BE1008630A6 - Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een blokkenmat, inrichting voor het verplaatsen van een blokkenmat, werkwijze voor het leggen ervan en nagel hierbij aangewend. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een blokkenmat, inrichting voor het verplaatsen van een blokkenmat, werkwijze voor het leggen ervan en nagel hierbij aangewend. Download PDF

Info

Publication number
BE1008630A6
BE1008630A6 BE9400769A BE9400769A BE1008630A6 BE 1008630 A6 BE1008630 A6 BE 1008630A6 BE 9400769 A BE9400769 A BE 9400769A BE 9400769 A BE9400769 A BE 9400769A BE 1008630 A6 BE1008630 A6 BE 1008630A6
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
blocks
frame
block mat
clamping
block
Prior art date
Application number
BE9400769A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Betonfabrieken Ebema Naamloze
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Betonfabrieken Ebema Naamloze filed Critical Betonfabrieken Ebema Naamloze
Priority to BE9400769A priority Critical patent/BE1008630A6/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1008630A6 publication Critical patent/BE1008630A6/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B3/00Engineering works in connection with control or use of streams, rivers, coasts, or other marine sites; Sealings or joints for engineering works in general
    • E02B3/04Structures or apparatus for, or methods of, protecting banks, coasts, or harbours
    • E02B3/12Revetment of banks, dams, watercourses, or the like, e.g. the sea-floor
    • E02B3/122Flexible prefabricated covering elements, e.g. mats, strips
    • E02B3/123Flexible prefabricated covering elements, e.g. mats, strips mainly consisting of stone, concrete or similar stony material
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D17/00Excavations; Bordering of excavations; Making embankments
    • E02D17/20Securing of slopes or inclines
    • E02D17/202Securing of slopes or inclines with flexible securing means

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Pit Excavations, Shoring, Fill Or Stabilisation Of Slopes (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het vervaardigen van een blokkenmat, meer speciaal een blokkenmat (1) die bestaat uit een onderlaag (2) en aan deze onderlaag (2) door middel van nagels (3) bevestigde uit beton vervaardigde blokken (4), daardoor gekenmerkt dat de blokken (4) in een inrichting (16) worden vastgenomen, en dat, terwijl zij in deze inrichting (16) zijn vastgenomen, de onderlaag (2) hiertegen wordt bevestigd.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een blokkenmat, inrichting voor het verplaatsen van een blokkenmat, werkwijze voor het leggen ervan en nagel hierbij aangewend. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het vervaardigen van een blokkenmat, meer speciaal een blokkenmat die bestaat uit een flexibele onderlaag en op deze onderlaag door middel van nagels bevestigde uit beton vervaardigde blokken. 



  Dergelijke blokkenmatten worden zoals bekend aangewend voor het beschermen van bodems   en /of   oeverwanden. 



  Men kent reeds verschillende werkwijzen voor het vervaardigen van dergelijke blokkenmatten. 



  Volgens een eerste mogelijkheid gebeurt de vervaardiging volledig manueel, wat een tijdrovende bezigheid is. 



  Volgens een tweede mogelijkheid gebeurt de vervaardiging op een lopende band. Deze techniek heeft echter als nadeel dat hij alleen voordelig is voor zeer grote blokkenmatten en dat hij bovendien kostelijke apparatuur vergt. 



  De uitvinding heeft een werkwijze tot doel die de voornoemde nadelen niet vertoont. 



  Hiertoe betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een blokkenmat, meer speciaal een blokkenmat die bestaat uit een draagfolie en aan deze draagfolie door middel van nagels bevestigde uit beton vervaardigde blokken, waarbij de blokken in een inrichting worden vastgenomen, en dat, terwijl zij in deze inrichting zijn vastgenomen, de folie hiertegen wordt bevestigd. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Het feit dat de blokken in een inrichting worden vastgenomen en de flexibele onderlaag hiertegen wordt bevestigd terwijl de blokken in de inrichting aanwezig zijn, biedt het voordeel dat de fabrikage bijzonder eenvoudig wordt. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt een laag blokken opgenomen, wordt deze laag vervolgens omgekeerd en wordt hierna de onderlaag hierop aangebracht en bevestigd. 



  Hierbij ontstaat het voordeel dat deze werkwijze toelaat dat telkens een laag blokken van een stapel wordt genomen, hieruit een blokkenmat wordt gevormd en vervolgens de gevormde blokkenmatten in de vorm van een stapel op elkaar kunnen worden getast, zulks door het verplaatsen van de voornoemde inrichting. 



  Volgens de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden de nagels manueel met een hamer doorheen de onderlaag in de blokken vastgeklopt, waarbij de plaatsen waar de nagels dienen te worden aangebracht, worden aangeduid door middel van lichtpunten die op de onderlaag worden geprojekteerd, bij voorkeur door middel van een laser. 



  Verder heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor het verwezenlijken van de voornoemde werkwijze, die hiertoe minstens bestaat uit een freem en aan dit freem aangebrachte grijpmiddelen die een aantal blokken in   een   vlak kunnen vastnemen en vasthouden, en die toelaten een onderlaag hiertegen aan te brengen terwijl de blokken nog worden vastgehouden. 



  De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het verplaatsen van een blokkenmat, die bijzonder geschikt is voor het verplaatsen van blokkenmatten van kleinere dimensies, bijvoorbeeld blokkenmatten met twee 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 rijen blokken. Volgens de uitvinding bestaat deze inrichting uit een hefbaar gestel dat aan de onderzijde is voorzien van klemmiddelen waartussen een blokkenmat kan worden vastgenomen en die een klemkracht leveren onder invloed van het gewicht van de last, dus van de blokkenmat. 



  Verder heeft de uitvinding eveneens betrekking op een werkwijze voor het leggen van een blokkenmat, waarbij de blokkenmatten rechtstreeks van een vrachtwagen met een op deze vrachtwagen aangebrachte kraan op de uiteindelijke plaats worden aangebracht, bij voorkeur door middel van de hiervoor beschreven inrichting. 



  De uitvinding heeft ook betrekking op een inrichting voor het verplaatsen van blokkenmatten, die volgens de uitvinding gevormd is door een heflift die voorzien is van twee grijpklemmen, waarbij de naast elkaar gelegen klemschoenen van de grijpklemmen onderling met elkaar verbonden zijn. 



  Tenslotte heeft de uitvinding eveneens betrekking op nagels om de blokken op de onderlaag te bevestigen, waarvan de kenmerken uit de hiernavolgende beschrijving zullen volgen. Deze nagels zijn bijzonder geschikt om bij de vervaardiging van blokkenmatten volgens de werkwijze van de uitvinding te worden aangewend, doch kunnen ook worden aangewend bij blokkenmatten die op een andere manier zullen worden vervaardigd. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna alles voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 figuur 1 een blokkenmat weergeeft die volgens de uitvinding is vervaardigd ; figuur 2 op grotere schaal een zicht weergeeft volgens pijl F2 in figuur   1 ;   figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn   111-111   in figuur   2 ;   figuur 4 op grotere schaal het onderdeel aanduidt dat in figuur 3 met pijl F4 is aangeduid ; figuur 5 een zicht weergeeft volgens pijl F5 in figuur   4 ;    figuren 6 tot 11 schematisch de werkwijze volgens de uitvinding weergeven ;

   figuur 12 een praktische uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 13 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn XIII-XIII in figuur   12 ;   figuur 14 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn XIV-XIV in figuur   13 ;   figuur 15 een inrichting voor het verplaatsen van een blokkenmat, volgens de uitvinding, weergeeft ; figuur 16 een zicht weergeeft volgens pijl F16 in figuur   15 ;   figuur 17 een doorsnede weergeeft volgens lijn XVII-XVII in figuur   16 ;   figuur 18 schematisch een werkwijze volgens de uitvinding weergeeft om blokkenmatten aan te brengen ; figuur 19 nog een inrichting voor het verplaatsen van een blokkenmat volgens de uitvinding weergeeft ;

   figuur 20 een zicht weergeeft volgens pijl F20 in figuur   19 ;   figuren 21 en 22 plaatselijke doorsneden weergeven volgens lijnen XXI-XXI en XXII-XXII in figuur   5 ;   figuur 23 een volledige doorsnede weergeeft volgens lijn XXIII-XXIII in figuur 5. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  De uitvinding heeft betrekking op de vervaardiging van blokkenmatten   1,   die zoals weergegeven in de figuren 1 tot 3 bestaan uit een flexibele onderlaag 2 en door middel van nagels 3 aan de onderlaag 2 bevestigde uit beton vervaardigde blokken 4. 



  De flexibele onderlaag 2 bestaat hierbij bij voorkeur uit kunststoffolie, doch kan ook uit eender welk ander flexibel materiaal bestaan, dat geschikt is om de betonblokken 4 bij elkaar te houden. 



  De blokken 4 zijn bij voorkeur grastegels, met andere woorden blokken die voorzien zijn van openingen 5 die kunnen worden opgevuld met grond, zodanig dat men hierin gras kan laten groeien. De blokken 4 vertonen ook een geprofileerde omtrek 6, zodanig dat ook tussen de naast elkaar gelegen blokken 4 openingen 7 ontstaan, met hetzelfde doel als de openingen 5. 



  In het bovenvlak 8 van de blokken 4 kunnen groeven 9 worden aangebracht die bij voorkeur de openingen 5 en/of 7 verbinden, zodanig dat de wortels van het gras verbindingen vormen, waardoor een stevige binding tussen de verschillende blokken 4 wordt gevormd. 



  Met de voornoemde nagels 3 worden elementen bedoeld die doorheen de onderlaag 2 kunnen gedrukt worden en in de blokken 4 aangrijpen. Deze elementen hoeven niet noodzakelijk de vorm van een klassieke nagel te hebben. 



  Zoals weergegeven in de figuren 4 en 5 bestaan deze nagels 3 bij voorkeur uit pennen 10 die aan   een   uiteinde voorzien zijn van een kop 11 en aan hun andere uiteinde voorzien zijn van een elastisch vervormbare punt 12 in de vorm van weerhaken. De diameters van de pennen 10 en van de punten 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 12 zijn zodanig gekozen dat de pennen 10 in openingen 13 in de blokken 4 passen, terwijl de punten 12 vasthaken achter in de openingen 13 gevormde schouders 14, zoals afgebeeld in figuur 3. 



  Om een betere hechting te bekomen van de nagels 3 in de openingen 13 kunnen de pennen 10 voorzien zijn van vertandingen 15 die klemmend in de openingen 13 aangrijpen. 



  Het is duidelijk dat de onderlaag 2 tussen de kop 11 en de blokken 4 komt te zitten, of anders gezegd dat de blokken 4 aan de onderlaag 2 blijven hangen door middel van de nagels 3. 



  De blokkenmatten 1 kunnen verschillende afmetingen vertonen. In de eerste plaats evenwel is de uitvinding bedoeld voor blokkenmatten 1 van geringe afmetingen, meer speciaal blokkenmatten met bijvoorbeeld twee rijen blokken 4, van elk acht blokken. 



  Volgens de uitvinding worden de blokkenmatten 1 vervaardigd door de blokken 4 in een inrichting vast te nemen en door, terwijl de blokken 4 worden vastgehouden, de onderlaag 2 hiertegen te bevestigen. 



  Meer speciaal wordt hierbij te werk gegaan zoals schematisch is afgebeeld in de figuren 6 tot 11. 



  In een eerste stap, die is afgebeeld in figuur 6, worden de blokken 4 die nodig zijn voor het vormen van een blokkenmat 1 naast elkaar gelegd, in hoofdzaak zoals zij aan de onderlaag naast elkaar dienen te worden bevestigd. De inrichting 16 voor het vastnemen van de blokken 4 wordt boven deze laatste gepresenteerd, waarbij deze inrichting 16 voorzien is van grijpmiddelen 17, die bijvoorbeeld 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 bestaan uit spanklemmen met klemelementen 18 en 19, waartussen de blokken 4 kunnen worden vastgenomen. 



  Zoals weergegeven in figuur 7 worden de blokken 4 vervolgens door de inrichting 16 vastgenomen en opgetild. 



  Volgens de voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de opgetilde laag blokken 4 dan omgekeerd, over 180 graden, eenvoudig door de volledige laag om te draaien, zoals afgebeeld in figuur 8. 



  Hierna wordt de flexibele onderlaag 2 op de naar boven gepresenteerde onderzijde 20 van de blokken 4 gelegd, zoals afgebeeld in figuur 9, wat manueel kan geschieden. 



  In een volgende stap, zoals afgebeeld in figuur 10, worden de nagels 3 doorheen de onderlaag 2 in de openingen 13 vastgeslagen, wat bij voorkeur eveneens manueel met een hamer gebeurt. De juiste posities van de openingen 13 worden op de onderlaag 2 aangeduid door middel van lichtpunten die door middel van lichtstralen 21 op de onderlaag 2 worden geprojekteerd. Bij voorkeur wordt hiertoe gebruik gemaakt van een laser 22. 



  Doordat de blokken 4 door middel van klemelementen 18 en 19 worden vastgenomen en vastgehouden worden deze automatisch gepositioneerd, mede omwille van de vorm van de openingen 5. 



  Nadat alle verbindingen door middel van de nagels 3 zijn verwezenlijkt, kan de bekomen blokkenmat   1   uit de grijpmiddelen 17 worden losgemaakt. Hiertoe kan de blokkenmat 1 eerst in de inrichting 16 worden omgedraaid en kan deze door het verplaatsen van de inrichting 16 op een willekeurige plaats worden neergelegd. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 Het is duidelijk dat door gebruik te maken van een verplaatsbare inrichting 16 eenvoudig tussen twee stapels 23 en 24 kan worden gewerkt, enerzijds een stapel 23 van blokken 4 waarvan telkens de bovenste rij wordt afgenomen, en anderzijds, een stapel 24 waarop telkens iedere gevormde blokkenmat 1 wordt neergelegd.

   Hierbij kan de stapel 23 gevormd zijn uit verschillende naast elkaar geplaatste paletten 25 met hierop getaste blokken 4, zodanig dat de blokken 4 rechtstreeks uit de produktie-afdeling kunnen worden aangevoerd met een vorkheflift en zij vooraf niet dienen te worden geschikt. 



  In de figuren 12 tot 14 is een praktische uitvoeringsvorm weergegeven van de voornoemde inrichting 16. 



  Zoals voornoemd bestaat deze inrichting 16 hoofdzakelijk uit een freem 26 en aan dit freem aangebrachte grijpmiddelen 17 die een hoeveelheid blokken 4 in   een   vlak kunnen vastnemen en vasthouden, en die toelaten een onderlaag 2 hier tegenaan te brengen terwijl de blokken 4 zijn vastgeklemd. 



  De voornoemde grijpmiddelen 17 bestaan in de weergegeven uitvoeringsvorm uit twee rijen tegenover elkaar opgestelde klemelementen 18 en 19, waarbij de zich tegenover elkaar bevindende klemelementen naar elkaar toe, respektievelijk van elkaar weg, kunnen bewogen worden. Deze klemelementen 18 en 19 bestaan uit plaatvormige klemschoenen die in de openingen 5 van de blokken 4 kunnen aangrijpen en/of met de omtrek 6 van de blokken 4 kunnen samenwerken. 



  De grijpmiddelen 17 zijn bij voorkeur voorzien van pneumatische aandrijfmiddelen, zoals hierna in detail wordt beschreven. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 Het voornoemde freem 26 bestaat bij voorkeur uit een langsprofiel   27 ;   dwarsprofielen 28 en in de dwarsprofielen 28 verschuifbare profielen 29. Hierbij zijn de klemelementen 18 aangebracht op de dwarsprofielen 28 en de klemelementen 19 op de verschuifbare profielen 29. De profielen 29 zijn verschuifbaar in de dwarsprofielen 28 door middel van pneumatische drukeenheden 30 en 31. 



  De pneumatische drukeenheden kunnen bestaan uit balgen die tussen vaste profielen 32 en 33, enerzijds, en op de profielen 29 bevestigde verbindingsprofielen 34 en 35, anderzijds, zijn gemonteerd. 



  Bij voorkeur is het freem 26 wentelbaar bevestigd in een geraamte 36, zodanig dat het freem 26 met de grijpmiddelen 17 hetzij naar onder, zoals afgebeeld in figuur 12, hetzij naar boven kan gepresenteerd worden. 



  Het freem 26 is hiertoe door middel van twee aseinden 37 opgehangen in het geraamte 36. 



  Om het freem 26 te wentelen kan gebruik gemaakt worden van een aandrijfelement, zoals een motor 38, waarvan de uitgaande as via een overbrenging 39 aan   een   van de aseinden 37 is gekoppeld, waarbij dit aandrijfelement kan voorzien zijn van niet weergegeven eindloopschakelaars, waardoor het freem 26 afwisselend in   een   van de voornoemde twee standen kan worden gebracht. 



  Minstens het freem 26 en beter nog het volledige geraamte 36 is bij voorkeur verplaatsbaar in de hoogte en/of zijdelings in   een,   twee of meer richtingen. 



  In het voorbeeld van figuur 12 bestaat het geraamte 36 hiertoe uit een brugkonstruktie die door middel van 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 hefelementen 40 en 41 aan een portaalkraan 42 is bevestigd. De hefelementen 40 en 41 bestaan hierbij uit synchroon werkende takels die onderling door middel van een verbinding 43 mechanisch aan elkaar gekoppeld zijn en die verrolbaar zijn over een geleiding 44. Deze geleiding 44 is op haar beurt verrolbaar in sporen 45 door middel van aandrijvingen 46, zodanig dat bewegingen in verschillende richtingen mogelijk zijn. 



  De inrichting 16 kan bestuurd worden vanaf een schakelkast 47 en/of een afstandsbediening 48, of enig ander besturingsmechanisme. 



  De werking van de inrichting 16 is als volgt. 



  Aanvankelijk wordt het freem 26 met de grijpmiddelen 17 naar onder gericht. Het geraamte 36 wordt dan opgeheven en vervolgens boven een klaarliggende laag blokken 4 neergelaten, zodanig dat de klemelementen 18 en 19 bijvoorbeeld in openingen 5 grijpen. Vervolgens worden de drukeenheden 30 bekrachtigd, waardoor ieder paar klemelementen 18 en 19 twee blokken 4 tegen elkaar drukt en gelijktijdig inklemt. In figuur 2 is in aslijn weergegeven waar de klemelementen 18 en 19 bijvoorbeeld in de openingen 15 kunnen grijpen. 



  Nadat de blokken 4 zijn vastgenomen wordt het geraamte 36, samen met het freem 26 opgetild en bij voorkeur op een andere plaats neergezet. 



  In een volgende stap wordt het freem 26 over 180 graden gewenteld rond de aseinden 37, zoals reeds aan de hand van de schematische figuur 8 werd beschreven. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 Vervolgens wordt de onderlaag 2 op de blokken 4 gelegd en worden de nagels 3, zoals reeds beschreven aan de hand van de schematische voorstelling van figuur 10, doorheen de onderlaag 2 in de blokken 4 gedreven. 



  Hierna wordt het freem 26 terug omgedraaid en wordt de verkregen blokkenmat 1 door het verplaatsen van het geraamte 36 en het vervolgens bekrachtigen van de drukelementen 31 uit de inrichting 16 vrijgemaakt, waarbij deze blokkenmat 1 eventueel kan worden neergelegd op een stapel 24 of op een transportvoertuig. 



  In de figuren 15 tot 16 is een inrichting 49 volgens de uitvinding weergegeven voor het verplaatsen van een blokkenmat   1,   hetzij om deze blokkenmat te laden en te lossen, hetzij om zulke blokkenmat op haar plaats aan te brengen. 



  Volgens de uitvinding bestaat deze inrichting 49 uit een hefbaar gestel 50 dat aan de onderzijde 51 is voorzien van klemmiddelen 52 waartussen een blokkenmat 1 kan worden vastgenomen, waarbij deze klemmiddelen een klemkracht leveren onder invloed van het gewicht van de last, dus het gewicht van de blokkenmat 1 vermeerderd met het gewicht van het gestel 50. 



  Zoals weergegeven in de figuren 15 en 16 bestaan de klemmiddelen 52 hiertoe bij voorkeur uit, enerzijds, vast aan het gestel 50 bevestigde klemmen 53 en anderzijs, klemmen 54 die aan hefbomen 55 zijn bevestigd, waarbij het voornoemde gestel 50 is voorzien van bevestigingsmiddelen 56 voor een hefelement 57 en waarbij deze bevestigingsmiddelen 56 gekoppeld zijn aan de vrije uiteinden van de hefbomen 55. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 Verder bevat de inrichting 49 bij voorkeur een vergrendeling 58 waarmee kan belet worden dat de hefbomen 55 scharnieren. Deze vergrendeling 58 kan worden ingeschakeld, respektievelijk worden uitgeschakeld, door middel van een hendel 59 die door middel van een stangenmechanisme 60 met de vergrendeling 58 in verbinding staat.

   De vergrendeling 58 bestaat op zichzelf uit wentelbare pallen 61 die tot voor de uiteinden van de hefbomen 55 kunnen worden gewenteld. 



  Zoals weergegeven in figuur 17 vertonen de klemmen 53 en 54 bij voorkeur een doorsnede die aangepast is aan de vorm van de openingen 5 van de blokken 4 van de te verplaatsen blokkenmat 1. 



  De werking van de inrichting 49 kan eenvoudig uit de figuren 15 en 16 worden afgeleid. 



  Aanvankelijk is de vergrendeling 58 ingeschakeld. De inrichting 49 wordt dan opgetild, bijvoorbeeld doordat zij door middel van het hefelement 57 aan een hefwerktuig wordt opgehangen. Vervolgens wordt de inrichting 49 boven een op te tillen blokkenmat 1 neergelaten, zodanig dat de klemmen 53 en 54 in openingen 5 van de blokkenmat 1 grijpen, analoog als in figuur 2 is weergegeven voor de klemelementen 18 en 19. 



  Door vervolgens de vergrendeling 58 te verbreken en de inrichting 49 bij het hefelement 57 op te tillen, worden de hefbomen 55 gewenteld en wordt de blokkenmat 1 tussen de klemmen 53 en 54 ingeklemd en blijft op deze wijze onderaan de inrichting 49 hangen. 



  Hierna kan de opgetilde blokkenmat 1 op de gewenste plaats worden neergelaten. Om te bekomen dat zij uit de inrichting 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 49 loskomt, wordt deze laatste volledig neergezet, zodanig dat de spankracht in de klemmen 53 en 54 wegvalt, wordt de vergrendeling 58 ingeschakeld, en wordt de inrichting 49 terug opgetild, waarbij de klemmen 53 en 54 uit de openingen 5 glijden en de blokkenmat 1 op de bodem achterblijft. 



  De inrichting 49 is zoals weergegeven in figuur 18 bijzonder geschikt om blokkenmatten 1 rechtstreeks van een vrachtvoertuig, door middel van een wagenkraan 62, op de te bekleden bodem 63 aan te brengen, zodat omslachtige inrichtingen voor het aanbrengen van blokkenmatten kunnen worden uitgesloten. 



  Opgemerkt wordt dat de inrichting 49 van figuur 18 geschikt is om blokkenmatten van acht blokken 4 op te nemen. om blokkenmatten 1 van zestien blokken 4 op te nemen kunnnen twee inrichtingen 49 naast elkaar geplaatst worden. 



  Het is duidelijk dat de uitvinding ook betrekking heeft op inrichtingen 16 en 18 voor blokkenmatten met rijen met een ander aantal blokken, alsmede voor blokkenmatten met meer dan twee rijen blokken. 



  Zoals weergegeven in de figuren 19 en 20 heeft de uitvinding eveneens betrekking op een inrichting 64 voor het verplaatsen van blokkenmatten 1 die bestaat uit een heflift 65 die voorzien is van twee grijpklemmen 66 en 67, die normaal bedoeld zijn voor het vastnemen van twee pakken steen of dergelijke, en die elk bestaan uit twee klemschoenen, respektievelijk 68 en 69, waarbij   een   paar of beide paren van de naast elkaar gelegen klemschoenen onderling met elkaar verbonden zijn, bijvoorbeeld door middel van een inzetstuk 70.

   Hierdoor zijn de grijpklemmen 66-67 gedwongen simultaan te bewegen, waarbij de twee 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 klemschoenen 68 in   nzelfde vlak blijven, wat ook geldt voor de twee klemschoenen 68, zodat tussen de beide grijpklemmen 66-67   een   blokkenmat 1 kan worden vastgenomen, zonder dat trekkrachten hierin kunnen ontstaan, die tot het scheuren van de blokkenmat zouden kunnen leiden, zulks doordat de grijpklemmen 66-67 zich onderling verplaatsen. 



  Het is duidelijk dat op deze wijze een bestaande inrichting voor het verplaatsen van twee paletten met blokken of dergelijke eenvoudig kan worden omgebouwd tot een inrichting die optimaal uitgerust is voor het verplaatsen van blokkenmatten 1 en die bijzonder geschikt is om blokkenmatten 1 van een stapel 24 op te nemen en op een vrachtvoertuig te laden. 



  Zoals vermeld in de inleiding heeft de uitvinding ook betrekking op nagels 3 om de blokken 4 op de onderlaag 2 te bevestigen. Volgens de uitvinding vertonen zij het kenmerk dat zij een spits toelopende punt 12 hebben die voorzien is van plaatselijke elastisch verbuigbare lippen 71-72. Bij voorkeur zijn dit twee lippen die zich tegenover elkaar bevinden. 



  Zoals weergegeven in figuren 21 en 22 vertoont de punt 12 bij voorkeur een hoofdzakelijk kruisvormige doorsnede, met, enerzijds, twee tegenovereenliggende armen 73 en 74 die in de richting van de kop 11 verbreden en overgaan in de lippen 71, respektievelijk 72 en, anderzijds, twee tegenovereenliggende armen 75 en 76 die een gelijkmatige breedte vertonen. 



  Zoals weergegeven in figuur 23 vertoont de pen 10 meerdere langsribben, waarop de vertandingen 15 zijn aangebracht. Bij voorkeur zijn dit vier ribben 77-80, die maken dat de pen 10 een kruisvormige doorsnede heeft, die trouwens een 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 voortzetting is van de kruisvormige doorsnede van de punt 12. 



  Zoals zichtbaar in figuur 23 is de kop 11 bij voorkeur cirkelvormig. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een blokkenmat, alsmede de voornoemde inrichtingen voor het verplaatsen van blokkenmatten en de voornoemde werkwijze voor het leggen ervan kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (1)

  1. Konklusies.
    1. - Werkwijze voor het vervaardigen van een blokkenmat, meer speciaal een blokkenmat (1) die bestaat uit een onderlaag (2) en aan deze onderlaag (2) door middel van nagels (3) bevestigde uit beton vervaardigde blokken (4), daardoor gekenmerkt dat de blokken (4) in een inrichting (16) worden vastgenomen, en dat, terwijl zij in deze inrichting (16) zijn vastgenomen, de onderlaag (2) hiertegen wordt bevestigd.
    2.-Werkwijze volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat in een laag blokken (4) wordt voorzien, waarbij de blokken (4) met hun zijden die de bovenzijde van de blokkenmat (1) dienen te vormen, naar boven zijn gelegen ; dat de laag blokken (4) langs de bovenzijde wordt vastgenomen door middel van de voornoemde inrichting (16) ; dat de laag blokken (4) wordt opgepakt en wordt omgekeerd ; en dat vervolgens de onderlaag (2) op de ingeklemde en omgekeerde laag blokken (4) wordt bevestigd.
    3.-Werkwijze volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat de laag blokken (4) na het aanbrengen van de onderlaag (2) terug wordt omgekeerd tot in een positie waarbij de onderlaag (2) onder de blokken (4) is gesitueerd en de aldus gevormde blokkenmat (1) vervolgens wordt weggelegd.
    4.-Werkwijze volgens konklusie 1, 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat bij het vastnemen van de blokken (4) deze laatste gepositioneerd worden.
    5.-Werkwijze volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de blokken (4) worden vastgenomen door deze te klemmen tussen klemelementen (18-19). <Desc/Clms Page number 17> EMI17.1
    6.- volgens konklusie 5, daardoor gekenmerkt dat de blokkenmat (1) wordt samengesteld uit twee rijen blokken (4) en dat de blokken (4) worden vastgenomen door de zieh tegenover elkaar bevindende blokken van de respektievelijke rijen tegen elkaar aan te drukken tussen de voornoemde klemelementen (18-19).
    7.- Werkwijze volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de plaatsen waar de nagels (3) doorheen de onderlaag (2) in de blokken (4) dienen te worden bevestigd worden aangeduid door middel van lichtpunten.
    8.-Werkwijze volgens konklusie 7, daardoor gekenmerkt dat voor de aanduiding door middel van de lichtpunten gebruik wordt gemaakt van een laser (22). EMI17.2
    9.-Inrichting voor het vervaardigen van een blokkenmat volgens de werkwijze van konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat zij minstens bestaat uit een freem (26) en aan dit freem (26) aangebrachte grijpmiddelen (17) die een aantal blokken (4) in een vlak kunnen vastnemen en vasthouden, en die toelaten een onderlaag (2) hiertegen aan te brengen terwijl de blokken (4) in de grijpmiddelen (17) worden vastgehouden.
    10.-Inrichting volgens konklusie 9, daardoor gekenmerkt dat de grijpmiddelen (17) hoofdzakelijk bestaan uit twee EMI17.3 rijen van tegenover elkaar opgestelde klemelementen (18-19), waartussen blokken (4) kunnen worden vastgeklemd.
    11.-Inrichting volgens konklusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat het freem (26) hoofdzakelijk bestaat uit een langsprofiel (27) ; hieraan bevestigde dwarsprofielen (28) en in de dwarsprofielen (28) verschuifbare profielen (29), <Desc/Clms Page number 18> waarbij klemelementen (18) zijn aangebracht op de dwarsprofielen (28) en tegenoverliggende klemelementen (19) zijn aangebracht op de verschuifbare profielen (29), en waarbij de verschuifbare profielen (29) beweegbaar zijn in de dwarsprofielen (28) door middel van pneumatische drukeenheden (30-31).
    12.-Inrichting volgens een der konklusies 9 tot 11, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde freem (26) wentelbaar is, zodanig dat de vastgenomen blokken (4) met hun zijden die van het freem (26) weggekeerd zijn respektievelijk naar onder en naar boven kunnen gericht worden.
    13.-Inrichting volgens konklusie 12, daardoor gekenmerkt dat zij wentelbaar is over 180 graden, tussen twee horizontale posities van de hierin vastgenomen laag blokken (4).
    14.-Inrichting volgens een der konklusies 9 tot 13, daardoor gekenmerkt dat het freem (26) bevestigd is aan een hefbaar en zijdelings verplaatsbaar geraamte (36).
    15.-Inrichting voor het verplaatsen van blokkenmatten, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat uit een hefbaar gestel (50) dat aan de onderzijde (51) is voorzien van klemmiddelen (52) waartussen een blokkenmat (1) kan worden vastgenomen, waarbij deze klemmiddelen (52) bij het heffen van het gestel (50) een klemkracht leveren onder invloed van het gewicht van de last.
    16.-Inrichting volgens konklusie 15, daardoor gekenmerkt dat de klemmiddelen (52) bestaan uit een aantal vast aan het gestel (50) bevestigde klemmen (53) en een aantal klemmen (54) die aan hefbomen (55) zijn bevestigd, zodanig <Desc/Clms Page number 19> dat door het verdraaien van de hefbomen (55) een klemkracht wordt geleverd, waarbij het gestel (50) is voorzien van bevestigingsmiddelen (56) die een bevestiging aan een hefwerktuig toelaten en die gekoppeld zijn aan de vrije uiteinden van de voornoemde hefbomen (55).
    17.-Inrichting volgens konklusie 15 of 16, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van een in- en uitschakelbare vergrendeling (58) waarmee de klemwerking van de klemmiddelen (52) kan worden uitgeschakeld.
    18. - Werkwijze voor het leggen van een blokkenmat, daardoor gekenmerkt dat de blokkenmat (1) rechtstreeks vanaf een vrachtvoertuig wordt aangebracht door middel van een wagenkraan (62).
    19.-Werkwijze volgens konklusie 20, daardoor gekenmerkt dat voor het aanbrengen gebruik wordt gemaakt van een inrichting (49) zoals beschreven in konklusies 15,16 of 17.
    20.-Inrichting voor het verplaatsen van blokkenmatten, daardoor gekenmerkt dat zij gevormd is door een heflift (65) die voorzien is van twee zich naast elkaar bevindende grijpklemmen (66-67) voor het opnemen van geladen paletten of dergelijke, die elk bestaan uit twee klemschoenen (68-69), waarbij de zich naast elkaar bevindende klemschoenen mechanisch met elkaar verbonden zijn.
    21.-Nagel, om bij een blokkenmat een betonblok op de onderlaag te bevestigen, daardoor gekenmerkt dat hij bestaat uit een pen (10) met aan een uiteinde een kop (11) en aan het andere uiteinde een spits toelopende punt (12) die voorzien is van plaatselijke elastisch verbuigbare lippen (71-72).
    <Desc/Clms Page number 20> 22.-Nagel volgens konklusie 21, daardoor gekenmerkt dat de EMI20.1 punt (12) een hoofdzakelijk kruisvormige doorsnede vertoont, met, enerzijds, twee tegenovereenliggende armen EMI20.2 (73-74) die de richting van de kop (11) verbreden en , In E overgaan in lippen (71-72) en, anderzijds, twee L tegenovereenl armen (75-76) die een gelijkmatige breedte verto n 23.-Nagel konklusie 21 of 22, daardoor gekenmerkt dat de pen 10) meerdere langsribben vertoont, waarop vertandingen t5) zijn aangebracht. EMI20.3
    24.-Nagel volgens konklusie 23, daardoor gekenmerkt dat de pen (10) is voorzien van vier ribben (77-80), die maken dat de pen (10) een kruisvormige doorsnede heeft, die een voortzetting is van de kruisvormige doorsnede van de punt (12).
BE9400769A 1994-08-25 1994-08-25 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een blokkenmat, inrichting voor het verplaatsen van een blokkenmat, werkwijze voor het leggen ervan en nagel hierbij aangewend. BE1008630A6 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9400769A BE1008630A6 (nl) 1994-08-25 1994-08-25 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een blokkenmat, inrichting voor het verplaatsen van een blokkenmat, werkwijze voor het leggen ervan en nagel hierbij aangewend.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9400769A BE1008630A6 (nl) 1994-08-25 1994-08-25 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een blokkenmat, inrichting voor het verplaatsen van een blokkenmat, werkwijze voor het leggen ervan en nagel hierbij aangewend.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1008630A6 true BE1008630A6 (nl) 1996-06-04

Family

ID=3888317

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9400769A BE1008630A6 (nl) 1994-08-25 1994-08-25 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een blokkenmat, inrichting voor het verplaatsen van een blokkenmat, werkwijze voor het leggen ervan en nagel hierbij aangewend.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1008630A6 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1816266A2 (en) * 2006-02-02 2007-08-08 Martens en Van Oord Groep B.V. Device and method for placing turf stacks

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1816266A2 (en) * 2006-02-02 2007-08-08 Martens en Van Oord Groep B.V. Device and method for placing turf stacks
EP1816266A3 (en) * 2006-02-02 2012-09-26 Martens en Van Oord Groep B.V. Device and method for placing turf stacks

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8251634B2 (en) Transfer plate and method for loading a cargo space
EP0402976B1 (en) Apparatus for manipulating a pallet
BE898707A (nl) Bestratingswerkwijze en grijper ten gebruike bij deze werkwijze
CA1085664A (en) Method and apparatus for producing a ground covering from individual paving stones
JPH08500789A (ja) 商品保管に関する改良
BE1008630A6 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een blokkenmat, inrichting voor het verplaatsen van een blokkenmat, werkwijze voor het leggen ervan en nagel hierbij aangewend.
CN218808941U (zh) 一种抓取板材的夹具及抓取板材的装置
CN106395393B (zh) 轮胎码垛机及轮胎的码垛方法
JPH09207115A (ja) 物品保管システム及びそれを用いたコンクリートブロック養生方法
EP1369361B1 (en) Method and apparatus for transferring stacks of goods placed in orderly packages occupying a prismatic space
GB2237002A (en) Lifting tool
CN209853275U (zh) 一种夹砖器
US3486642A (en) Mechanized die skid
DE1477209A1 (de) Transferstrasse mit einer Mehrzahl von Bearbeitungsstationen
EP0933314A3 (de) Kanalfahrzeug für ein automatisches Lager
EP2918526B1 (en) Device for displacing product carriers such as pallets
GB2433955A (en) Method of laying a plurality of railway sleepers
CN100352756C (zh) 举升装置
EP1582495A3 (de) Lastaufnahmevorrichtung
CN215796959U (zh) 一种用于多孔砖的码垛夹提机
EP1547724A1 (en) Machine for shaping and re-nailing wooden pallets
JP3946729B2 (ja) 集合角材の製造方法及び製造装置
JPS603568B2 (ja) 覆工マツトの製造法
NL8602475A (nl) Werkwijze en inrichting voor het leggen van een wegdek benevens een heftoestel ten gebruike daarbij.
BE1014002A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van stenen op een ondergrond.

Legal Events

Date Code Title Description
RE20 Patent expired

Owner name: BETONFABRIEKEN EBEMA N.V.

Effective date: 20000825