<Desc/Clms Page number 1>
Inrichting en werkwijze voor het lossen van vaartuigen en vaartuigen die met zulke inrichting zijn uitgerust.
Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het lossen van vaartuigen, meer speciaal voor het lossen van bulkgoederen, alsmede op vaartuigen die met zulke inrichting zijn uitgerust.
Een probleem in de scheepvaart, vooral in de binnenscheepvaart, is de toegankelijkheid, vooral wat de overslaginfrastruktuur betreft. Opvallend is dat steeds meer kaaien hun overslag aan derden uitgeven, wat evenwel een kostelijke aangelegenheid is.
De uitvinding beoogt dan ook een voordelige oplossing te bieden voor de overslag van goederen, in het bijzonder van bulkgoederen, waarbij deze oplossing gezocht wordt in een zelflossysteem, waarmee een systeem bedoeld wordt dat volledig of vrijwel volledig aanwezig is op en/of gestuurd wordt vanaf het vaartuig.
Er zijn reeds verscheidene zelflossystemen bekend. Allen hebben voor en nadelen zoals daar zijn : verlies van laadvolume, arbeidsintensief, hoge om- en inbouwkosten, hoge slijtage ruimwand, beperKt tonnage, enz.
De uitvinding heeft dan ook tot doel een inrichting voor het lossen van vaartuigen, meer speciaal voor de overslag van bulkgoederen, die de voornoemde nadelen niet vertonen.
Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting voor het lossen van vaartuigen, die hoofdzakelijk bestaat uit een elevator om het te lossen produkt uit het ruim van het vaartuig omhoog te brengen ; transportmiddelen die met de
<Desc/Clms Page number 2>
elevator samenwerken waarmee het uit het ruim omhoog gebrachte produkt kan worden afgevoerd ; en middelen om de elevator in het ruim te verplaatsen.
Bij voorkeur bestaat de elevator uit een bakelevator. Meer speciaal geniet het de voorkeur dat deze vertikaal is opgesteld en verplaatsbaar is doorheen het ruim van het vaartuig.
Het is duidelijk dat op deze wijze de voornoemde nadelen van de bekende inrichtingen worden uitgesloten. Meer speciaal zijn de voordelen van deze inrichting de beperkte inbouwkosten, het semi-automatisch karakter, het behoud van het laadvolume en de verlaagde slijtage van de ruimwand en van de buiting. Het belangrijkste voordeel is echter de rendabilisering door kreatie van losinkomsten en tijdwinst.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze om een vaartuig te lossen door middel van een inrichting volgens de uitvinding.
Ook heeft zij betrekking op een vaartuig dat met een inrichting volgens de uitvinding is uitgerust.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in doorsnede een vaartuig weergeeft dat met een inrichting volgens de uitvinding is uitgerust ; figuur 2 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn 11-11 in figuur 1 ;
EMI2.1
figuur 3 een zieht weergeeft volgens pijl F3 in figuur 1.
<Desc/Clms Page number 3>
Zoals weergegeven in de figuren heeft de uitvinding betrekking op een inrichting 1 voor het lossen van een vaartuig 2, meer speciaal voor de overslag van bulkgoederen 3.
De uitvinding is hierbij bedoeld voor de overslag van allerlei bulkgoederen 3. In de eerste plaats echter zal zij worden aangewend voor de overslag van delfstoffen.
De inrichting 1 bestaat uit een elevator 4 om het te lossen produkt, meer speciaal het bulkgoed 3, uit het ruim 5 van het vaartuig 2 omhoog te brengen ; transportmiddelen 6 die met de elevator 4 samenwerken, waarmee het uit het ruim 5 omhooggebrachte produkt kan worden afgevoerd ; en middelen 7 om de elevator 4 in het ruim 5 te verplaatsen.
Zoals in detail zichtbaar is in figuur 2 bestaat de elevator 4 bij voorkeur uit een bakelevator, welke in dit geval gevormd door een eindloos element 8 en hieraan bevestigde bakken 9. Het eindloos element 8 bestaat bijvoorbeeld uit kettingen 10 die over twee verdraaibare geleidingen 11 zijn aangebracht, die onderling op een afstand worden gehouden, doordat zij gemonteerd zijn op een geraamte 12. De bakken 9 kunnen verschillende vormen vertonen en zijn vergelijkbaar met baggeremmers.
De elevator 4 is uiteraard rechtop opgesteld, bij voorkeur vertikaal. Hij is zodanig gemonteerd dat hij met zijn onderste uiteinde tot onderaan in het ruim 5 reikt en met zijn bovenste uiteinde uit het ruim 5 steekt.
De elevator 4 wordt gedragen door een draagkonstruktie 13, waaraan hij is opgehangen. Deze draagkonstruktie 13 overbrugt het ruim 5 en is bij voorkeur nabij haar uiteinden gesteund op het vaartuig 2, meer speciaal op de
<Desc/Clms Page number 4>
zijdelen 14 en 15. Hierbij strekt de draagkonstruktie 13 zieh bij voorkeur loodrecht op de lengterichting van het vaartuig 2 uit.
De draagkonstruktie 13 is bij voorkeur verrolbaar in de lengterichting L van het vaartuig 2, over de volledige lengte van het ruim 5. De draagkonstruktie 13 is hiertoe voorzien van rollen 16 die in geleidingen 17 verrolbaar zijn.
De elevator 4 is op zieh verplaatsbaar, bij voorkeur verrolbaar, langs het geraamte 12, door middel van rollen 18 die met op het geraamte 12 aangebrachte sporen en/of profielen samenwerken.
De voornoemde transportmiddelen 6 bestaan bij voorkeur uit lopende banden of dergelijke.
Enerzijds, wordt gebruik gemaakt van een zieh langsheen het geraamte 12 uitstrekkende lopende band 19, die zodanig is opgesteld dat het produkt uit de elevator 4 dat aan de bovenzijde van de elevator wordt afgevoerd, op deze band 19 terechtkomt.
Anderzijds, wordt gebruik gemaakt van een lopende band 20 die zieh in de lengterichting van het vaartuig uitstrekt, een en ander zodanig dat het afvoeruiteinde 21 van de band 19 steeds boven de band 20 hangt.
Het geheel wordt bij voorkeur elektrisch aangedreven, bijvoorbeeld door middel van elektrische motors 22 tot 26, die kunnen gevoed worden door middel van een diesel-generatoreenheid 27, die in het vooronder 28 kan ingebouwd zijn.
<Desc/Clms Page number 5>
De motor 22 voorziet in de aandrijving van de elevator 4, teneinde deze te laten wentelen. De motor 22 kan hiertoe worden gekoppeld aan een of beide van de roteerbare geleidingen 18.
De motor 23 verplaatst de elevator 4 langsheen de draagkonstruktie 13 en de motor 24 verplaatst de draagkonstruktie 13.
De motors 25 en 26 drijven respektievelijk de banden 19 en 20 aan.
Het is duidelijk dat de elektrische voeding van de motors ook door middel van een andere bron kan gebeuren.
Eveneens is het duidelijk dat de verschillende aandrijvingen op andere wijzen kunnen gevormd worden, waarbij het niet noodzakelijk is om elektrische motors aan te wenden. Het geheel zou bijvoorbeeld door middel van kettingen kunnen worden aangedreven vanaf een dieselmotor.
De werking van de inrichting is als volgt.
Wanneer het ruim 5 geladen is met bulkgoederen 3, hangt de elevator 4 vrijwel volledig in het te lossen produkt. Door de motors 22 tot 26 te bekrachtigen wordt het produkt opgeschept door de bakken 9 en bovenaan op de band 19 uitgekipt. Het produkt kan hierbij tot op de band 19 worden geleid met behulp van een geleidingselement, zoals een schuif 29.
De band 19 brengt het produkt tot op de band 20 en de band 20 brengt het produkt naar een welbepaald afvoerpunt 30, vanwaar het produkt verder kan worden afgevoerd naar een plaats op de kaai 31, waar het produkt tijdelijk kan worden
<Desc/Clms Page number 6>
opgeslagen of rechtstreeks kan worden benut, of nog, rechtstreeks in een laadbak van een voertuig kan worden aangebracht.
Het afvoeren van het produkt kan gebeuren door middel van een transportelement 32, bij voorkeur ook een transportband die, hetzij deel uitmaakt van de inrichting 1, hetzij deel uitmaakt van een op de kaai 31 aangebrachte inrichting.
Het is duidelijk dat, door de elevator 4 doorheen het ruim 3 te verplaatsen, enerzijds, door het geraamte 12 te verrollen over het ruim 5 en, anderzijds, door de elevator 4 langs het geraamte 12 te verplaatsen, stapsgewijs of kontinu, het ruim volledig kan worden geledigd door middel van de inrichting 1. Op deze wijze blijft er slechts een dun laagje restlading over dat, indien nodig, met een borstel kan bijeen geveegd worden en in een van de bakken 9 kan worden geschept.
Het is duidelijk dat de inrichting volgens verschillende varianten kan worden verwezenlijkt.
Zoals in figuur 2 in aslijn is weergegeven kan de elevator 4 bijvoorbeeld worden voorzien van een mantel 33 met onderaan een inlaatopening 34 en bovenaan een uitlaatopening 35. Hierdoor ondervindt de elevator bij het wentelen een minder grote weerstand wanneer hij zieh nog volledig ondergedompeld in het te lossen produkt bevindt.
Volgens een niet weergegeven variante zal de elevator 4 uit het ruim verwijderbaar zijn, zodanig dat hij bij aanvang langzaam in het produkt kan worden neergelaten. Hiertoe kan hij bijvoorbeeld langs een geleiding op en neer gehaald worden, of kantelbaar aan het geraamte 2 bevestigd zijn.
<Desc/Clms Page number 7>
ook is het duidelijk dat de transportmiddelen niet noodzakelijk uit transportbanden hoeven te bestaan. Volgens een variante kan worden voorzien in een elevator die het te lossen produkt relatief hoog opvoert waarna het produkt via de nodige geleidingen en onder invloed van de zwaartekracht naar beneden kan glijden tot aan het afvoerpunt 30 of rechtstreeks tot op de kaai 31, tot in de laadbak van een voertuig, tot in het ruim van een ander vaartuig, of dergelijke.
De inrichting 1 is in de eerste plaats bedoeld om als een blijvende konstruktie op een vaartuig 2 te worden gemonteerd. De uitvinding sluit evenwel niet uit dat de inrichting 1 zodanig wordt opgevat dat zij volledig of gedeeltelijk wegneembaar is van het vaartuig 2, waarbij zulke inrichting ter beschikking wordt gehouden in de overslagplaats en telkens op een vaartuig wordt geplaatst wanneer dit dient gelost te worden, om deze na het lossen terug hiervan weg te nemen.
De uitvinding heeft aldus ook betrekking op vaartuigen die met zulke inrichting zijn uitgerust. Opgemerkt wordt dat het hier om verschillende soorten vaartuigen kan gaan, alhoewel het in de eerste plaats de bedoeling is de uitvinding bij vaartuigen voor de binnenvaart aan te wenden, hetzij bij schepen, hetzij bij duwbakken.
Tenslotte heeft de uitvinding ook nog betrekking op een werkwijze voor het lossen van vaartuigen 2 die gebruik maakt van de voornoemde inrichting 1 van de uitvinding, met als kenmerk dat het vaartuig gelost wordt door een rechtopstaande bakelevator doorheen het ruim te verplaatsen.
Volgens een doeltreffende uitvoering van deze werkwijze wordt de elevator 4 eerst volgens langsrichting midden
<Desc/Clms Page number 8>
doorheen het ruim 5 verplaatst totdat het produkt trechtervormig naar beneden gerezen is, zoals aangeduid in figuur 1, waarna het resterende produkt wordt gelost door de bakelevator 4 uit het midden van het ruim 5 te verplaatsen.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke inrichting en werkwijze voor het lossen van vaartuigen kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding zoals beschreven in de bijgaande konklusies, te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Device and method for the unloading of vessels and vessels equipped with such device.
This invention relates to a device and method for unloading vessels, more in particular for unloading bulk goods, as well as to vessels equipped with such device.
A problem in shipping, especially in inland shipping, is accessibility, especially with regard to transshipment infrastructure. It is striking that more and more quays spend their transshipment to third parties, which is however a costly affair.
The object of the invention is therefore to provide an advantageous solution for the transshipment of goods, in particular of bulk goods, whereby this solution is sought in a self-unloading system, which means a system that is fully or almost completely present on and / or controlled from the vessel.
Several self-unloading systems are already known. All have advantages and disadvantages such as there are: loss of loading volume, labor intensive, high conversion and installation costs, high wear of the hold wall, limited tonnage, etc.
The object of the invention is therefore an object for unloading vessels, more particularly for the transshipment of bulk goods, which do not have the above-mentioned drawbacks.
To this end, the invention relates to a device for unloading vessels, which mainly consists of an elevator for raising the product to be unloaded from the hold of the vessel; means of transport used with the
<Desc / Clms Page number 2>
elevator to cooperate with which the product raised from the hold can be removed; and means to move the elevator in the hold.
The elevator preferably consists of a bucket elevator. More specifically, it is preferred that it be arranged vertically and movable through the hold of the vessel.
It is clear that in this way the aforementioned drawbacks of the known devices are excluded. More specifically, the advantages of this device are the limited installation costs, the semi-automatic character, the retention of the loading volume and the reduced wear of the hold wall and of the exterior. The main advantage, however, is the profitability through the creation of unloading income and time savings.
The invention also relates to a method of unloading a vessel by means of a device according to the invention.
It also relates to a vessel equipped with a device according to the invention.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, a preferred embodiment is described hereinafter as an example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows in section a vessel equipped with a device according to the invention ; figure 2 shows on a larger scale a section according to line 11-11 in figure 1;
EMI2.1
figure 3 represents a view according to arrow F3 in figure 1.
<Desc / Clms Page number 3>
As shown in the figures, the invention relates to a device 1 for unloading a vessel 2, more specifically for the transshipment of bulk goods 3.
The invention is hereby intended for the transshipment of all kinds of bulk goods. 3. In the first place, however, it will be used for the transshipment of minerals.
The device 1 consists of an elevator 4 for raising the product to be unloaded, in particular the bulk material 3, from the hold 5 of the vessel 2; transport means 6 which cooperate with the elevator 4, with which the product raised from the hold 5 can be removed; and means 7 for moving the elevator 4 in the hold 5.
As can be seen in detail in figure 2, the elevator 4 preferably consists of a bucket elevator, which in this case consists of an endless element 8 and trays 9 attached thereto. The endless element 8 consists, for example, of chains 10 which are arranged over two rotatable guides 11 which are kept at a distance from one another, because they are mounted on a frame 12. The trays 9 can have different shapes and are comparable to dredge inhibitors.
The elevator 4 is of course arranged upright, preferably vertically. It is mounted in such a way that it reaches the bottom of the hold 5 with its bottom end and protrudes from the hold 5 with its top end.
The elevator 4 is supported by a support structure 13 from which it is suspended. This carrying construction 13 bridges the hold 5 and is preferably supported near its ends on the vessel 2, more particularly on the
<Desc / Clms Page number 4>
side parts 14 and 15. Here the support construction 13 preferably extends perpendicular to the longitudinal direction of the vessel 2.
The support construction 13 is preferably movable in the longitudinal direction L of the vessel 2, over the entire length of the hold 5. The support construction 13 is for this purpose provided with rollers 16 which can be rolled into guides 17.
The elevator 4 is movable, preferably movable, along the frame 12, by means of rollers 18 which cooperate with tracks and / or profiles arranged on the frame 12.
The aforementioned transport means 6 preferably consist of conveyor belts or the like.
On the one hand, use is made of a conveyor belt 19 extending along the frame 12, which is arranged such that the product from the elevator 4, which is discharged at the top of the elevator, ends up on this belt 19.
On the other hand, use is made of a conveyor belt 20 which extends in the longitudinal direction of the vessel, such that the discharge end 21 of belt 19 always hangs above belt 20.
The whole is preferably electrically driven, for example by means of electric motors 22 to 26, which can be powered by means of a diesel generator unit 27, which can be built into the front section 28.
<Desc / Clms Page number 5>
The motor 22 provides for the drive of the elevator 4 to rotate it. To this end, the motor 22 can be coupled to one or both of the rotatable guides 18.
The motor 23 moves the elevator 4 along the support structure 13 and the motor 24 moves the support structure 13.
The motors 25 and 26 drive the belts 19 and 20, respectively.
It is clear that the electrical supply of the motors can also be provided by another source.
It is also clear that the different drives can be formed in other ways, it being unnecessary to use electric motors. The whole could for instance be driven by chains from a diesel engine.
The operation of the device is as follows.
When the hold 5 is loaded with bulk goods 3, the elevator 4 hangs almost completely in the product to be unloaded. By energizing the motors 22 to 26, the product is scooped up through the trays 9 and tipped out onto the belt 19 at the top. The product can be guided up to the belt 19 by means of a guiding element, such as a slide 29.
The belt 19 brings the product to the belt 20 and the belt 20 brings the product to a specific discharge point 30, from where the product can be further removed to a place on the quay 31, where the product can be temporarily
<Desc / Clms Page number 6>
stored or can be used directly, or still be placed directly in a vehicle body.
The product can be discharged by means of a transport element 32, preferably also a conveyor belt, which is either part of device 1 or part of a device arranged on quay 31.
It is clear that, by moving the elevator 4 through the hold 3, on the one hand, by rolling the frame 12 over the hold 5 and, on the other, by moving the elevator 4 along the frame 12, stepwise or continuously, the hold completely can be emptied by means of the device 1. In this way, only a thin layer of residual charge remains, which, if necessary, can be swept together with a brush and scooped into one of the bins 9.
It is clear that the device can be realized in different variants.
As shown in axis 2 in figure 2, the elevator 4 can for instance be provided with a jacket 33 with an inlet opening 34 at the bottom and an outlet opening 35 at the top. As a result, the elevator experiences less resistance during rotation when it is still completely immersed in the unloaded product.
According to a variant not shown, the elevator 4 will be removable from the hold so that it can be slowly lowered into the product at the start. For this purpose it can for instance be raised and lowered along a guide, or be mounted tiltably on the frame 2.
<Desc / Clms Page number 7>
it is also clear that the means of transport need not necessarily consist of conveyor belts. According to a variant, an elevator can be provided which lifts the product to be unloaded relatively high, after which the product can slide down to the discharge point 30 or directly to the quay 31 via the necessary guides and under the influence of gravity. body of a vehicle, into the hold of another vessel, or the like.
The device 1 is primarily intended to be mounted on a vessel 2 as a permanent construction. The invention does not exclude, however, that the device 1 is conceived in such a way that it is completely or partially removable from the vessel 2, whereby such device is kept available in the transfer point and is placed on a vessel each time it is to be unloaded, in order to remove it after unloading.
The invention thus also relates to vessels equipped with such a device. It should be noted that this may involve different types of vessels, although the primary aim is to apply the invention to inland vessels, either ships or push barges.
Finally, the invention also relates to a method of unloading vessels 2 using the aforementioned device 1 of the invention, characterized in that the vessel is unloaded by moving an upright bucket elevator through the hold.
According to an effective implementation of this method, the elevator 4 is first centered in the longitudinal direction
<Desc / Clms Page number 8>
moved through the hold 5 until the product has funneled downwards, as indicated in figure 1, after which the remaining product is unloaded by moving the bucket elevator 4 from the center of the hold 5.
The present invention is by no means limited to the embodiments described as examples and shown in the figures, but such device and method for unloading vessels can be realized in different variants without departing from the scope of the invention as described in the appended claims. .