<Desc/Clms Page number 1>
EMI1.1
Werkwijze voor het vervaardigen van een buis met willekeurge doorstroomsectie. willekeurge Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een buis met willekeurige doorstroomsectie.
Het is bekend bij weefmachines gebruik te maken van een hoofdblazerbuis met een veranderlijke doorstroomsectie.
Teneinde dergelijke hoofdblazerbuis te vervaardigen kan men gebruik maken van een dikwandige buis waarbij men bijvoorbeeld door vonkerosie inwendig materiaal wegneemt zodanig dat men een buis met een veranderlijke binnendiameter bekomt. Dergelijke werkwijze is moeilijk en kostelijk om uit te voeren. Een andere werkwijze werd beschreven in US 4999901 waarbij men eerst materiaal wegneemt langs de buitenkant van een dikwandige buis en vervolgens deze buis door een treksteen trekt zodanig dat de buitendiameter egaal wordt teneinde een buis met een veranderlijke binnendiameter te bekomen. Deze werkwijze is ook niet eenvoudig uit te voeren.
De huidige uitvinding heeft een werkwijze voor het vervaardigen van een buis tot doel die de voornoemde nadelen niet vertoont.
Tot dit doel betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een buis met een willekeurige doorstroomsectie daardoor gekenmerkt dat de werkwijze hoofdzakelijk bestaat uit het plaatsen van een buis in een matrijs voorzien van een vorm, het opspannen van de uiteinden
<Desc/Clms Page number 2>
van de buis tussen de matrijs en spanelementen, en het in de buis toevoeren van een fluidum onder druk zodanig dat de buis door het toegevoerde fluidum tegen de vorm in de matrijs wordt gedrukt en het verloop van de vorm in de matrijs aanneemt. Het in de buis toevoeren van het fluidum gebeurt bij voorkeur via een centrale boring die voorzien is in minstens een van de voornoemde spanelementen.
Vervolgens wordt de buis uit de matrijs verwijderd en kan op een bepaalde lengte gebracht worden door het afsnijden van een buisgedeelte langs beide uiteinden van de buis.
Het opspannen van de uiteinden van de buis tussen de matrijs en de spanelementen gebeurt bij voorkeur door de uiteinden van de buis tussen de vorm in de matrijs en de spanelementen te klemmen waarbij deze uiteinden met de spanelementen tegen de einden van de vorm in de matrijs gedrukt worden zodanig dat een dichting voor het toegevoerde fluidum wordt bekomen tussen de uiteinden van de buis en de spanelementen.
De werkwijze volgens de uitvinding biedt als voordeel dat op een eenvoudige wijze een buis met willekeurige doorstroomsectie kan vervaardigd worden. De voornoemde werkwijze biedt tevens als voordeel dat de bekomen buis zeer recht is en dit zelfs wanneer de oorspronkelijke buis niet zeer recht was. De werkwijze volgens de uitvinding laat toe dunwandige en lichte buizen te vervaardigen. Door het feit dat de buis koud vervormd werd is deze buis ook zeer sterk. Dergelijke eigenschappen van de buis, maken buizen die vervaardigd zijn volgens de uitvinding bijzonder geschikt om toegepast te worden als hoofdblazerbuis bij luchtweefmachines.
<Desc/Clms Page number 3>
Teneinde de kenmerken volgens de uitvinding duidelijker naar voor te brengen wordt de uitvinding hieronder nader toegelicht aan de hand van tekeningen met uitvoeringsvoorbeelden, waarin : figuur 1 een inrichting weergeeft om de werkwijze volgens de uitvinding toe te passen ; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn 11-11 in figuur 1 ; figuur 3 een vergroot gedeeltelijk zijzicht weergeeft volgens lijn 111-111 in figuur 2 ; figuur 4 in doorsnede een vergroot zieht weergeeft van het gedeelte aangeduid met F4 in figuur 1 ; figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur 4 ; figuren 6 en 7 een variante weergeven van figuur 5.
In figuur 1 is een inrichting 1 weergegeven om de werkwijze volgens de uitvinding toe te passen. Deze inrichting 1 bevat een freem 2 waarop een tafel 3, een eerste steun 4, een tweede steun 5 en een hoge-druk-pomp 6 zijn voorzien. In de eerste steun 4 is een doorn 7 die aan een top een konisch spanelement 8 bevat, vast bevestigd. De tweede steun 5 is van een doorn 9 voorzien die aan een top een tweede konisch spanelement 10 bevat en die verplaatsbaar bevestigd is ten opzichte van deze steun 5. Deze doorn 9 werkt samen met schroefmiddelen 11 die in en uit de steun 5 kunnen geschroefd worden teneinde toe te laten de doorn 9 ten opzichte van de steun 5 te verplaatsen. De konische spanelementen 8 en 10 vertonen bijvoorbeeld een tophoek van ongeveer zestig graden.
<Desc/Clms Page number 4>
De tafel 3 rust op en is verplaatsbaar ten opzichte van het freem 2. Tevens kunnen elastische tappen 12 voorzien worden om de verplaatsing van de tafel 3 te beperken.
Zoals weergegeven in figuur 2 bestaat de tafel 3 uit een U-vormig stuk 13, een spievormig klemstuk 14, schroefmiddelen 15 voorzien van een kraag 16 die toelaat bij het losschroeven van de schroefmiddelen 15 het klemstuk 14 van het stuk 13 te verwijderen, en een steunelement 17.
Tevens is een matrijs 18 weergegeven die bestaat uit meedere delen die van elkaar kunnen verwijderd worden, bijvoorbeeld twee delen 19 en 20. Teneinde beide delen 19 en 20 juist ten opzichte van elkaar te kunnen plaatsen zijn referentietappen 21 voorzien die bijvoorbeeld vast zijn bevestigd zijn in het deel 19 en die schuifbaar zijn in het andere deel 20.
Eventueel kunnen eveneens schroefmiddelen 22 voorzien worden om beide delen 19 en 20 tegen elkaar te schroeven. Zoals vergroot weergegeven in figuur 3 is in de matrijs 18 een vorm 23 met een bepaald verloop volgens lengterichting voorzien.
Deze vorm 23 is bepalend voor de doorstroomsectie van een buis 30 die vervaardigd wordt door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding zoals hiernavolgend beschreven. De einden 24 en 25 van deze vorm 23 kunnen tevens voorzien zijn van een afschuining 26 en 27. Deze afschuiningen 26 en 27 vertonen bij voorkeur respektievelijk een afschuiningshoek die gelijk is aan de tophoek van de konische spanelementen 8 en 10.
Zoals weergegeven in figuren 1 en 4 bevatten de doorn 7 en
<Desc/Clms Page number 5>
het spanelement 8 een centrale boring 28. Deze boring 28 kan gekoppeld worden met de hoge-druk-pomp 6 zodanig dat fluidum van de hoge-druk-pomp 6 door de boring 28 naar het center van het spanelement 8 kan toegevoerd worden. Deze koppeling wordt voorzien door het aanspannen van een moer 34. Het spanelement 8 kan bijvoorbeeld tevens door deze moer 34 bevestigd worden aan de steun 4.
In figuur 1 is tevens nog een stuureenheid 33 en een fluidumtoevoer 29 voor de hoge-druk-pomp 6 weergegeven.
Tevens is in figuren 3 en 4 een buis 30 met twee uiteinden 31 en 32 weergegeven.
De werkwijze volgens de uitvinding bestaat in het plaatsen van een buis 30 in een matrijs 18 voorzien van een vorm 23, het opspannen van de uiteinden 31 en 32 van de buis 30 tussen de matrijs 18 en spanelementen 8 en 10 die opgesteld zijn aan beide einden 24 en 25 van de matrijs 18, en het in de buis 30 toevoeren van een fluidum onder hoge druk zodanig dat de buis 30 door het toegevoerde fluidum tegen de vorm 23 in de matrijs 18 wordt gedrukt en het verloop van de vorm 23 in de matrijs 18 aanneemt.
Om deze werkwijze toe te passen opent men vooreerst de twee delen 19 en 20 van de matrijs 18 en plaatst men een buis 30 in de vorm 23 in de matrijs 18. De in de vorm 23 in de matrijs 18 geplaatste buis 30 wordt in figuur 3 weergegeven in streeplijn en ter verduidelijking aangeduid met referentie 30A. Deze buis 30 strekt zieh hierbij iets voorbij de beide einden 24 en 25 van de vorm 23 in de matrijs 18 uit. De
<Desc/Clms Page number 6>
schroefmiddelen 22 van de matrijs 18 worden aangeschroefd.
Vervolgens wordt de matrijs 18 met de daarin voorziene buis 30 op de tafel 3 gelegd. Hierbij worden de schroefmiddelen 15 van het spievormig klemstuk 14 aangeschroefd zodanig dat de matrijs 18 vast bevestigd is aan de tafel 3. De schroefmiddelen 11 worden vervolgens aangespannen zodanig dat de spanelementen 8 en 10 samenwerken met de uiteinden 31 en 32 van de buis 30 en de uiteinden 31 en 32 van de buis 30 tegen de afschuiningen 26 en 27 van de vorm 23 in de matrijs 18 worden gedrukt. Hierdoor wordt bekomen dat de uiteinden 31 en 32 van de buis 30 tussen de vorm 23 in de matrijs 18 en de spanelementen 8 en 10 worden geklemd zodanig dat deze uiteinden 31 en 32 tussen de matrijs 18 en de spanelementen 8 en 10 worden opgespannen.
Hierdoor wordt een dichting voor fluidum bekomen tussen de beide uiteinden 31 en 32 van de buis 30 en de spanelementen 8 en 10, zoals weergegeven in figuur 4 voor het uiteinde 31 en het spanelement 8. Door het feit dat de tafel 3 verplaatsbaar is opgesteld zullen de spanelementen 8 en 10 zieh automatisch centeren ten opzichte van de buis 30 en de vorm 23 in de matrijs 18. Het is duidelijk dat het hierbij voordelig is dat de uiteinden 31 en 32 van de buis 30 en de einden 24 en 25 van de vorm 23 in de matrijs 18 nagenoeg dezelfde afmetingen hebben.
Vervolgens wordt fluidum via minstens een van de spanelementen 8 of 10 toegevoerd in de buis 30. In de weergegeven uitvoeringsvorm wordt fluidum via de boring 28 die centraal voorzien is in het spanelement 8 toegevoerd door middel van een via de stuureenheid 33 gestuurde hoge-druk-pomp 6. Door
<Desc/Clms Page number 7>
het feit dat de uiteinden 31 en 32 van de buis 30 geklemd worden tussen de matrijs 18 en de spanelementen 8 en 10 kan het toegevoerde fluidum de buis 30 niet verlaten. Door het toevoeren van fluidum onder hoge druk wordt de buis 30 tegen de vorm 23 in de matrijs 18 gedrukt waardoor de buis 30 koud vervormd wordt en het verloop van de vorm 23 in de matrijs 18 aanneemt, zoals weergegeven in figuur 3.
Vervolgens wordt de toevoer van fluidum onderbroken zodanig dat de druk in het fluidum verdwijnt, worden de schroefmiddelen 11 losgeschroefd waardoor de spanelementen 8 en 10 kunnen loskomen van de buis 30, worden de schroefmiddelen 15 van het spievormig klemstuk 14 losgeschroefd zodanig dat het klemstuk 14 omhoog getild wordt en de matrijs 18 los komt te zitten. De matrijs 18 wordt dan verwijderd uit de tafel 3 en geopend om de bekomen buis 30 uit de matrijs 18 te verwijderen. Het openen van de matrijs 18 laat toe een willekeurige buis 30 uit de matrijs 18 te verwijderen.
Verder kan de bekomen buis 30 op een bepaalde lengte gebracht worden door het afsnijden van een buisgedeelte langs beide uiteinden 31 en 32 van de buis 30. Eventueel kan de binnenwand van de bekomen buis 30 nog gepolijst worden.
Het is duidelijk dat de vorm 23 in de matrijs 18 naast een verloop volgens lengterichting tevens een bepaald verloop volgens dwarsrichting kan vertonen. In figuur 5 is een doorsnede weergegeven volgens lijn V-V in figuur 4 waarbij weergegeven is dat het verloop van de vorm 23 in de matrijs
18 volgens dwarsrichting rond is. In figuur 6 is een variante
<Desc/Clms Page number 8>
weergeven van de uitvoeringsvorm van figuur 5 waarbij het voornoemd verloop ovaal is, terwijl in figuur 7 nog een variante is weergeven waarbij het voornoemd verloop praktisch rechthoekig is. Het is duidelijk dat het verloop volgens dwarsrichting eveneens kan veranderen volgens de lengterichting van de vorm 23 in de matrijs 18.
Dergelijke werkwijze laat toe door keuze van de vorm 23 in de matrijs 18 een buis 30 met een willekeurige doorstroomsectie te vervaardigen,. waarbij deze doorstroomsectie veranderlijk kan zijn zowel volgens de lengterichting als volgens de dwarsrichting. De werkwijze laat ook toe buizen met een niet ronde doorstroomsectie te bekomen en dit zelfs als men een ronde buis in de matrijs 18 plaatste. In geval men ronde buizen vervaardigt is het duidelijk dat men buizen met een willeurig verloop van de binnendiameter kan bekomen. Door het feit dat bij de werkwijze volgens de uitvinding geen materiaal wordt weggenomen, laat deze werkwijze toe buizen met een willekeurige doorstroomsectie te vervaardigen die een nagenoeg constante wanddikte vertonen.
De voornoemde werkwijze laat eveneens toe dunwandige buizen met een willekeurige doorstroomsectie te vervaardigen zodat zelfs zeer lichte buizen met een veranderlijke doorstroomsectie kunnen bekomen worden. Het opspannen van beide
EMI8.1
- tijdens uiteinden 31 en 32 van de buis 30 laat tevens toe dat de vervorming van de buis 30 er een axiale trekkracht in de buis 30 optreedt, wat aanleiding kan geven tot he' feit da- een buis 30 vervaardigd volgens de uitvinding recht wordt, zelfs als de oorspronkelijke buis die men in de matrijs 13
<Desc/Clms Page number 9>
plaatste niet zeer recht was. Door koudvervorming van het materiaal van de buis 30 is de bekomen buis 30 eveneens zeer sterk.
Dergelijk eigenschappen maken buizen die vervaardigd zijn volgens de werkwijze volgens de uitvinding zeer geschikt om toegepast te worden als hoofdblazerbuis bij snellopende luchtweefmachines.
Het gebruikte fluidum is bij voorkeur een vloeistof teneinde toe te laten fluidum onder een hoge druk toe te voeren. Als vloeistof kan bijvoorbeeld water gebruikt worden. Tevens kunnen verend opgestelde afschermbussen 35 en 36 op de doornen 8 en 10 voorzien worden teneinde te vermijden dat fluidum onder druk kan vrijkomen in geval de dichting tussen de buis 30 en de spanelementen 8 of 10 zou verbroken worden.
Uiteraard kan de werkwijze eveneens met een andere inrichting uitgevoerd worden. Zo kunnen de schroefmiddelen 11 en/of 15 bijvoorbeeld vervangen worden door een stuurbare hydraulische cilinder. Het is duidelijk dat het deel 19 van de matrijs 18 ook vast kan bevestigd worden aan het stuk 13, terwijl het deel 20 van de matrijs 18 bijvoorbeeld door middel van aan het stuk 13 bevestigde hydraulische cilinders van en naar het deel 19 kan gebracht worden.
De werkwijze voor het vervaardigen van een buis met willekeurige doorstroomsectie volgens de uitvinding beperkt zieh uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen en kan binnen het kader van de uitvinding in verschillende andere vormen en afmetingen worden verwezenlijkt.
<Desc / Clms Page number 1>
EMI1.1
A method for manufacturing a tube with an arbitrary flow-through section. This invention relates to a method of manufacturing a tube with a random flow-through section.
It is known in weaving machines to use a main blower tube with a variable flow-through section.
In order to manufacture such a main blower tube, it is possible to use a thick-walled tube, for example, by removing internal material by spark erosion, such that a tube with a variable inner diameter is obtained. Such a method is difficult and expensive to perform. Another method was described in US 4999901 in which material is first removed from the outside of a thick-walled tube and then this tube is pulled through a drawing stone such that the outer diameter becomes smooth in order to obtain a tube with a variable inner diameter. This method is also not easy to implement.
The present invention aims at a method of manufacturing a tube which does not have the above-mentioned drawbacks.
For this purpose the invention relates to a method for manufacturing a tube with a random flow-through section, characterized in that the method mainly consists of placing a tube in a mold provided with a shape, clamping the ends
<Desc / Clms Page number 2>
of the tube between the die and tensioning elements, and feeding a pressurized fluid into the tube such that the tube is pressed against the mold into the mold by the supplied fluid and assumes the course of the mold in the mold. The supply of fluid into the tube is preferably effected via a central bore provided in at least one of the aforementioned clamping elements.
Then the tube is removed from the mold and can be brought to a certain length by cutting off a tube section along both ends of the tube.
The ends of the tube between the mold and the clamping elements are preferably clamped by clamping the ends of the tube between the mold in the mold and the clamping elements, these ends being pressed with the clamping elements against the ends of the mold in the mold such that a seal for the supplied fluid is obtained between the ends of the tube and the clamping elements.
The method according to the invention offers the advantage that a tube with any flow-through section can be manufactured in a simple manner. The aforementioned method also offers the advantage that the tube obtained is very straight, even if the original tube was not very straight. The method according to the invention makes it possible to manufacture thin-walled and light pipes. Due to the fact that the tube was cold deformed, this tube is also very strong. Such properties of the tube make tubes manufactured according to the invention particularly suitable for use as a main blower tube in airjet weaving machines.
<Desc / Clms Page number 3>
In order to more clearly present the features according to the invention, the invention is explained in more detail below with reference to drawings with exemplary embodiments, in which: figure 1 shows a device for applying the method according to the invention; figure 2 represents a section according to line 11-11 in figure 1; figure 3 shows an enlarged partial side view according to line 111-111 in figure 2; figure 4 represents an enlarged section of the part indicated by F4 in figure 1; figure 5 represents a section according to line V-V in figure 4; figures 6 and 7 represent a variant of figure 5.
Figure 1 shows a device 1 for applying the method according to the invention. This device 1 comprises a frame 2 on which a table 3, a first support 4, a second support 5 and a high-pressure pump 6 are provided. A mandrel 7 containing a conical tensioning element 8 is fixed in the first support 4. The second support 5 is provided with a mandrel 9 which at a top contains a second conical tensioning element 10 and which is movably mounted relative to this support 5. This mandrel 9 cooperates with screw means 11 which can be screwed in and out of the support 5 to allow the mandrel 9 to move relative to the support 5. For example, the conical tensioning elements 8 and 10 have an apex angle of approximately sixty degrees.
<Desc / Clms Page number 4>
The table 3 rests on and is movable relative to the frame 2. Elastic taps 12 can also be provided to limit the displacement of the table 3.
As shown in figure 2, the table 3 consists of a U-shaped piece 13, a wedge-shaped clamping piece 14, screw means 15 provided with a collar 16 which allows the clamping piece 14 to be removed from the piece 13 when the screwing means 15 is unscrewed, and a support element 17.
Also shown is a mold 18 consisting of several parts that can be removed from each other, for instance two parts 19 and 20. In order to be able to place both parts 19 and 20 correctly with respect to each other, reference steps 21 are provided, which are fixed for example in the part 19 and which are slidable in the other part 20.
Screw means 22 can optionally also be provided for screwing both parts 19 and 20 against each other. As shown in enlarged form in Figure 3, a mold 23 with a certain longitudinal course is provided in the mold 18.
This shape 23 determines the flow-through section of a tube 30 which is manufactured using the method according to the invention as described below. The ends 24 and 25 of this form 23 can also be provided with a chamfer 26 and 27. These chamfers 26 and 27 preferably have a chamfer angle which is equal to the top angle of the conical clamping elements 8 and 10, respectively.
As shown in Figures 1 and 4, mandrel 7 and
<Desc / Clms Page number 5>
the tensioning element 8 has a central bore 28. This bore 28 can be coupled to the high-pressure pump 6 such that fluid from the high-pressure pump 6 can be supplied through the bore 28 to the center of the tensioning element 8. This coupling is provided by tightening a nut 34. The clamping element 8 can for instance also be fastened to the support 4 by this nut 34.
Figure 1 also shows a control unit 33 and a fluid supply 29 for the high-pressure pump 6.
Figures 3 and 4 also show a tube 30 with two ends 31 and 32.
The method according to the invention consists in placing a tube 30 in a mold 18 provided with a mold 23, clamping the ends 31 and 32 of the tube 30 between the mold 18 and clamping elements 8 and 10 arranged at both ends 24 and 25 of the die 18, and feeding a high pressure fluid into the tube 30 such that the tube 30 is pressed against the mold 23 into the mold 18 by the supplied fluid and the course of the mold 23 into the mold 18 assumes.
To use this method, first open the two parts 19 and 20 of the mold 18 and place a tube 30 in the mold 23 in the mold 18. The tube 30 placed in the mold 23 in the mold 18 is shown in figure 3. shown in dashed line and denoted by reference 30A for clarification. This tube 30 here extends slightly beyond the two ends 24 and 25 of the mold 23 in the mold 18. The
<Desc / Clms Page number 6>
screwing means 22 of the die 18 are screwed on.
Then the mold 18 with the tube 30 provided therein is placed on the table 3. Here, the screwing means 15 of the wedge-shaped clamping piece 14 are screwed on such that the mold 18 is fixedly attached to the table 3. The screwing means 11 are then tightened such that the clamping elements 8 and 10 cooperate with the ends 31 and 32 of the tube 30 and the ends 31 and 32 of the tube 30 are pressed against the chamfers 26 and 27 of the mold 23 in the mold 18. Hereby it is obtained that the ends 31 and 32 of the tube 30 are clamped between the mold 23 in the mold 18 and the clamping elements 8 and 10 such that these ends 31 and 32 are clamped between the mold 18 and the clamping elements 8 and 10.
Hereby a seal for fluid is obtained between the two ends 31 and 32 of the tube 30 and the clamping elements 8 and 10, as shown in figure 4 for the end 31 and the clamping element 8. Due to the fact that the table 3 is displaceable the clamping elements 8 and 10 automatically center with respect to the tube 30 and the mold 23 in the mold 18. It is clear that it is advantageous here that the ends 31 and 32 of the tube 30 and the ends 24 and 25 of the mold 23 in the mold 18 have substantially the same dimensions.
Subsequently, fluid is supplied via at least one of the clamping elements 8 or 10 into the tube 30. In the embodiment shown, fluid is supplied via the bore 28 provided centrally in the clamping element 8 by means of a high-pressure control unit sent via the control unit 33. pump 6. Through
<Desc / Clms Page number 7>
the fact that the ends 31 and 32 of the tube 30 are clamped between the die 18 and the clamping elements 8 and 10 cannot allow the supplied fluid to leave the tube 30. By supplying high pressure fluid, the tube 30 is pressed against the mold 23 in the mold 18 whereby the tube 30 is cold-deformed and assumes the course of the mold 23 in the mold 18, as shown in Figure 3.
Subsequently, the supply of fluid is interrupted such that the pressure in the fluid disappears, the screw means 11 are unscrewed, so that the clamping elements 8 and 10 can come loose from the tube 30, the screw means 15 are unscrewed from the wedge-shaped clamping piece 14 such that the clamping piece 14 is raised is lifted and the mold 18 becomes loose. The mold 18 is then removed from the table 3 and opened to remove the obtained tube 30 from the mold 18. Opening the mold 18 allows to remove any tube 30 from the mold 18.
Furthermore, the obtained tube 30 can be brought to a certain length by cutting off a tube section along both ends 31 and 32 of the tube 30. Optionally, the inner wall of the obtained tube 30 can still be polished.
It is clear that the mold 23 in the mold 18 can, in addition to a longitudinal variation, also have a certain transverse variation. Figure 5 shows a cross-section according to line V-V in figure 4, showing that the course of the mold 23 in the mold
18 is round in the transverse direction. In figure 6 is a variant
<Desc / Clms Page number 8>
showing the embodiment of figure 5 in which the aforementioned gradient is oval, while in figure 7 another variant is shown in which the aforementioned gradient is practically rectangular. It is clear that the transverse direction can also change according to the longitudinal direction of the mold 23 in the mold 18.
Such a method makes it possible to produce a tube 30 with a random flow-through section by selecting the mold 23 in the mold 18. wherein this flow-through section may be variable in both the longitudinal and transverse directions. The method also makes it possible to obtain tubes with a non-round flow-through section, even if a round tube is placed in the mold 18. If round tubes are manufactured, it is clear that tubes with a random inner diameter variation can be obtained. Due to the fact that no material is removed in the method according to the invention, this method makes it possible to manufacture pipes with an arbitrary flow-through section which have a substantially constant wall thickness.
The aforementioned method also makes it possible to produce thin-walled pipes with a random flow-through section, so that even very light pipes with a variable flow-through section can be obtained. Tensioning both
EMI8.1
- during the ends 31 and 32 of the tube 30, the deformation of the tube 30 also allows an axial tensile force to occur in the tube 30, which may give rise to the fact that a tube 30 manufactured according to the invention becomes straight, even if the original tube that is put in the mold 13
<Desc / Clms Page number 9>
was not very straight. Due to cold deformation of the material of the tube 30, the obtained tube 30 is also very strong.
Such properties make tubes manufactured according to the method according to the invention very suitable for use as a main blower tube in high-speed airjet weaving machines.
The fluid used is preferably a fluid to allow the supply of fluid under a high pressure. For example, water can be used as a liquid. Also, resiliently arranged shielding sleeves 35 and 36 can be provided on the mandrels 8 and 10 to prevent fluid from being released under pressure should the seal between the tube 30 and the clamping elements 8 or 10 be broken.
The method can of course also be carried out with another device. For example, the screw means 11 and / or 15 can be replaced by a steerable hydraulic cylinder. It is clear that the part 19 of the mold 18 can also be fixedly attached to the piece 13, while the part 20 of the mold 18 can for instance be brought to and from the part 19 by hydraulic cylinders attached to the piece 13.
The method for manufacturing a pipe with arbitrary flow-through section according to the invention is of course not limited to the exemplary embodiments described and shown in the figures and can be realized within the scope of the invention in various other shapes and sizes.