BE1005304A6 - Konstruktieblok en met dergelijke blokken gevormde konstruktie. - Google Patents

Abstract

Konstruktieblok, in het bizonder van hout, met twee evenwijdige veelhoekige eindvlakken (1) en daartussen loodrecht erop gerichte vierhoekige buitenzijde (2 en 3) , daardoor gekenmerkt dat de eindvlakken (1) een omtrek bezitten die n identieke regelmatige zeshoeken omhult, waarbij n een geheel getal is en wanneer n groter is dan 1 de zeshoeken met een zijde tegen elkaar aansluitn, en het blok bijgevolg tussen de eindvlakken (1) aan weerszijden begrensd is door drie een hoek met elkaar makende gelijke vierhoekige buitenzijden (2).

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Konstruktieblok en met dergelijke blokken gevormde konstruktie. 



  De uitvinding heeft betrekking op een konstruktieblok, in het bij zonder van hout, met twee evenwijdige veelhoekige eindvlakken en daartussen loodrecht erop gerichte vierhoekige buitenzijden. 



  Dergelijke konstruktieblokken worden op elkaar en naast elkaar gestapeld ter vorming van afsluitingen, wanddelen of dergelijke konstrukties. Bekende konstruktieblokken van deze soort bevatten vierhoekige of rechthoekige eindvlakken. 



  De stapelmogelijkheden zijn, althans indien men wenst dat de blokken met een zijde tegen elkaar aansluiten, hetgeen noodzakelijk is om een stevige konstruktie te verkrijgen, vrij beperkt. In feite kunnen enkel vlakke wanddelen of loodrecht op elkaar gerichte wanddelen verkregen worden. 



  De uitvinding heeft tot doel dit nadeel te verhelpen en een konstruktieblok te verschaffen dat op een groot aantal 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 manieren met een zijde   tegen analoge konstruktieblokken   kan geplaatst worden zcdat met dergelijke konstruktieblokken een zeer groot aantal verbanden en patronen kunnen gevormd worden. 



  Tot dit doel bezitten de eindvlakken een omtrek die n identieke regelmatige zeshoeken omhult, waarbij n een geheel getal is en wanneer n groter is dan   1   de zeshoeken met een zijde tegen elkaar aansluiten, en is het blok bijgevolg tussen de eindvlakken aan weerszijden begrensd door drie een hoek met elkaar makende gelijke vierhoekige buitenzijden. 



  Blokken van deze soort kunnen onder verschillende hoeken of in een vlak naast elkaar geplaatst worden in verschillende rijen. Meerdere rijen die gelijk of   verschillend gevormd   zijn, kunnen op elkaar geplaatst. 



  In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het blok van verbindingsmiddelen of delen daarvan voorzien voor het verbinden aan ten minste een   gelijkaardig blök.   



  Deze verbindingsmiddelen zijn doelmatig gevcrmd door een deuvelverbinding. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 De deuvelverbinding laat een snelle maar toch stevige verbinding van de blokken toe zonder dat lijm of schroeven of spijkers moeten gebruikt worden, alhoewel het vastlijmen van de deuvels desgewenst mogelijk is. 



  Bij voorkeur is het blok van het deuvelgat van de deuvelverbinding voorzien. 



  In deze uitvoeringsvorm bezit het blok geen uitstekende delen die kunnen afbreken. Uiteraard moet voor de verbinding van twee dergelijke blokken een afzonderlijke deuvel gebruikt worden die in een deuvelgat van elk van de blokken aangebracht wordt. 



  Ten minste een dergelijk deuvelgat kan op ten minste een van de veelhoekige eindvlakken en/of in ten minste een van de buitenzijden aangebracht zijn. 



  In een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding is n=2 en bezitten de eindvlakken een omtrek die de vorm heeft van een langwerpige achthoek die twee met een zijde tegen elkaar geplaatste gelijke zeshoeken omhult. 



  In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding is de lengte van het blok gelijk aan twee maal zijn breedte. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 Deze uitvoeringsvorm laat nog meer mogelijkheden van stapelpatronen toe aangezien bij voorbeeld naast een vertikaal opgesteld blok twee horizontaal gerichte blokken kunnen geplaatst worden. 



  Alhoewel het blok van een ander materiaal dan hout, zoals bij voorbeeld van kunststof zou kunnen vervaardigd zijn, verdient hout de voorkeur. In het geval van een deuvelverbinding kunnen de deuvels van hout of een ander materiaal zoals kunststof of metaal vervaardigd zijn en bezitten ze bij voorkeur   zulkdanige   afmetingen dat ze enigszins in de deuvelgaten geklemd worden. 



  De uitvinding heeft ook betrekking op een konstruktie vervaardigd met blokken volgens een van de vorige uitvoeringsvormen. 



  In een bijzondere uitvoeringsvorm zijn de blokken van de 
 EMI4.1 
 konstruktie verbind-ngsmiddelen, b, deuvelverbindingen, aan elkaar verbonden. 



  Andere bijzonderheden van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een konstruktieblok en 
 EMI4.2 
 van een u, *ät van volgens de uitvinding. als voorbeeld gegeven en beperkt -vinding niet. De 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 een uit dergelijke blokken vervaardigde konstruktie,verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen, waarin : 
Figuur 1 een zicht in perspektief weergeeft van een konstruktieblok volgens de uitvinding ; 
 EMI5.1 
 figuur 2 een vooraanzicht weergeeft van het blok uit figuur 1 figuur 3 een bovenaanzicht weergeeft van het blok uit figuur 1 figuur 4 een zijaanzicht weergeeft van het blok uit figuur 1. figuur 5 een zicht in perspektief weergeeft dit uit figuur 1 van een konstruktieblok volgens de uitvinding maar met betrekking op een andere uitvoeringsvorm ;

   figuur 6 een bovenaanzicht weergeeft van het blok uit figuur   5 ;   figuur 7 een zieht in perspektief weergeeft analoog aan dit uit de figuren 1 en 5 maar met betrekking op een nog 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 andere   uitvoeringsvorm   van het konstruktieblok volgens de uitvinding ; figuur 8 een bovenzicht weergeeft van het konstruktieblok uit figuur 7 ; figuren 9 tot 16 zichten in perspectief weergeven van konstrukties vervaardigd met het konstruktieblok uit de figuren 1 tot 4. 



  Het konstruktieblok weergegeven in de figuren 1 tot 4 is langwerpig en massief van hout vervaardigd. Het is op zijn einden begrensd door twee eindvlakken 1 die evenwijdig aan elkaar gericht zijn en een omtrek bezitten die een langwerpige achthoek vormt en in feite twee theoretische identieke regelmatige zeshoeken omhult die met een zijde tegen elkaar aansluiten. Deze theoretische zeshoeken zijn in figuur 2 in streeplijn weergegeven. 



  Zijdelings is het blok dus begrensd door acht rechthoekige buitenzijden die loodrecht op de   eindviakken l staan,   namelijk aan weerszijden drie identieke buitenzijden 2 die onderling een binnenhoek van 120 graden met elkaar maken en 
 EMI6.1 
 daartussen twee tegenover elkaar .., elegen en everwijd ;-g aan elkaar in de langsrichting gerichte bredere buitenzijden 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 gelegen en evenwijdig aandie een binnenhoek van 150 graden maken met twee naburige buitenzijden 2. 



  De dikte van het blok, dit is de afstand tussen de tegenover elkaar gelegen buitenzijden 3, aangeduid met de letter D in de figuren 2 en 3, is gelijk aan de breedte, aangeduid met de letter B in de figuren 2 en 4, gedeeld door de vierkantswortel van drie. 



  De lengte van het blok, aangeduid met de letter L in de figuren 3 en 4, is gelijk aan tweemaal de breedte B. 



  Verder is het blok van een aantal deuvelgaten 4 en 5 voorzien die een diameter van acht millimeter en een diepte van ongeveer 25 millimeter bezitten. Twee dergelijke deuvelgaten 4 zijn aangebracht in respektievelijk elk van de eindvlakken 1. Ze zijn juist op het middelpunt gelegen van de twee zeshoeken die door de omtrek van het overeenstemmende eindvlak 1 omhuld zijn en bijgevolg op een afstand van elkaar gelegen die gelijk is aan de helft van de voornoemde breedte B. In de twee tegenover elkaar gelegen buitenzijden 2 die het verst van elkaar gelegen zijn en waartussen dus de breedte B bepaald wordt, zijn vier deuvelgaten 5 aangebracht.

   Deze vier deuvelgaten 5 zijn halverwege de breedte van deze buitenzijden 2 gelegen en zo over de lengte ervan verdeeld dat de afstand tussen 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 de deuvelgaten 5 gelijk is aan de   afstand   tussen de deuvelgaten 4 in een eindvlak 1. De uiterste deuvelgaten 5 liggen daardoor op een afstand van een eindvlak 1 die gelijk is aan de helft van de afstand tussen twee naburige deuvelgaten 5. 



  Door de hiervoor beschreven vorm van de eindvlakken 1 en de hiervoor vermelde verhoudingen tusen de lengte L, de breedte B en de dikte D, kunnen verschillende dergelijke blokken op enorm veel manieren gestapeld worden in boven elkaar geplaatste rijen ter   vorming van   konstrukties of gedeelten daarvan. De blokken kunnen daarbij zowel vertikaal als horizontaal gebruikt worden. Door de aanwezigheid van de deuvelgaten 4 en 5 op de beschreven plaatsen kunnen de blokken bij deze verschillende stapelingen ook gemakkelijk door middel van deuvels aan elkaar verbonden worden. 



  In de figuren 9 tot 16 zijn trouwens een aantal mogelijke konstrukties weergegeven die men met dergelijke blokken kan verwezenlijken. 



  De konstrukties volgens de figuren 9 tot 12 vormen vlakke wanden. Volgens figuur 9 zijn de blokken met hun    langsrichting horizontaal en met hun breedterichting    vertikaal op elkaar geplaatst.   Volgens   de figuren 10 en 12 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 zijn de blokken met hun langsrichting vertikaal op elkaar geplaatst waarbij de boven elkaar gelegen rijen ten opzichte van elkaar verschoven zijn. In figuur 10 zijn de blokken met hun breedterichting in eenzelfde vlak geplaatst terwijl volgens figuur 12 de blokken van de opeenvolgende rijen respektievelijk in de ene en de andere zin rond hun langsrichting gewenteld zijn. In de konstruktie volgens figuur 11 zijn boven elkaar afwisselend een blok met zijn langsrichting horizontaal en twee blokken met hun langsrichting vertikaal geplaatst. 



  In de konstrukties volgens de figuren 13 tot 15 zijn de blokken met hun langsrichting vertikaal op elkaar geplaatst maar met hun breedterichtingen onder een hoek ten opzichte van elkaar zodat een gegolfde wand gevormd wordt. 



  In de konstruktie volgens figuur 16 zijn de blokken zo met hun langsrichting vertikaal geplaatst dat ze een kolom vormen. 



  Het is duidelijk dat, wanneer de op elkaar gestapelde blokken zijdelings ten opzichte van elkaar verschoven zijn zoals weergegeven in de figuren 10 tot 15, de uiteinden van de wand geen vertikale rechte lijn kunnen vormen met volledige blokken alleen. Vandaar dat ook halve blokken voorzien zijn, zoals weergegeven in de figuren 5 tot 8. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 Het blok volgens de figuren 5 en 6 bezit dezelfde eindvlakken 1 als het   hiervoor beschreven blök maar   een lengte die slechts de helft is namelijk L/2. 



  Het blok volgens de figuren 7 en 8 bezit dezelfde lengte L als het normale blok maar eindvlakken waarvan de omtrek gelijk is aan een van de voornoemde theoretische zeshoeken die docr de omtrek van   een eindviak l omhuld   wordt. De breedte van het blok is dan de afstand tussen tegenover elkaar gelegen zijden van een eindviak 1 en in feite iets kleiner dan de voornoemde dikte D. De lengte L van het blok is gelijk aan vier maal de breedte. De eindvlakken van een dergelijk blok zijn van slechts   een   deuvelgat 4 in hun midden voorzien. In figuur 12 is een dergelijk blok weergegeven op   één   einde van de bovenste rij. 



  De voorncemde volledige of halve houten blokken worden aan elkaar bevestigd door middel van deuvels, bijvoorbeeld van hout, die men droog, zonder enige verlijming aanbrengt. Men klopt de deuvel met een hamer in een deuvelgat 4 of 5 van een onderste blok en plaatst dan de erboven liggende blok met een deuvelgat 4 of 5 over de deuvel waarna men het blok tot op het eerstgenoemde blok klopt. De deuvels moeten uiteraard enigszins vervormbaar zijn en klemmend in de deuvelgaten 4 of 5 passen. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 Met de hiervoor beschreven houten blokken kan men op een zeer snelle manier een stevige konstruktie verkrijgen zoals een afsluiting of een gedeelte van een bouwwerk waarbij de houten blokken bijvoorbeeld een wand vormen tussen stijlen. Door de vorm en afmetingen van de blokken kunnen een zeer groot aantal patronen en verbanden gevormd worden.

   De in de figuren 9 tot 16 weergegeven konstrukties vormen slechts een gedeelte van de mogelijkheden. 



  De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen en binnen het raam van de oktrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringvormen vele veranderingen aangebracht worden.

Claims (1)

1. Konklusies. EMI12.1 ----------- l.-Konstruktieblok, in het bijzonder van hout, met twee evenwijdige veelhoekige eindvlakken (1) en daartussen loodrecht erop gerichte vierhoekige buitenzijden (2 en 3), daardoor gekenmerkt dat de eindvlakken (l) een omtrek bezitten die n identieke regelmässige zeshoeken omhult, waarbij n een geheel getal is en wanneer n groter is dan 1 de zeshoeken met een zijde tegen elkaar aansluiten, en het blok bijgevclg tussen de eindvlakken (1) aan weerszijden EMI12.2 - elkaar makende gelijke begrensd is door drie een hoek met. vierhoekige buitenzijden (2).

   2.-Konstruktieblok volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat het blok van verbindingsmiddelen of delen daarvan (4 en 5) voorzien is voor het verbinden aan ten minste een gelijkaardig blok.

   3. - Kons ruktieblok volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat deze verbindingsmiddelen gevormd zijn door een deuvelverbinding. <Desc/Clms Page number 13> 4. - Konstruktieblok volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat het van het deuvelgat (4 of 5) van de deuvelverbinding voorzien is. EMI13.1

   5.-Konstruktieblok volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat ten minste een dergelijk deuvelgat (4) op ten minste een van de veelhoekige eindvlakken (1) aangebracht is.

   6.-Konstruktieblok volgens een van de konklusies 4 en 5, daardoor gekenmerkt dat ten minste een dergelijk deuvelgat (5) in ten minste een van de buitenzijden (2) aangebracht EMI13.2 is.

   7.-Konstruktieblok volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat n-2 en de eindvlakken (1) een omtrek bezitten die de vorm heeft van een langwerpige achthoek die twee met een zijde tegen elkaar geplaatste gelijke zeshoeken omhult.

   8.-Konstruktieblok volgens de konklusies 5 en 7, daardoor gekenmerkt dat het in beide eindvlakken (1) van een deuvelgat (4) voorzien is op de middelpunten van de theoretische zeshoeken die door de omtrek van het overeenstemmende eindvlak (1) omhuld worden. <Desc/Clms Page number 14>

   9. - Konstruktieblok volgens een var. de konklusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat n=l en de eindvlakken (1) dus zeshoekig zijn.

   10. - Konstruktieblok volgens de konklusies 5 en 9, daardoor gekenmerkt dat het in het midden van elk zeshoekig eindvlak (1) van een deuvelgat (4) voorzien is.

   11.-Konstruktieblok volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat zijn lengte (L) gelijk is aan twee maal zijn breedte (B).

   12. - Konstruktieblok volgens de konklusies 6 en 11, daardoor gekenmerkt dat. twee tegenover elkaar gelegen buitenzijden (2) van vier deuvelgaten (5) voorzien zijn die op een afstand van elkaar gelegen zijn die gelijk is aan de breedte (B).

   13. - Konstruktieblok volgens een van de konklusies 7 en 8, daardoor gekenmerkt dat zijn lengte gelijk is aan zijn breedte (B).

   14. - Konstruktieblok volgens een van de konklusies 9 en 10, EMI14.1 - dat zidaardoor gekenmerkt dat zijn lengte gelijk is aan vier maal de afstand tussen tegenover elkaar gelegen zijden van zijn zeshcekig eindviak (l). <Desc/Clms Page number 15>

   15.-Konstruktie vervaardigd met blokken volgens een van de vorige konklusies.

   16. Konstruktie volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat de blokken door verbindingsmiddelen aan elkaar verbonden zijn.

   17.-Konstruktie volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat de blokken aan elkaar verbonden zijn door deuvelverbindingen.