BE1004706A4 - Werkwijze en inrichting voor het reinigen van een verontreinigd bodemgebied. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het reinigen van een verontreinigd bodemgebied. Download PDF

Info

Publication number
BE1004706A4
BE1004706A4 BE9100270A BE9100270A BE1004706A4 BE 1004706 A4 BE1004706 A4 BE 1004706A4 BE 9100270 A BE9100270 A BE 9100270A BE 9100270 A BE9100270 A BE 9100270A BE 1004706 A4 BE1004706 A4 BE 1004706A4
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
pumping
groundwater
pumped
control device
contaminated
Prior art date
Application number
BE9100270A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Oosterhof Holman Milieutechnie
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Oosterhof Holman Milieutechnie filed Critical Oosterhof Holman Milieutechnie
Priority to BE9100270A priority Critical patent/BE1004706A4/nl
Priority to EP92200817A priority patent/EP0505011A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1004706A4 publication Critical patent/BE1004706A4/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B09DISPOSAL OF SOLID WASTE; RECLAMATION OF CONTAMINATED SOIL
    • B09CRECLAMATION OF CONTAMINATED SOIL
    • B09C1/00Reclamation of contaminated soil
    • B09C1/02Extraction using liquids, e.g. washing, leaching, flotation
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B09DISPOSAL OF SOLID WASTE; RECLAMATION OF CONTAMINATED SOIL
    • B09CRECLAMATION OF CONTAMINATED SOIL
    • B09C1/00Reclamation of contaminated soil

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Investigation Of Foundation Soil And Reinforcement Of Foundation Soil By Compacting Or Drainage (AREA)
  • Processing Of Solid Wastes (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een werkwijze voor het in situ reinigen van een verontreinigd bodemgebied, omvattende het op een aantal plaatsen uit het bodemgebied, met een overeenkomstig de mate van verontreiniging van elke plaats voor bepaald volume per tijdseenheid oppompen van verontreinigd grondwater, het van de verontreinigingen ontdoen van het grondwater en het, eventueel in of nabij het bodemgebied, afvoeren van het gereinigde grondwater, waarbij het verontreinigde grondwater op tenminste enige van de plaatsen periodiek achter elkaar met een vaste pompcapaciteit gedurende een geregelde tijdsduur wordt opgepompt.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze en inrichting voor het reinigen van een verontreinigd bodemgebied 
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het in situ reinigen van een verontreinigd bodemgebied, waarbij op een aantal plaatsen uit het bodemgebied verontreinigd grondwater wordt opgepompt. Het opgepompte grondwater wordt gezuiverd en afgevoerd, eventueel door dit in het betreffende bodemgebied weer te infiltreren. 



   Voordat de werkwijze wordt toegepast wordt door metingen bepaald met welk debiet het grondwater op elke plaats opgepompt moet worden, opdat de verontreiniging over het gebied gericht wordt onttrokken. 



   Bij een bekende dergelijke werkwijze wordt op elke plaats een pompput geslagen waarin een pomp wordt aangebracht die overeenkomstig het bepaalde specifieke debiet voor die betreffende plaats wordt ingesteld. De instelling geschiedt gewoonlijk door de toe-of afvoer te smoren. Nadat de pompen aldus zijn geïnstalleerd blijven deze gedurende geruime tijd ongewijzigd continu functioneren tot dat de verontreiniging tot beneden de gestelde grenzen is afgenomen. 



   Door het smoren werken de pompen met een laag rendement, zodat relatief veel energie verloren gaat. 



   De werkwijze volgens de uitvinding werkt met een aanmerkelijk hoog rendement. Volgens de uitvinding wordt het grondwater op elke plaats met een vastepompcapaciteit, die overeenkomt met het maximale rendement van de betreffende pomp, opgepompt. Het grondwater wordt echter niet op alle plaatsen continu opgepompt, maar achtereenvolgens en gedurende een bepaalde tijdsduur, zodanig dat over een bepaalde periode toch niet meer dan het voorafbepaalde volume per tijdseenheid gemiddeld wordt opgepompt. 



   De werkwijze kan worden toegepast met afzonderlijke pompen in elke pompput, waarbij deze pompen dan op hun optimale capaciteit worden ingesteld en door een besturingsinrichting periodiek gedurende een proefondervindelijk te 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 bepalen en daarna programmatisch te herhalen tijdsduur worden ingeschakeld. 



   De werkwijze kan volgens een gunstige verdere ontwikkeling worden uitgevoerd onder toepassing van   een   pompinrichting die achtereenvolgens gedurende de bijbehorende geregelde tijdsduren met elk van de pompputten wordt gekoppeld. 



  Doordat hierdoor kan worden volstaan met   een   enkele centrale pompinrichting voor een aantal putten, kan een kostenbesparing worden bereikt. 



   Een gunstige verdere ontwikkeling van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt in conclusie 3. Het   proefondervindelijk inregelep van de installatie waarmee de werkwijze wordt uitgevoerd kan hierdoor achterwege blijven   en bovendien kan veel nauwkeuriger worden bepaald dat inderdaad het gewenste volume per tijdseenheid voor elke pompput wordt aangehouden. 



   Van te voren kan zeer eenvoudig worden berekend welk volume in   een   cyclus op elke plaats opgepompt moet worden. 



  In elke cyclus wordt vervolgens telkens een pompput ingeschakeld en wordt het opgevoerde debiet gemeten. Zodra het opgevoerde debiet totaal overeenkomt met de bepaalde waarde, wordt de betreffende pompput afgeschakeld en wordt een volgende pompput in werking   gesteld.   



   Conclusie 4 kenmerkt een verdere gunstige ontwikkeling van de werkwijze volgens de uitvinding. Door het   afzuigen.   van bodemlucht wordt enerzijds een betere toestroom van grondwater bereikt, terwijl anderzijds met de afgezogen bodemlucht vluchtige componenten van de verontreiniging worden afgezogen, die door een geschikte behandeling uit de lucht afgevoerd kunnen worden. Het afzuigen van de bodemlucht kan ook aangevangen worden nadat het oppompen van verontreinigd grondwater reeds enige tijd bezig is. Het grondwaterniveau zal daardoor ter plekke enigszins zijn gedaald, waardoor de bodemlucht mede afgezogen wordt uit grondlagen die gewoonlijk beneden de grondwaterspiegel liggen, zodat ook uit deze grondlagen op effectieve wijze vluchtige bestanddelen van verontreinigingen kunnen worden afgevoerd. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



   De uitvinding betreft en verschaft eveneens een inrichting voor het in situ reinigen van een verontreinigd bodemgebied zoals gekenmerkt in conclusie 5. De besturingsinrichting kan op economische wijze worden uitgevoerd wanneer deze gebaseerd is op een PLC, dat wil zeggen een programmeerbare logische besturingsinrichting. Door gebruik te maken van een programmeerbare besturingsinrichting kunnen de instelwaarden zeer eenvoudig worden gewijzigd, zodat bijvoorbeeld wanneer na verloop van tijd blijkt dat uit   een   bepaalde pompput relatief te veel of te weinig grondwater wordt opgepompt, de instelling daarvoor eenvoudig kan worden aangepast, in relatie tot de gewijzigde omstandigheden. 



   Verdere gunstige uitvoeringen van de inrichting volgens de uitvinding blijken uit de overige conclusies. 



   Figuur 1 toont schematisch een situatieschets van een gas-of oliewinningsterrein waarbij een inrichting volgens de uitvinding is geïnstalleerd voor het ter plekke reinigen van een verontreinigd bodemgebied. 



   Figuur 2 toont een schema van de in figuur 1 gebruikte inrichting volgens de uitvinding. 



   Figuur 3 toont schematisch een pompput zoals toegepast bij de inrichting volgens de uitvinding. 



   Figuur 4 toont schematisch een bodemluchtafzuigput zoals toegepast bij de inrichting volgens de uitvinding. 



   Figuur 5 toont een schema van een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding. 



   In figuur 1 is met 1 een verontreinigd bodemgebied aange- duid. De verontreiniging is afkomstig vanaf het terrein 2, dat een gas-of oliewinput bevat, en waarbij gebruikte en/of vrijgekomen vloeistoffen in de bodem gedrongen zijn. 



   Om nu deze verontreiniging uit de bodem te verwijderen is een aantal pompputten 3 geslagen, waarbij de constructie toegelicht zal worden aan de hand van figuur 3. Elke pompput
3 is via een met een streeplijn aangeduide leiding 4 verboni den met een ruimte 5 waarin pompmiddelen zijn opgesteld alsmede een zuiveringsinstallatie voor het zuiveren van het opgepompte grondwater. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



   Nadat het water is gezuiverd, wordt dit met streep-dubbelstippel-lijnen 7 aangeduide waterleidingen teruggevoerd naar infiltratieputten, die met 6 zijn aangeduid. De specifieke constructie van de infiltratie 6 maakt geen onderdeel van de uitvinding uit en zal daarom hier niet in detail worden beschreven. Voor de beschrijving is voldoende om vast te stellen dat het gezuiverde water wordt afgevoerd, en bijvoorbeeld, zoals getoond, op het verontreinigde bodemgebied. 



   Nabij elke pompput 3 is een, nader aan de hand van figuur 4 te beschrijven bodemluchtafzuigput 8 geslagen welke met behulp van in figuur 1 met streep-stippellijnen aangeduide leidingen 9 eveneens verbonden zijn met de ruimte 5, waarin een luchtafzuigpomp is geplaatst. 



   Figuur 2 toont schematisch hoe de inrichting is geschakeld. 



   De pompputten 3 zijn, zoals eerder opgemerkt, via leidingen 4 verbonden met een centrale pomp, die in figuur 2 met 12 is aangeduid. De pomp 12 is een vacuümpomp en heeft een, in figuur 2 uit twee delen bestaande aanzuigbuis 11. De aanzuigbuis 11 is voorzien van een aantal aftakkingen waarin telkens een afsluiter 10 is opgenomen. Elke leiding 4 van een pompput 3 is met   een   afsluiter 10 verbonden. In de aanzuigleiding 11 is een debietmeter 13 opgenomen waardoorheen al het via elk van de afsluiters 10 toegevoerd grondwater stroomt. Aangezien in figuur 2 een gedeelde aanzuigbuis 11 is getoond, zijn in dit geval ook twee debietmeters 13 aangebracht. 



   De debietmeter is via een stuurleiding verbonden met de stuurinrichting 17. Deze bevat bij voorkeur een PLC. De afsluiters 10 kunnen door de besturingsinrichting 17 selectief worden geopend. Hiervoor loopt naar elk van de afsluiters 10 een stuurleiding 15. 



   Zoals eerder beschreven is voor elke pompput 3 tevoren vastgesteld hoeveel grondwater per tijdseenheid moet worden opgepompt om een optimale reiniging van het grondgebied te bereiken. Met behulp van deze gegevens is vastgesteld hoe- 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 veel grondwater per pompput per door de stuurinrichting 17 aangehouden cyclusduur opgepompt moet worden. 



   Bij het begin van de door de stuurinrichting 17 bepaalde cyclus wordt eerst   een   afsluiter 10 geopend. De stuurinrichting controleert hoeveel grondwater opgezogen wordt, aan de hand van het signaal van de debietmeter 13. Zodra de voor de cyclustijd vastgestelde hoeveelheid grondwater uit de betreffende pompput 3 is opgezogen, wordt de bijbehorende afsluiter 10 gesloten en wordt de volgende afsluiter 10 geopend, welke weer wordt gesloten nadat met behulp van het signaal van debietmeter 13 vastgesteld is dat de voor de betreffende pompput juiste hoeveelheid grondwater is opge- 
 EMI5.1 
 pompt. Aldus worden achtereenvolgens alle afsluiters 10 een voor een gedurende een bepaalde tijd geopend. 



   Aangezien bij de uitvoering van figuur 2 de aanzuiglei- ding 11 gedeeld is uitgevoerd en twee debietmeters 13 zijn toegepast, kunnen gelijktijdig twee pompputten 3 in werking zijn,   een   die verbonden is met de linker tak van de aanzuig- leiding 11 en   een   die verbonden is met de rechter tak van de aanzuigleiding 11. 



   Het aangezogen vervuilde grondwater wordt door de afvoer- leiding 14 afgevoerd naar de hier niet nader getoonde zuive- ringsinstallatie, die de verontreinigingen aan het grondwa- ter onttrekt. Na de reiniging wordt het gereinigde grondwa- ter weer verder afgevoerd. 



   Behalve de als een vacuümpomp uitgevoerde grondwaterpomp
12 bevat de in figuur 2 getoonde inrichting ook een luchtaf- zuigpomp 22. Deze luchtpomp 22 is op analoge wijze voorzien van een centrale aanzuigbuis 21, welke een aantal aftakkin- gen met een op afstand bedienbare afsluiter 20 heeft. De afsluiters 20 worden bestuurd door de besturingsinrichting
17. Voor de bediening van de afsluiters 20 en derhalve het tijdstip waarop de betreffende bodemluchtafzuigputten in werking worden gesteld en de duur daarmee, wordt met een geschikte programmering van de besturingsinrichting 17 gekozen. Zo kunnen de afsluiters 20 en 10 van de bij elkaar behorende bodemluchtafzuigputten en pompputten synchroon worden bediend. Ook is het mogelijk de afsluiters 20 enige 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 tijd na de afsluiter 10 van de bijbehorende put te openen en deze enige tijd daarna te sluiten. 



   Door voor de stuurinrichting 17 een programmeerbare besturingsinrichting te gebruiken, kan aldus een optimale samenwerking van de op zichzelf bekende bodemluchtafzuiging en grondwateropvoer worden bereikt. 



   In de afvoerleiding van de luchtpomp 22 is eveneens een debietmeter 23 opgenomen die via een signaalleiding 24 met de stuurinrichting 17 is verbonden. Hierdoor kan worden vastgesteld hoeveel lucht wordt afgezogen. Dit kan uiteraard momentaan geschieden voor elke specifieke put maar ook kan een totaal worden vastgesteld. 



   Figuur 3 toont schematisch de opbouw van een pompput, die in feite uit drie pompputten zoals boven beschreven bestaat. 



  Een boorgat 25 is door betonnen afsluitingen 26 in drie boven elkaar liggende secties verdeeld. In elk van deze secties is in een geperforeerde buis 28 die omgeven wordt door filterzand 31 een opvoerbuis 27 gestoken. Deze opvoerbuizen 27 zijn verbonden met de eerder genoemde leidingen 4. 



  Bovendien is een pijlbuis 30 voor elk van de secties aangebracht. Over de kop van de opvoerleidingen 27 is een betonnen putring 29 aangebracht, zodat de leidingen toegankelijk blijven. 



   Elk van de opvoerleidingen 27 is via een eigen leiding 4 met een afsluiter 10 verbonden, zodat voor elke sectie de. gewenste hoeveelheid grondwater gestuurd kan worden opgepompt. 



   Figuur 4 toont schematisch de constructie van een bodemluchtafzuigput 8. Deze put omvat een boorgat 34 waarin een geperforeerde zuigbuis 35 omhuld door filtergrind 36 is aangebracht. Aan het boveneinde is het boorgat 34 afgesloten met behulp van een betonnen afdichting 33. De buis 35 is via de eerder beschreven leiding 9 en afsluiter 20 verbonden met de centrale afzuigbuis 21 van de luchtpomp 22. 



   De werkwijze en inrichting volgens de uitvinding hebben het bijkomende voordeel dat in een situatie zoals getoond in figuur 1 alle apparatuur zich buiten het terrein 2 bevindt, waar hoge eisen gelden met betrekking tot de explosieveilig- 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 heid van toegepaste apparatuur. Binnen de begrenzing van het terrein 2 bevinden zieh in principe slechts leidingen. 



  Afsluiters, pompen, besturingsinrichtingen en dergelijke zijn alle buiten het terrein 2 in de ruimte 5 opgenomen. 



  Voor deze apparatuur behoeven dus geen dure uitvoeringen gebruikt te worden die aan de hoge explosieveiligheidseisen voldoen. Bij de eerder bekende inrichting, waarbij in elke pompput een afzonderlijke pomp is opgenomen die elk met behulp van een nabij de pompput geplaatste schakelaar in- en uitgeschakeld kunnen worden, moeten dus voor zowel de pompen als de   schakelaarsdure,   explosieveilige uitvoeringen worden gebruikt. 



   De uitvinding is echter niet beperkt tot toepassing met een centrale pompeenheid, die door middel van schakelbare afsluiters de verschillende pompputten kan bedienen. 



   Ook in die gevallen waarin het gewenst is om in elke pompput een afzonderlijke pomp te plaatsen kan de uitvinding met voordeel worden toegepast. De noodzaak van afzonderlijke pompen doet zich bijvoorbeeld voor wanneer grondwater opgepompt moet worden van een diepte dan ongeveer 10 meter. 



   Toepassing van de uitvinding bij een dergelijke inrichting is schematisch in figuur 5 getoond. 



   Onderin de schematisch aangeduide pompputten 38 is telkens een afzonderlijke pomp 39 geplaatst. Elke pomp 39 is via een persleiding 40 verbonden met een verzamelleiding 41. 



  In figuur 5 is deze verzamelleiding in twee delen uitgevoerd. In elk deel is een debietmeter 42 opgenomen, waardoor al het via de op dat deel aangesloten leidingen 40 toegevoerde grondwater stroomt. De debietmeter 42 is via een signaalleiding verbonden met de stuurinrichting 33, die weer via voedingsleidingen 44 de pompen 39 kan bedienen. De stuurinrichting is bijvoorbeeld weer een programmeerbare besturingsinrichting die in een cyclus achtereenvolgens de verschillende pompen 39 inschakelt. Elke pomp 39 wordt zolang ingeschakeld als nodig is om een bepaalde hoeveelheid grondwater op te pompen. Deze hoeveelheid wordt vastgesteld met behulp van de debietmeter 42 en is programmatisch in de stuurinrichting 43 ingesteld. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



   Overigens is de plaatsing van de debietmeter niet beperkt tot de in figuur 2 en 5 getoonde mogelijkheden. Een verzamelleiding kan uit meer dan twee delen met elk een debietmeter bestaan, maar ook kan in elke persleiding 40 of zuigleiding 4 een debietmeter worden opgenomen. De keuze hangt af van de omstandigheden. 



   Na verloop van tijd kan blijken dat de oorspronkelijke instellingen, die gebaseerd waren op het voorafgaande onderzoek, tot een niet optimale opvoer van grondwater leidt, kan eenvoudig door een geschikte herprogrammering van de stuurinrichting 43 opnieuw de optimale instelling worden bereikt. 



   De stuurinrichtingen 17 en 43 kunnen verder registratiemiddelen bevatten, waarmee bijgehouden wordt hoeveel grondwater uit elke put is opgepompt gedurende de totale werkingsduur van de inrichting. Aan de hand van onderzoek van monsters van het opgevoerde grondwater kan uit deze gegevens bijvoorbeeld worden vastgesteld of het reinigingsproces verloopt, zoals oorspronkelijk werd voorzien, of dat aanvullende maatregelen of een andere programmering nodig zijn.

Claims (11)

  1. CONCLUSIES 1. Werkwijze voor het in situ reinigen van een verontreinigd bodemgebied, omvattende het op een aantal plaatsen uit het bodemgebied, met een, overeenkomstig de mate van verontreiniging van elke plaats voor bepaald volume per tijdseenheid oppompen van verontreinigd grondwater, het van de verontreinigingen ontdoen van het grondwater en het, eventueel in of nabij het bodemgebied, afvoeren van het gereinigde grondwater, waarbij het verontreinigde grondwater op tenminste enige van de plaatsen periodiek achter elkaar met een vaste pompcapaciteit gedurende een geregelde tijdsduur wordt opgepompt.
  2. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij gebruik gemaakt wordt van een pompinrichting die achtereenvolgens met elk van de enige plaatsen, gedurende de bijbehorende geregelde tijdsduur wordt gekoppeld.
  3. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij vanaf het begin van de tijdsduur het debiet van het in betreffende plaats opgepompte grondwater wordt gemeten en de tijdsduur als geëindigd wordt beschouwd zodra een bepaald totaal volume is opgepompt.
  4. 4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 3, waarbij nabij elke plaats bodemlucht uit de bodem wordt afgezogen in tijd relateerd aan het oppompen van verontreinigd grondwater.
  5. 5. Inrichting voor het in situ reinigen van een verontreinigd bodemgebied omvattende een aantal pompputten in het bodemgebied, met elke pompput samenwerkende pompmiddelen voor het in de geactiveerde toestand daarvan uit de pompput oppompen van verontreinigd grondwater, een met de pompmiddelen verbonden besturingsinrichting, voorzien van een programmaschakelorgaan voor het achtereenvolgens voor elke pompput gedurende een ingestelde tijdsduur activeren van de pompmiddelen.
  6. 6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de pompmiddelen een verzamelleiding omvatten, waardoorheen het uit elke <Desc/Clms Page number 10> pompput opgepompte grondwater stroomt, in welke verzamelleiding een debietmeter is opgenomen die met de besturingsinrichting is verbonden.
  7. 7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, waarbij de pompmiddelen een centrale pomp omvat met een, een aantal door schakelbare afsluiters individueel te openen aftakkingen omvattende aanzuigbuis, waarbij elke pompput via een leiding met een van de aftakkingen is verbonden en de afsluiters door de besturingsinrichting worden bediend.
  8. 8. Inrichting volgens een van de conclusies 5-7, omvattende nabij tenminste een aantal van de pompputten een bodemluchtafzuigput en centrale luchtpompmiddelen met een, een aantal door schakelbare afsluiters individueel te openen aftakkingen omvattende luchtaanzuigbuis, waarbij elke bodemluchtafzuigput via een leiding met een van de afsluiters is verbonden en de afsluiters door de besturingsinrichting worden bediend.
  9. 9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij in de aanzuigbuis of een afvoerbuis een luchtdebietmeter is opgenomen die met de besturingsinrichting is verbonden.
  10. 10. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de besturingsinrichting registratiemiddelen omvat voor het, van elke pompput registreren van het totale gesommeerde, met de debietmeter gemeten volume aan opgepompt grondwater.
  11. 11. Inrichting volgens een van de conclusies 7-10, waarbij het verontreinigde bodemgebied zieh bevindt in een terrein waar hoge eisen gelden met betrekking tot explosieveiligheid van apparatuur, zoals een terrein waar olie of gas wordt gewonnen, en waarbij de pompmiddelen en besturingsinrichting buiten dit terrein zijn opgesteld.
BE9100270A 1991-03-22 1991-03-22 Werkwijze en inrichting voor het reinigen van een verontreinigd bodemgebied. BE1004706A4 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9100270A BE1004706A4 (nl) 1991-03-22 1991-03-22 Werkwijze en inrichting voor het reinigen van een verontreinigd bodemgebied.
EP92200817A EP0505011A1 (en) 1991-03-22 1992-03-20 Method and device for cleaning a contaminated ground area

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9100270A BE1004706A4 (nl) 1991-03-22 1991-03-22 Werkwijze en inrichting voor het reinigen van een verontreinigd bodemgebied.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1004706A4 true BE1004706A4 (nl) 1993-01-12

Family

ID=3885405

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9100270A BE1004706A4 (nl) 1991-03-22 1991-03-22 Werkwijze en inrichting voor het reinigen van een verontreinigd bodemgebied.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0505011A1 (nl)
BE (1) BE1004706A4 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3945069A1 (de) * 2020-07-30 2022-02-02 IEG - Technologie GmbH Filteranordnung

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5464309A (en) * 1993-04-30 1995-11-07 Xerox Corporation Dual wall multi-extraction tube recovery well
US5639380A (en) * 1994-05-31 1997-06-17 Misquitta; Neale J. System for automating groundwater recovery controlled by monitoring parameters in monitoring wells
FR2935911B1 (fr) * 2008-09-17 2011-05-20 Colas Sa Procede de depollution des hydrocarbures des sols et sous-sols par aspiration, dispositif adapte.
DE202021101247U1 (de) * 2021-03-12 2022-06-14 IEG - Technologie GmbH Mehrfachfilteranordnung
US20240167252A1 (en) * 2022-11-17 2024-05-23 Colton Callison Systems and methods for aquifer replenishment, water filtration, and desalination

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4435292A (en) * 1980-01-28 1984-03-06 Kbi Corp. Portable method for decontaminating earth
EP0155768A2 (en) * 1984-02-21 1985-09-25 Foster Wheeler Energy Corporation Contamination removal system and method
AT379120B (de) * 1983-05-04 1985-11-25 Gurschner Maria Sanierbrunnen-anlage
US4593760A (en) * 1984-01-04 1986-06-10 The Upjohn Company Removal of volatile contaminants from the vadose zone of contaminated ground
DE3544697C1 (en) * 1985-12-18 1987-08-13 Reinhard Schneider Process and device for removing liquid accumulations from landfill-gas extraction lines
EP0329500A1 (fr) * 1988-02-15 1989-08-23 MENARD-SOLTRAITEMENT (Société Anonyme) Procédé et dispositif de consolidation de terrains
WO1990002101A1 (en) * 1988-08-22 1990-03-08 Chevron Research Company A process for in situ biodegradation of hydrocarbon contaminated soil

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4435292A (en) * 1980-01-28 1984-03-06 Kbi Corp. Portable method for decontaminating earth
AT379120B (de) * 1983-05-04 1985-11-25 Gurschner Maria Sanierbrunnen-anlage
US4593760A (en) * 1984-01-04 1986-06-10 The Upjohn Company Removal of volatile contaminants from the vadose zone of contaminated ground
US4593760B1 (nl) * 1984-01-04 1989-06-20
EP0155768A2 (en) * 1984-02-21 1985-09-25 Foster Wheeler Energy Corporation Contamination removal system and method
DE3544697C1 (en) * 1985-12-18 1987-08-13 Reinhard Schneider Process and device for removing liquid accumulations from landfill-gas extraction lines
EP0329500A1 (fr) * 1988-02-15 1989-08-23 MENARD-SOLTRAITEMENT (Société Anonyme) Procédé et dispositif de consolidation de terrains
WO1990002101A1 (en) * 1988-08-22 1990-03-08 Chevron Research Company A process for in situ biodegradation of hydrocarbon contaminated soil

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3945069A1 (de) * 2020-07-30 2022-02-02 IEG - Technologie GmbH Filteranordnung

Also Published As

Publication number Publication date
EP0505011A1 (en) 1992-09-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1004706A4 (nl) Werkwijze en inrichting voor het reinigen van een verontreinigd bodemgebied.
RU57358U1 (ru) Система поддержания пластового давления
KR20180112508A (ko) 공압지중파쇄와 강제흡입추출을 통한 원위치 유류오염토양 정화장치
CN107548964A (zh) 一种市政园林绿化用灌溉喷药一体装置
CN106277406A (zh) 串联递进式地下水重金属污染原位修复系统及修复方法
US7152618B2 (en) Vacuum station and the method for operating the same
CN111570492A (zh) 一种基于过程监控的智能多相抽提修复系统及控制方法
KR20120122510A (ko) 오염토양의 정화처리장치
CN105421566A (zh) 一种稻田污染物联控消纳装置及方法
CN203200884U (zh) 一种市政雨水调蓄系统
EP4116263A1 (en) Method and apparatus for treating storm water and for melting snow
CN109020024A (zh) 一种除尘功能的建筑垃圾处理设备
CN205253720U (zh) 一种工程用有机无机复合污染土水一体化连续修复装置
NL8020218A (nl) Werkwijze en inrichting voor het uitvoeren van een spoeling van een omgekeerde hevel, die deel uitmaakt van een riool.
CN209363281U (zh) 一种土壤修复装置
CN220664900U (zh) 一种地下水污染修复设备
CN215886715U (zh) 一种三级沉淀及过滤农村污水集中处理系统
JP3333758B2 (ja) 雨水濾過貯水システム
CN104016495A (zh) 高效环保污水处理系统
SU1063953A1 (ru) Способ промывки фильтра и прифильтровой зоны скважины
CN217974733U (zh) 一种地下式一体化污水泵站
RU2791881C1 (ru) Биофильтрационный модуль для очистки поверхностного стока и способ его работы
CN216027041U (zh) 一种用于原位热脱附修复系统的水汽抽提装置
US6758979B1 (en) Method and reactor for decontaminating ground water
CN209555158U (zh) 一种白油生产用多层净化装置

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: OOSTERHOF HOLMAN MILIEUTECHNIEK B.V.

Effective date: 19940331