BE1003593A3 - Cassette voor het bergen van een rol fotogevoelig materiaal. - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een cassette voor het bergen van een rol fotogevoelig materiaal, die een behuizing bevat met een overlangse spleet waardoor het fotogevoelig materiaal wordt uitgetrokken, en twee sluitstukken die met het einde van de behuizing zijn verbonden en die daarenboven een tap bezitten waarrond bedoelde rol kan afgerold worden, gekenmerkt doordat tussen hogerbedoelde sluitstukken (1, 1') en hogerbedoelde rol (3) remmiddelen zijn voorzien die een ongekontroleerd afrollen van bedoelde rol beletten.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  "Cassette voor het bergen van een rol fotogevoelig materiaal" 
Deze uitvinding heef t betrekking op een cassette voor het bergen van een rol fotogevoelig materiaal. De cassette bestaat uit een behuizing met een overlangse spleet waardoor het fotogevoelig materiaal wordt uitgetrokken, en twee sluitstukken die met het einde van de behuizing zijn verbonden en die een tap bezitten waarrond bedoelde rol fotogevoelig materiaal kan afgerold worden. 



   Dergelijke cassettes bestemd voor fototypezetters, scanners en dergelijke zijn bekend. De kern waarrond het fotogevoelig materiaal gewikkeld is, bestaat meestal uit karton. Deze kern wordt met beide einden over de tappen geschoven. Deze behoren meestal tot de sluitstukken die de zijwanden van de cassette vormen. 



  Het fotogevoelig materiaal wordt doorheen een overlangse spleet in de behuizing uit de cassette getrokken. 



     Een   van de nadelen die dergelijke cassettes bieden is de onregelmatige uittrekkracht van het materiaal. Naarmate het fotogevoelig materiaal uit de cassette wordt afgerold, varieert de kracht die men moet uitoefenen om het materiaal met een constante snelheid uit de cassette te trekken. 



   Een tweede feit is dat het fotogevoelig materiaal over een kern, meestal een kartonnen cilinder, wordt gewikkeld. Karton is een hydrofiel materiaal en het door de kern opgenomen vocht kan de fotografische eigenschappen van het materiaal nadelig   beïnvloeden.   



   Om het uittrekken van het materiaal uit de cassette mogelijk te maken, moet er speling zijn tussen de kern en de tappen. Deze speling maakt het mogelijk dat de rol tijdens transport in de behuizing gaat bewegen. Als gevolg hiervan ontrolt het materiaal zieh tot het raakt aan de behuizing ; hierdoor ontstaan verhoogde 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 uittrekkrachten. Verschillende producenten blokkeren daarom tijdens het transport de kern ten opzichte van de tap, wat uiteraard bijkomende onderdelen en werk noodzaakt. 



   De uitvinding heeft nu tot doel een cassette voor te schrijven die de hierboven genoemde en andere door de vaklieden bekende nadelen niet vertoont en een regelmatige uittrekkracht bij een constante snelheid van het fotogevoelig materiaal verzekert. 



   Om dit volgens de uitvinding mogelijk te maken zijn tussen hogerbedoelde tappen en hogerbedoelde rol remmiddelen voorzien die een ongekontroleerd afrollen van bedoelde rol beletten. 



   In een bij voorkeur toegepaste verwezenlijkingsvorm van de uitvinding draagt hogerbedoeld sluitstuk een naar de rol gerichte tap, over welke tap een ring passend kan worden geschoven. Bedoelde ring is van naar binnen gerichte verende tandjes voorzien die om hogerbedoelde tap grijpen. 



   Steeds volgens de uitvinding en na uitschakeling van de kartonnen kern welke gebruikelijk wordt toegepast voor het opwikkelen van het fotogevoelig materiaal staat hogerbedoelde ring met verende tandjes in contact met de inwendige cilindrische ruimte ontstaan bij het oprollen van het materiaal in afwezigheid van bedoelde kern. 



   Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een cassette voor het bergen van een rol fotogevoelig materiaal, volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren. 



     Figuur l   is een perspectivische voorstelling met uit elkaar genomen onderdelen van een rol fotogevoelig materiaal en de twee daarbijhorende sluitstukken waartussen deze rol wordt gevat. 



   Figuur 2 is een zijaanzicht van een variante van de uitvinding. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



   Figuur 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III uit figuur 2. 



   Figuur 4 is, op een andere schaal, een langsdoorsnede van een voorbeeld van een mogelijke variante van de uitvinding. 



   Figuur 5 is een vooraanzicht op de plug uit figuur 4. 



   Figuur 6 is een perspectivische voorstelling met uit elkaar genomen onderdelen van een variante van de uitvinding. 



   De cassette volgens figuur 1 bevat tevens een behuizing of doos die in de figuur niet is getekend om de onderdelen beter te doen uitkomen. Deze behuizing sluit zijdelings, langs beide uiteinden aan op twee sluitstukken 1 met een centrale tap 2 die samen de aslijn bepalen waarrond kan worden afgewikkeld. 



   Tot nog toe kwam in het midden van de rol 3 een kern voor, meestal onder vorm van een kartonnen cilinder. Volgens de uitvinding wordt thans van deze kern afgezien en wordt daarentegen in de centrale cilindrische holte 4 van de rol 3, langs beide einden, een ring 5 ingedrukt. 



   Beide ringen 5 kunnen passend worden geschoven over de tappen 2 en vertonen naar binnen gerichte verende tandjes 6. De ringen met de verende tandjes zorgen voor een ideale afremming van de rol 3. 



   De ringen 5 met hun verende tandjes 6 zijn uit   een   stuk gegoten en bestaan uit een daartoe geschikte synthetische stof. 



   De ringen 5 die over de tappen 2 worden geschoven, passen juist in de centrale holte 4 van de rol 3 en grijpen, anderzijds, met de tandjes 6 om het buitenoppervlak van de tappen 2. 



   Bij het afwikkelen van een rol 3 fotogevoelig materiaal ontstaat nu een blijvend en ongewijzigd wrijvingseffect dat voor de gewenste afremming zorgt. 



   In de uitvoeringsvorm volgens figuren 2 en 3 wordt gebruik gemaakt van een gestructureerde ring 5 met een reeks naar binnen gerichte verende tandjes 6. De grootste diameter van het 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 inzetstuk 7 stemt overeen met de inwendige diameter van de centrale holte 8 van de rol fotogevoelig materiaal 3. Het inzetstuk 7 vertoont een zeer licht afgeschuinde rand, zodat het gemakkelijk in de centrale holte 8 van de rol 3 kan worden gedrukt. De tot de sluitstukken van de cassette behorende tappen waarover de ring 5 met de tandjes 6 wordt geschoven, zijn hier niet afgebeeld. 



   In de uitvoeringsvorm volgens figuur 6 zit de tap 2 waarover de ring 5 met verende tandjes 6 passend wordt geschoven, niet vast aan het sluitstuk   1,   maar op een plaat die zodanig in het inwendige van de cassette past dat de tap 2 geen roterende beweging kan maken. 



   In beide uitvoeringsvormen kan, dankzij de structuur volgens de uitvinding, de inwendige kern weggelaten worden. Dit betekent een niet onbelangrijke besparing aan materiaal maar vooral worden de problemen die zieh voordoen bij het transport van de cassette en die in de aanhef van deze octrooiaanvrage werden uiteengezet definitief opgelost. 



   Tenslotte hebben figuren 4 en 5 betrekking op een mogelijke variante waarbij een plug 10 in de rol 11 wordt gedrukt. Op deze plug 10 zitten verende tandjes 12 die op een opstaande rand van het sluitstuk l'drukken. Op deze wijze ontstaat eveneens de gewenste remming. 



   Alle hierboven beschreven uitvoeringsvormen laten een weglating van de centrale kern toe en laten toe het fotografisch materiaal onder een constante trekkracht uit de cassette te trekken. 



   De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen en vele wijzigingen zouden hieraan kunnen worden aangebracht zonder buiten het raam van de octrooiaanvrage te treden.

Claims (12)

1. CONCLUSIES 1. Cassette voor het bergen van een rol fotogevoelig materiaal, die een behuizing bevat met een overlangse spleet waardoor het fotogevoelig materiaal wordt uitgetrokken, en twee sluitstukken die met het einde van de behuizing zijn verbonden en die daarenboven een tap bezitten waarrond bedoelde rol kan afgerold EMI5.1 worden, met het kenmerk dat tussen hogerbedoelde sluitstukken (1, l') en hogerbedoelde rol (3, 11) remmiddelen zijn voorzien die een ongekontroleerd afrollen van bedoelde rol beletten.
2. 2. Cassette volgens conclusie 1, met het kenmerk dat hogerbedoelde tap (2) geen deel uitmaakt van hogerbedoelde sluitstukken (1, 1').
3. 3. Cassette volgens conclusie 2, met het kenmerk dat hogerbedoelde tappen (2) deel uitmaken van een plaat (9) die in hogerbedoelde cassette past.
4. 4. Cassette volgens een van de conclusies 1 - 3, met het kenmerk dat hogerbedoeld sluitstuk (1) een naar bedoelde rol (3) gerichte tap (2) draagt, over welke tap een ring (5) passend kan worden geschoven, welke ring (5) van naar binnen gerichte verende tandjes (6) is voorzien die om hogerbedoelde tap (2) grijpen.
5. 5. Cassette volgens een van de conclusies 1 - 3, met het kenmerk dat hogerbedoelde plaat (9) een naar bedoelde rol (3) gerichte tap (2) draagt, over welke tap een ring (5) passend kan worden geschoven, welke ring (5) van naar binnen gerichte verende tandjes (6) is voorzien die om hogerbedoelde tap (2) grijpen.
6. 6. Cassette volgens een van de conclusies 4 of 5, met het kenmerk dat hogerbedoelde ring (5) met verende tandjes (6) in contact staat met de wand van de inwendige cilindrische holte (4) ontstaan bij het oprollen van het fotogevoelig materiaal in afwezigheid van een kern.
7. 7. Cassette volgens een van de conclusies 4 of 5, met het kenmerk dat hogerbedoelde ring (5) met verende tandjes (6) in contact staat met de inwendige wand van een cilindrische kern waarrond het fotogevoelig materiaal is gewikkeld.
8. 8. Cassette volgens een van de conclusies 4 <Desc/Clms Page number 6> - 7, met het kenmerk dat hogerbedoelde ring (5) met verende tandjes (6) het middendeel vormt van een inzetstuk (7) dat in de inwendige cilindrische holte (8) past die ontstaat bij het oprollen van het fotogevoelig materiaal in afwezigheid van een kern.
9. 9. Cassette volgens een van de conclusies 4 - 7, met het kenmerk dat hogerbedoelde ring (5) met verende tandjes (6) het middendeel vormt van een inzetstuk (7) dat in de inwendige cilindrische holte (8) van een kern past.
10. 10. Cassette volgens conclusie 1, met het kenmerk dat hogerbedoelde remmiddelen worden gevormd door een plug (10) met verende tandjes (12) die in de gebruiksstand naar het sluitstuk (1') zijn gericht en hierop drukken zodat de druk van bedoelde tandjes (12) op bedoeld sluitstuk (D de gewenste remming veroorzaakt.
11. 11. Cassette volgens een van de conclusies 4 tot en met 10, met het kenmerk dat hogerbedoelde ring (5) uit een synthetische stof is vervaardigd.
12. 12. Cassette volgens conclusie 11, met het kenmerk dat hogerbedoelde synthetische stof polyacetal is, of een ander materiaal met technisch equivalente eigenschappen, en de beoogde remming garandeert.