BE1007801A3 - Werkwijze voor de verbranding van afval en slib en installatie waarin deze werkwijze wordt toegepast. - Google Patents

Werkwijze voor de verbranding van afval en slib en installatie waarin deze werkwijze wordt toegepast. Download PDF

Info

Publication number
BE1007801A3
BE1007801A3 BE9301308A BE9301308A BE1007801A3 BE 1007801 A3 BE1007801 A3 BE 1007801A3 BE 9301308 A BE9301308 A BE 9301308A BE 9301308 A BE9301308 A BE 9301308A BE 1007801 A3 BE1007801 A3 BE 1007801A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
flue gases
cooling
temperature
phase
waste
Prior art date
Application number
BE9301308A
Other languages
English (en)
Inventor
Emiel Puttaert
Original Assignee
Seghers Eng Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Seghers Eng Nv filed Critical Seghers Eng Nv
Priority to BE9301308A priority Critical patent/BE1007801A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1007801A3 publication Critical patent/BE1007801A3/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23JREMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES 
    • F23J15/00Arrangements of devices for treating smoke or fumes
    • F23J15/006Layout of treatment plant
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23GCREMATION FURNACES; CONSUMING WASTE PRODUCTS BY COMBUSTION
    • F23G5/00Incineration of waste; Incinerator constructions; Details, accessories or control therefor
    • F23G5/006General arrangement of incineration plant, e.g. flow sheets

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Treating Waste Gases (AREA)
  • Chimneys And Flues (AREA)

Abstract

Werkwijze voor de verbranding van afval en slib waarbij na de eigenlijke verbrandingsfaze minstens twee afkoelingsfazen voorkomen en waarbij de afscheiding van partikels uit rookgassen plaatsvindt na een afkoelingsfaze waarin de temperatuur van de rookgassen daalt tot een temperatuur die niet lager is dan ongeveer 500 graden C en installatie voor de verbranding van afval en slib waarbij een middel om rookgassen af te koelen (103,203) aanwezig is dat bestemd is om rookgassen af te koelen tot een temperatuur die niet lager is dan ongeveer 500 graden C en dat gevolgd wordt door een middel om partikels uit de aldus afgekoelde rookgassen te filtreren (105,205) dat op zijn beurt gevolgd wordt door een middel dat bestemd is om rookgassen af te koelen (113,213) tot een temperatuur die lager is dan ongeveer 500 graden C.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



     Werkwijze   voor de verbranding van afval en slib en installatie waarin deze werkwijze wordt toegepast. 



   Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de verbranding van afval en slib en op een installatie waarin deze werkwijze wordt toegepast. 



   De bestaande werkwijzen voor verbranding van afval en/of slib omvatten de volgende fazen : een eigenlijke verbrandingsfaze waarin het afval en/of slib bij relatief hoge temperaturen, bijvoorbeeld tussen 800 en   1000 oe,   wordt omgezet in asse en rookgas beladen met partikels, een afkoelingsfaze waarin de temperatuur van het rookgas daalt tot temperaturen waarbij het rookgas kan gefiltreerd worden, een filtratiefaze waarin zowel gassen als partikels kunnen afgescheiden worden en een evacuatiefaze waarin het afgekoelde en gefiltreerde rookgas in de vrije atmosfeer terecht komt. 



   De bestaande installaties voor verbranding van afval en/of slib omvatten middelen om afval en/of slib te verbranden, om rookgas af te koelen, om rookgas te filtreren en om rookgas te evacueren. 



   Gekende middelen om afval te verbranden zijn verbrandingsovens en wervelbedovens. Gekende middelen om rookgas af te koelen zijn lege trekken, luchtvoorverwarmers, ketels en sproeitorens. Gekende middelen om rookgas te filtreren zijn electrofilters en doekenfilters. Gekende middelen om rookgas te evacueren zijn schouwen. 



   In sommige bestaande installaties voor verbranding van afval en/of slib worden ook chemische gasreiniger voorzien. 



   In de bestaande installaties waarin een ketel aanwezig is, is de bouw van de ketel relatief complex om aan de abrasie en erosie door de met partikels beladen rookgassen te kunnen weerstaan en om het dichtbakken ervan ten gevolge van achtergebleven   partikels/te   voorkomen. 



   In de bestaande installaties laten electrofilters en doekenfilters toe om partikels met een grootte van respectievelijk 15p   en 5y te   filtreren uit rookgas dat 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 vooraf moet worden afgekoeld tot relatief lage temperaturen om geen schade te veroorzaken aan de electro-en/of doekenfilters. 



   Er is vastgesteld dat in het rookgas dat uit de bestaande installaties wordt geëvacueerd, toxische dioxines aanwezig zijn in een concentratie die ver boven de Europese normen uitstijgt. 



   Als oplossing voor dit probleem werd reeds de inbouw voorgesteld van een filter waarop dioxines worden geadsorbeerd. Deze filters kunnen echter ontvlammen indien ze in een verbrandingsinstallatie worden ingebouwd. Ze vergen daarom een zeer speciale constructie waarbij afkoeling met vloeibaar stikstof is voorzien en zijn bijgevolg zeer duur. Een nadeel aan deze oplossing is het feit dat de dioxines, na adsorptie, op deze filters blijven bestaan en slechts kunnen vernietigd worden door verbranding bij temperaturen boven   800oye.   



   De huidige uitvinding heeft tot doel een werkwijze te verschaffen voor de verbranding van afval en slib die   efficiënt   en relatief eenvoudig is en waarbij zo weinig mogelijk schadelijke produkten vrijkomen. De huidige uitvinding heeft eveneens tot doel een installatie te verschaffen die het mogelijk maakt om een dergelijke werkwijze uit te voeren op een economisch verantwoorde manier. 



   De huidige uitvinding betreft een werkwijze voor de verbranding van afval en slib die bestaat uit een eigenlijke verbrandingsfaze en een evacuatiefaze voor rookgassen waartussen minstens   een   afkoelingsfaze en minstens   een   filtratiefaze met inbegrip van de afscheiding van partikels uit de rookgassen, plaatsvindt, met het kenmerk dat na de eigenlijke verbrandingsfaze minstens twee afkoelingsfazen voorkomen en dat de afscheiding van partikels plaatsvindt na een afkoelingsfaze waarin de temperatuur van de rookgassen daalt tot een temperatuur die niet lager is dan ongeveer   500 OC.   

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



   De werkwijze volgens de huidige uitvinding heeft bij voorkeur als kenmerk dat de afscheiding van partikels plaatsvindt na een afkoelingsfaze waarin de temperatuur daalt tot een temperatuur die begrepen is tussen ongeveer 500 en 650    C.   



   De werkwijze volgens de huidige uitvinding heeft bij voorkeur eveneens als kenmerk dat tijdens de eigenlijke verbrandingsfaze afval of slib wordt verbrand en dat de afscheiding van partikels plaatsvindt na een afkoelingsfaze waarin de temperatuur respectievelijk daalt tot ongeveer   600 oe   of   585 oe.   



   De huidige uitvinding betreft ook een installatie voor de verbranding van afval en slib die minstens   een   middel om afval en slib te verbranden, minstens   een   middel om rookgassen af te koelen, minstens   een   middel om partikels uit rookgassen te filtreren en minstens   een   middel om de aldus gefiltreerde en afgekoelde rookgassen te evacueren omvat,

   met het kenmerk dat een middel om rookgassen af te koelen aanwezig is dat bestemd is om rookgassen af te koelen tot een temperatuur die niet lager is dan ongeveer   500 oe   en dat gevolgd wordt door een middel om partikels uit de aldus afgekoelde rookgassen te filtreren dat op zijn beurt gevolgd wordt door een middel dat bestemd is om rookgassen af te koelen tot een temperatuur die lager is dan ongeveer 500   0 e.   



   De installatie volgens de uitvinding omvat bij voorkeur minstens   een   middel om afval of slib te verbranden, met het kenmerk dat een middel om rookgassen af te koelen aanwezig is dat bestemd is om rookgassen respectievelijk af te koelen tot ongeveer 600 OC of   585oye.   



   De installatie voor de verbranding van afval of slib volgens de uitvinding heeft bij voorkeur het kenmerk dat minstens   een   middel om rookgassen af te koelen tot een temperatuur die niet lager is dan 500 C, respectievelijk een lege trek of een luchtvoorverwarmer is. 



   In de installatie volgens de uitvinding is 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 minstens   een   middel om rookgassen af te koelen tot een temperatuur die lager is dan   500 oc,   bij voorkeur een sproeitoren of een ketel. 



   In de installatie volgens de uitvinding is minstens   een   van de middelen om partikels uit rookgassen te filtreren bij voorkeur bestand tegen temperaturen tot ongeveer   900  C.   



   Er is vastgesteld dat in de rookgassen die uit de installatie volgens de uitvinding wordt geëvacueerd, totaal onverwacht geen toxische dioxines meer aanwezig zijn, hetgeen onmiskenbaar een belangrijk voordeel is. 



   Deze uitvinding heeft als bijkomend voordeel dat 
 EMI4.1 
 de bouw van een ketel die na het middel om partikels uitrookgassen te filtreren wordt geplaatst, eenvoudiger is omdat de partikels reeds zijn afgefiltreerd wanneer de rookgassen de ketel binnenstromen. Dit heeft als gevolg dat de kostprijs van deze ketel gevoelig lager ligt. 



   Aangezien in deze uitvinding gefiltreerd wordt bij temperaturen die hoger zijn dan   500oC,   is het gebruik van electrofilters en doekenfilters niet langer mogelijk. 



   Een middel om partikels uit rookgassen te filtreren dat bijzonder geschikt is voor gebruik in de werkwijze volgens de uitvinding en voor de inbouw in een verbrandingsinstallatie volgens de uitvinding is beschreven in octrooiaanvraag PCT/BE 93/00052 namens Seghers Engineering N. V.. Dergelijke filter voor het kontinu filtreren van met vaste partikels beladen gassen bestaat uit een cilindrisch filterlichaam dat minstens   een   filtreersectie bevat die in een ingangskamer en uitgangskamer is cnderverdeeld door een trechtervormige scheidswand met ringvormige treden waarbij   filterkaarsen   gemonteerd zijn in gaten die voorzien zijn in de horizontale delen van de scheidswand en waarbij alle onderdelen op een concentrische en radiale wijze en in hoofdzaak symmetrische wijze geschikt zijn ten opzichte van de vertikale aslijn van de cilindrische 

  zijwand van het filterlichaam. Deze 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 concentriciteit en radiale opbouw laten toe dat dergelijke filter onbelemmerd functioneert bij temperaturen tot   900 oc.   



   Het gebuik van een dergelijke filter heeft als 
 EMI5.1 
 voordeel dat ook partikels kleiner dan 5p, maar groter dan de vangstcapaciteit van de filterkaarsen van dergelijke filter (ca   2ju),   gefiltreerd worden. Dit reduceert gevoelig de hoeveelheid partikels die, zelfs na filtratie, de verbrandingsinstallatie verlaten. 



   Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van uitvoeringsvoorbeelden met verwijzing naar bijhorende figuren. 



   Fig. 1 is een schematische weergave van een installatie voor de verbranding van huishoudelijk afval. 



   Fig. 2 is een schematische weergave van een installatie voor de verbranding van waterzuiveringslib. 



   Uit Fig. 1 blijkt de opeenvolgende plaatsing van - een middel om huishoudelijk afval te verbranden, dat bestaat uit een verbrandingsoven   101 ;   - een middel om rookgassen af te koelen dat bestemd is om rookgassen af te koelen tot een temperatuur die niet lager is dan ongeveer 500   oc,   dat bestaat uit lege trekken 103A, 103B,   103C ;   - een middel om partikels uit rookgassen te filtreren, dat bestaat uit een rookgasfilter 105 die voorzien is van een koeler 107 voor de afkoeling van de   afgefiltreerde   partikels 109 en die gereinigd kan worden door perslucht 111 in tegenstroom ten opzichte van de rookgassen te blazen ;

   - een middel dat bestemd is om de rookgassen af te koelen tot een temperatuur die lager is dan ongeveer 500   oc,   dat bestaat uit een ketel   113 ;   - een chemische rookgasreiniger   115 ;   - een zuigtrekventilator 117 en - een middel om de rookgassen te evacueren, dat bestaat uit een schouw 119. 



   In de verbrandingsoven 101 gebeurt de eigenlijke 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 verbranding van huishoudelijk afval. De rookgassen die tijdens deze verbranding ontstaan, hebben een temperatuur van ongeveer   950 C.   



   Deze rookgassen verlaten de verbrandingsoven 101 en worden afgekoeld in de lege trekken 103A, 103B, 103C tot ongeveer   600 C.   



   Vervolgens stromen ze op deze temperatuur de rookgasfilter 105 binnen waar de partikels van de rookgassen worden gescheiden. In de koeler 107 worden de afgefiltreerde partikels 109 afgekoeld waarbij de warmte wordt overgedragen aan water. De rookgasfilter 105 kan gereinigd worden door perslucht 111 in tegenstroom ten opzicht van de rookgassen in de rookgasfilter 105 te blazen. 



   De aldus afgekoelde en gefiltreerde rookgassen worden vervolgens verder afgekoeld tot ongeveer   2200e   in de ketel 113. 



   Daarna stromen de rookgassen in een chemische rookgasreiniger 115 om vervolgens via een zuigtrekventilator 117 en via een schouw 119, in de atmosfeer terecht te komen. 



   Uit Fig. 2 blijkt de opeenvolgende plaatsing van - een middel om waterzuiveringsslib te verbranden, dat bestaat uit een wervelbedoven   201i   - een middel. om rookgassen af te koelen dat bestemd is om rookgassen af te koelen tot een temperatuur die niet lager is dan   , ongeveer 500 C,   dat bestaat uit een luchtvoorverwarmer 203, gevoed met lucht die, na opwarming, via een windtunnel de wervelbedoven 201   binnenstoomt ;   - een middel om partikels uit rookgassen te filtreren, dat bestaat uit een rookgasfilter 205 die voorzien is van een koeler 207 voor de afkoeling van de   afgefiltreerde partikels   209 en die gereinigd kan worden door perslucht 211 in tegenstroom ten opzichte van de rookgassen te blazen ;

   - een middel dat bestemd is om de rookgassen af te koelen tot een temperatuur die lager is dan ongeveer   500 C,   dat bestaat uit een ketel   213 ;   - een chemische rookgasreiniger   215 ;   

 <Desc/Clms Page number 7> 

 - een zuigtrekventilator 217 en - een middel om de rookgassen te evacueren, dat bestaat uit een schouw 219. 



   In de wervelbedoven 201 gebeurt de eigenlijke verbranding van waterzuivzeringsslib. De rookgassen die tijdens deze verbranding ontstaan, hebben een temperatuur van ongeveer   850 C.   



   Deze rookgassen verlaten de wervelbedoven 201 en worden afgekoeld in de luchvoorverwarmer 203 tot ongeveer   585oc.   



   Vervolgens stromen ze op deze temperatuur rookgasfilter 205 binnen waar de partikels van de rookgassen worden gescheiden. In de koeler 207 worden de afgefiltreerde partikels 209 afgekoeld waarbij de warmte wordt overgedragen aan water. De rookgasfilter 205 wordt gereinigd door perslucht 211 in tegenstoom ten opzicht van de rookgassen in de rookgasfilter 205 te blazen. 



   De aldus afgekoelde en gefiltreerde rookgassen worden vervolgens verder afgekoeld tot ongeveer   220 C   in de ketel 213. 



   Daarna stromen de rookgassen in een chemische rookgasreiniger 215 om vervolgens via een zuigtrekventilator 217 en via een schouw 219, in de atmosfeer terecht te komen.

Claims (12)

  1. EMI8.1
    C O N C L U S I E S CONCLUSIES 1. - Werkwijze voor de verbranding van afval en slib die bestaat uit een eigenlijke verbrandingsfaze en een evacuatiefaze voor rookgassen waartussen minstens een afkoelingsfaze en minstens een filtratiefaze met inbegrip van de afscheiding van partikels uit de rookgassen, plaatsvindt, met het kenmerk dat na de eigenlijke verbrandingsfaze minstens twee afkoelingsfazen voorkomen en dat de afscheiding van partikels plaatsvindt na een afkoelingsfaze waarin de temperatuur van de rookgassen daalt tot een temperatuur die niet lager is dan ongeveer 500 oe.
  2. 2.-Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de afscheiding van partikels plaatsvindt na een afkoelingsfaze waarin de temperatuur daalt tot een temperatuur die begrepen is tussen ongeveer 500 en 650 oc.
  3. 3.-Werkwijze volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat tijdens de eigenlijke verbrandingsfaze afval wordt verbrand en dat de afscheiding van partikels plaatsvindt na een afkoelingsfaze waarin de temperatuur daalt tot ongeveer 600 C.
  4. 4.-Werkwijze volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat tijdens de eigenlijke verbrandingsfaze slib wordt verbrand en dat de afscheiding van partikels plaatsvindt na een afkoelingsfaze waarbij de temperatuur daalt tot ongeveer 585 oe.
  5. 5.-Installatie voor de verbranding van afval en slib die minstens een middel om afval en slib te verbranden (101,201), minstens een middel om rookgassen af te koelen (103,113, 203,213), minstens een middel om partikels uit rookgassen te filtreren (105,205) en minstens een middel om de aldus gefiltreerde en afgekoelde rookgassen te evacueren (119,219) omvat, met het kenmerk dat een middel om rookgassen af te koelen (103,203) aanwezig is dat bestemd is om rookgassen af te koelen tot een temperatuur <Desc/Clms Page number 9> die niet lager is dan ongeveer 500 OC en dat gevolgd wordt door een middel om partikels uit de aldus afgekoelde rookgassen te filtreren (105,205) dat op zijn beurt gevolgd wordt door een middel (113,213)
    dat bestemd is om rookgassen af te koelen tot een temperatuur die lager is dan ongeveer 500 C.
  6. 6.-Installatie volgens conclusie 5 die minstens een middel om afval te verbranden (101) omvat, met het kenmerk dat een middel om rookgassen af te koelen (103) aanwezig is dat bestemd is om rookgassen af te koelen tot ongeveer 600 C.
  7. 7.-Installatie volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat minstens een middel om rookgassen af te koelen (103) tot een temperatuur die niet lager is dan 500oye, een lege trek is.
  8. 8.-Installatie volgens conclusie 5 die minstens een middel om slib te verbranden (201) omvat, met het kenmerk dat minstens een middel om rcokgassen af te koelen (203) aanwezig is dat bestemd is om rookgassen af te koelen tot ongeveer 585 C.
  9. 9.-Installatie volgens conclusie 5 of 8, met het kenmerk dat minstens een middel om rookgassen af te koelen (203) tot een temperatuur die niet lager is dan 500oye, een luchtvoorverwarmer is.
  10. . 10.- Installatie volgens een der conclusies 5 tot 9, met het kenmerk dat minstens een middel om rookgassen af te koelen (113,213) tot een temperatuur die lager is dan 500 C, een sproeitoren is.
  11. 11. - Installatie volgens een der conclusies 5 tot 9, met het kenmerk dat minstens een middel om rookgassen af te koelen (113,213) tot een temperatuur die lager is dan 500 OC, een ketel is.
  12. 12.-Installatie volgens een der conclusies 5 tot 11, met het kenmerk dat minstens één van de middelen om partikels uit rookgassen te filtreren (105,205) bestand is tegen temperaturen tot ongeveer 900 C.
BE9301308A 1993-11-26 1993-11-26 Werkwijze voor de verbranding van afval en slib en installatie waarin deze werkwijze wordt toegepast. BE1007801A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9301308A BE1007801A3 (nl) 1993-11-26 1993-11-26 Werkwijze voor de verbranding van afval en slib en installatie waarin deze werkwijze wordt toegepast.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9301308A BE1007801A3 (nl) 1993-11-26 1993-11-26 Werkwijze voor de verbranding van afval en slib en installatie waarin deze werkwijze wordt toegepast.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1007801A3 true BE1007801A3 (nl) 1995-10-24

Family

ID=3887586

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9301308A BE1007801A3 (nl) 1993-11-26 1993-11-26 Werkwijze voor de verbranding van afval en slib en installatie waarin deze werkwijze wordt toegepast.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1007801A3 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1988007648A1 (en) * 1987-03-23 1988-10-06 Westinghouse Electric Corporation Method and apparatus of cleaning toxic substances from the exhaust of an incinerator burning-municipal solid waste
EP0300396A2 (de) * 1987-07-24 1989-01-25 Forschungszentrum Jülich Gmbh Verfahren zur thermischen Behandlung von Abfällen sowie Vorrichtung zur Durchführung dieses Verfahrens
EP0402972A1 (de) * 1989-06-16 1990-12-19 METALLGESELLSCHAFT Aktiengesellschaft Verfahren zur Vermeidung der Bildung von hochkondensierten aromatischen Kohlenwasserstoffen und Dioxinen sowie Vorrichtung zur Durchführung des Verfahrens
EP0479267A2 (en) * 1990-10-05 1992-04-08 RWE-Entsorgung Aktiengesellschaft Process and device for waste incineration

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1988007648A1 (en) * 1987-03-23 1988-10-06 Westinghouse Electric Corporation Method and apparatus of cleaning toxic substances from the exhaust of an incinerator burning-municipal solid waste
EP0300396A2 (de) * 1987-07-24 1989-01-25 Forschungszentrum Jülich Gmbh Verfahren zur thermischen Behandlung von Abfällen sowie Vorrichtung zur Durchführung dieses Verfahrens
EP0402972A1 (de) * 1989-06-16 1990-12-19 METALLGESELLSCHAFT Aktiengesellschaft Verfahren zur Vermeidung der Bildung von hochkondensierten aromatischen Kohlenwasserstoffen und Dioxinen sowie Vorrichtung zur Durchführung des Verfahrens
EP0479267A2 (en) * 1990-10-05 1992-04-08 RWE-Entsorgung Aktiengesellschaft Process and device for waste incineration

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5191845A (en) Method of reprocessing sewage sludge
JP2634320B2 (ja) ガススクラバーの後に後燃焼と熱回収とを行う一段焼却炉を用いたスラッジ焼却方法
JPH06241424A (ja) 固体廃棄物の焼却方法
US5746141A (en) High temperature acid gases and particulate removal in waste incineration process
JP3352927B2 (ja) 非連続燃焼式ごみ焼却施設のダイオキシン類削減方法
BE1007801A3 (nl) Werkwijze voor de verbranding van afval en slib en installatie waarin deze werkwijze wordt toegepast.
JPH02263009A (ja) ごみ焼却時に生成するダイオキシンとフランを減らすための方法及びその設備
JP2001248827A (ja) クリーンな焼却飛灰を得る焼却排ガス処理装置
JP2651769B2 (ja) 熱回収燃焼設備
CN1107697C (zh) 一种焦炉消烟除尘工艺及其设备
CN107023839A (zh) 一种处理吸附VOCs废气固体废弃物蓄热沸腾燃烧炉的使用方法
WO1988007648A1 (en) Method and apparatus of cleaning toxic substances from the exhaust of an incinerator burning-municipal solid waste
JP3489938B2 (ja) 燃焼排ガス処理装置
CN111174209A (zh) 一种基于物料循环的高温垃圾焚烧炉排炉系统及工作方法
JP2898625B1 (ja) 未燃灰によるダイオキシン類の除去・分解方法及び装置
JP2752333B2 (ja) 廃棄物焼却方法及び装置
KR100484616B1 (ko) 다이옥신 배출 저감을 위한 축열식 연소 매트가 장착된 연소장치
JP3107544B2 (ja) 旋回燃焼炉
CN107036105B (zh) 一种处理吸附VOCs废气固体废弃物蓄热二次燃烧净化装置
JP3786292B2 (ja) 焼却方法および装置
JP2991638B2 (ja) 廃棄物焼却装置
JP2991639B2 (ja) 廃棄物焼却装置
JPH087229Y2 (ja) ごみ焼却装置
KR910003578B1 (ko) 방사성 폐기물 소각공정용 후연소 겸용 고온여과장치
JPH01114604A (ja) 複床流動床燃焼装置

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: SEGHERS BETTER TECHNOLOGY GROUP

Effective date: 20001130