<Desc/Clms Page number 1>
EMI1.1
Inrichting voor het verwijderen van randen aan visfilets. ---------------------------------------------------------
EMI1.2
Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verwijderen van randen aan visfilets.
In het algemeen kan zij worden aangewend voor allerlei visfilets die zogenaamde vetranden vertonen. In de eerste plaats is deze inrichting bedoeld voor het ontranden van scholfilet en platvisfilet.
Het is bekend dat visfilets zoals bekomen na het onthuiden en fileren nog twee vetranden vertoont. Deze vetranden hangen ter plaatse van het staartgedeelte minder vast aan de filet dan op de overige plaatsen.
De bekende inrichtingen om dergelijke randen machinaal te verwijderen bestaan hoofdzakelijk uit een transportband en een hiermee samenwerkende draaiende borstel die de te verwijderen randen vanaf het staartgedeelte wegvegen, gevolgd door twee in tegengestelde richtingen draaiende transportbanden,
<Desc/Clms Page number 2>
enerzijds, om de filets te verplaatsen en anderzijds, om de reeds gedeeltelijk losgemaakte randen volledig los te trekken.
Deze bekende inrichtingen vertonen het nadeel dat zij veel plaats innemen en dat de borstels en de tegengesteld draaiende transportbanden de visfilets kunnen beschadigen. Bovendien is het tijdrovend om de machine in te stellen voor verschillende grootten van visfilets alsmede om de machine te reinigen.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting die de voornoemde nadelen niet vertoont. Tot dit doel bestaat zij in een inrichting voor het verwijderen van randen aan visfilets, met als kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een geleidingselement wàarover de filet kan worden geleid ; een aangedreven grijpelement dat met het geleidingselement samenwerkt zodanig dat de te verwijderen randen tussen het geleidingselement en het grijpelement worden afgevoerd ; aandrukmiddelen om de filets ter plaatse van het grijpelement aan te drukken ; en aandrijfmiddelen om de filets doorheen de inrichting te voeren.
In een voorkerudragende uitvoeringsvorm worden meerdere aandrukmiddelen aangewend die volgens de breedte van de
<Desc/Clms Page number 3>
inrichting naast elkaar staan opgesteld en elk met een gepaste druk worden belast, wat het voordeel biedt dat de randen ter plaatse van het staartgedeelte van de filet met een geringe kracht tegen het grijpelement worden gedrukt, waardoor de randen zonder deze stuk te trekken worden meegenomen door dit grijpelement, terwijl ter plaatse van het middengedeelte van de filet, waar de randen steviger vasthangen, een grotere drukkracht wordt uitgeoefend.
Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een visfilet weergeeft ; figuur 2 de inrichting volgens de uitvinding in doorsnede weergeeft ; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn
III-III in figuur 2 ; figuur 4 een zicht weergeeft volgens pijl F4 in figuur 2.
Zoals weergegeven in figuur 1 vertoont een visfilet 1 na het onthuiden en fileren nog twee randen, zogenaamde
<Desc/Clms Page number 4>
vetranden 2, die bij het staartgedeelte 3 minder stevig vasthangen dan bij het middengedeelte 4.
De uitvinding stelt een inrichting voor om deze randen 2 machinaal te verwijderen, waarbij deze inrichting zoals weergegeven in de figuren 2 en 3 hoofdzakelijk bestaat uit een geleidingselement 5 waarover de filet 1 kan worden geleid ; een aangedreven grijpelement 6 dat met het geleidingselement 5 samenwerkt zodanig dat de te verwijderen randen 2 tussen het geleidingselement 5 en het grijpelement 6 worden afgevoerd ; aandrukmiddelen 7 om de filets 1 ter plaatse van het grijpelement 6 aan te drukken ; en aandrijfmiddelen 8 om de filets 1 doorheen de inrichting te voeren, waarbij het geheel in een behuizing of frame 9 is aangebracht.
Het aangedreven grijpelement 6 bestaat bij voorkeur uit een zich volgens de breedte van de inrichting uitstrekkend getande rol, waarvan de tanden 10 de te verwijderen randen 2 van de visfilets 1 kunnen los trekken. Het grijpelement 6 wordt bij voorkeur aangedreven door een elektrische motor 11.
Het geleidingselement 5 is onmiddelijk na deze rol geplaatst, zodanig dat tussen het geleidingselement 5 en de voornoemde rol een geringe opening 12, bij voorkeur
<Desc/Clms Page number 5>
tussen 0, 01 en 3 mm, bestaat. De bovenzijde van het grijpelement 6 komt vrijwel gelijk met de bovenzijde van het geleidingselement 5. Bij voorkeur zijn het geleidingselement 5 en het grijpelement 6 in hoogte over een geringe afstand ten opzichte van elkaar verstelbaar, om verschillende werkingskarakteristieken te bekomen. Dit kan bijvoorbeeld bekomen worden door in een instelling A van het geleidingselement 5 in de hoogte te voorzien, zoals in de figuur 2 is aangeduid.
De aandrukmiddelen 7 bestaan bij voorkeur uit een of meerdere rond één of meerdere spillen 13 wentelbare plaatjes. In het weergegeven voorbeeld zijn vier van dergelijke plaatjes toegepast, respektievelijk 14,15, 16 en 17. Deze plaatjes 14 tot 16 zijn met hun vrije uiteinde 18 ter plaatse van het grijpelement 6 gesitueerd.
Bij voorkeur wordt per rand 2 minstens een aandrukelement voorzien. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de aandrukmiddelen 7 zelfs zodanig uitgevoerd dat volgens de breedte van de inrichting meerdere aandrukelementen per rand 2 staan opgesteld.
Dit laat toe dat bij het ontranden van visfilets op verschillende plaatsen verschillende drukken kunnen worden uitgeoefend in funktie van de trekkracht die op
<Desc/Clms Page number 6>
de te verwijderen randen 2 kan en/of moet uitgeoefend worden.
De aandrukkracht uitgeoefend door de plaatjes 14,15, 16 en 17 kan bekomen worden door middel van veren 19.
De voornoemde aandrijfmiddelen 8 om de visfilets 1 door de inrichting te voeren bestaan bij voorkeur uit minstens een transportband 20 waarop de visfilets 1 worden aangebracht. Bij voorkeur wordt nog een tweede transportband 21 voorzien die de visfilets 1 op de eerste transportband 20 aandrukt.
Het is duidelijk dat de transportbanden 20 en 21 over de nodige geleidingsrollen 22 tot 27 worden geleid. Een aantal van deze geleidingsrollen, alsmede de binnenzijden van de transportbanden 20 en 21 kunnen getand zijn om het slippen van de transportbanden te voorkomen. De aandrijving gebeurt door middel van geschikte overbrengingen 28 en 29, waarbij de aandrijving bij voorkeur gebeurt door de reeds genoemde motor 11. Het grijpelement 6 kan met een grotere, kleinere of dezelfde omtreksnelheid aangedreven worden dan deze van de transportbanden 20 en 21.
<Desc/Clms Page number 7>
De eerste transportband 20 is bij voorkeur ook aan de buitenzijde getand, ten einde een grotere trekkracht op de visfilets 1 uit te oefenen.
Bij voorkeur is het gedeelte 30 van de tweede transportband 21 dat naar de eerste transportband 20 is gericht scharnierbaar ondersteund, bijvoorbeeld door dat de geleidingsrollen 26 en 27 op een scharnierbaar element 31 zijn gemonteerd, waarbij dit laatste wentelbaar is rond een spil 32 die zich in de dwarsrichting uitstrekt. Hierdoor volgt het gedeelte 30 van de transportband 21 de vorm van de visfilets 1. Het element 31 kan bovendien op een indrukbare steun 33 zijn aangebracht die tegen de kracht van een veer 34 kan worden ingedrukt, zodanig dat ook bij dikkere visfilets 1 geen transportproblemen ontstaan.
Om de inrichting te smeren en te reinigen zijn een aantal sproeiers 35,36 en 37 ingebouwd. Een aantal van deze sproeiers, bijvoorbeeld 35 en 37, kunnen ook een drukkracht leveren om de aandrukmiddelen 7 op de visfilets 1 te drukken. Bij voldoende druk kunnen dan zelfs de veren 19 achterwege gelaten worden.
De visfilets 1 kunnen worden toegevoerd via een toevoervlak 38. Volgens een variante kunnen de
<Desc/Clms Page number 8>
transportbanden 20 en/of 21 verder worden uitgebouwd zodat de inrichting aan andere inrichtingen kan worden aangebouwd, bijvoorbeeld aan een onthuidmachine.
Zoals weergegeven in figuur 4 is de vertanding van het grijpelement 6 bij voorkeur ter plaatse van de transportband 20 onderbroken. Tevens kunnen op regelmatige afstanden cirkelvormige groeven 39 in het grijpelement 6 zijn aangebracht zodat visresten door middel van een in deze groeven 39 aangrijpende kam 40 of dergelijke kunnen worden verwijderd. Deze groeven 39 zijn echter geen noodzaak.
Het verwijderen van de aan het grijpelement 6 klevende visresten kan echter op willekeurige wijze gebeuren, zo ook bijvoorbeeld door middel van reinigingsmiddelen die gebruik maken van water of door afzuiging. Het is ook mogelijk gebruik te maken van een schoonmaakrol.
Het is duidelijk dat de aandrukmiddelen 7 ook uit rollen kunnen bestaan.
De werking van de inrichting kan eenvoudig uit de figuren worden afgeleid. De visfilets l worden bij het staartgedeelte 3 via het toevoervlak 38 in de inrichting gebracht en komen tussen de twee transportbanden 20 en
<Desc/Clms Page number 9>
21 terecht. De plaatjes 14 en 15 werken eerst op de randen 2 in, dit omdat het staartgedeelte 3 een geringe breedte heeft. De randen 2 worden dan meegenomen door het grijpelement 6 onder de rand van het geleidingselement 5. Bij het verder bewegen komen de randen 2 ter plaatse van het middengedeelte 4 van de visfilet 1, door dat zij verder uit elkaar zijn gelegen, onder de buitenste plaatjes 16 en 17 terecht, de welke bij voorkeur zwaarder belast zijn. De randen 2 worden hierdoor volledig losgetrokken.
Het is duidelijk dat het aangedreven grijpelement 6 en/of de aandrukmiddelen 7 en/of de aandrijfmiddelen 8 door eenzelfde element kunnen worden gevormd. Het grijpelement 6 kan bijvoorbeeld ook bestaan uit een lopende. band of riem waarop een vertanding is aangebracht.
Het is duidelijk dat de aandrukmiddelen 7 in plaats van uit scharnierbare plaatjes ook andere middelen kunnen bestaan, bijvoorbeeld scharnierbaar opgehangen rolletjes of verende banden of nog middelen die door toedoen van water of lucht onder druk of door middel van een vacuüm een aandrukkracht leveren.
<Desc/Clms Page number 10>
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke inrichting voor het verwijderen van randen aan visfilets kan volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.