<Desc/Clms Page number 1>
KRAAMHOK VOOR ZEUGEN
De huidige uitvinding betreft een kraamhok voor zeugen met biggen bestaande uit een gesloten eenlingbox met zijkanten, voorkant, achterkant en vloer, drinkwatervoorziening en voergang.
In een varkenshouderij stelt het doodliggen van biggen een der zwaarste problemen. De diertjes sterven vooral door verstikking onder het lichaam van de liggende zeug omdat zij niet op tijd konden ontwijken als de moeder zich neerlegt.
Vijftig percent van de biggensterfte gebeurt immers tijdens de eerste drie levensdagen. Tien tot dertien percent van de sterfte is te wijten aan het doodgeboren worden van de biggen. De overige veertig percent door dooddrukking. Hierdoor wordt de rentabiliteit van een selektie uiterst ongustig beinvloed.
Uit Belgisch octrooi nr. 897. 004 is een opstelling in V-vormen van een kraamhok bekend, die bijzonder voor losse en gebonden zeugen bestemd is, t. t. z. voor zeugen bij het biggen en erna.
Het hok is regelbaar in lengte door de zijwanden in of uit te schuiven en te klemmen en het heeft een opendraaiende zijwand. Het kraamhok is opklapbaar en wordt vastgezet door twee klemmen in de voorwand, die voorzien is van een betonbak op polyesterbak voor voeder. Het hok wordt op een bestaande vloer geschroefd die bij voorkeur een halfroostering is.
<Desc/Clms Page number 2>
Speciale kraamboxen werden ontworpen om het dooddrukken van de biggetjes tegen te gaan. Men kent bijvoorbeeld eenlingboxen met klapbare vloerbodem die omhoogkomen bij het rechtstaan van de zeug tot tegen het lichaam van het dier, zodat de biggetjes automatisch van hun moeder verwijderd worden. Pas als de zeug terug gaat liggen daalt de ligplaats en kunnen de biggen weer bij de zeug komen.
Dit systeem is nogal duur en ingewikkeld zodat het tot nu toe nog niet veralgemeend kan worden.
Om de hoge sterfte van de biggen te verlagen en tegelijkertijd de huisvesting van de dieren te verbeteren, stelt de huidige uitvinding een kraamhok voor van het type beschreven in de eerste paragraaf, met als bijzonder kenmerk dat het hok van een dubbelbodem voorzien is waarbij de bovenste bodem uit een rooster bestaat dat als ligbed dient voor de droge ligging van de zeug en de ondervloer als leefruimte voor biggen.
Volgens een bijzonderheid van de uitvinding bestaat de bovenste bodem uit een rooster met een spleetbreedte van 20-40 cm. De bovenste bodem bevindt zich op een hoogte van ongeveer 10 tot 25 cm boven de ondervloer.
In een bijzondere uitvoeringsvorm is de bovenste bodem uitgerust met twee staanplaten voor de voor-en achterpoten van de zeug.
Eventueel kan het kraamhok begrensd worden langs tenminste öön zijde door een aanliggende ruimte.
<Desc/Clms Page number 3>
Nadere bijzonderheden en details van de uitrusting zullen blijken uit de beschrijving van de bijgaande tekeningen, die schematisch en op nietbeperkende wijze een uitvoeringsvorm weergeven van een kraamhok met verhoogde bedding voor de zeug.
In deze tekeningen is : figuur l een perspectiefzicht van een leeg kraamhok, en figuur 2 een zijaanzicht van een kraamhok bezet door een zeug en haar pasgeboren biggetjes.
In deze verschillende figuren betekenen dezelfde verwijzingsgetallen identieke of overeenkomstige elementen.
Zoals weergegeven in Figuur 1, bestaat een kraamhok volgens de uitvinding, aangeduid in zijn geheel door verwijzingsteken 1, voor losse of gebonden zeugen uit een gesloten eenlingbox met zijkanten 2, voorwand 3 en achterkant 4 alsook ondervloer 5.
Het hok 1 is open langs de achterkant 4 om bij het biggen, de worp van de biggetjes niet te verhinderen.
De achterkant 4 is voorzien van een opendraaiend deurtje 6 om de zeug in te laten.
De voorwand 3 van het hok 1 is voorzien van een drinkbak 7 met drinkwatervoorziening en van een schaal, gang of bak 8 voor krachtvoer.
<Desc/Clms Page number 4>
Het hok 1 bezit een dubbele bodem. De bovenste bodem is een ligbed 9 bestaande uit een rooster of raam vervaardigd uit evenwijdige dwarse stalen buizen 10 of riemen met een spleetbreedte van 20 tot 40 cm. Het bed dient voor de droge ligging van de zeug.
Het ligbed bevindt zich op een hoogte van ongeveer 10 tot 25 cm boven de ondervloer 5 die bij voorkeur een gedeeltelijke roostering is waarop stro kan gelegd worden.
De ondervloer 5 dient als leefruimte voor de biggen 11 die dus zoals afgebeeld in figuur 2 onder de zeug 12 kunnen kruipen zonder het gevaar te lopen door de moeder doodgedrukt te worden.
Het gevaar van dooddrukking gebeurt hoofdzakelijk als de rechtstaande zeug zieh neerlegt om haar biggetjes te voeden. De biggetjes 11 die te vroeg toelopen en/of niet op tijd kunnen ontwijken om plaats te ruimen voor de zeug 12, geraken onder de zij van hun moeder en lopen het gevaar doodgedrukt te worden.
EMI4.1
De biggetjes worden niet gedrukt maar eerder 3 verstikt onder het week lichaam van de zeug.
Het ligbed 9 die enkele centimeters hoger ligt dan de ondervloer 5 zorgt ervoor dat de biggetjes steeds voldoende lucht behouden. Het ligbed 9 belet niet de biggetjes 11 bij hun moeder te zuigen omdat de uiers van de zeug die door de rooster 9 geraken goed bereikbaar blijven voor de biggetjes 11.
De maximale hoogte van het ligbed 9 is afhankelijk van de groei en de ontwikkeling van de
<Desc/Clms Page number 5>
biggen 11.
Een hoogte van 10 tot 25 cm boven de ondervloer is geschikt voor biggetjes van 20 tot 25 cm lang en 10 tot 15 cm hoog.
Een zeug rust meestal de hele dag. Nochtans is het aangeraden de uiteinden van het ligbed van twee platen 13,14 te voorzien voor de voor-en de achterpoten van de zeug die erop kan staan.
Het kraamhok 1 is eventueel omringd door een aanliggende ruimte 15 die als staanplaats dient voor de biggen 11. Deze ruimte 15 is met het kraamhok verbonden door middel van een opening 16 onderaan de zijwanden 3 van het hok 1.
De losse zeug wordt langs het achterdeurtje in het kraamhok geduwd. Vooraleer de zeug in te laten, worden enkele planken op het ligbed gelegd om de toegang tot het hok te vergemakkelijken. De planken worden verwijderd terwijl de zeug op de platen 13,14 rechtstaat.
<Desc / Clms Page number 1>
Farrow for sows
The present invention relates to a farrowing pen for sows with piglets, consisting of a closed individual box with sides, front, back and floor, drinking water supply and feed passage.
In pig farming, piglets lying dead are one of the most serious problems. The animals mainly die of suffocation under the body of the lying sow because they could not avoid in time when the mother lies down.
After all, fifty percent of piglet mortality occurs during the first three days of life. Ten to thirteen percent of the deaths are due to the stillbirths of the piglets. The remaining forty percent by crushing. As a result, the profitability of a selection is greatly affected.
Belgian patent no. 897.004 discloses an arrangement in V-shapes of a farrowing pen, which is particularly intended for loose and bound sows, t. t. z. for sows in piglets and after.
The loft is adjustable in length by sliding or clamping the side walls in and out and it has an opening side wall. The farrowing pen is foldable and is secured by two clamps in the front wall, which are equipped with a concrete box on polyester box for feed. The loft is screwed to an existing floor, which is preferably a semi-grid.
<Desc / Clms Page number 2>
Special farrowing boxes have been designed to prevent the piglets from being crushed to death. For example, there are lone boxes with a foldable floor that rise when the sow stands up to the body of the animal, so that the piglets are automatically removed from their mother. Only when the sow lies back does the berth drop and the piglets can return to the sow.
This system is rather expensive and complicated, so it cannot be generalized so far.
In order to reduce the high mortality of the piglets and at the same time improve the housing of the animals, the present invention proposes a farrowing pen of the type described in the first paragraph, characterized in that the pen is provided with a double bottom with the upper The bottom consists of a grid that serves as a lounger for the dry location of the sow and the sub-floor as living space for piglets.
According to a special feature of the invention, the top bottom consists of a grid with a gap width of 20-40 cm. The top bottom is at a height of about 10 to 25 cm above the subfloor.
In a special embodiment, the top bottom is equipped with two standing plates for the front and rear legs of the sow.
Optionally, the farrowing pen can be bounded on at least one side by an adjacent space.
<Desc / Clms Page number 3>
Further details and details of the equipment will become apparent from the description of the accompanying drawings, which schematically and non-limitatively show an embodiment of a farrowing pen with raised bedding for the sow.
In these drawings: figure 1 is a perspective view of an empty farrowing pen, and figure 2 is a side view of a farrowing pen occupied by a sow and her newborn piglets.
In these different figures, the same reference numbers mean identical or corresponding elements.
As shown in Figure 1, a farrowing pen according to the invention, indicated in its entirety by reference sign 1, for loose or bound sows consists of a closed individual box with sides 2, front wall 3 and back 4 as well as underlay 5.
The pen 1 is open along the back 4 so as not to prevent the piglets from hitting the piglets.
The back 4 is provided with an opening door 6 to let the sow in.
The front wall 3 of the loft 1 is provided with a drinking trough 7 with drinking water supply and with a bowl, corridor or trough 8 for concentrates.
<Desc / Clms Page number 4>
The loft 1 has a double bottom. The top bottom is a lounger 9 consisting of a grid or window made of parallel transverse steel tubes 10 or straps with a gap width of 20 to 40 cm. The bed serves for the dry position of the sow.
The lounger is located at a height of about 10 to 25 cm above the subfloor 5, which is preferably a partial grid on which straw can be laid.
The underlay 5 serves as a living space for the piglets 11, which can thus crawl under the sow 12 as shown in figure 2 without running the risk of being crushed to death by the mother.
The danger of crushing mainly occurs when the standing sow lays down to feed her piglets. The piglets 11 that arrive too early and / or cannot avoid in time to make room for the sow 12, end up under their mother's side and run the risk of being crushed to death.
EMI4.1
The piglets are not pushed but rather suffocated under the soft body of the sow.
The lounger 9, which is a few centimeters higher than the subfloor 5, ensures that the piglets always retain sufficient air. The lounger 9 does not prevent the piglets 11 from suckling their mother because the udders of the sow that pass through the grid 9 remain readily accessible to the piglets 11.
The maximum height of the lounger 9 depends on the growth and development of the
<Desc / Clms Page number 5>
piglets 11.
A height of 10 to 25 cm above the subfloor is suitable for piglets 20 to 25 cm long and 10 to 15 cm high.
A sow usually rests all day. However, it is recommended to provide the ends of the lounger with two plates 13,14 for the front and back legs of the sow that can stand on it.
The farrowing pen 1 is optionally surrounded by an adjacent space 15 which serves as a standing place for the piglets 11. This space 15 is connected to the farrowing pen by means of an opening 16 at the bottom of the side walls 3 of the pen 1.
The loose sow is pushed along the back door into the farrowing pen. Before admitting the sow, some boards are placed on the lounger to facilitate access to the pen. The shelves are removed while the sow is standing on the plates 13,14.