-shaped holes are made.
The invention will be further elucidated in the following description with reference to the accompanying drawing. In the drawing show: figure 1 in perspective, part of a hollow post with an associated fastening element, figures 2a. 2b and 2c. in cross section. the successive stages for attaching the fastening element to the post.
Fig. 1 shows in perspective a hollow post 1 with an associated fixing element 2. The use of hollow. metal posts 1 with associated fixing elements 2 for fastening wires. tubes, wire mesh panels on posts 1 are generally known.
The hollow post 1 is preferably made of a thin-walled tube or sheet material with a thickness of a few millimeters. The thickness of the sheet material is, for example,
EMI2.1
image up to 4 mm. preference 1. to 2. The confirmation
Laying element 2 is preferably made of plastic, such as polyamide.
The hollow post 1 is provided with the necessary holes 3 for fastening the fastening elements 2 to the post 1.
For this purpose, each fastening element 2 is provided with a connecting pin 4 or m. A. W. Adapted to the hole 3. the diameter of
<Desc / Clms Page number 3>
the pin 4 is substantially equal to the diameter of the hole 3. The diameter of the hole 3 and the associated pin 4 varies, for example, between 10 and 20 mm. preferably between 12 and 16 mm. The connecting pin 4 is provided with four cross recesses 5 arranged in a cross to form four wedges or legs 6 which are movable under pressure.
The fastening element 2 is additionally provided with a longitudinal bore 7 with a corresponding nail 8 adapted to the bore for fixing the connecting pin 4 in the associated hole 3.
The fixing element 2 shown in figure 1 has two vertical longitudinal recesses 9 for receiving the vertical edge wires of two wire panels to be fixed to the post 1. It is obvious. that the fastening element 2 can also be provided with other recesses or other means for receiving wires, pipes. According to the invention, the hole 3 is provided with a connecting sleeve 10 of the same diameter as the diameter of the hole 3. the sleeve 10 is preferably equal to two to four times the sheet thickness or is, for example, 3 to 6 mm with a sheet thickness of 1.5 mm. The hole 3, the sleeve 10 and the sealing edge of the hole 3 are added
EMI3.1
the already known flow drilling process is preferred in the pile.
It is a method in which sleeve-shaped holes are made by means of fluid drilling in thin-walled metal workpieces, or m. A. W. the flow drilling process makes it possible to drill holes 3 in thin-walled metal posts 1, while simultaneously forming a sleeve 10.
An additional advantage of flow drilling is the reinforcement that arises around the formed hole 3. The flow drilling process is known, among other things, under the brand name "FLOwDRILL" of the Dutch company FLOWDRILL B.V. From Bosch and Duin.
<Desc / Clms Page number 4>
According to the invention, the longitudinal recesses 5 in the connecting pin 4 to form the four movable wedges or legs 6 are arranged only over a part of the pin 4. so that the connecting pin 4 at the bottom is provided with a closing piece 11 with a fully closed circumference with a height of a few millimeters.
Figures 2a. 2b and 2c show in cross section. the successive stages for fastening the fastening element 2 to the post 1.
Figure 2a shows in cross-section the fastening element 2 with the nail 8 in the associated longitudinal bore 7 before inserting the connecting pin 4 in the associated hole 3. It is clear from Figure 2a that between the four wedge-shaped legs 6 there is a conical recess or cavity 12 is arranged to receive the pointed end of the nail 8 therein.
EMI4.1
Figure 2b. shows the fastening element 2. wherein the connecting pin 4 is already fully received in the hole 3 and the sleeve 10; but before the nail 8 is fully driven into the longitudinal bore 7. Figure 2b clearly shows that the legs or wedges 6 are not yet deformed. The sleeve 10 and the closing piece 11 must overlap by a sufficient distance a few millimeters or fit well together in order to obtain a watertight seal of the pin 4 in the sleeve 10.
EMI4.2
Preferably, the longitudinal recesses 5 now extend to the bus 10 or even a short distance in the bus 10.
Figure 2c shows the fastening element 2. wherein the nail 8 is now fully driven into the element 2. The legs or wedges 6 are strongly displaced or deformed. whereby the fastening element 2 is firmly fixed in the hole 3 and the sleeve 10.