BE1008594A3

BE1008594A3 - Inrichting voor het ontpitten van blisters.

Info

Publication number: BE1008594A3
Application number: BE9400723A
Authority: BE
Original assignee: Coene Guido Jozef De
Priority date: 1994-08-02
Filing date: 1994-08-02
Publication date: 1996-06-04

Abstract

Inrichting (1) voor het ontpitten van blitsers (2), daardoor gekenmerkt dat zij in hoofdzaak bestaat uit een steun (4) die voorzien is van uitsparingen (5) en een met deze steun (4) samenwerkend aandrukelement (6), waarbij de grootte van deze uitsparingen (5) van de steun (4) kan worden geregeld.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Inrichting voor het ontpitten van blisters. Deze uitvinding bestaat uit een inrichting voor het ontpitten van blisters, waarbij onder het woord ontpitten het verwijderen van kleine voorwerpen zoals pillen of dergelijke uit blisters verstaan wordt. 



  Het gebruik van blisters voor het verpakken van relatief kleine voorwerpen die meestal op eenvoudige wijze afzonderlijk uit zulke verpakking moeten kunnen verwijderd worden, is algemeen bekend. Een voorbeeld van zulke verpakking is   o. a.   te vinden in de farmaceutische sektor voor het verpakken van pillen zoals medikamenten, vitaminen en dergelijke. 



  Deze kleine voorwerpen, pillen of dergelijke zijn in zulke blisters afzonderlijk in uitstulpingen op een gemeenschappelijke houder aangebracht die door een gemeenschappelijke afscherming worden vastgehouden, waarbij deze kleine voorwerpen, pillen of dergelijke uit zulke blister verpakking kunnen verwijderd worden door op een uitstulping, waarin het gewenste voorwerp of pil zieh bevindt, te duwen waardoor dit voorwerp of pil doorheen de gemeenschappelijke afscheiding wordt geduwd en aldus vrij komt. 



  In bepaalde gevallen kan het nodig zijn dat de voornoemde blisterverpakking volledig moet geopend worden om alle erin verpakte voorwerpen, pillen of dergelijke eruit te verwijderen. 



  Zulks kan bijvoorbeeld nodig zijn wanneer de blisterverpakking niet volledig gevuld is, wanneer de blisterverpakking niet juist gesloten is, wanneer er in een 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 bepaalde blisterverpakking andere dan de gewenste voorwerpen of pillen werden aangebracht, wanneer in het geval van bederfelijke waren de geldigheidstermijn overschreden is, of dergelijke. 



  Ook mede door de stijgende sensibilisering inzake milieu-problematiek moeten pillen of dergelijke gescheiden worden van de eigenlijke blisters waarbij deze laatste als afval worden afgevoerd en de pillen of dergelijke, hetzij worden gerekupereerd, hetzij geschikt worden vernietigd. 



  De huidige uitvinding heeft dan ook een inrichting voor het automatisch ontpitten van blisters als voorwerp. 



  Deze inrichting voor het ontpitten van blisters bestaat in hoofdzaak uit een steun die voorzien is van uitsparingen en een met deze steun samenwerkend aandrukelement waarbij de grootte van deze uitsparingen van de steun kan worden geregeld, waardoor een inrichting voor het ontpitten van blisters wordt bekomen die op een snelle en eenvoudige wijze universeel gebruikt kan worden. 



  In een bijzondere uitvoering wordt het aandrukelement gevormd door een aandrukrol terwijl de steun gevormd wordt door een looprol. 



  De voornoemde steun wordt bij voorkeur gevormd uit een aantal axiaal verstelbare schijven die op een as zijn bevestigd waarbij tussen de voornoemde schijven uitsparingen zijn gevormd. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een tweetal uitvoeringsvormen beschreven van een 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 inrichting voor het ontpitten van blisters, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een zijaanzicht weergeeft van een inrichting voor het ontpitten van blisters volgens de uitvinding ; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur   1 ;   figuur 3 een zieht weergeeft volgens pijl F3 in figuur   1 ;    figuur 4 in doorsnede een variante weergeeft van het gedeelte dat in figuur 2 door F4 is aangeduid ; figuur 5 in perspektief een variante weergeeft van de inrichting volgens de uitvinding. 



  Zoals weergegeven in de figuren 1 en 2, bestaat een inrichting 1 voor het ontpitten van blisters 2 in hoofdzaak uit een geraamte 3, een steun 4 voorzien van uitsparingen 5, en een met deze steun 4 samenwerkend aandrukelement 6. 



  De voornoemde steun 4 is voorzien van regelmiddelen 7 waarmee het aantal en de breedte van de uitsparingen 5 in de steun 4 kunnen worden ingesteld, waarbij deze steun kan gevormd worden door latten, schijven of dergelijke. 



  De steun 4 heeft in dit geval meer speciaal de vorm van een looprol die bij voorkeur bestaat uit een horizontale as 8 waarover een aantal axiaal verstelbare schijven 9 worden aangebracht zodat de voornoemde uitsparingen 5 gevormd worden door de tussenafstanden tussen de voornoemde schijven 9. 



  Deze schijven 9 bezitten bij voorkeur eenzelfde diameter en worden door de voornoemde regelmiddelen 7, meer speciaal door schroeven, op de as 8 van de steun 4 vastgezet. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  Zoals weergegeven in figuur 2 is de steun 4, enerzijds, en, anderzijds, gelagerd in de zijwanden 10-11 van het geraamte 3. 



  In figuur 4 is een variante van de steun 4 weergegeven waarbij de schijven 9 op een bepaalde afstand van elkaar worden gehouden door bussen 9A met een kleinere diameter dan de voornoemde schijven 9 en die eveneens op de as 8 worden aangebracht. 



  Het aandrukelement 6 heeft bij voorkeur de vorm van een aandrukrol die, zoals de steun 4 eveneens, enerzijds, en, anderzijds, gelagerd is in de zijwanden 10-11 van het geraamte 3, en wel zodanig dat zijn as 12 evenwijdig is aan de as 8 van de voornoemde steun 4, en de omtrek van respektievelijk iedere schijf 9 en het aandrukelement 6, nagenoeg langsheen een lijn met elkaar in kontakt komen. 



  Voor een goede werking van de inrichting kan het aandrukelement 6 aan de omtrekszijde voorzien zijn van een licht elastisch materiaal, meer speciaal rubber of dergelijke waardoor de blister 2 tussen de steun 4 en het aandrukelement 6 stevig kan worden geklemd. 



  De inrichting 1 is voorzien van een aandrijving 13 die het voornoemde aandrukelement 6 aandrijft. Deze aandrijving bestaat in hoofdzaak uit een horizontale drukcilinder 14 met een zuigerstang 15 die door middel van een tussenstuk 16 verbonden is met een in het geraamte 3 horizontaal verschuifbare tandlat 17 waarmede een tandwiel 18 samenwerkt dat bevestigd is op de as 12 van het aandrukelement 6. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 Hierdoor wordt de lineaire heen-en weergaande beweging van de zuigerstang 15 omgezet in een rotatiebeweging van de as 12 met een afwisseling van de rotatiezin. 



  Tussen de as 12 en het aandrukelement 6 is een vrijloopkoppeling 19 voorzien zodanig dat het aandrukelement 6 slechts wordt aangedreven bij   een   enkele rotatiezin van de roterende as 12 en bij de andere rotatiezin van de as 12 wordt geblokkeerd. 



  Het is duidelijk dat in andere uitvoeringvormen deze aandrijving 13 van een totaal andere aard kan zijn, zoals bijvoorbeeld manueel, elektrisch en/of mechanisch en dus de uitvinding zeker niet beperkt is tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven aandrijving. 



  Eveneens kan een inrichting 1 voor het ontpitten van blisters 2 voorzien zijn van middelen 20 voor de aanvoer van de blisters 2 tot tussen de steun 4 en het aandrukelement 6. 



  Meer speciaal bestaan deze middelen 20 uit een schuifvlak 21 dat deel uitmaakt van het geraamte 3 en dat bij voorkeur horizontaal is opgesteld, waarbij dit schuifvlak 21 doorloopt tot nabij de   voorroEde   steun 4 en het aandrukelement 6. 



  De aanvoer van de blisters 2 over het schuifvlak 21 naar de steun 4 en het aandrukelement 6 kan eventueel eveneens door middel van de voornoemde drukcilinder 14 automatisch gebeuren, waartoe het tussenstuk 16 aan de bovenzijde verbonden is met een slede 22 die over het voornoemde schuifvlak 21 verplaatsbaar is tot in een eerste positie die in figuur 1 in streeplijn is weergegeven en die reikt tot nabij het aandrukelement 6 en de steun 4, en een tweede 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 uiterste positie die in de figuur 1 in volle lijn is weergegeven. 



  Voornoemde slede 22 heeft bij voorkeur aan de voorzijde een afgeschuinde vorm waardoor steeds slechts   een   enkele blister 2 door de slede 22 kan meegenomen worden. 



  Zoals weergegeven in de tekeningen kan de inrichting volgens de uitvinding nog bijkomend voorzien zijn van een magazijn 23 dat een stapel blisters 2 kan bevatten. 



  Het magazijn 23 is tussen de twee uiterste posities van de voornoemde slede 22 boven het schuifvlak 21 opgesteld en bestaat op zichzelf uit een aantal vertikale geleidingen 24 waartussen de blisters 2 kunnen aangebracht worden. 



  Enkele geleidingen 24 zijn aan de onderzijde voorzien van een doorgang 25 voor de slede 22 en de onderste blister 2. 



  Bij voorkeur is de onderlinge afstand tussen de vertikale geleidingen 24 aanpasbaar waardoor het magazijn 23 kan aangepast worden aan het formaat van de blisters 2. 



  Zoals weergegeven in figuur 1 is onder de steun 4, nog een opvangbak 26 voorzien waarin de pillen of dergelijke 27 worden opgevangen. 



  Eventueel is achter de steun 4 en het aandrukelement 6 een schuin vlak 28 geplaatst, waarover de geledigde blisters 2 worden afgevoerd naar een andere opvangbak 29. 



  De werking van de inrichting volgens de uitvinding is zeer eenvouding en als volgt. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 Een stapel identieke blisters 2 met pillen of dergelijke 27 wordt in het voornoemde magazijn 23 van de inrichting 1 aangebracht waarbij de vertikale geleiders 24 zodanig worden ingesteld dat de blisters 2 precies tussen deze geleiders 24 passen. 



  Eveneens dienen de blisters 2 zodanig in het magazijn 23 aangebracht te worden, dat de pillen of dergelijke 27 zieh steeds aan de bovenkant van de blisters 2 bevinden, met andere woorden met de afsluitende gemeenschappelijke bescherming naar onder gericht. 



  De schijven 9 worden over de as 8 van de steun 4 verschoven totdat de gevormde uitsparingen 5 of omwentelingsgroeven tijdens de doortocht van een blister 2 tussen de steun 4 en het aandrukelement 6, onder de pillen of dergelijke 27 van elke blister 2 komen te liggen. 



  Wanneer de schijven 9 in hun juiste positie op de as 8 van de steun 4 zijn aangebracht, worden deze hierop vastgezet door middel van de regelmiddelen 7, meer speciaal door het aandraaien van de schroeven. 



  Na deze voorbereidende handelingen is de inrichting klaar voor gebruik. 



  Bij het in werking stellen van de drukcilinder 14, wordt de zuigerstang 15 uit de drukcilinder 14 gedrukt waardoor het geheel van tussenstuk 16, tandlat 17 en slede 22 achterwaarts wordt verplaatst. 



  De slede 22 zal zieh hierbij tot voorbij het met blisters 2 gevulde magazijn 23 verplaatsen tot in de positie die in figuur 1 in volle lijn is weergegeven, waardoor de onderste 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 blister 2 op het schuifvlak 21 voor de slede 22 terecht komt. 



  Vervolgens wordt de zuigerstang 15 door de drukcilinder 14 teruggetrokken en duwt de slede 22 de onderste blister 2 voor zieh uit in de richting van de steun 4 en het aandrukelement 6 tot in de positie die in figuur 1 in streeplijn is weergegeven. 



  Tijdens deze verplaatsing van de slede 22 zal de tandlat 17 zieh eveneens in dezelfde richting horizontaal verplaatsen waardoor het aandrukelement 6 via het tandwiel 18 onderworpen wordt aan een rotatiebeweging. 



  Zoals zichtbaar in figuur 1 wordt de blister 2 tussen de steun 4 en het aandrukelement 6 geduwd en tegelijkertijd door het roterende aandrukelement 6 verder tussen het aandrukelement 6 en de meedraaiende steun 4 getrokken. 



  Het aandrukelement 6 duwt hierbij de pillen of dergelijke 27 uit de blister 2 in de onderliggende uitsparingen 5 van de steun 4 waarna deze in de hieronder gelegen opvangbak 26 terecht komen. 



  Wanneer de slede 22 in haar uiterste stand, zoals in figuur 1 in streeplijn is weergegeven, is gekomen zullen alle pillen of dergelijke 27 uit de blister 2 verwijderd zijn en bevindt de blisterverpakking zieh nog enkel met haar uiteinde tussen het aandrukelement 6 en de steun 4. 



  Wanneer de zuigerstang 15 terug achterwaarts wordt verplaatst zullen de slede 22 en de tandlat 17 zieh eveneens verplaatsen. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 Het op de as 12 geplaatste tandwiel 18 zal hierdoor in de tegenovergestelde zin onder invloed van de bewegende tandlat 17 worden aangedreven maar doordat een vrijloopkoppeling 19 tussen de as 12 en het aandrukelement 6 is geschakeld, wordt het aandrukelement 6 in deze draaizin geblokkeerd. 



  Wanneer de slede 22 tot voorbij de lader 23 in zijn andere uiterste stand komt, zal de volgende blister 2 in het magazijn op het schuifvlak 21 voor de slede 22 vallen. 



  De inrichting bevindt zieh nu terug in de beginstand en een nieuwe cyclus kan beginnen. 



  In figuur 5 is nog een uitvoeringsvariante van een inrichting volgens de uitvinding weergegeven waarbij de steun 4 in hoofdzaak bestaat uit een plat vlak 30 met langse gleuven 31 waarbij meer speciaal het vlak 30 gevormd wordt door ten opzichte van elkaar verschuifbare latten 32 waarbij ervoor wordt gezorgd dat de gleuven 31 tussen de latten 32 gelegen zijn onder de pillen of dergelijke 27 in de blisters 2. 



  Het is duidelijk dat met een inrichting 1 volgens de uitvinding voor het ontpitten van blisters 2 op een snelle en gemakkelijke manier grote aantallen blisters 2 kunnen ontpit worden waarbij de inrichting eenvoudig kan aangepast worden aan het formaat van de blisters 2. 



  De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een inrichting volgens de uitvinding voor het ontpitten van blisters kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Konklusies.

1.- Inrichting (1) voor het ontpitten van blisters (2), daardoor gekenmerkt dat zij in hoofdzaak bestaat uit een steun (4) die voorzien is van uitsparingen (5) en een met deze steun (4) samenwerkend aandrukelement (6), waarbij de grootte van deze uitsparingen (5) van de steun (4) kan worden geregeld.

2.-Inrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat het aandrukelement (6) de vorm heeft van een aandrukrol en de steun (4) de vorm heeft van een looprol.

3.-Inrichting volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat de steun (4) in hoofdzaak bestaat uit een as (8) waarop een aantal axiaal verstelbare schijven (9) zijn bevestigd zodat de voornoemde uitsparingen (5) gevormd worden door de tussenafstanden tussen de voornoemde schijven (9).

4.-Inrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de steun (4) in hoofdzaak bestaat uit een plat vlak (30) dat voorzien is van langse gleuven (31).

5.-Inrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat het vlak (30) gevormd wordt door ten opzichte van elkaar verschuifbare latten (32).

6.-Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij voorzien is van een aandrijving (13) die minstens het aandrukelement (6) aandrijft.

7.-Inrichting volgens konklusie 6, daardoor gekenmerkt dat de aandrijving (13) bestaat uit een drukcilinder (14) met zuigerstang (15), een horizontaal verschuifbare tandlat <Desc/Clms Page number 11> (17) en een hiermee samenwerkend tandwiel (18) dat bevestigd is op de as (12) van het aandrijfelement (6).

8.-Inrichting volgens konklusie 7, daardoor gekenmerkt dat tussen de as (12) en het aandrukelement (6) een vrijloopkoppeling (19) is voorzien waardoor het aandrukelement (6) slechts in een enkele draaizin wordt aangedreven door het tandwiel (18).

9.-Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij voorzien is van middelen (20) voor de aanvoer van blisters (2) tussen het aandrukelement (6) en de steun (4).

10. - Inrichting volgens konklusie 9, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (20) voor de aanvoer van blisters (2) gevormd worden door een schuifvlak (21).

11. - Inrichting volgens konklusie 10, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (20) voor de aanvoer van blisters (2) gevormd worden door een over het voornoemde schuifvlak (21) verplaatsbare slede (22).

12.-Inrichting volgens konkusie 11, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde slede (22) aangedreven wordt door de voornoemde drukcilinder (14) met zuigerstang (15).

13.-Inrichting volgens konklusie 12, daardoor gekenmerkt dat de middelen (20) voor de aanvoer van blisters (2) voorzien zijn van een magazijn (23) waarin meerdere blisters (2) kunnen worden aangebracht en waarmee de voornoemde slede (22) kan samenwerken.