BE1008003A6 - Inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen. - Google Patents

Inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen. Download PDF

Info

Publication number
BE1008003A6
BE1008003A6 BE9400130A BE9400130A BE1008003A6 BE 1008003 A6 BE1008003 A6 BE 1008003A6 BE 9400130 A BE9400130 A BE 9400130A BE 9400130 A BE9400130 A BE 9400130A BE 1008003 A6 BE1008003 A6 BE 1008003A6
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
card
locking
arrangement
card reader
carriages
Prior art date
Application number
BE9400130A
Other languages
English (en)
Inventor
Dirk Ghekiere
Gilbert Pattyn
Luc Deconinck
Original Assignee
Dirk Ghekiere
Gilbert Pattyn
Luc Deconinck
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dirk Ghekiere, Gilbert Pattyn, Luc Deconinck filed Critical Dirk Ghekiere
Priority to BE9400130A priority Critical patent/BE1008003A6/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1008003A6 publication Critical patent/BE1008003A6/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62HCYCLE STANDS; SUPPORTS OR HOLDERS FOR PARKING OR STORING CYCLES; APPLIANCES PREVENTING OR INDICATING UNAUTHORIZED USE OR THEFT OF CYCLES; LOCKS INTEGRAL WITH CYCLES; DEVICES FOR LEARNING TO RIDE CYCLES
    • B62H3/00Separate supports or holders for parking or storing cycles
    • B62H3/04Separate supports or holders for parking or storing cycles involving forked supports of brackets for holding a wheel

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Lock And Its Accessories (AREA)

Abstract

Een vast te bevestigen inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen, omvattende meerdere vast te bevestigen steunmiddelen (1) voor een rijtuig, en voor elk steunmiddel (1) een vast te bevestigen vergrendelinrichting (2) met een verplaatsbare grendel (3), die in een gesloten stand een onderdeel (4) van een in het bijhorend steunmiddel (1) opgesteld rijtuig insluit, en in die stand kan geblokkeerd worden door een, door een aandrijfmiddel (5) verplaatsbaar blokkeermiddel (6), terwijl de aandrijfmiddelen (5) van meerdere vergrendelinrichtingen (2) afzonderlijk kunnen gestuurd worden om een rijtuig te vergrendelen of te ontgrendelen, door middel van eenzelfde bedieningsinrichting (7), waarvan de stuurmiddelen voorzien zijn om een ontgrendeling pas toe te laten na het inbrengen van een betalingsmiddel zoals muntstukken, een magneetkaart of een chip-kaart.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  "Inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen" 
 EMI1.1 
 ----------------- 
Deze uitvinding heeft betrekking tot een vast te bevestigen inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen, zoals bijvoorbeeld fietsen, bromfietsen, motorfietsen en dergelijke, voor het verhinderen van diefstal ervan. 



   De tot op heden gekende middelen om een rijtuig te vergrendelen bestaan uit een ketting, kabel of beugel waarvan beide uiteinden door middel van een slot aan elkaar kunnen vastgemaakt worden. 



   Om een rijtuig te vergrendelen wordt de ketting, kabel of beugel bijvoorbeeld rond de velg en de band van een wiel gebracht, en worden de uiteinden vervolgens met het slot aan elkaar bevestigd. Deze maatregel verhindert het draaien van het wiel zodat men niet met het rijtuig kan rijden zonder het slot te openen en de ketting, kabel of beugel terug weg te nemen. 



   Het slot kan een gewoon slot zijn dat met een sleutel moet geopend worden, of een cijferslot dat door het vormen van een welbepaalde cijferkombinatie moet geopend worden. 



   Er wordt echter dagelijks vastgesteld dat een op die manier vergrendeld rijtuig niet op een doeltreffende manier beveiligd is tegen diefstal. De meeste sloten kunnen immers relatief eenvoudig door middel van gereedschappen geforceerd worden. Verder kan ook in veel gevallen de kabel, ketting of beugel met een daarvoor geschikte kniptang doorgeknipt worden. 



   Bovendien kan het rijtuig in zijn vergrendelde toestand opgenomen worden en weggevoerd worden. 



   Om dit te vermijden, wordt de ketting, kabel of beugel zowel omheen een onderdeel van het rijtuig gebracht als omheen een onderdeel van een vast bevestigde of zware 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 konstruktie is (zoals bijvoorbeeld een paal, een omheining of een konstruktie voorzien voor het opstellen van rijtuigen) alvorens de uiteinden met het slot aan elkaar te bevestigen. Deze maatregel verhindert echter niet dat het slot geforceerd wordt of dat de ketting, kabel of beugel wordt doorgeknipt. 



   Het is een doel van deze uitvinding om aan de hierboven genoemde nadelen te verhelpen. 



   Het is bovendien ook een doel van deze uitvinding om te voorzien in een inrichting die zowel de opstelling als de vergrendeling van rijtuigen toelaat. De bestaande konstrukties voor het opstellen van rijtuigen voorzien niet in een mogelijkheid tot vergrendelen. Tot op heden moet hiervoor gebruik gemaakt worden van de hierboven beschreven afzonderlijk te voorziene vergrendelmiddelen. 



   Er bestaan bewaakte rijtuigstallingen met meerdere opstellingsplaatsen, waar men-meestal tegen betaling-een rijtuig kan afleveren en nadien terug kan ophalen. Deze opstellingsplaatsen zijn dan echter steeds voorzien binnen een gebouw of omheining, teneinde controle over het afleveren en ophalen mogelijk te maken door een persoon. Deze persoon moet ook-bijvoorbeeld door een systeem met genummerde afleveringsbewijzen-controleren of elk rijtuig wel degelijk door de persoon die het heeft afgeleverd wordt opgehaald. 



   Een nadeel van dergelijke rijtuigstallingen bestaat erin dat de toezichthoudende persoon zich bij elke afhaling van een rijtuig, naar het rijtuig moet begeven om te controleren of het juiste rijtuig wordt meegegeven. Dit is een tijdrovende en omslachtige manier van werken. 



   Een ander nadeel van dergelijke rijwielstallingen bestaat erin dat een gebouw of een door een omheining afgesloten ruimte moet voorzien worden, hetgeen duur is en dikwijls wegens plaatsgebrek onmogelijk is. 



   Het is eveneens een doel van deze uitvinding om 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 aan deze nadelen te verhelpen. 



   De hierboven aangeduide doelstellingen werden, volgens deze uitvinding bereikt door te voorzien in een vast te bevestigen inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen, die minstens twee vast te bevestigen steunmiddelen voor een rijtuig, en voor elk steunmiddel een vast te bevestigen vergrendelinrichting omvat, terwijl de vergrendelinrichting een verplaatsbaar bevestigde grendel omvat, die in een gesloten of een open stand kan geplaatst worden om in de gebruiksopstelling een onderdeel van een in het bijhorend steunmiddel opgesteld rijtuig in te sluiten, respectievelijk vrij te maken, en een door een aandrijfmiddel verplaatsbaar blokkeermiddel omvat, om de grendel in zijn gesloten stand te blokkeren of vrij te maken, en terwijl de aandrijfmiddelen van meerdere vergrendelinrichtingen afzonderlijk kunnen gestuurd worden door eenzelfde bedieningsinrichting. 



   Door de materiaalkeuze en konstruktie van de vergrendelinrichting kan men ervoor zorgen dat het forceren ervan praktisch onmogelijk is. 



   Als men in een bewaakte rijtuigstalling met meerdere opstellingsplaatsen voor rijtuigen een dergelijke inrichting volgens de uitvinding voorziet is een omheining of gebouw niet meer noodzakelijk aangezien de vergrendeling voor elk rijtuig afzonderlijk verzekerd is en centraal kan gecontroleerd worden. 



   Bovendien kan een toezichthoudend persoon van op de plaats van de bedieningsinrichting de vergrendeling en ontgrendeling van elk rijtuig afzonderlijk bewerkstelligen. 



  Hij kan er bijgevolg, zonder zich te verplaatsen, zeker van zijn dat het juiste rijtuig wordt afgehaald. De hoeveelheid rijtuigen, waarvoor door   een   persoon aflevering, ophaling en betaling kan gecontroleerd worden, neemt hierdoor in grote mate toe. 



   Een bijkomend doel van de uitvinding bestaat erin 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 om te voorzien in een inrichting, volgens de uitvinding, waarvan het gebruik moet betaald worden, terwijl de controle van deze betaling niet door een persoon gebeurt maar door de bedieningsinrichting. 



   Dit doel wordt bereikt door de genoemde bedieningsinrichting uit te rusten met middelen voor het inbrengen van een betalingsmiddel of van gegevens, terwijl deze bedieningsinrichting voorzien is om een aandrijfmiddel te sturen na het inbrengen van   een   of meerdere betalingsmiddelen (bv. muntstukken) of van gegevens die een betaling of een gebruikstoelating garanderen. 



   De inrichting volgens de uitvinding heeft bij voorkeur een bedieningsinrichting, die een kaartlezer omvat, en elektrische en/of elektronische stuurmiddelen om de aandrijfmiddelen te sturen op basis van de gegevens die door de kaartlezer gelezen worden op de gegevensdrager van een in de kaartlezer ingebrachte kaart. 



   Een dergelijk systeem is bijzonder gebruiksvriendelijk. 



   Een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens deze uitvinding, kan bediend worden door middel van een kaart met een gegevensdrager die herkenningsgegevens bevat en een   veranderbare   grootheid waarvan de waarde overeenstemt met een bepaalde stallingstijd, terwijl de elektrische en/of elektronische stuurmiddelen een geheugen omvatten en middelen voor het meten van een tijdsduur, en de stuurmiddelen voorzien zijn om een aandrijfmiddel te sturen zodat de grendel in zijn gesloten stand wordt geblokkeerd, na het inbrengen in de kaartlezer van een kaart, waarop de waarde van de   veranderbare   grootheid groter is dan nul ; terwijl deze stuurmiddelen ook voorzien zijn om de herkenningsgegevens op te slaan in het geheugen wanneer de kaart in de kaartlezer ingebracht is om de grendel te blokkeren ;

   en om hetzelfde aandrijfmiddel te 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 sturen zodat de grendel gedeblokkeerd wordt, na het vervolgens inbrengen in de kaartlezer van dezelfde kaart, waarop de waarde wan de   veranderbare   grootheid overeenstemt, met een bepaalde stallingstijd, die groter is dan, of gelijk is aan de door de stuurmiddelen bepaalde werkelijke stallingstijd ; en terwijl de stuurmiddelen verder ook voorzien zijn om de waarde van de   veranderbare   grootheid op de kaart te reduceren met een waarde die overeenstemt met de werkelijke stallingstijd, als de kaart in de kaartlezer ingebracht is om de grendel te deblokkeren. 



   Het gebruik van de rijtuigstalling vereist enkel dat de gebruiker over een kaart beschikt die een voldoende stallingstijd waarborgt. Deze kaarten worden te koop aangeboden. De betaling van een bedrag, dat overeenstemt met de werkelijke stallingstijd, wordt hierdoor zeer vlot geregeld, en is bovendien zeer gebruiksvriendelijk aangezien men niet over gepaste muntstukken moet beschikken. 



   Wanneer in bovengenoemde inrichting de ingebrachte kaart een bepaalde stallingstijd waarborgt die kleiner is dan de werkelijke stallingstijd, moet de gebruiker zich een nieuwe kaart aanschaffen. Op de eerst ingebrachte kaart wordt echter de waarde van de   veranderbare   grootheid tot nul gereduceerd, terwijl de door de stuurmiddelen bijgehouden werkelijke stallingstijd gereduceerd wordt met een tijd die overeenstemt met de waarde van de   veranderbare   grootheid die de eerst ingebrachte kaart bevatte. 



   Wanneer de bepaalde stallingstijd, die de daarna ingebrachte kaart waarborgt nog kleiner is dan de gereduceerde werkelijke stallingstijd, wordt de hierboven omschreven procedure herhaald. Wanneer de bepaalde stallingstijd die een daarna ingebrachte kaart waarborgt, groter is dan, of gelijk is aan de gereduceerde werkelijke 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 stallingstijd, wordt het op basis van de herkenningsgegevens geïdentificeerde aandrijfmiddel gestuurd om de grendel te deblokkeren. 



   Om fraude te elimineren worden de elektrische en/of elektronische middelen voorzien om de waarde van de   veranderbare   grootheid op de kaart op nul te brengen als de kaart in de kaartlezer gebracht is om de grendel te blokkeren, om de waarde van deze   veranderbare   grootheid op te slaan in het geheugen, en om de gereduceerde waarde van deze grootheid op de gegevensdrager van de kaart te plaatsen, als de kaart in de kaartlezer gebracht is om de grendel te deblokkeren. 



   Bijzondere uitvoeringsvormen van de inrichting volgens deze uitvinding met kenmerken die bijdragen tot het gemak van gebruik en/of een efficiënte werking van de inrichting, werden omschreven in de conclusies 7 t/m 12. 



   De kenmerken van de inrichting volgens deze uitvinding worden verduidelijkt in de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de inrichting. De uitvinding wordt hierdoor echter geenszins beperkt tot deze mogelijke uitvoeringsvorm. 



   In deze beschrijving wordt verwezen naar de hierbij gevoegde figuur   1,   die schematisch een inrichting volgens de uitvinding voorstelt van de steunmiddelen   (1)   en vergrendelinrichtingen (2) werd een doorsnede voorgesteld. 



   In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de 
 EMI6.1 
 inrichting meerdere staanplaatsen (d. opstellingsinrichtingen (1) en vergrendelinrichtingen (2) voor een fiets). Elk van deze inrichtingen bestaat uit een plaatstalen grondplaat (niet voorgesteld op de figuur) die voorzien is om in (of op) de grond te worden bevestigd. 



  Op deze grondplaat is de vergrendelinrichting   (2), -   omsloten door een stevig omhulsel-bevestigd. Aan een 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 zijwand van dit omhulsel is een U-vormige stalen beugel   (1)   bevestigd. Deze beugel is zo geplaatst dat de fiets met het kader in de beugel rechtop kan opgesteld worden. De binnenwanden van de beugel   (1)   zijn voorzien van een bekleding (bv. uit kunststof) om beschadiging van de fiets te voorkomen. 



   De vergrendelinrichting (2) omvat een stalen geharde pin (3) die verschuifbaar is, tot een gesloten stand waarbij deze pin zich uitstrekt van het ene tot het andere opstaande been van de beugel (2) en tot een open stand, waarbij de pin zich nagenoeg niet tussen deze opstaande benen uitstrekt. De pin (3) is verschuifbaar bevestigd in het omhulsel van de vergrendelinrichting (2). 



   Het omhulsel heeft aan weerszijden openingen die de pin (3) doorlaten bij het verschuiven ervan. In de open stand is het zich langs de kant van de beugel   (1)   bevindende uiteinde van de pin (3) nagenoeg volledig binnen het omhulsel teruggetrokken. Het andere uiteinde van de pin (3) steekt zowel in de gesloten als in de open stand uit het omhulsel. Aan dit uiteinde dient de pin met de hand vastgenomen te worden om ze te verschuiven. 



   De pin (3) heeft een breder gedeelte (3') en een smaller gedeelte   (3").   Bij de overgang van het breder gedeelte (3') in het smaller gedeelte (3") is een rand gevormd. 



   De vergrendelinrichting (2) omvat verder in het omhulsel nog een elektromotor (5) of een solenoide die voorzien is om een as (5') opwaarts of neerwaarts te verplaatsen. Binnen het bereik van die as (5') is een blokkeerstuk (6) scharnierbaar bevestigd, zodat de as (5') door een opwaartse verplaatsing het blokkeerstuk (6) omhoog kan laten scharnieren, tot het tegen het smaller gedeelte (3") van de pin (3) in de omgeving van de rand gedrukt is. 



  In die stand van het blokkeerstuk (6) kan de pin (3) niet uit de gesloten stand verschoven worden doordat de rand van 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 de pin (3) tegen het blokkeerstuk (6) stoot. 



   Als de pin (3) in de gesloten stand geplaatst is wordt een buis (4) van het kader van een in de beugel   (1)   opgestelde fiets ingesloten door de beugel   (1)   en de pin (3). Als de pin (3) in deze stand geblokkeerd is, is de fiets vergrendeld. 



   Als de pin (3) in de open stand geplaatst is, wordt de kaderbuis (4) vrijgemaakt en is de fiets ontgrendeld. 



   De electromotoren (5) of solenoïden van verschillende vergrendelinrichtingen (2) kunnen door eenzelfde bedieningsinrichting (7) gestuurd worden. 



   De bedieningsinrichting (7) omvat een chipkaartlezer (8), een display (9) en drie druktoetsen (10), (11), (12). 



   De chip-kaarten die nodig zijn om de inrichting te kunnen gebruiken, worden te koop aangeboden en bevatten op de gegevensdrager, herkenningsgegevens en een aantal eenheden, dat overeenstemt met een bepaalde stallingstijd die evenredig is met de kostprijs van de kaart. 



   De bedieningsinrichting (7) omvat verder ook elektrische en/of elektronische middelen om de electromotoren (5) (of solenoïden) te sturen op basis van de gegevens die door de kaartlezer (8) op de gegevensdrager van een kaart worden gelezen. 



   De bedieningsinrichting (7) is voorzien van druktoetsen (10), (11), (12) die respectievelijk met de   benamingen"stoppen","aantal"en"verder"worden   aangeduid. 



   De elektrische en/of elektronische stuurmiddelen zijn voorzien om de inrichting te laten werken zoals hierna wordt omschreven :
Wanneer een gebruiker zijn chip-kaart in de kaartlezer (8) van de bedieningsinrichting (7) brengt, wordt geverifieerd of de herkenningsgegevens van deze kaart 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 in het geheugen zijn opgeslagen. Indien dit niet het geval is, gaat het niet om een ophaling van een fiets. Dan verschijnt op het display een aanduiding van   de "bepaalde     stallingstijd"die   overeenstemt met het aantal eenheden op de ingebrachte kaart. 



   Als vervolgens de toets "stoppen" (10) ingedrukt wordt, kan de kaart teruggenomen worden. In dit geval wilde de gebruiker enkel   de"bepaalde stallingstijd"op   zijn kaart nagaan. 



   Indien de gebruiker daarentegen de toets "aantal" (11) indrukt, moet daarna het aantal gewenste staanplaatsen aangeduid worden. 



   Dit kan bijvoorbeeld door een overeenkomstig aantal keer de toets"aantal" (11) in te drukken. Na het aanduiden van het aantal gewenste staanplaatsen zal op het display (9) het adres (bijvoorbeeld plaatsnummer) van het gewenste aantal vrije staanplaatsen worden aangeduid. 



  (waarbij ervoor wordt gezorgd dat deze standplaatsen zo dicht mogelijk bij elkaar gelegen zijn). 



   Na het indrukken van de toets "verder" (12) worden de electromotoren (5) (of   solenoiden)   van de aangeduide vrije staanplaatsen gestuurd om de respectievelijke pinnen (3) in hun gesloten stand te blokkeren. 



   De herkenningsgegevens van de kaart worden in het geheugen opgeslagen, en   de"werkelijke stallingstijd"wordt   bijgehouden (door het tijdstip van plaatsing van de fiets op te slaan in het geheugen). 



   Wanneer de herkenningsgegevens van een ingebrachte chip-kaart zich in het geheugen bevinden, gaat het om een ophaling van   een   of meerdere fietsen. De werkelijke stallingstijd wordt bepaald en omgerekend naar een aantal eenheden, en het aantal eenheden op de kaart wordt verminderd met dit aantal. De kaart kan nu teruggenomen worden. Op het display (9) verschijnt het 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 adres van elke staanplaats waar zich een op te halen fiets bevindt. 



   Van elk staanplaats wordt de elektromotor (5) (of solenolde) gestuurd om de pin (3) te deblokkeren. 



   Indien de kaart onvoldoende eenheden bevat, wordt dit eveneens aangeduid op het display (9). De aanwezige eenheden worden van de kaart gehaald maar de fiets wordt niet ontgrendeld.   De "werkelijke stallingstijd" blijft   ondertussen doorlopen. Wanneer een nieuwe kaart wordt ingebracht wordt van deze kaart het resterende gedeelte van de verbruikte eenheden afgehaald, en wordt de fiets ontgrendeld. 



   Bij voorkeur worden alle eenheden van de kaart afgehaald op het ogenblik dat een vrije staanplaats wordt toegewezen. Bij het ophalen van de fiets wordt de werkelijke stallingstijd omgerekend naar een aantal verbruikte eenheden. Dit aantal eenheden wordt dan afgetrokken van het aantal eenheden dat de kaart oorspronkelijk bevatte. Dit verschil wordt dan terug op de kaart geschreven. 



   De fietsstalling bestaat bijvoorbeeld uit een aantal modules die elk vijf staanplaatsen (opstellings-en vergrendelinrichtingen) hebben. Door meerdere modules aan elkaar te koppelen, bekomt men een stalling van 10,15, 20, 25, of meer staanplaatsen. Elke staanplaats is voorzien van een micro-controller die het sluitingsmechanisme-de elektromotor (5) of solenoide - stuurt. De inrichting omvat een RS 485 netwerk, waarop een bedieningsconsole (7) aangesloten is en waarop alle staanplaatsen parallel zijn aangesloten. Elke staanplaats heeft een uniek adres zodat zij individueel kunnen worden aangesproken vanuit de bedieningsconsole (7). 



   De microcontroller van elke staanplaats krijgt zijn spanning vanuit de console (7). Deze spanning is een niet-geregelde spanning. Het is de voedingseenheid op de 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 microcontroller van de staanplaats zelf, die zorgt voor een gestabiliseerde voeding. 



   Deze manier van werken laat toe om grote afstanden te overbruggen zonder problemen tengevolge van spanningsverlies en van externe stoorbronnen. 



   De bedieningsconsole (7) omvat een LCD display, een toetsenbord en een betaaleenheid. Al deze voornoemde elementen worden gecontroleerd door een microcontroller die op zijn beurt aangesloten is op het RS 485 netwerk en in verbinding staat met de fietsstallingen. De console wordt van spanning voorzien door een batterij die gedurende de dag de nodige spanning levert. De console kan bijvoorbeeld aangesloten zijn op de straatverlichting, die de batterij herlaad wanneer de straatverlichting in werking wordt gesteld. Het leveren van de spanning vanuit de console naar de controllers van de staanplaatsen, en de verbinding tussen de console en de staanplaatsen door middel van het RS485 netwerk gebeurt door een enkele vierdraadsverbinding van de console naar de stalling.

   Deze manier van werken vereenvoudigd de kablage enorm en laat ook toe dat alle stallingen voorgekableerd kunnen worden zodat de installatie zeer eenvoudig wordt. 



   De gebruiker betaalt aan de console. Dit kan gebeuren met muntstukken, een magneetkaart of een chipkaart en dit naar gelang de uitvoering van de console (7). 



   De controller van de bedieningsconsole (7) is voorzien van een geheugen waar de kaartnummers met hun aantal eenheden, het staanplaatsnummer, het tijdstip van plaatsing en het tijdstip van ophalen wordt bijgehouden. 



  Ook wordt er bijgehouden hoe vaak een kaart wordt aangeboden die niet beschikt over voldoende eenheden. Al deze gegevens worden een maand bijgehouden en om de maand tijdens de service-beurt worden deze gegevens opgeladen in een draagbare PC. Deze gegevens worden dan verder gebruikt om de bezettingsgraad van de stallingen na te gaan. De 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 statistieken van deze gegevens moeten ertoe leiden de stallingen te optimaliseren qua rendement en gebruikerscomfort. 



   De console laat ook het gebruik van een moederkaart toe, welke de mogelijkheid heeft elke staanplaats te ontgrendelen. Indien een moederkaart gebruikt wordt dan zal dit in het geheugen opgenomen worden. Het gebruik van de moederkaart is gebonden aan een procedure welke enkel kan uitgevoerd worden na identificatie van de gebruiker (bijvoorbeeld de politie). 



  De procedure voor het gebruik van de moederkaart na identificatie wordt verzorgd door een algorithme die op basis van de datum een getal genereert. 



   Dit getal die een variabele is in een welbepaalde formule dient dan ingebracht te worden in de formule. De uitkomst van deze formule is dan het getal die samen met de moederkaart dient ingebracht te worden in de console. 



  Indien alles in orde is zal men met de moederkaart toegang krijgen tot alle staanplaatsen van de desbetreffende stalling. Indien de moederkaart tien maal gebruikt wordt op dezelfde stalling zal ze vernietigd worden door de console.

Claims (12)

  1. CONCLUSIES 1. Een vast te bevestigen inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen, met het kenmerk dat de inrichting minstens twee vast te bevestigen EMI13.1 steunmiddelen (1) voor een rijtuig, en voor elk steunmiddel (1) een vast te bevestigen vergrendelinrichting (2) omvat ; dat de vergrendelinrichting (2) een verplaatsbaar bevestigde grendel (3) omvat, die in een gesloten of een open stand kan geplaatst worden om in de gebruiksopstelling een onderdeel (4) van een in het bijhorend steunmiddel (1) opgesteld rijtuig in te sluiten, respectievelijk vrij te maken ; dat de vergrendelinrichting (2) een door een aandrijfmiddel (5) verplaatsbaar blokkeermiddel (6) omvat, om de grendel (3) in zijn gesloten stand te blokkeren of vrij te maken ;
    en dat de aandrijfmiddelen (5) van meerdere vergrendelinrichtingen (2) afzonderlijkkunnengestuurd worden door middel van eenzelfde bedieningsinrichting (7).
  2. 2. Een vast te bevestigen inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen, volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de bedieningsinrichting (7) middelen (8) omvat voor het inbrengen van een betalingsmiddel of van gegevens ; en dat de bedieningsinrichting (7) voorzien is om een aandrijfmiddel (5) te sturen na het inbrengen van een of meerdere betalingsmiddelen of van gegevens die een betaling of een gebruikstoelating garanderen.
  3. 3. Een vast te bevestigen inrichting voor de opstelling <Desc/Clms Page number 14> en vergrendeling van rijtuigen, volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de bedieningsinrichting (7) een kaartlezer (8) omvat, en elektrische en/of elektronische stuurmiddelen om de aandrijfmiddelen (5) te sturen op basis van de gegevens die door de kaartlezer (8) gelezen worden op de gegevensdrager van een in de kaartlezer (8) ingebrachte kaart.
  4. 4. Een vast te bevestigen inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen, volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de gegevensdrager van de kaart herkenningsgegevens bevat en een veranderbare grootheid waarvan de waarde overeenstemt met een bepaalde stallingstijd ; dat de elektrische en/of elektronische stuurmiddelen een geheugen omvatten en middelen voor het meten van een tijdsduur ; dat de stuurmiddelen voorzien zijn om een aandrijfmiddel (5) te sturen zodat de grendel (3) in zijn gesloten stand wordt geblokkeerd, na het inbrengen in de kaartlezer (8) van een kaart, waarop de waarde van de veranderbare grootheid groter is dan nul ; dat stuurmiddelen voorzien zijn om de herkenningsgegevens op te slaan in het geheugen wanneer de kaart in de kaartlezer ingebracht is om de grendel te blokkeren ;
    dat stuurmiddelen voorzien zijn om hetzelfde aandrijfmiddel (5) te sturen zodat de grendel (3) gedeblokkeerd wordt, na het vervolgens inbrengen in de kaartlezer (8) van dezelfde kaart, waarop de waarde wan de veranderbare grootheid overeenstemt, met een bepaalde stallingstijd, die groter is dan, of gelijk is aan de door de stuurmiddelen bepaalde werkelijke stallingstijd ; en dat de stuurmiddelen voorzien zijn om de waarde van de veranderbare grootheid op de kaart te reduceren met <Desc/Clms Page number 15> een waarde die overeenstemt met de werkelijke stallingstijd, als de kaart in de kaartlezer ingebracht is om de grendel (3) te deblokkeren.
  5. 5. Een vast te bevestigen inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen, volgens conclusie 4 met het kenmerk dat de stuurmiddelen voorzien zijn om-in het geval dat de bepaalde stallingstijd kleiner is dan EMI15.1 de werkelijke stallingstijd-de waarde van de veranderbare grootheid op de kaart tot nul te reduceren, en om de door de stuurmiddelen bijgehouden werkelijke stallingstijd te reduceren met een tijd die overeenstemt met de waarde van de veranderbare grootheid, die deze kaart bevatte.
  6. 6. Een vast te bevestigen inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen, volgens de conclusies 4 of 5 met het kenmerk dat de waarde van de veranderbare grootheid op de kaart op nul wordt gebracht als de kaart in de kaartlezer (8) gebracht is om de grendel (3) te blokkeren dat de waarde van deze veranderbare grootheid wordt opgeslagen in het geheugen en dat de gereduceerde waarde van deze grootheid op de gegevensdrager van de kaart wordt geplaatst, als de kaart in de kaartlezer (8) gebracht is om de grendel (3) te deblokkeren.
  7. 7. Een vast te bevestigen inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen, volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de bedieningsinrichting (7) een aanwijsmiddel (9) omvat ; dat de bedieningsinrichting (7) voorzien is om van elke vergrendelinrichting (2) bij te houden of de grendel (3) wel of niet geblokkeerd is in de gesloten stand, en om op het aanwijsmiddel (9) het adres van een rijtuigstandplaats aan te duiden, met een <Desc/Clms Page number 16> vergrendelinrichting (2) waarvan de grendel (3) niet geblokkeerd is.
  8. 8. Een vast te bevestigen inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen, volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de bedieningsinrichting een aanwijsmiddel (9) omvat en voorzien is om op dit aanwijsmiddel (9) aan te duiden welke stallingstijd overeenstemt met de in de bedieningsinrichting (7) ingebrachte betalingsmiddelen of gegevens die een betaling of gebruikstoelating garanderen.
  9. 9. Een vast te bevestigen inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen, met het kenmerk dat de kaartlezer (8) en de kaart, respectievelijk een chip- kaartlezer en een chip-kaart, of een magneetkaartlezer en een magneetkaart zijn.
  10. 10. Een vast te bevestigen inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen, volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat het aandrijfmiddel (5) een electromotor of een solenoïde EMI16.1 is.
  11. 11. Een vast te bevestigen inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen, volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke vergrendelinrichting een voedingseenheid omvat om een niet-geregelde spanning om te zetten in een gestabiliseerde spanning.
  12. 12. Een vast te bevestigen inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen, volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de grendel (3) een langwerpige pin omvat, die voorzien is van een zijdelings uitspringende rand ; dat het steunmiddel (1) een U-vormige beugel omvat ; dat de pin ten opzichte van de beugel verschuifbaar is tot een gesloten stand waarbij deze pin zich uitstrekt <Desc/Clms Page number 17> van het ene tot het andere opstaande been van de beugel, en tot een open stand waarbij de pin zich nagenoeg niet tussen deze opstaande benen uitstrekt ; en dat het blokkeermiddel (6) verplaatsbaar is tot een stand waarin de verschuiving van de pin uit de gesloten stand belet wordt, doordat de rand door het blokkeermiddel (6) wordt tegengehouden.
BE9400130A 1994-02-03 1994-02-03 Inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen. BE1008003A6 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9400130A BE1008003A6 (nl) 1994-02-03 1994-02-03 Inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9400130A BE1008003A6 (nl) 1994-02-03 1994-02-03 Inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1008003A6 true BE1008003A6 (nl) 1995-12-05

Family

ID=3887944

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9400130A BE1008003A6 (nl) 1994-02-03 1994-02-03 Inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1008003A6 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN102839864A (zh) * 2011-06-21 2012-12-26 天津海州科工贸有限公司 一种槽式闭锁的车梯锁
CN102837761A (zh) * 2011-06-21 2012-12-26 天津海州科工贸有限公司 一种槽控梯锁方法应用
CN111204388A (zh) * 2018-11-22 2020-05-29 中山市兰达电磁铁有限公司 一种共享单车的固定装置

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN102839864A (zh) * 2011-06-21 2012-12-26 天津海州科工贸有限公司 一种槽式闭锁的车梯锁
CN102837761A (zh) * 2011-06-21 2012-12-26 天津海州科工贸有限公司 一种槽控梯锁方法应用
CN111204388A (zh) * 2018-11-22 2020-05-29 中山市兰达电磁铁有限公司 一种共享单车的固定装置
CN111204388B (zh) * 2018-11-22 2022-03-29 中山市兰达电磁铁有限公司 一种共享单车的固定装置

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4598810A (en) Apparatus and method for vending and accepting return of re-usable articles
US5065156A (en) Computer controlled parking meter
US5917407A (en) Unattended automated bicycle rental station
AU596792B2 (en) Dispensing lock on shop trolleys
US7494000B2 (en) Snack dispenser
EP0006403A1 (de) Schliessfachanlage mit einer zentralen Bedienungseinheit
KR100327680B1 (ko) 주차요금부과용주차카드
MXPA01000861A (es) Surtidor de botanas.
US5131516A (en) Parking ticket dispenser
BE1008003A6 (nl) Inrichting voor de opstelling en vergrendeling van rijtuigen.
US3948375A (en) Self-enforcing parking system
JPH11508003A (ja) ラッゲージの自動式ロッカー装置
EP0346421A1 (en) A device for parking arrangements
DE4236044A1 (de) Vorrichtung und Verfahren zur Zugriffs- und Zugangskontrolle in Fahrradaufbewahrungsanlagen
IES80151B2 (en) Device for stationing and locking cycles
FR2659769B1 (fr) Systeme de gestion par supports d&#39;informations du stationnement payant de vehicules.
DE19825845A1 (de) Mobile Parkuhr
KR100302446B1 (ko) 무인 주차 제어 시스템
US4098384A (en) Token actuatable vend mechanism
WO1990012378A1 (en) Trolley vending system
EP0711899A1 (en) A box for transportation of value deposits
JPS6046233B2 (ja) 鍵及び錠前の管理装置
ITPC940023A1 (it) Sistema per il controllo di dispositivi per la custodia di oggetti, in particolare per il controllo delle rastrelliere per la custodia
AU2001100157A4 (en) A bicycle security system.
RU15230U1 (ru) Автоматическая камера хранения фискальная

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: GHEKIERE DIRK

Effective date: 19990228

Owner name: PATTYN GILBERT

Effective date: 19990228

Owner name: DECONINCK LUC

Effective date: 19990228