BE1003718A3 - Inrichting voor het aandrijven van bandmateriaal. - Google Patents

Abstract

Inrichting voor het aandrijven van bandmateriaal, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een aandrijfmechanisme (1) voor het bandmateriaal afkomstig van een voorraadspoel (41), en een aandrijfmechanisme (2) voor het aftrekken van de afdekkingsstrip (4) van het bandmateriaal, waarbij deze mechanismen (1) en (2), samen met het voorraadspoel (41) op een gemeenschappelijke steunplaat (5) zijn bevestigd.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Inrichting voor het aandrijven van bandmateriaal. 



  De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aandrijven van bandmateriaal, meer speciaal bandmateriaal van het type dat als verpakking fungeert voor elektronische komponenten zoals transistors, dioden, weerstanden en dergelijke en dat in hoofdzaak bestaat uit een strip met voorgevormde holten die ieder een elektronische komponent kunnen bevatten en een tweede strip die de openingen van de voornoemde voorgevormde holten afsluit. 



  Men weet dat zulk bandmateriaal aan machines wordt toegevoerd voor het automatisch behandelen van elektronische komponenten ten einde deze te bevestigen op zogenaamde printplaten. 



  Hierbij moet het voornoemd bandmateriaal op geschikte wijze geopend worden ten einde toe te laten dat de betreffende elektronische komponenten eruit kunnen verwijderd worden, wat inhoud dat de afdekkingsstrip 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 moet verwijderd worden ten einde de elektronische komponenten uit de verpakking te kunnen nemen. 



  De huidige uitvinding heeft een inrichting als voorwerp die op uitermate eenvoudige wijze het verplaatsen van het bandmateriaal en het verwijderen van de voornoemde afdekkingsstrip toelaat, waarbij deze inrichting tevens zeer kompakt is uitgevoerd met een minimum aan onderdelen zodat de kostprijs ervan relatief laag blijft. 



  Deze inrichting volgens de uitvinding bestaat hiertoe in hoofdzaak uit een aandrij. fmechanisme voor het bandmateriaal afkomstig van een voorraadspoel en een aandrijfmechnisme voor het aftrekken van de afdekkingsstrip vanaf het bandmateriaal waarbij deze mechanismen samen met de voorraadspoel op een gemeenschappelijke steunplaat zijn bevestigd. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven waarin : figuur 1 een zijaanzicht weergeeft met gedeelte- lijk verwijderde schutplaat van een inrichting volgens de uitvinding ;

   

 <Desc/Clms Page number 3> 

 figuur 2 op grotere schaal een zieht weergeeft vol- gens lijn   II-II   in figuur   1 :   figuren 3 en 4 op grotere schaal doorsneden weer- geven, respektievelijk volgens de lijnen III-III en IV-IV, in figuur   2 ;   figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur   4 ;   figuren 6 en 7 op grotere schaal een doorsnede weergeven, respektievelijk volgens de lijnen VI-VI en VII-VII, in figuur   1 :   figuur 8 op nog grotere schaal een doorsnede weer- geeft volgens lijn VIII-VIII in figuur 1. 



  De inrichting volgens de uitvinding bestaat in hoofdzaak uit twee afzonderlijke aandrijfmechanismen 1-2, respektievelijk voor het aandrijven van het bandmateriaal 3 en voor het aandrijven van de afdekkingsstrip 4, waarbij deze beide aandrijfmechanismen op een gemeenschappelijke steun 5, in de vorm van plaatmateriaal, bevestigd zijn. 



    Het aandrijfmechanisme l   wordt in hoofdzaak gevormd door een minimotor 6 die een worm 7 aandrijft waarvan de as 8 gelagerd is in steunen 9 en 10 die op de plaat 5 zijn bevestigd, waarbij de worm 7 doorlopend ingrijpt met een wormwiel 11 dat verdraaibaar is rond een as 12 die op de 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 plaat 5 is bevestigd en waarbij op deze as een getand wiel 13 is aangebracht dat verbonden is met het wormwiel 11 en als dusdanig met dit laatste meebeweegt. 



  Het getand wiel 13 steekt enigzins uit het bovenvlak 14 uit van het omhulsel waarin het aandrijfmechanisme 1 is aangebracht, een en ander zodanig dat de tanden 15 van het getand wiel 13 kunnen samenwerken met aandrijfgaatjes 16 die in de strip 17 van het bandmateriaal 3 tot dit doel zijn voorzien. 



  Op de as 8 is tevens een verdikking 18 voorzien waarin een magneet 19 is aangebracht, waarbij tegenover deze magneet, een schematisch door 21 aangeduide zogenaamde hallsensor is voorzien, die het aantal omwentelingen van de as 8 kan tellen om aldus de motor 6 te sturen om het bandmateriaal stapsgewijs te verplaatsen. 



  De as 8 van de worm 7 is in dit geval verbonden met de uitgangsas van de motor 6 door middel van een buigzame stang 22, bijvoorbeeld een stalen kabel, die een koppeling vormt die toelaat dat de assen van de worm 7 en de motor 6 niet in elkaars verlengde zijn gelegen. 



  Het aandrijfmechanisme 2 wordt in dit geval gevormd door een minimotor 23 die een kegeltandwiel 24 aandrijft dat 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 doorlopend ingrijpt met een kegeltandwiel 25 dat verdraaibaar op een as 26 is aangebracht die zelf bevestigd is op de plaat 5, waarbij op deze as 26 vrij verdraaibaar een tandwiel 28 is aangebracht dat als het ware   een   geheel vormt met het kegeltandwiel 25, waarbij dit tandwiel 28 doorlopend ingrijpt met een tandwiel 29 dat bevestigd is op een as 30, waarbij het tandwiel 29 doorlopend ingrijpt met een tandwiel 31 dat bevestigd is op een as 32 die zelf geschikt bevestigd is op de plaat 5 en die gesitueerd is boven het aandrijfmechanisme 1. 



  Het tandwiel 31 is voorzien van een uitsteeksel 31A waarop de strip afdekkingsmateriaal 4 kan opgewonden worden. 



  De schutplaat 27 is gescheiden van de plaat 5 door middel van afstandselementen 33,34, 35 en 36 die bijvoorbeeld bevestigd zijn op de plaat 5 en waarmede de schutplaat 27, door middel van geschikte schroeven, kan bevestigd worden. 



  Bovenaan is op het afstandselement 35 een geleidingsplaatje 37 bevestigd voor het bandmateriaal 3, enerzijds, en een aftrekplaatje 38 voor de afdekkingsstrip 4, anderzijds. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 op het vrij uiteinde van een uitsteeksel 39 van de plaat 5 is uiteindelijk een astap 40 voorzien waarop een wiel 41 met een voorraad bandmateriaal kan aangebracht worden. 



  De werking en het gebruik van de inrichting volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt. 



  Eens dat de inrichting op een geschikte plaats is bevestigd t. o. v. de machine die zij moet bevoorraden wordt op de astap 40 een voorraadspoel 41 met bandmateriaal 3 aangebracht dat vervolgens geschikt onder het geleidingsplaatje 38 wordt gevoerd,   één   en ander zodanig dat de tanden 15 van het getande wiel 13 ingrijpen met de aandrijfgaatjes 16 in de strip 17 van het bandmateriaal. 



  Vervolgens wordt,   ééns   dat het bandmateriaal voorbij het aftrekplaatje 38 is gevoerd, de. afdekkingsstrip 4 van de strip 17 losgemaakt, en bevestigd met het uitsteeksel 31A, één en ander zodanig dat de holten 42 in de strip 17 en aldus de elektronische komponenten 43 die in deze holten 42 zijn aangebracht, vrijkomen. 



  Vervolgens zal men de motoren 6 en 23 onder spanning brengen waardoor het bandmateriaal 3, gekontroleerd door de hallsensor 21, van de voorraadspoel 41 wordt 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 afgetrokken en aan de niet getoonde bewerkingsmachine wordt toegevoerd, terwijl tegelijkertijd de afdekkingstrip 4 automatisch van de strip 17 wordt verwijderd en opgewonden op het uitsteeksel 31A. 



  Bijvoorkeur zal dus de bandtoevoer gemeten worden met de hallsensor 21 die tegenover de magneet 19 is geplaatst en die als het ware het aantal omwentelingen telt van de as 8,   m. a. w.   de verplaatsing van het bandmateriaal 3 waarbij, nadat de gewenste verplaatsing bandmateriaal 3 is bekomen de motor 6 wordt gestopt en de motor 23 wordt gestart waarbij, door het niet verder verplaatsen van het bandmateriaal 3, door middel van het getande wiel 13, de belasting op het uitsteeksel 31A door de spankracht in de afdekkingsstrip 4, een bepaalde waarde overtreft, waardoor motor 23 automatisch stopt. 



  Het is duidelijk dat alle onderdelen van de inrichting volgens de uitvinding op een enkele plaat zijn aangebracht waardoor de inrichting zeer eenvoudig en kompakt kan uitgevoerd worden. 



  Alhoewel in de voorgaande beschrijving de roterende delen zonder meer beschreven zijn zullen in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm deze delen voorzien zijn van kogellagers. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 De inrichting volgens de uitvinding laat eveneens toe bandmateriaal te verwerken met verschillende breedten. 



  Hiertoe dienen slechts de geleidingselementen 33,34, 35,36 en eventueel enkele asjes vervangen of aangepast te worden. 



  Eveneens kan de inrichting volgens de uitvinding aangepast worden, bijvoorbeeld door gebruik te maken van geschikte opvulplaatjes, bijvoorbeeld onder de plaatjes 37 en 38, ten einde aldus dikker bandmateriaal te kunnen behandelen. 



  Eveneens kan verpakkingsmateriaal met relatief diepe holten 42 toegepast worden aangezien in het geleidingsstuk 35 een ruime uitsparing 44 is voorzien. Indien nodig kan deze uitsparing vanzelfsprekend vergroot worden ten einde bandmateriaal met grotere hoogte te verwerken. 



  In het voorraadspoel 41 zal bij voorkeur nog een kompensatieveer of dergelijke voorzien worden ten einde te beletten dat het voorraadspoel 41 ongewild afrolt. 



  Het is duidelijk dat de huidige uitvinding geenszins beperkt is tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringsvorm, doch 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 zulke inrichting volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt, zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

Claims (1)

1. Konklusies. EMI10.1 ----------- 1. - Inrichting voor het aandrijven van bandmateriaal, daardoor gekenmerkt zij hoofdzakelijk bestaat uit een aandrijfmechanisme (l) voor het bandmateriaal afkomstig van een voorraadspoel (41), en een aandrijfmechanisme (2) voor het aftrekken van de afdekkingsstrip (4) van het bandmateriaal, waarbij deze mechanismen (1) en (2), samen met het voorraadspoel (41) op een gemeenschappelijke steunplaat (5) zijn bevestigd.

   2.-Inrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat het aandrijfmechanisme (l) gevormd wordt door een minimotor (6) die de as (8) van een worm (7) aandrijft, waarbij deze worm (7) samenwerkt met een wormwiel (11) waarmede een getand wiel (13) bevestigd is en waarbij de tanden (15) van dit wiel (13) kunnen samenwerken met de aandrijfgaatjes (16) in het bandmateriaal (3), ten einde dit laatste t. o. v. de inrichting volgens de uitvinding stapsgewijs te verplaatsen.

   3.-Inrichting volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat de as (8) verbonden is met de uitgangsas van de motor (6) door middel van een koppeling. <Desc/Clms Page number 11> 4.-Inrichting volgens konklusie 3, daardoor gekenmerkt dat de koppeling gevormd wordt door een buigzame stang (22).

   5.-Inrichting volgens konklusie 4, daardoor gekenmerkt dat de buigzame stang (22) gevormd wordt door een stalen kabel.

   6.-Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat op de as (8) een magneet (19) is voorzien die samenwerkt met een zogenaamde hallsensor (21).

   7.-Inrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat het mechanisme (2) gevormd wordt door een minimotor (23) die een kegelwiel (24) aandrijft waarbij dit kegelwiel doorlopend ingrijpt met een kegelwiel (25) op de as (26), waarbij met het kegelwiel (25) een tandwiel (28) is verbonden dat door middel van een tussentandwiel (29) ingrijpt met een tandwiel (31) waarvan de as (32) gesitueerd is boven het voornoemd mechanisme (1) en waarbij op dit tandwiel (31) een uitsteeksel (31A) is voorzien dat als opwindrol kan fungeren voor de afdekkingsstrip (4). <Desc/Clms Page number 12>

   8.-Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat boven het getand wiel (13) een plaatje (37) is voorzien dat het verpakkingsmateriaal in ingrijping houdt met de tanden (15) van het getand wiel (13), terwijl voor dit plaatje (37) een tweede plaatje (38) is voorzien waarachter de afdekkingsstrip (4) wordt afgevoerd naar het uitsteeksel (31A).

   9.-Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat het aandrijfmechanisme (l) is afgedekt door een schutplaat (27) die door tussenkomst van geleidingselementen (34) tot (37) door middel van schroeven verbonden is met de algemene steunplaat (5).

   10.-Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de voorraadspoel (41) vrij draaibaar is aangebracht op een astap (40) die voorzien is op het uiteinde van een uitsteeksel (39) van de algemene steunplaat (5).

   11.-Inrichting volgens konklusie 10, daardoor gekenmerkt dat de voorraadspoel (41) voorzien is van middelen, bijvoorbeeld een kompensatieveer, die ongewild afrollen van het bandmateriaal verhinderen.