<Desc/Clms Page number 1>
"Hulpgereedschap voor het heffen van lasten".
EMI1.1
--------------------------------------------- Deze uitvinding heeft betrekking op een hulpgereedschap voor het heffen van lasten, in het algemeen lasten willekeurige aard, en in het bijzonder meubelstukken zoals kasten en dergelijke.
Meer speciaal nog betreft de uitvinding een hulpgereedschap voor het heffen van niet van poten voorziene voorwerpen, waarbij het aldus onmogelijk is hieronder op normale wijze een krik, wieltjes of een koord aan te brengen. Dergelijke voorwerpen, bijvoorbeeld boekenkasten, dienen tot nu toe eerst leeggemaakt te worden, zodanig dat ze afwisselend naar links en rechts kunnen geheld worden om wieltjes of een koord te plaatsen.
Het is duidelijk dat dit een omslachtige bezigheid is. Om aan dit en andere nadelen te verhelpen betreft de uitvinding een hulpgereedschap voor het heffen van lasten
<Desc/Clms Page number 2>
dat de voornoemde nadelen niet vertoont en dat toelaat voorwerpen van het voornoemde type te heffen, zonder deze voorwerpen evenwel voorafgaandelijk leeg te maken en zonder dat het voorwerp dient geheld te worden.
Het hulpgereedschap is voornamelijk bedoeld voor de doe-het-zelf sektor.
Het hulpgereedschap voor het heffen van lasten volgens de uitvinding bestaat hiertoe hoofdzakelijk uit een profiel ; twee zieh haaks ten opzichte van het profiel, aan één zijde ervan, bevindende klemvlakken ; middelen die toelaten dat de klemvlakken naar elkaar kunnen bewogen worden om een voorwerp ertussen te bevestigen ; en een met het profiel verbonden of hiermee ééndelig uitgevoerd element dat toelaat dat het hulpgereedschap met hefmiddelen kan samenwerken. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaan de middelen die toelaten dat de klemvlakken naar elkaar kunnen bewogen worden, minstens uit een schroef
EMI2.1
waarmee één klemvlak naar het andere klemvlak, dat vast is opgesteld, kan bewogen worden.
Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende
<Desc/Clms Page number 3>
uitvoeringsvormen besehreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :
Figuur 1 het hulpgereedschap volgens de uitvinding in perspektief weergeeft ;
Figuren 2 en 3 zichten weergeven, respektievelijk volgens pijlen F2 en F3 in figuur 1 ;.
Figuur 4 het gebruik van het hulpgereedschap van figuur 1 illustreert ;
Figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur 4 ;
EMI3.1
D Figuur 6 een doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur 1 ; Figuur 7 een zieht weergeeft volgens pijl F7 in figuur 6, zulks voor de gedemonteerde toestand van het steunelement ; Figuur 8 een doorsnede weergeeft volgens lijn VIII-VIII in figuur 1 ; Figuur 9 voor een variante een achteraanzicht van het hulpgereedschap weergeeft ; Figuur 10 een doorsnede volgens lijn X-X in figuur 9 weergeeft ; Figuur 11 een bijzondere variante weergeeeft.
Zoals weergegeven in de figuren 1 tot 3 bestaat het hulpgereedschap 1 volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit een profiel 2 ; twee zieh haaks ten opzichte van het
<Desc/Clms Page number 4>
profiel 2, aan één zijde 3 ervan, bevindende klemvlakken 4, respektievelijk 5 ; middelen 6 die toelaten dat de klemvlakken 4-5 naar elkaar toe kunnen bewogen worden om een voorwerp ertussen te bevestigen ; en een met het profiel 2 verbonden of hiermee ééndelig uitgevoerd element 7 dat toelaat dat het hulpgereedschap 1 met hefmiddelen kan samenwerken.
In de voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat het profiel 2 uit een tijdens het gebruik over 90 graden gekanteld T-profiel. De klemvlakken 4 en 5 bestaan bij voorkeur uit, enerzijds, een vast klemvlak 4, dat bijvoorbeeld gevormd wordt door een omgebogen uiteinde van de aan de voornoemde zijde 3 gelegen flens 8 van het profiel 2, en, anderzijds, een verplaatsbaar klemvlak 5.
De middelen 6 die toelaten dat de klemvlakken 4-5 naar elkaar toe kunnen bewogen worden, bestaan bij voorkeur uit minstens een bout of vijs 9 die door verdraaiing door middel van een handvat, 10 in de verplaatsing van het klemvlak 5 voorziet. Het klemvlak 5 wordt hiertoe gevormd
EMI4.1
.... door een vrij over het uiteinde 11 van de vijs 9 draaibaar ......,.,............ - ¯.... plaatje 12. Zoals weergegeven in de figuren 1 tot 3 .. --...,... -.... bestaan de voornoemde middelen 6, ten einde een vlugge verplaatsing over grotere afstanden toe te laten, naast de voornoemde vijs 9, tevens uit een langs het profiel 2
<Desc/Clms Page number 5>
verplaatsbare steun 13, waarin de vijs 9 verdraaibaar is.
In de uitvoeringsvorm volgens de figuren 1 tot 3 is in het profiel 2 een reeks boringen 14 aangebracht die toelaten dat de steun 13 op meerdere plaatsen aan het profiel 2 kan worden bevestigd door middel van bouten 15 en moeren 16.
De bouten 15 kunnen hierbij door openingen 17 in het voetstuk 18 van de steun 13 passen, doch kunnen evenwel ook bestaan uit aan dit voetstuk 18 vastgemaakte schroefdraadgedeelten. Ten einde de bevestiging en de vlugge verplaatsing van de steun 13 toe te laten, kunnen de moeren 16 ook bestaan uit vleugelmoeren.
De voorzijde 3 van het profiel 2 is bij voorkeur vlak, één en ander zodanig dat dit bij het gebruik van het hulpgereedschap 1 als steunvlak kan funktioneren. Ten einde, enerzijds, een goede inklemming te bekomen en, anderzijds, de te verplaatsen voorwerpen niet te beschadigen, zijn de zijde 3 van het profiel 2, en de naar elkaar toegerichte zijden van de klemvlakken 4 en 5 van een bekleding 19, bij voorkeur uit rubberachtig materiaal, voorzien.
Het voornoemde element 7 dat toelaat dat het hulpgereedschap 1 met hefmiddelen kan samenwerken, wordt in de uitvoeringsvorm volgens figuren 1 tot 3 gevormd door de centrale flens van het profiel 2, waarbij deze flens
<Desc/Clms Page number 6>
een steun vormt voor het eronder plaatsen van een krik of dergelijke. Het is duidelijk dat ook een andere vorm van steun aan de achterzijde van het profiel kan worden voorzien.
In figuren 4 en 5 wordt de werking van de inrichting geillustreert. Het hulpgereeschap 1 wordt hierbij met de zijde 3 tegen de zijwand van het te heffen voorwerp, bijvoorbeeld een kast 20, geplaatst. De steun 13 is hierbij voorafgaandelijk op de juiste breedte ingesteld.
Vervolgens worden de klemvlakken 4 en 5 naar elkaar toe bewogen tot de kast 20 hiertussen is geklemd. De vijs 9 wordt goed aangespannen. Vervolgens kan onder de flens 7
EMI6.1
van het profiel 2 een hefelement worden aangebracht waardoor het hulpgereedschap 1 met de kast 20 omhoog kan worden gebracht, ten einde bijvoorbeeld hieronder wieltjes te plaatsen, of ten einde het geheel te verrollen wanneer een verrolbaar hefwerktuig wordt aangewend.
Bij wijze van voorbeeld'zijn volgens de figuren 4 en 5 hefmiddelen aangewend, gevormd door een takelvormig hefwerktuig 21 dat hoofdzakelijk bestaat uit een staander
EMI6.2
.... w...
22, een op de staander 22 bevestigde takel 23, .. 0-.. " verdraaibaar door middel van een zwengel 24 en uitgerust met een vergrendeling 25 en een door middel van de takel 23 en door middel van de kabel 26 op en neer verplaatsbaar
<Desc/Clms Page number 7>
lichaam 27. Dit laatste is voorzien van een reeks gaten 28 waarin naar willekeur een ondersteuningspen 29 kan worden gestoken. Deze pen 29 laat men, zoals weergegeven in figuur 5, onder de flens 7 aangrijpen.
Om tijdens het heffen van zware lasten te vermijden dat
EMI7.1
.. -..,... " - -.. het hulpgereedschap 1 zou wentelen en zou loskomen, wordt het, zoals weergegeven in figuren 1,4 en 5,. bij voorkeur
EMI7.2
. - -.... voorzien van minstens een, en bij voorkeur twee .., steunplaten 30, waarvan de voorzijden 31, die tevens voorzien zijn van een bekleding 19, tegen het te heffen voorwerp kunnen worden geplaatst. De steunplaten 30 zijn bij voorkeur vrij instelbaar langsheen het profiel 2.
Hiertoe zijn zij, zoals in detail in figuren 6 en 7 is weergegeven, aan hun achterzijden voorzien van steungedeelten 32 dewelke door middel van klemmiddelen 33, zoals een spanvijs, op willekeurige plaatsen aan het profiel 2 kunnen worden bevestigd. De klemmiddelen 33 laten een speling S toe zodanig dat de steunplaten 30 met hun voorzijde 31 tot op een afstand D voor de zijde 3 kunnen worden geplaatst. Het kan immers gebeuren dat door het aanspannen van de klemvlakken 4 en 5 het profiel 2, afhankelijk van de vorm. van het te heffen voorwerp, zieh enigszins verplaatst waardoor de voorzijde 3 niet meer aanligt tegen dit voorwerp. Om dan toch nog een goede steun van het hulpgereedschap tegen het voorwerp te
<Desc/Clms Page number 8>
bekomen kan men de voorzijden 31 van de steunplaten 30, dank zij de speling S, toch nog tegen het voorwerp aandrukken.
Volgens een variante zijn de steunplaten 30 vast aan het profiel 2 bevestigd.
EMI8.1
J ; Zoals afgebeeld in de figuren 1 en 8 kan het hulpgereedschap 1 zijn uitgerust met een steunelement 34 om de vijs 9 bij het heffen van zware lasten te ondersteunen en de verbuiging hiervan te beletten. Dit steunelement 34 bestaat, enerzijds, uit een haakvormig deel 35 dat over de rand van het profiel 2 past en een lip 36 die de rechtstreekse ondersteuning van de vijs 9 vormt.
Volgens een variante, weergegeven in figuren 9 en 10, kan de steun 13 ook verschuifbaar in het profiel 2 zijn.
Hiertoe vertoont het profiel 2 twee gleuven 37 die doorgangen voor de bouten 15-vormen. Om bij het vastzetten van de steun 13 een niet-verschuifbare inklemming te verkrijgen zijn langs deze gleuven 37 uitsparingen 38 voorzien die zittingen kunnen vormen voor de aangeschroefde moeren 16. Deze konstruktie biedt het
EMI8.2
.... -. voordeel dat, zoals weergegeven in figuur 10, de moeren 16 I. -. 0....... -. - - - - slechts gedeeltelijk hoeven losgeschroefd te worden, waarna de steun 13 kan verschoven worden.
<Desc/Clms Page number 9>
Figuur 11 geeft nog een variante weer waarbij de steun 13 op verschillende plaatsen inhaakbaar is aan het profiel 2, bijvoorbeeld door middel van haakvormige gedeelten 39, die in uitsparingen 40 aangrijpen.
' Het is duidelijk dat het voornoemde element 7 dat toelaat dat het hulpgereedschap met hefmiddelen kan samenwerken, van %willekeurige vorm kan zijn. Zo kan dit bijvoorbeeld ook bestaan uit een oog waaraan een haak van een takel kan worden bevestigd of uit aan beide uiteinden van het profiel 2 aangebrachte handvatten om het hulpgereedschap met de eraan hangende last manueel op te heften.
Het is ook duidelijk dat de voornoemde middelen 6 die toelaten dat de klemvlakken 4-5 naar elkaar toe worden bewogen en tegen het voorwerp worden aangespannen van een
EMI9.1
-.. -.. - - andere vorm kunnen zijn dan de voornoemde vijs 9. De vijs 9 kan bijvoorbeeld, volgens een variante, vervangen worden - door een via een hefboom bedienbare klem of dergelijke.
De huidige uitvinding is. geenszins beperkt tot de als
EMI9.2
. - -... -.. voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven . - 0- -. -. -. -. -. - -. uitvoeringsvormen, doch dergelijk hulpgereedschap voor het heffen van lasten kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
"Auxiliary tool for lifting loads".
EMI1.1
--------------------------------------------- This invention relates to an auxiliary tool for lifting loads, generally loads of any kind, and in particular furniture such as cabinets and the like.
More particularly still, the invention relates to an auxiliary tool for lifting non-legged objects, thus making it impossible to fit a jack, wheels or cord below normally. Until now such objects, for example bookcases, have to be emptied in such a way that they can alternately be tilted left and right to place wheels or a cord.
It is clear that this is a cumbersome activity. To overcome this and other disadvantages, the invention relates to an auxiliary tool for lifting loads
<Desc / Clms Page number 2>
which does not exhibit the aforementioned drawbacks and which permits objects of the above type to be lifted, but without prior emptying of these objects and without the object having to be tilted.
The auxiliary tool is mainly intended for the do-it-yourself sector.
The auxiliary tool for lifting loads according to the invention mainly consists of a profile for this purpose; two clamping surfaces perpendicular to the profile, on one side thereof; means that allow the clamping surfaces to be moved together to fix an object therebetween; and an element connected to or formed in one piece with the profile, which allows the auxiliary tool to cooperate with lifting means. In a preferred embodiment, the means which allow the clamping surfaces to be moved towards each other consist at least of a screw
EMI2.1
with which one clamping surface can be moved to the other clamping surface, which is fixedly arranged.
With the insight to better demonstrate the features according to the invention, some examples are given below as examples without any limiting character
<Desc / Clms Page number 3>
described embodiments, with reference to the accompanying drawings, in which:
Figure 1 shows the auxiliary tool according to the invention in perspective;
Figures 2 and 3 represent views, respectively according to arrows F2 and F3 in figure 1;
Figure 4 illustrates the use of the auxiliary tool of Figure 1;
Figure 5 represents a section according to line V-V in Figure 4;
EMI3.1
D Figure 6 represents a section according to line VI-VI in figure 1; Figure 7 shows a view according to arrow F7 in figure 6, this for the disassembled state of the support element; Figure 8 shows a section according to line VIII-VIII in Figure 1; Figure 9 shows a rear view of the auxiliary tool for a variant; Figure 10 shows a section according to line X-X in Figure 9; Figure 11 shows a special variant.
As shown in Figures 1 to 3, the auxiliary tool 1 according to the invention mainly consists of a profile 2; two perpendicular to the
<Desc / Clms Page number 4>
profile 2, on one side 3 thereof, clamping surfaces 4 and 5 respectively; means 6 allowing the clamping surfaces 4-5 to be moved together to fix an object therebetween; and an element 7 connected to or formed in one piece with the profile 2, which allows the auxiliary tool 1 to cooperate with lifting means.
In the preferred embodiment, the profile 2 consists of a T-profile tilted through 90 degrees during use. The clamping surfaces 4 and 5 preferably consist of, on the one hand, a fixed clamping surface 4, which is for instance formed by a bent end of the flange 8 of the profile 2 located on the aforementioned side 3, and, on the other hand, a movable clamping surface 5.
The means 6 which allow the clamping surfaces 4-5 to be moved towards each other, preferably consist of at least one bolt or screw 9, which provides rotation of the clamping surface 5 by rotation by means of a handle. The clamping surface 5 is formed for this purpose
EMI4.1
.... by rotating freely over the end 11 of the screw 9 ......,., ............ - ¯ .... picture 12. As shown in the Figures 1 to 3 .. --..., ... -.... the aforementioned means 6, in order to allow a quick displacement over greater distances, in addition to the aforementioned screw 9, also consist of a longitudinal profile 2
<Desc / Clms Page number 5>
movable support 13, in which the screw 9 is rotatable.
In the embodiment according to Figures 1 to 3, a series of bores 14 are provided in the profile 2, which allow the support 13 to be fastened to the profile 2 in several places by means of bolts 15 and nuts 16.
The bolts 15 can here fit through openings 17 in the base 18 of the support 13, but can also consist of threaded parts fastened to this base 18. In order to allow the fastening and rapid movement of the support 13, the nuts 16 may also consist of wing nuts.
The front 3 of the profile 2 is preferably flat, all this such that it can function as a supporting surface when the auxiliary tool 1 is used. In order, on the one hand, to obtain a good clamping and, on the other hand, not to damage the objects to be moved, the side 3 of the profile 2, and the mutually facing sides of the clamping surfaces 4 and 5 of a covering 19, are preferably made of rubber-like material.
The aforementioned element 7, which allows the auxiliary tool 1 to cooperate with lifting means, in the embodiment according to figures 1 to 3 is formed by the central flange of the profile 2, said flange
<Desc / Clms Page number 6>
forms a support for placing a jack or the like underneath. It is clear that another form of support can be provided at the rear of the profile.
Figures 4 and 5 illustrate the operation of the device. The auxiliary tool 1 is placed with the side 3 against the side wall of the object to be lifted, for example a cupboard 20. The support 13 is hereby first set to the correct width.
Then the clamping surfaces 4 and 5 are moved towards each other until the box 20 is clamped between them. The screw 9 is properly tightened. Then under the flange 7
EMI6.1
a lifting element can be provided of the profile 2, so that the auxiliary tool 1 can be raised with the box 20, for instance to place wheels below, or to roll the whole when a mobile lifting tool is used.
By way of example, according to figures 4 and 5 lifting means are used, formed by a hoist-shaped lifting tool 21 which mainly consists of an upright
EMI6.2
.... w ...
22, a hoist 23, .. 0- .. "mounted on the upright 22, rotatable by means of a crank 24 and equipped with a lock 25 and one movable up and down by means of the hoist 23 and by means of the cable 26
<Desc / Clms Page number 7>
body 27. The latter is provided with a series of holes 28 into which a support pin 29 can be inserted at will. This pin 29 is allowed to engage under flange 7 as shown in figure 5.
To avoid that while lifting heavy loads
EMI7.1
.. - .., ... "- - .. the auxiliary tool 1 would revolve and come loose, as shown in Figures 1,4 and 5, it is preferably
EMI 7.2
. provided with at least one, and preferably two, support plates 30, of which the front sides 31, which are also provided with a covering 19, can be placed against the object to be lifted. The support plates 30 are preferably freely adjustable along the profile 2.
For this purpose, as shown in detail in Figures 6 and 7, they are provided on their rear sides with supporting parts 32, which can be fixed at random places on the profile 2 by means of clamping means 33, such as a clamping screw. The clamping means 33 allow a clearance S such that the support plates 30 can be placed with their front 31 up to a distance D in front of the side 3. After all, it may happen that by tightening the clamping surfaces 4 and 5, the profile 2, depending on the shape. of the object to be lifted, slightly displaced so that the front 3 no longer bears against this object. To still have a good support of the auxiliary tool against the object
<Desc / Clms Page number 8>
thanks to the clearance S, the front sides 31 of the supporting plates 30 can still be pressed against the object.
According to a variant, the support plates 30 are fixedly attached to the profile 2.
EMI8.1
J; As shown in Figures 1 and 8, the auxiliary tool 1 may be equipped with a support element 34 to support the screw 9 in lifting heavy loads and prevent its bending. This support element 34 consists, on the one hand, of a hook-shaped part 35 which fits over the edge of the profile 2 and a lip 36 which forms the direct support of the screw 9.
According to a variant, shown in figures 9 and 10, the support 13 can also be slidable in the profile 2.
To this end, the profile 2 has two slots 37 which form passages for the bolts 15. In order to obtain a non-sliding clamping when securing the support 13, recesses 38 are provided along these slots 37, which can form seats for the screwed-on nuts 16. This construction offers the
EMI8.2
.... -. advantage that, as shown in figure 10, the nuts 16 I. -. 0 ....... -. - - - - only need to be partially unscrewed, after which the support 13 can be moved.
<Desc / Clms Page number 9>
Figure 11 shows another variant in which the support 13 can be hooked onto the profile 2 at different locations, for instance by means of hook-shaped parts 39, which engage in recesses 40.
It is clear that the aforementioned element 7 which allows the auxiliary tool to cooperate with lifting means can be of any arbitrary shape. For example, this can also consist of an eye to which a hook of a hoist can be attached, or of handles arranged at both ends of the profile 2 for manually lifting the auxiliary tool with the suspended load.
It is also clear that the aforementioned means 6 which allow the clamping surfaces 4-5 to be moved towards each other and to be tightened against the object of a
EMI9.1
- .. - .. - - can be of a different shape than the aforementioned screw 9. The screw 9 can for instance be replaced, according to a variant, by a clamp which can be operated via a lever or the like.
The present invention is. by no means limited to the if
EMI9.2
. - -... - .. Examples are described and shown in the figures. - 0- -. -. -. -. -. - -. embodiments, but such auxiliary tools for lifting loads can be realized in all shapes and sizes without departing from the scope of the invention.