BE1002318A6 - Kontrole-inrichting voor het debiet van een vloeistof en pompinrichting hiermee uitgerust. - Google Patents
Kontrole-inrichting voor het debiet van een vloeistof en pompinrichting hiermee uitgerust. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1002318A6 BE1002318A6 BE8800861A BE8800861A BE1002318A6 BE 1002318 A6 BE1002318 A6 BE 1002318A6 BE 8800861 A BE8800861 A BE 8800861A BE 8800861 A BE8800861 A BE 8800861A BE 1002318 A6 BE1002318 A6 BE 1002318A6
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- control device
- control
- detection means
- channel
- pump
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01F—MEASURING VOLUME, VOLUME FLOW, MASS FLOW OR LIQUID LEVEL; METERING BY VOLUME
- G01F1/00—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow
- G01F1/05—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects
- G01F1/20—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects by detection of dynamic effects of the flow
- G01F1/22—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects by detection of dynamic effects of the flow by variable-area meters, e.g. rotameters
- G01F1/24—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects by detection of dynamic effects of the flow by variable-area meters, e.g. rotameters with magnetic or electric coupling to the indicating device
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01F—MEASURING VOLUME, VOLUME FLOW, MASS FLOW OR LIQUID LEVEL; METERING BY VOLUME
- G01F1/00—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow
- G01F1/05—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects
- G01F1/20—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects by detection of dynamic effects of the flow
- G01F1/22—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects by detection of dynamic effects of the flow by variable-area meters, e.g. rotameters
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01P—MEASURING LINEAR OR ANGULAR SPEED, ACCELERATION, DECELERATION, OR SHOCK; INDICATING PRESENCE, ABSENCE, OR DIRECTION, OF MOVEMENT
- G01P13/00—Indicating or recording presence, absence, or direction, of movement
- G01P13/0006—Indicating or recording presence, absence, or direction, of movement of fluids or of granulous or powder-like substances
- G01P13/0013—Indicating or recording presence, absence, or direction, of movement of fluids or of granulous or powder-like substances by using a solid body which is shifted by the action of the fluid
- G01P13/002—Indicating or recording presence, absence, or direction, of movement of fluids or of granulous or powder-like substances by using a solid body which is shifted by the action of the fluid with electrical coupling to the indicating devices
-
- G—PHYSICS
- G05—CONTROLLING; REGULATING
- G05D—SYSTEMS FOR CONTROLLING OR REGULATING NON-ELECTRIC VARIABLES
- G05D7/00—Control of flow
- G05D7/06—Control of flow characterised by the use of electric means
- G05D7/0617—Control of flow characterised by the use of electric means specially adapted for fluid materials
- G05D7/0629—Control of flow characterised by the use of electric means specially adapted for fluid materials characterised by the type of regulator means
- G05D7/0676—Control of flow characterised by the use of electric means specially adapted for fluid materials characterised by the type of regulator means by action on flow sources
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Fluid Mechanics (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Automation & Control Theory (AREA)
- Reciprocating Pumps (AREA)
Abstract
Kontrole-inrichting voor het debiet van een vloeistof, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van een kanaal (2), in het kanaal (2) onder invloed van de vloeistofstroom (F) over een bepaalde afstand (D) verplaatsbaar lichaam (3), detektiemiddelen (4) die de positie van het lichaam (3) waarnemen, en met de detektiemiddelen (4) gekoppelde kontrolemiddelen (5) die de positie van het lichaam (3) kontroleren.
Description
<Desc/Clms Page number 1> Kontrole-1nriohting voor het debiet van een voeistof en pompinrichting hiermee uitgerust. Deze uitvinding heeft betrekking op een kontrole-inrichting voor het debiet van een voleistof, m. a. w. een inrichting die minstens een signaal aflevert in het geval dat zieh welbepaalde onregelmatigheden in het debiet van een vloeistof voordoen. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een pompinrichting die met de voornoemde kontrole-inrichting is uitgerust. Het is bekend dat in bepaalde toepassingen waarbij in de toevoer van een vloeistof wordt voorzien, het uitermate belangrijk kan zijn dat een regelmatig debiet wordt afgeleverd. Veel toepassingen hiervan zijn gekend in de chemie. Vooral bij installaties die gebruik maken van dosecrpompen, waarbij in de toevoer van welbepaalde hoeveelheden vloeibaar produkt moet worden voorzin, ia <Desc/Clms Page number 2> het doorgaans zeer belangrijk dat de debietatroom aan de uitgang van de doaeerpomp permanent gekontroleerd wordt. Bekende inrichtingen voor het kontroleren van het debiet van een vloeistof vertonen het nadeel dat zij ofwel weinig efficient zijn, ofwel niet geschikt zijn om in een vloeistorstroom aangewend te worden die zieh zoals aan de uitgang van een doseerpomp intermitterend voortbeweegt ofwel zeer kostelijk zijn. De huldige uitvinding heeft ook een kontrole-inrichting als voorwerp die geen van de voornoemde nadelen vertoont. De uitvinding heeft dan ook betrekking op een kontroleinrichting voor het debiet van een vloeistof, met als kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van een kanaal ; een in het kanaal onder invloed van de vloeistofatroom over een bepaalde afstand verplaatsbaar lichaam ; detektiemiddelen die de positie van het lichaam waarnemen ; en met de detektiemiddelen gekoppeide kontrolemiddelen die de positie van het lichaam kontroleren. In de voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat het EMI2.1 verplaatabare liohaam uit een element dat zieh vrij in het kanaal bevindt en dat in rusttoestand door zijn eigen gewicht op een zitting rust. De detekt1ell1ddelen bestaan <Desc/Clms Page number 3> bij voorkeur uit, enerzijds, minstens 66n permanente magneet die in het 110haam in ingebouwd en, anderzijda, een voeler voor het waarnemen van het magnetison veld, die afhankelijk van de plaats van hot voornoende lichaam in het kanaal al dan niet door het magnetisch veld van de voornoemde magneet bekraohtigd wordt. In een bijzondere uitvoeringevorm, die bedoeld ia om een debietkontrole uit te oefenen in het geval van een intermitterend voortbewegende voleistofstroom, bestaan de kontrolemiddelen hoofdzakelijk wit een signaalverwerkingseenheid die een uitgangssignaal aflevert in funktie van de regelmaat waarmee de detektiemiddelen pulsen afleveren. In een bijzondere toepaaaing is deze signaalverwerkingseenheid gekoppeld met de aandrijving van de pomp die de intermitterend voortbewegende vleistofstroom doet ontstaan, waarbij deze koppeling toelaat dat de kontrole op de regelmaat waarmee de detektiemiddelen pulsen afleveren geschiedt in funktie van het ritme van de pompoyoluaaen. Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende witvoeringsvormen beaohreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : <Desc/Clms Page number 4> figur 1 op vergrote schaal een kontrole tnriohting volgens de uitvinding weergeeft ; t1gur 2 een dooranedc weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1 ; figuur 3 een variante van de kontrole-inrichting weer- geeft ; figuur 4 een gedeelte uit figuur 3 in perspekt1ef weergeeft ; figuur 5 een pompinrichting weergeeft die gebruik maakt van een kontrole-inrichting volgens de uit- vinding ; figuren 6 tot 9 een aantal kurven weergeven met be- trekking tot de signalen die zieh in de kontrole- middelen voordoen in het geval van een debietkon- trole op een intermitterend voortbewegende vloei- atotatroom ; figuur 10 nog een pompinrichting weergeeft die met een kontrole-inrichting volgens de uitvinding is uitgerust. Zoals weergegeven in figuur 1 bestaat de kontrole-inriohting 1 volgens de uitvinding hoofdzakelijk in de kombinatie van een kanaal 2, een in het kanaal 2 onder invloed van de voleistofstroom over een bepaalde atatand D verplaatsbaar liobaam 3, detektiemiddelen 4 die de positie van bet lichnam 3 waarnemen, en set de <Desc/Clms Page number 5> detektiemiddelen 4 gekoppelde kontrolemiddelen 5 die de positie van het lichnam 3 kontroleren. Het lichaam 3 bestaat bij voorkeur uit een element in de vorm van een afsluiter, hetwelke met een zitting 6 in het kanaal 2 samenwerkt. In de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 bestaat het lichaam 3 uit een langwerpig cylindrisch element net een koniaohe punt 7 dat zich vrij in het kanaal 2 bevindt en dat door zijn eigen gewicht in ruattoestand met de konische punt 7 op de zitting 6 rust. Zoals weergegeven in figuren 1 en 2 vertoont het liobaam 3 uitsparingen In de vorm van longitudinale groeven 8 die ook in ruattoeatand van het lichaam 3, dus wanneer dit laatste op de zitting 6 rust, doorgangen 9 laten. De detektiemiddelen 4 bestaan bij voorkeur uit, enerzijda, minstens 66n permanente magneet 10 die ingebouwd in in het verplaatsbare liohaam 3 en een magnetiaohe voeler 11 die in funktie van de plaats van het liehaae 3, m. a. w. in tunktie van de afstand D, al dan niet bekrachtigd wordt en een signaal 12 aflevert. Volgens figuur 1 bestaat de magnetiaohe voeler uit een reedrela1a dat in of tegen de wand 13 van het kanaal 2 is aangebracht. De detektiemiddelen 4 zijn bij voorkeur uitgeruat met Inate1m1ddelen 14 zoals een regelschroef, die toelaten dat <Desc/Clms Page number 6> de magnetische voeler 11 volgens de lengterichting van het kanaal 12 verplaatst wordt. De kontrolem1ddelen 5 kunnen van willekeurige vorm zijn. In de meeat eenvoudige uitvoeringavora bestaan zlj uit een aignaalverwerkingaeenheid 15 en een daarmee gekoppelde signalisatie 16, waarbij de signaalverwerkingseenheid een uitgangssignaal 17 aflevert wanneer de detektiemiddelen 4 zieh in een bepaalde schakeltoestand bevinden, bijvoorbeeld wanneer de kontakten 18 en 19 van het reedrelais gesloten zijn, terwijl in de andere aohakeltoestand, aldus wanneer de kontakten 18 en 19 zieh uit elkaar bevinden, het uitgangasignaal 17 afwezig ls. Het is duidelijk dat de signaalverwerkingseenheid 15 kan uitgerust zijn met een vertragingsketen die toelaat dat pas een positief uitgangezignaal 17 afgeleverd wordt wanneer de detektiemiddelen zieh gedurende een welbepaalde tijd in de overeenstemmende achakeltoestand bevinden, zulke om te vermijden dat in het geval van korte storingen reeds een alarmaignalinatie 16 zou plaats vinden. De werking van de inrichting kan eenvoudig uit figuur 1 worden afgeleid. Wanneer er geen voleistofstroom F EMI6.1 aanwezig is bevindt het lichaam 3 zich in zijn onderste atand. De magneten 10 bevinden zieh zodoende relatief ver van het reedrelais 11, met als gevolg dat de kontakten 18 <Desc/Clms Page number 7> en 19 open blijven. Wanneer in een voldoende grote voleistofstroom F wordt voorzien, wordt het liohaam 3 door de stroom F over een bepaalde afstand D meegenomen. Vanat een bepaald ogenblik belnvloedt het magnetisch veld van de magneten 10 hierbij de kontakten 18 en 19 van het reedrelais, zodanig dat deze gesloten worden, waardoor de kontrolemiddelen 15 geaktiveerd worden en een passende signalisatie 16 inschakelen. Indien de inrichting bedoeld is om de kontinulteit van de vloeistofstroom F te kontroleren wordt bij voorkeur een groene lamp 20 ingeschakeld zolang het liohaam 3 zioh voldoende hoog boven de zitting 6 bevindt, m. a. w. wanneer het reed relaia gesloten is en wordt een rode lamp 21 ingeaohakeld wanneer het liohaam 3 zieh te laag bevindt ten gevolge van een te kleine vloeistofstroom F, aarbij aladan de kontakten 18 en 19 geopend zijn. Een te kleine voleistofstroom F kan ontstaan doordat teveel luoht in de globale stroom aanwezig is. Indien grote hoeveelheden luoht in de stroom aanwezig zijn ontsnappen deze hoofdzakelijk doorheen voornoemde doorgangen 9 zonder hierbij invloed uit te oefenen op bet lichaam 3. In het geval dat de stroom bestaat uit sen mengeling van vloeistof en luohtblaaajea, of in het geval dat de voleistofstroom te klein ia, neemt het lichaam 3 <Desc/Clms Page number 8> een tussenpositie in, waarbij de rode lamp 21 van de aignaliatie 16 ingeschakeld blijft. Rot in duidelijk dat de nauwkeurigheid van de inrichting EMI8.1 eenvoudig kan ingesteld worden net behulp van de instelniddelen 14. Volgens twee niet in de figuren weergegeven varianten bestaat de magnetische voeler 11, re8pektieve11jk uit een induktieve voeler en een kapaoitieve voeler. Volgens nog een variante kunnen de detektiemiddelen t, zoals weergegeven in streep punt lijn in figuur 1 ook beataan uit optiaohe detektieelementen 22, waarvan de optiaohe baan onderbroken wordt door de verplaataing van bot lichaam 3. In figuren 3 en 4 in nog een variante weergegeven waarbij het verplaatsbare lichaam 3 hoofdzakelijk bestaat uit een elastisch verbuigbaar kleplichaan waarop een schijfmagneetje 10 is aangebraobt. Door het openklappen van het klepliohaam wordt het magneetje 10 verplaatst t. o. v. de voeler 11 zodanig dat 1 ta. en gepaate onderlinge opstelling van het magneetje 10 en cw voeler 11 deze laatate van de 6ne detektistoestand in de andere kan overgaan. <Desc/Clms Page number 9> In een bijzondere uitvoeringsvorn wordt gebruik gemaakt van kontrolemiddelen 5 die toelaten een kontrole op een intermitterend voortbewegende voleistofstroom F uit te voeren, bijvoorbeeld zoals weergegeven in figuur 5 aan de uitgang 23 van een zuigerpomp 24. Hiertoe bestaan de kontrolemiddelen 5 hoofdzakelijk uit een signaalverwerkingseenheid 25 die een uitgangssignaal 17 aflevert in funktie van de regelmaat waarmee de detektiemiddelen 4 pulsen afleveren. In het geval van een intermitterend voortbewegende vloeistofstroom wordt het lichaam 3 immers permanent op-en neer verplaatat. Meer in het bijzonder nog wordt gebruik gemaakt van een signaalverwerkingseenheid 25 die minstens een uitgangssignaal 17 aflevert wanneer binnen oen vooropgestelde periode zieh geen vooropgesteld minimum aantal pulsen manifesteert, m.a.w. wanneer verschillende cyclussen van de zuigerpomp 24 achter elkaar er een gebrek aan voleistof is geweest. Een en ander wordt nu hierna uiteengezet aan de hand van de kurven volgens figuren 6 tot 9 die een theoretische benadering van het sohakelgebeuren weergeven. <Desc/Clms Page number 10> Hierbij stelt figuur 6 het verloop van het debiet Q bij voorbeeld in liter per minjut voor aan de uitgang 23 in funktie van de tijd T. Figuur 7 geeft de verplaatsing D van het lichaam 3 weer. Figuur 8 stelt de puletreln voor die gegenereerd wordt door de detektiemiddelen 4, waarbij dexe laatste zodanig opgesteld zijn, bijvoorbeeld zoals in figuur 1, dat zij EMI10.1 telkens wanneer het lichaam 3 in zijn hoogate stand komt een puls genereren. Figuur 9 atelt het spanningsverloop van bijvoorbeeld een zaagtandgenerator voor die telkens gereset wordt door de pulsen van de pulatrein volgens figuur 8. Tijdens het normale bedrijf waarbij de pomp 24 uitaluitend vloeistof verpompt vertoont de kurve van figuur 6 regelmatig verlopende gedeelten 26. Door de traagheid van het lichaam 3 wordt dit in funktie van de grootte van de voleistofstroom en de duur van de vloeistotstroom geleidelijk omhoog en vervolgens terug omlang verplaatst, zoals aangeduid door middel van de gedeelten 27 in de kurve van figuur 7. Telkens wanneer het lichaam 3 over een bepaalde afetand Dl verplaatat wordt aluiten de kontakten 18 en 19 van het reedrelais zodanig dat reepektievelijke <Desc/Clms Page number 11> pulsen 28 worden gegenereerd. Daar dan per pompoylous C de spanning V van de zaagtandgenerator terug op 0 gebracht wordt zal deze uooit een ingestelde grenawaarde V1 overschrijden. Wanneer de zuigerpomp 24 echter een gedeelte luoht verponpt, en wanneer deze lucht bijvoorbeeld eerst naar buiten geduwd wordt via de doorgang 9 en vervolgena de vloeistof wordt verpopt, ontataat in de curve volgens figuur 6 een bijzonder verloop zoals weergegeven met het gedeelte 29. In het geval dat bijvoorbeeld vloeistof met luchtbelletjes wordt verpompt in het effektive vloe1stofdebiet minder en ontstaat een verloop zoals weergegeven door middel van de gedeelten 30. In het geval van zulke storingen heeft het lichaam 3 ; gezien zijn traagheid en/of gezien de te geringe mate verpompte vloeistof, niet de mogelijkheid om de atstand D1 te overbruggen. De overeenstemmende piekvormige gedeelten 31 in de kurve van figuur 7 blijven dan ook onder de waarde Dl. Als gevolg hiervan worden geen pulsen 28 gegenereerd en de spanning V blijft stijgen gedurende twee of meer opeenvolgende cyclussen C. De signaalverwerkingseenheid 25 is zodanig opgevat dat wanneer een bepaalde apanning VI wordt overaohreden een <Desc/Clms Page number 12> uitganganignaal 17 wordt afgeleverd waardoor b Jvoorbeeld een alarmllignalill8tle 16 wordt ingeschakeld, Door de juiste keuze van de apanning V1, die kan ingesteld worden via instlmiddelen 32 (figuur 5) kan bekomen worden dat een uitgangssignaal 17 wordt afgeleverd telkens wanneer binnen een vooropgestelde periode ziob geen vooropgesteld minimum aantal pulsen manifesteert. Voor wat betreft de uitvoeringsvorm die beschreven is aan de hand van figuren 6 tot 9, betekent dit laatste dat wanneer gedurende een periode van drie pompcyoluasen de detektiemiddelen 4 niet nmaal werden bekrachtigd, m. a. w. zichminstensniet npus28heeftvoorgedaan, sen uitgangssignaal 17 wordt afgeleverd. De uitvinding heeft ook betrekking op een pompinr1chtlng die gebruik maakt van de kontrole-inrichting 1 volgens de uitvinding. In de uitvoeringavorm volens figur 10 is de signaalverwerkingseenheid 25 dan gekoppeld met de aandrijving 33 van de zuigerpomp 24, waarbij deze koppeling 34 toelaat dat de kontrole op de regelmaat waarmee detektiemiddelen 4 pulsen afleveren geschiedt in de funktie van bet ritme van de poco yoluasen C. <Desc/Clms Page number 13> Dit biedt o. a. het voordeel dat bij de kontrole van de pulaerende beweging van hot lichaam 3 rekening wordt gehouden met de snelheid van de zulgerpomp. Het is duidelijk dat de uitvinding z) uh vooral leent voor doseerpompen, waarbij zoals bekend het zeer belangrijk In dat de juiste hoeveelheden volselstof worden afgeleverd. Uiteraard is de uitvinding ook geschikt om bij andere pompen dan zulgerpompen te worden aangewend, bijvoorbeeld membraanpompen en dergelijke. Het is eveneens duidelijk dat het verplaatsbare lichaam 3 ook kan bestaan uit het eigenlijke kleplichaan van een pomp. De huidige uitvinding ia geenaz1na beperkt tot de als voorbeelden beaohreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, dochdergelijkekontrole-inrichting voor het debiet van een vloeistof en pompinrichtingen die hiermen zijn uitgerust kunnen in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder bulten het kader der uitvinding te treden.
Claims (1)
- Konklusies. EMI14.1 ----------- 1.- Kontrole-inrichting voor het deblet van een volerstof, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk beat.. at 1n de kombinatie van sen kanaal (2), in het kanaal (2) onder invloed vnn de voleistofstroom (F) over een bepaalde afstand (D) verplaatabaar lichaam (3). detektiemiddelen (4) die de positie van het lichaam (3) waarnemen, en met de detektiemiddelen (4) gekoppelde kontrolemiddelen (5) die de positie van het lichaam (3) kontroleren.2. -Kontrole-inrichtingvolgenskonklusie1,daardoor gekenmerkt dat het verplaatabare lichaam (3) hoofdzakelijk beataat uit een element in de vorm van een afsluiter, hetwelke met een zitting (6) in het kanaal (2) samenwerkt.3.-Kontrole-inrichting volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat het verplaatsbare lichaam (3) hoofdzakelijk bestaat uit een element dat zieh vrij in het voornoemde kanaal (2) bevindt.4. -Kontrole-inrichtingvolgenskonklusie3,daardoor gekenmerkt dat het lichaam (3) door middel van zijn eigen gewicht in ruattoeatand op de in het kanaal (2) aangebraohte zitting (6) runt. <Desc/Clms Page number 15>5.- Kontrole-inrichting volgens één der voorgaande konklusies daardoor gekenmerkt dat het verplaatsbare lichaam (3) hoofdzakelijk bestaat uit een cylindrisch element met een koniaohe punt (7).6.- Kontrole-inrichting volgens konklusie 5, daardoor gekenmerkt dat het lichaam (3) minstens een uitsparing vertoont die ook in rusttoestand van dit lichaam (3) een doorgang (9) laat.7.-Kontrole-inriohting volgens konklusie 6, daardoor gekenmerkt dat de doorgangen (9) hoofdzakelijk gevormd worden door longitudinale groeven (8).8.-Kontrole-inrichting volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het verplaatsbare lichaam (3) hoofdzakelijk bestaat uit een elastisoh verbulgbaar kleplichaam.9.-Kontrole-inrichting volsens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de detekt1emiddelen (4) hoofdzakelijk bestaan uit, enerzijds, één permanente magneet (10) die bevestigd 18 aan het verplaatsbare lichaam (3) en, anderzijda, een voeler (11) voor het waarnemen van een magnetisch veld die in tunktie van de plaats van het liohaam (3) in het kanaal (2) een signaal (12) aflevert. <Desc/Clms Page number 16>10.-Kontrole-inrjohting volgena konkluaie 9, daardoor gekenmerkt dat zij instelmiddelen (14) bezit voor het verplaatsen van de magnetische voeler (11) volgens de lengterlohting van het kanaal (2).11.- Kontrole-inrichting volgens konklusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat de voeler (11) bestaat ult een reedrelais.12.- Kontrole-inrichting volgens konklusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat de voeler (11) bestaat uit een induktieve voeler.13.- Kontrole-inrichting volgens konklusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat de voeler (11) bestaat uit een kapacitieve voeler.14.-Kontrole-inriohting volgens een der konklusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de detektiemiddelen (4) gevornd worden door optische detektie-elementen (22).15.-Kontrole-inriohting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de kontrolemiddelen (5) die de position kontroleren van het verplaatsbare lichaam (3), hoofdzakelijk bestaan uit een signaalverwerkingseenheid (15) die een uitgangaaigntal <Desc/Clms Page number 17> (17) aflevert wanneer do detektiemiddelen (4) zieh in een bepaalee schakeltoestand bevinden, terwijl in de andere aohakeltoestand het uitgangssignaal (17) afwezig blijft.16.- Kontrole-inrichting volgens konklusie 15, daardoor gekenmerkt dat de signaalverwerkingseenheid (15) een vertragingaketen bezit die toelaat dat het u1tgangsalgnaal (17) pas ingeaohakeld wordt wanneer de detekt1ell1ddelen (4) zieh gedurende een welbepaalde tijd in een bepaalde sohakeltoestand bevinden.17.-Kontrole-inriohting volgens 66n der konk1ualea 1 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de kontrolemiddelen (5) in het geval van een intermitterend voortbewegende voleistofstroom (F) hoofdzakelijk bestaan uit een signaalverwerkingseenheid (21)dieeenuitgangssignaal (17) aflevert in funktie van de regelmaat waarmee de detektiemiddelen (4) pulsen (28) genereren.18.- Kontrole-inrichting volgens konklusie 17, daardoor gekenmerkt dat de kontrolemiddelen (5) beataan uit een signaalverwerkingseenheid (25) die minstens een uitgangssignaal (17) aflevert wanneer binnen een vooropgestelde periode zieh geen vooropgesteld Minimum aantalen pulsen manifesteert. <Desc/Clms Page number 18>19. Kontrole-inriohting volgens konklusie 17 of 18, daardoor gekenmerkt dat de kontrolemiddelen (5) instelmiddelen (32) bezitten waarmee de minimum verlate regelmant waarmee de door de detektiemiddelen (4) gegenereerde signalen zich moeten voordoen, instelbaar ira waarbij minstens 66n uitgangssignaal (17) wordt afgeleverd EMI18.1 telkens 1ee 20.-Pompinriohting die met een kontrole-inrichting regelm. at niet bereikt vordt.volgens 66n der voorgaande konklus1ea is uitgerust, daardoor gekenmerkt dat het verplaatabare lichaam (3) bestaat uit een klepllchaam van de pomp.21.-Pompinriohting die van een kontrole-inrichting volgens 66n der konklusies 17 tot 19 is voorzien, daardoor gekenmerkt dat de signaalverwerkingseenheid (25) gekoppeld is met de aandrijving (33) van de pomp, waarbij deze koppeling (34) toelaat dat de kontrole op de regelmaat waarmee de detektiemiddelen (4) pulsen afleveren, geschiedt in funktie van het ritme van de pompoyoluaaen (C).22.- Pompinrichting volgens konklusie 20 of 21, daardoor gekenmerkt dat de pomp oen doseerpomp is.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE8800861A BE1002318A6 (nl) | 1988-07-25 | 1988-07-25 | Kontrole-inrichting voor het debiet van een vloeistof en pompinrichting hiermee uitgerust. |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE8800861A BE1002318A6 (nl) | 1988-07-25 | 1988-07-25 | Kontrole-inrichting voor het debiet van een vloeistof en pompinrichting hiermee uitgerust. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1002318A6 true BE1002318A6 (nl) | 1990-11-27 |
Family
ID=3883552
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE8800861A BE1002318A6 (nl) | 1988-07-25 | 1988-07-25 | Kontrole-inrichting voor het debiet van een vloeistof en pompinrichting hiermee uitgerust. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1002318A6 (nl) |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1004637C2 (nl) * | 1996-11-28 | 1998-05-29 | Daniel Van Beek | Doseerinrichting. |
EP1324011A2 (en) * | 2001-12-20 | 2003-07-02 | Itt Manufacturing Enterprises, Inc. | Device for detecting the presence of flow of a fluid |
GB2404031A (en) * | 2003-07-02 | 2005-01-19 | Aes Eng Ltd | A variable area flow meter |
-
1988
- 1988-07-25 BE BE8800861A patent/BE1002318A6/nl not_active IP Right Cessation
Cited By (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1004637C2 (nl) * | 1996-11-28 | 1998-05-29 | Daniel Van Beek | Doseerinrichting. |
WO1998023932A1 (en) * | 1996-11-28 | 1998-06-04 | Beek Daniel Van | Dosing apparatus |
EP1324011A2 (en) * | 2001-12-20 | 2003-07-02 | Itt Manufacturing Enterprises, Inc. | Device for detecting the presence of flow of a fluid |
EP1324011A3 (en) * | 2001-12-20 | 2003-11-05 | Itt Manufacturing Enterprises, Inc. | Device for detecting the presence of flow of a fluid |
GB2404031A (en) * | 2003-07-02 | 2005-01-19 | Aes Eng Ltd | A variable area flow meter |
GB2404031B (en) * | 2003-07-02 | 2008-01-30 | Aes Eng Ltd | A variable area flow meter |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4173224A (en) | Automated intravenous fluid regulating and administering apparatus | |
US4832689A (en) | Infusion means | |
US5236578A (en) | Filter life indicator for water purification system using magnetically actuated switch | |
KR930003929A (ko) | 수액의 점적량 조절장치 | |
US4921480A (en) | Fixed volume infusion device | |
BE1002318A6 (nl) | Kontrole-inrichting voor het debiet van een vloeistof en pompinrichting hiermee uitgerust. | |
US4111198A (en) | Automated intravenous fluid regulating and administering apparatus | |
PT2107242E (pt) | Aparelho distribuidor de bebidas compreendendo uma bomba de solenóide e um método de controlar a bomba de solenóide | |
HUP0004832A2 (hu) | Automatizált adagolóeszköz és eljárás annak működtetésére | |
JPH03504807A (ja) | 非経口的な注射のために注射器の内容量によって流出量をサーボ制御する救急用注射器押し部材装置 | |
EP0294858A3 (en) | System and device for having desired liquid volumes supplied by a metering pump in variable flow rate condition | |
NL9300913A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het bereiden van een drank. | |
SE448158B (sv) | Anordning for smorjning av reler | |
NL8120415A (nl) | ||
US4597507A (en) | Apparatus for metering and feeding a solution | |
NL8103558A (nl) | Werkverhoudingexpansie. | |
SE444270B (sv) | Kontrollmetanordning for indikering i storlekskontrollerande syfte av sma vetskemengder | |
ATE136626T1 (de) | Verfahren und vorrichtung zur steuerung einer pumpen-anlage und nachweiselement für eine derartige anlage | |
EP0274338A1 (en) | Device for the volumetric filling of containers | |
RU2005119200A (ru) | Устройство для определения и/или контроля объемного и/или массового расхода среды | |
US4934183A (en) | Excess air contamination level indicator | |
PT1644658E (pt) | Disposião em relaão ao sistema de lubrificaão central | |
RU2544258C2 (ru) | Клапан и система измерения расхода газообразной среды | |
SU446039A1 (ru) | Устройство дл регулировани расхода жидкости | |
JPS5535254A (en) | Quantitative controller |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Owner name: P.D.CHEMIE N.V. Effective date: 19910731 |