BE1002318A6 - Kontrole-inrichting voor het debiet van een vloeistof en pompinrichting hiermee uitgerust. - Google Patents

Kontrole-inrichting voor het debiet van een vloeistof en pompinrichting hiermee uitgerust. Download PDF

Info

Publication number
BE1002318A6
BE1002318A6 BE8800861A BE8800861A BE1002318A6 BE 1002318 A6 BE1002318 A6 BE 1002318A6 BE 8800861 A BE8800861 A BE 8800861A BE 8800861 A BE8800861 A BE 8800861A BE 1002318 A6 BE1002318 A6 BE 1002318A6
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
control device
control
detection means
channel
pump
Prior art date
Application number
BE8800861A
Other languages
English (en)
Original Assignee
P D Chemie N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by P D Chemie N V filed Critical P D Chemie N V
Priority to BE8800861A priority Critical patent/BE1002318A6/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1002318A6 publication Critical patent/BE1002318A6/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01FMEASURING VOLUME, VOLUME FLOW, MASS FLOW OR LIQUID LEVEL; METERING BY VOLUME
    • G01F1/00Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow
    • G01F1/05Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects
    • G01F1/20Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects by detection of dynamic effects of the flow
    • G01F1/22Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects by detection of dynamic effects of the flow by variable-area meters, e.g. rotameters
    • G01F1/24Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects by detection of dynamic effects of the flow by variable-area meters, e.g. rotameters with magnetic or electric coupling to the indicating device
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01FMEASURING VOLUME, VOLUME FLOW, MASS FLOW OR LIQUID LEVEL; METERING BY VOLUME
    • G01F1/00Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow
    • G01F1/05Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects
    • G01F1/20Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects by detection of dynamic effects of the flow
    • G01F1/22Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects by detection of dynamic effects of the flow by variable-area meters, e.g. rotameters
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01PMEASURING LINEAR OR ANGULAR SPEED, ACCELERATION, DECELERATION, OR SHOCK; INDICATING PRESENCE, ABSENCE, OR DIRECTION, OF MOVEMENT
    • G01P13/00Indicating or recording presence, absence, or direction, of movement
    • G01P13/0006Indicating or recording presence, absence, or direction, of movement of fluids or of granulous or powder-like substances
    • G01P13/0013Indicating or recording presence, absence, or direction, of movement of fluids or of granulous or powder-like substances by using a solid body which is shifted by the action of the fluid
    • G01P13/002Indicating or recording presence, absence, or direction, of movement of fluids or of granulous or powder-like substances by using a solid body which is shifted by the action of the fluid with electrical coupling to the indicating devices
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05DSYSTEMS FOR CONTROLLING OR REGULATING NON-ELECTRIC VARIABLES
    • G05D7/00Control of flow
    • G05D7/06Control of flow characterised by the use of electric means
    • G05D7/0617Control of flow characterised by the use of electric means specially adapted for fluid materials
    • G05D7/0629Control of flow characterised by the use of electric means specially adapted for fluid materials characterised by the type of regulator means
    • G05D7/0676Control of flow characterised by the use of electric means specially adapted for fluid materials characterised by the type of regulator means by action on flow sources

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Automation & Control Theory (AREA)
  • Reciprocating Pumps (AREA)

Abstract

Kontrole-inrichting voor het debiet van een vloeistof, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van een kanaal (2), in het kanaal (2) onder invloed van de vloeistofstroom (F) over een bepaalde afstand (D) verplaatsbaar lichaam (3), detektiemiddelen (4) die de positie van het lichaam (3) waarnemen, en met de detektiemiddelen (4) gekoppelde kontrolemiddelen (5) die de positie van het lichaam (3) kontroleren.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



    Kontrole-1nriohting   voor het debiet van een voeistof en pompinrichting hiermee uitgerust. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een kontrole-inrichting voor het debiet van een voleistof,   m. a. w.   een inrichting die minstens een   signaal   aflevert in het geval dat zieh welbepaalde   onregelmatigheden   in het debiet van een vloeistof voordoen. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een   pompinrichting   die met de voornoemde kontrole-inrichting is uitgerust. 



  Het is bekend dat in bepaalde toepassingen waarbij in de toevoer van een vloeistof wordt voorzien, het uitermate belangrijk kan zijn dat een regelmatig debiet wordt afgeleverd. Veel toepassingen hiervan zijn gekend in de chemie. Vooral bij installaties die gebruik maken van dosecrpompen, waarbij in de toevoer van welbepaalde hoeveelheden vloeibaar produkt moet worden   voorzin, ia   

 <Desc/Clms Page number 2> 

 het   doorgaans   zeer belangrijk dat de debietatroom aan de uitgang van de doaeerpomp permanent gekontroleerd wordt. 



  Bekende   inrichtingen   voor het kontroleren van het debiet van een   vloeistof   vertonen het nadeel dat zij ofwel weinig   efficient   zijn,   ofwel   niet   geschikt   zijn om in een vloeistorstroom aangewend te worden die zieh zoals aan de uitgang van een   doseerpomp   intermitterend voortbeweegt ofwel zeer kostelijk zijn. De huldige uitvinding   heeft   ook een kontrole-inrichting als voorwerp die geen van de voornoemde nadelen vertoont. 



  De   uitvinding heeft   dan ook betrekking op een kontroleinrichting voor het debiet van een vloeistof, met als kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat in de   kombinatie   van een kanaal ; een in het kanaal onder invloed van de vloeistofatroom over een bepaalde   afstand   verplaatsbaar lichaam ; detektiemiddelen die de positie van het lichaam waarnemen ; en met de   detektiemiddelen gekoppeide   kontrolemiddelen die de positie van het   lichaam   kontroleren. 



  In de voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat het 
 EMI2.1 
 verplaatabare liohaam uit een element dat zieh vrij in het kanaal bevindt en dat in   rusttoestand   door zijn eigen gewicht op een zitting rust. De   detekt1ell1ddelen     bestaan   

 <Desc/Clms Page number 3> 

 bij voorkeur uit,   enerzijds,     minstens   66n permanente magneet die in het   110haam     in   ingebouwd en, anderzijda, een voeler voor het waarnemen van het magnetison veld, die afhankelijk van de plaats van hot voornoende lichaam in het kanaal al dan niet door het   magnetisch   veld van de voornoemde magneet bekraohtigd wordt. 



  In een bijzondere uitvoeringevorm, die bedoeld ia   om   een   debietkontrole   uit te oefenen in het geval van een   intermitterend   voortbewegende voleistofstroom, bestaan de kontrolemiddelen   hoofdzakelijk   wit een signaalverwerkingseenheid die een   uitgangssignaal     aflevert   in funktie van de regelmaat waarmee de detektiemiddelen pulsen afleveren. In een bijzondere toepaaaing is deze signaalverwerkingseenheid gekoppeld met de aandrijving van de pomp die de intermitterend voortbewegende vleistofstroom doet   ontstaan,   waarbij deze koppeling toelaat dat de kontrole op de regelmaat waarmee de detektiemiddelen pulsen afleveren geschiedt in   funktie   van het ritme van de pompoyoluaaen. 



  Met het   inzicht   de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende witvoeringsvormen beaohreven, met   verwijzing   naar de bijgaande tekeningen, waarin : 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 figur 1 op vergrote schaal   een kontrole tnriohting   volgens de uitvinding   weergeeft ;     t1gur   2 een dooranedc weergeeft volgens lijn II-II in figuur   1 ;     figuur   3 een variante van de kontrole-inrichting weer- geeft ; figuur 4 een gedeelte uit figuur 3 in   perspekt1ef     weergeeft ;      figuur   5 een pompinrichting weergeeft die gebruik maakt van een kontrole-inrichting volgens de uit- vinding ;

   figuren 6 tot 9 een aantal kurven weergeven met be- trekking tot de signalen die zieh in de kontrole- middelen voordoen in het geval van een debietkon- trole op een intermitterend voortbewegende vloei- atotatroom ;   figuur   10 nog een pompinrichting   weergeeft die   met een kontrole-inrichting volgens de uitvinding is uitgerust. 



  Zoals weergegeven in figuur 1 bestaat de   kontrole-inriohting   1 volgens de uitvinding   hoofdzakelijk   in de   kombinatie   van een kanaal 2, een in het kanaal 2 onder invloed van de voleistofstroom over een bepaalde atatand D verplaatsbaar liobaam 3, detektiemiddelen 4 die de   positie   van bet lichnam 3   waarnemen, en set de   

 <Desc/Clms Page number 5> 

 detektiemiddelen 4 gekoppelde   kontrolemiddelen   5 die de   positie   van het lichnam 3 kontroleren. 



  Het   lichaam   3 bestaat bij voorkeur uit een element in de vorm van een afsluiter, hetwelke met een zitting 6 in het kanaal 2 samenwerkt. In de   uitvoeringsvorm   volgens figuur 1 bestaat het lichaam 3 uit een langwerpig cylindrisch element net een koniaohe punt 7 dat zich vrij in het kanaal 2 bevindt en dat door zijn eigen gewicht in ruattoestand met de konische punt 7 op de zitting 6 rust. 



  Zoals weergegeven in figuren 1 en 2 vertoont het liobaam 3 uitsparingen In de vorm van longitudinale groeven 8 die ook in ruattoeatand van het lichaam 3, dus wanneer dit laatste op de zitting 6 rust, doorgangen 9 laten. 



  De detektiemiddelen 4 bestaan bij voorkeur uit, enerzijda, minstens   66n   permanente magneet 10 die ingebouwd in in het verplaatsbare liohaam 3 en een magnetiaohe voeler 11 die in funktie van de   plaats   van het   liehaae   3,   m. a. w. in   tunktie van de afstand D, al dan niet   bekrachtigd   wordt en een signaal 12 aflevert. Volgens figuur 1 bestaat de magnetiaohe voeler uit een   reedrela1a   dat in of   tegen   de wand 13 van het kanaal 2 is   aangebracht.   De detektiemiddelen 4 zijn bij voorkeur uitgeruat met   Inate1m1ddelen   14 zoals een regelschroef, die toelaten dat 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 de magnetische voeler 11 volgens de lengterichting van het kanaal 12 verplaatst wordt. 



  De   kontrolem1ddelen   5 kunnen van willekeurige vorm   zijn.   



  In de meeat eenvoudige   uitvoeringavora     bestaan   zlj uit een aignaalverwerkingaeenheid 15 en een daarmee gekoppelde   signalisatie   16, waarbij de signaalverwerkingseenheid een   uitgangssignaal   17   aflevert   wanneer de detektiemiddelen 4 zieh in een bepaalde schakeltoestand bevinden, bijvoorbeeld wanneer de kontakten 18 en 19 van het reedrelais gesloten zijn, terwijl in de andere aohakeltoestand, aldus wanneer de kontakten 18 en 19 zieh uit elkaar bevinden, het uitgangasignaal 17 afwezig ls.

   Het is   duidelijk   dat de signaalverwerkingseenheid 15 kan uitgerust zijn met een vertragingsketen die toelaat dat pas een   positief     uitgangezignaal   17 afgeleverd wordt wanneer de detektiemiddelen zieh gedurende een welbepaalde tijd in de   overeenstemmende   achakeltoestand bevinden,   zulke   om te vermijden dat in het geval van korte storingen reeds een   alarmaignalinatie   16 zou   plaats   vinden. 



  De werking van de inrichting kan eenvoudig uit figuur 1 worden afgeleid. Wanneer er geen voleistofstroom F 
 EMI6.1 
 aanwezig is bevindt het lichaam 3 zich in zijn onderste atand. De magneten 10 bevinden zieh zodoende relatief ver van het   reedrelais   11, met als gevolg dat de kontakten 18 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 en 19 open blijven. Wanneer in een voldoende grote voleistofstroom F wordt voorzien, wordt het liohaam 3 door de stroom F over een bepaalde afstand D meegenomen.   Vanat   een bepaald ogenblik belnvloedt het magnetisch veld van de magneten 10 hierbij de kontakten 18 en 19 van het reedrelais, zodanig dat deze gesloten worden, waardoor de kontrolemiddelen 15 geaktiveerd worden en een passende   signalisatie   16 inschakelen.

   Indien de   inrichting   bedoeld is om de kontinulteit van de   vloeistofstroom   F te kontroleren wordt bij voorkeur een groene lamp 20 ingeschakeld zolang het liohaam 3   zioh     voldoende   hoog boven de zitting 6 bevindt,   m. a. w. wanneer het   reed relaia gesloten is en wordt een rode lamp 21 ingeaohakeld wanneer het liohaam 3 zieh te laag bevindt ten gevolge van een te kleine vloeistofstroom F,   aarbij aladan   de kontakten 18 en 19 geopend zijn. 



  Een te kleine voleistofstroom F kan ontstaan doordat teveel luoht in de globale stroom aanwezig is. Indien grote hoeveelheden luoht in de stroom   aanwezig   zijn ontsnappen deze hoofdzakelijk doorheen voornoemde doorgangen 9 zonder hierbij invloed uit te oefenen op bet lichaam 3. In het geval dat de stroom bestaat uit sen mengeling van   vloeistof   en   luohtblaaajea,   of in het geval dat de voleistofstroom te klein   ia,   neemt het   lichaam   3 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 een tussenpositie in, waarbij de rode lamp 21 van de   aignaliatie   16 ingeschakeld   blijft.   



    Rot in duidelijk   dat de nauwkeurigheid van de   inrichting   
 EMI8.1 
 eenvoudig kan ingesteld worden net behulp van de instelniddelen 14. 



  Volgens twee niet in de figuren weergegeven varianten bestaat de magnetische voeler 11, re8pektieve11jk uit een induktieve voeler en een   kapaoitieve   voeler. 



  Volgens nog een variante kunnen de detektiemiddelen   t,   zoals weergegeven in streep punt lijn in figuur 1 ook beataan uit optiaohe detektieelementen 22, waarvan de optiaohe baan onderbroken wordt door de verplaataing van   bot lichaam   3. 



  In figuren 3 en 4 in nog een variante weergegeven   waarbij   het verplaatsbare   lichaam   3 hoofdzakelijk bestaat uit een   elastisch     verbuigbaar   kleplichaan waarop een schijfmagneetje 10 is   aangebraobt.   Door het openklappen van het klepliohaam wordt het magneetje 10   verplaatst     t. o. v.   de voeler 11 zodanig dat   1 ta. en gepaate   onderlinge opstelling van het magneetje 10 en   cw   voeler 11 deze laatate van de 6ne detektistoestand in de andere kan overgaan. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  In een bijzondere   uitvoeringsvorn   wordt gebruik gemaakt van kontrolemiddelen 5 die toelaten een kontrole op een   intermitterend   voortbewegende voleistofstroom F uit te voeren, bijvoorbeeld zoals   weergegeven   in   figuur   5 aan de uitgang 23 van een zuigerpomp 24. Hiertoe   bestaan   de kontrolemiddelen 5 hoofdzakelijk uit een signaalverwerkingseenheid 25 die een uitgangssignaal 17 aflevert in funktie van de regelmaat waarmee de detektiemiddelen 4 pulsen afleveren. In het geval van een intermitterend voortbewegende vloeistofstroom wordt het lichaam 3   immers   permanent op-en neer verplaatat. 



  Meer in het bijzonder nog wordt gebruik gemaakt van een signaalverwerkingseenheid 25 die   minstens   een   uitgangssignaal   17   aflevert   wanneer binnen   oen     vooropgestelde   periode zieh geen vooropgesteld minimum aantal pulsen manifesteert, m.a.w. wanneer verschillende cyclussen van de zuigerpomp 24 achter elkaar er een gebrek aan voleistof is geweest. 



    Een   en ander wordt nu hierna uiteengezet aan de hand van de kurven volgens figuren 6 tot 9 die een theoretische benadering van het sohakelgebeuren weergeven. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



  Hierbij stelt   figuur   6 het verloop van het debiet Q bij voorbeeld in liter per minjut voor aan de uitgang 23 in funktie van de tijd T. 



  Figuur 7 geeft de   verplaatsing   D van het   lichaam   3 weer. 



  Figuur 8 stelt de   puletreln   voor die gegenereerd wordt door de detektiemiddelen 4, waarbij   dexe laatste zodanig     opgesteld   zijn, bijvoorbeeld zoals in   figuur   1, dat zij 
 EMI10.1 
 telkens wanneer het lichaam 3 in zijn hoogate stand komt een puls genereren. 



  Figuur 9 atelt het spanningsverloop van bijvoorbeeld een zaagtandgenerator voor die telkens gereset wordt door de pulsen van de pulatrein   volgens figuur   8. 



  Tijdens het normale   bedrijf   waarbij de pomp 24 uitaluitend   vloeistof   verpompt vertoont de kurve van figuur 6 regelmatig verlopende gedeelten 26. Door de traagheid van het lichaam 3 wordt dit in funktie van de grootte van de voleistofstroom en de duur van de vloeistotstroom geleidelijk omhoog en   vervolgens   terug omlang verplaatst, zoals aangeduid door middel van de gedeelten 27 in de kurve van figuur 7. Telkens wanneer het   lichaam   3 over een   bepaalde afetand Dl verplaatat wordt aluiten   de kontakten 18 en 19 van het reedrelais zodanig dat   reepektievelijke   

 <Desc/Clms Page number 11> 

 pulsen 28 worden gegenereerd.

   Daar dan per pompoylous C de spanning V van de zaagtandgenerator terug op 0 gebracht wordt zal deze uooit een ingestelde grenawaarde V1   overschrijden.   



  Wanneer de zuigerpomp 24 echter een gedeelte luoht verponpt, en wanneer deze lucht bijvoorbeeld eerst naar buiten geduwd wordt via de doorgang 9 en vervolgena de vloeistof wordt   verpopt,     ontataat   in de   curve volgens   figuur 6 een bijzonder verloop zoals weergegeven met het gedeelte 29. In het geval dat bijvoorbeeld vloeistof met   luchtbelletjes   wordt verpompt in het effektive   vloe1stofdebiet   minder en ontstaat een verloop zoals weergegeven door middel van de gedeelten 30. In het geval van zulke storingen   heeft   het   lichaam     3 ; gezien zijn   traagheid en/of gezien de te geringe mate verpompte vloeistof, niet de mogelijkheid om de atstand D1 te overbruggen.

   De overeenstemmende piekvormige gedeelten 31 in de kurve van figuur 7 blijven dan ook onder de waarde   Dl.   Als gevolg hiervan worden geen pulsen 28 gegenereerd en de spanning V blijft stijgen gedurende twee of meer opeenvolgende cyclussen C. 



  De signaalverwerkingseenheid 25 is   zodanig   opgevat dat wanneer een   bepaalde apanning VI wordt overaohreden een   

 <Desc/Clms Page number 12> 

   uitganganignaal   17 wordt afgeleverd waardoor b Jvoorbeeld een   alarmllignalill8tle   16 wordt ingeschakeld, Door de juiste keuze van de apanning V1, die kan ingesteld worden via   instlmiddelen   32 (figuur 5) kan bekomen worden dat een uitgangssignaal 17 wordt   afgeleverd   telkens wanneer binnen een vooropgestelde periode ziob geen vooropgesteld minimum aantal pulsen   manifesteert.   Voor wat betreft de uitvoeringsvorm die beschreven is aan de hand van figuren 6 tot 9, betekent dit laatste dat wanneer gedurende een periode van drie pompcyoluasen de detektiemiddelen 4 niet   nmaal werden bekrachtigd,

     m. a. w.   zichminstensniet  npus28heeftvoorgedaan, sen uitgangssignaal 17 wordt afgeleverd. 



  De uitvinding heeft ook betrekking op een   pompinr1chtlng   die gebruik maakt van de kontrole-inrichting 1 volgens de uitvinding. 



  In de uitvoeringavorm volens figur 10 is de signaalverwerkingseenheid 25 dan gekoppeld met de aandrijving 33 van de zuigerpomp 24, waarbij deze koppeling 34 toelaat dat de kontrole op de regelmaat waarmee detektiemiddelen 4 pulsen afleveren geschiedt in de   funktie   van bet ritme van de   poco yoluasen   C. 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 



  Dit biedt o. a. het voordeel dat bij de kontrole van de pulaerende beweging van hot   lichaam   3 rekening wordt gehouden met de   snelheid   van de zulgerpomp. 



  Het is duidelijk dat de uitvinding   z) uh   vooral leent voor doseerpompen, waarbij zoals bekend het   zeer belangrijk In   dat de   juiste   hoeveelheden volselstof worden afgeleverd. 



  Uiteraard is de uitvinding ook   geschikt   om bij andere pompen dan zulgerpompen te worden aangewend, bijvoorbeeld membraanpompen en dergelijke. 



  Het is eveneens duidelijk dat het verplaatsbare lichaam 3 ook kan   bestaan uit   het eigenlijke   kleplichaan   van een pomp. 



  De huidige uitvinding ia   geenaz1na   beperkt tot de als voorbeelden beaohreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, dochdergelijkekontrole-inrichting voor het debiet van een   vloeistof   en pompinrichtingen die hiermen zijn   uitgerust   kunnen in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder bulten het kader der uitvinding te treden.

Claims (1)

  1. Konklusies. EMI14.1 ----------- 1.- Kontrole-inrichting voor het deblet van een volerstof, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk beat.. at 1n de kombinatie van sen kanaal (2), in het kanaal (2) onder invloed vnn de voleistofstroom (F) over een bepaalde afstand (D) verplaatabaar lichaam (3). detektiemiddelen (4) die de positie van het lichaam (3) waarnemen, en met de detektiemiddelen (4) gekoppelde kontrolemiddelen (5) die de positie van het lichaam (3) kontroleren.
    2. -Kontrole-inrichtingvolgenskonklusie1,daardoor gekenmerkt dat het verplaatabare lichaam (3) hoofdzakelijk beataat uit een element in de vorm van een afsluiter, hetwelke met een zitting (6) in het kanaal (2) samenwerkt.
    3.-Kontrole-inrichting volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat het verplaatsbare lichaam (3) hoofdzakelijk bestaat uit een element dat zieh vrij in het voornoemde kanaal (2) bevindt.
    4. -Kontrole-inrichtingvolgenskonklusie3,daardoor gekenmerkt dat het lichaam (3) door middel van zijn eigen gewicht in ruattoeatand op de in het kanaal (2) aangebraohte zitting (6) runt. <Desc/Clms Page number 15>
    5.- Kontrole-inrichting volgens één der voorgaande konklusies daardoor gekenmerkt dat het verplaatsbare lichaam (3) hoofdzakelijk bestaat uit een cylindrisch element met een koniaohe punt (7).
    6.- Kontrole-inrichting volgens konklusie 5, daardoor gekenmerkt dat het lichaam (3) minstens een uitsparing vertoont die ook in rusttoestand van dit lichaam (3) een doorgang (9) laat.
    7.-Kontrole-inriohting volgens konklusie 6, daardoor gekenmerkt dat de doorgangen (9) hoofdzakelijk gevormd worden door longitudinale groeven (8).
    8.-Kontrole-inrichting volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het verplaatsbare lichaam (3) hoofdzakelijk bestaat uit een elastisoh verbulgbaar kleplichaam.
    9.-Kontrole-inrichting volsens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de detekt1emiddelen (4) hoofdzakelijk bestaan uit, enerzijds, één permanente magneet (10) die bevestigd 18 aan het verplaatsbare lichaam (3) en, anderzijda, een voeler (11) voor het waarnemen van een magnetisch veld die in tunktie van de plaats van het liohaam (3) in het kanaal (2) een signaal (12) aflevert. <Desc/Clms Page number 16>
    10.-Kontrole-inrjohting volgena konkluaie 9, daardoor gekenmerkt dat zij instelmiddelen (14) bezit voor het verplaatsen van de magnetische voeler (11) volgens de lengterlohting van het kanaal (2).
    11.- Kontrole-inrichting volgens konklusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat de voeler (11) bestaat ult een reedrelais.
    12.- Kontrole-inrichting volgens konklusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat de voeler (11) bestaat uit een induktieve voeler.
    13.- Kontrole-inrichting volgens konklusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat de voeler (11) bestaat uit een kapacitieve voeler.
    14.-Kontrole-inriohting volgens een der konklusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de detektiemiddelen (4) gevornd worden door optische detektie-elementen (22).
    15.-Kontrole-inriohting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de kontrolemiddelen (5) die de position kontroleren van het verplaatsbare lichaam (3), hoofdzakelijk bestaan uit een signaalverwerkingseenheid (15) die een uitgangaaigntal <Desc/Clms Page number 17> (17) aflevert wanneer do detektiemiddelen (4) zieh in een bepaalee schakeltoestand bevinden, terwijl in de andere aohakeltoestand het uitgangssignaal (17) afwezig blijft.
    16.- Kontrole-inrichting volgens konklusie 15, daardoor gekenmerkt dat de signaalverwerkingseenheid (15) een vertragingaketen bezit die toelaat dat het u1tgangsalgnaal (17) pas ingeaohakeld wordt wanneer de detekt1ell1ddelen (4) zieh gedurende een welbepaalde tijd in een bepaalde sohakeltoestand bevinden.
    17.-Kontrole-inriohting volgens 66n der konk1ualea 1 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de kontrolemiddelen (5) in het geval van een intermitterend voortbewegende voleistofstroom (F) hoofdzakelijk bestaan uit een signaalverwerkingseenheid (21)dieeenuitgangssignaal (17) aflevert in funktie van de regelmaat waarmee de detektiemiddelen (4) pulsen (28) genereren.
    18.- Kontrole-inrichting volgens konklusie 17, daardoor gekenmerkt dat de kontrolemiddelen (5) beataan uit een signaalverwerkingseenheid (25) die minstens een uitgangssignaal (17) aflevert wanneer binnen een vooropgestelde periode zieh geen vooropgesteld Minimum aantalen pulsen manifesteert. <Desc/Clms Page number 18>
    19. Kontrole-inriohting volgens konklusie 17 of 18, daardoor gekenmerkt dat de kontrolemiddelen (5) instelmiddelen (32) bezitten waarmee de minimum verlate regelmant waarmee de door de detektiemiddelen (4) gegenereerde signalen zich moeten voordoen, instelbaar ira waarbij minstens 66n uitgangssignaal (17) wordt afgeleverd EMI18.1 telkens 1ee 20.-Pompinriohting die met een kontrole-inrichting regelm. at niet bereikt vordt.volgens 66n der voorgaande konklus1ea is uitgerust, daardoor gekenmerkt dat het verplaatabare lichaam (3) bestaat uit een klepllchaam van de pomp.
    21.-Pompinriohting die van een kontrole-inrichting volgens 66n der konklusies 17 tot 19 is voorzien, daardoor gekenmerkt dat de signaalverwerkingseenheid (25) gekoppeld is met de aandrijving (33) van de pomp, waarbij deze koppeling (34) toelaat dat de kontrole op de regelmaat waarmee de detektiemiddelen (4) pulsen afleveren, geschiedt in funktie van het ritme van de pompoyoluaaen (C).
    22.- Pompinrichting volgens konklusie 20 of 21, daardoor gekenmerkt dat de pomp oen doseerpomp is.
BE8800861A 1988-07-25 1988-07-25 Kontrole-inrichting voor het debiet van een vloeistof en pompinrichting hiermee uitgerust. BE1002318A6 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8800861A BE1002318A6 (nl) 1988-07-25 1988-07-25 Kontrole-inrichting voor het debiet van een vloeistof en pompinrichting hiermee uitgerust.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8800861A BE1002318A6 (nl) 1988-07-25 1988-07-25 Kontrole-inrichting voor het debiet van een vloeistof en pompinrichting hiermee uitgerust.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1002318A6 true BE1002318A6 (nl) 1990-11-27

Family

ID=3883552

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE8800861A BE1002318A6 (nl) 1988-07-25 1988-07-25 Kontrole-inrichting voor het debiet van een vloeistof en pompinrichting hiermee uitgerust.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1002318A6 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1004637C2 (nl) * 1996-11-28 1998-05-29 Daniel Van Beek Doseerinrichting.
EP1324011A2 (en) * 2001-12-20 2003-07-02 Itt Manufacturing Enterprises, Inc. Device for detecting the presence of flow of a fluid
GB2404031A (en) * 2003-07-02 2005-01-19 Aes Eng Ltd A variable area flow meter

Cited By (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1004637C2 (nl) * 1996-11-28 1998-05-29 Daniel Van Beek Doseerinrichting.
WO1998023932A1 (en) * 1996-11-28 1998-06-04 Beek Daniel Van Dosing apparatus
EP1324011A2 (en) * 2001-12-20 2003-07-02 Itt Manufacturing Enterprises, Inc. Device for detecting the presence of flow of a fluid
EP1324011A3 (en) * 2001-12-20 2003-11-05 Itt Manufacturing Enterprises, Inc. Device for detecting the presence of flow of a fluid
GB2404031A (en) * 2003-07-02 2005-01-19 Aes Eng Ltd A variable area flow meter
GB2404031B (en) * 2003-07-02 2008-01-30 Aes Eng Ltd A variable area flow meter

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4173224A (en) Automated intravenous fluid regulating and administering apparatus
US4832689A (en) Infusion means
US5236578A (en) Filter life indicator for water purification system using magnetically actuated switch
KR930003929A (ko) 수액의 점적량 조절장치
US4921480A (en) Fixed volume infusion device
BE1002318A6 (nl) Kontrole-inrichting voor het debiet van een vloeistof en pompinrichting hiermee uitgerust.
US4111198A (en) Automated intravenous fluid regulating and administering apparatus
PT2107242E (pt) Aparelho distribuidor de bebidas compreendendo uma bomba de solenóide e um método de controlar a bomba de solenóide
HUP0004832A2 (hu) Automatizált adagolóeszköz és eljárás annak működtetésére
JPH03504807A (ja) 非経口的な注射のために注射器の内容量によって流出量をサーボ制御する救急用注射器押し部材装置
EP0294858A3 (en) System and device for having desired liquid volumes supplied by a metering pump in variable flow rate condition
NL9300913A (nl) Werkwijze en inrichting voor het bereiden van een drank.
SE448158B (sv) Anordning for smorjning av reler
NL8120415A (nl)
US4597507A (en) Apparatus for metering and feeding a solution
NL8103558A (nl) Werkverhoudingexpansie.
SE444270B (sv) Kontrollmetanordning for indikering i storlekskontrollerande syfte av sma vetskemengder
ATE136626T1 (de) Verfahren und vorrichtung zur steuerung einer pumpen-anlage und nachweiselement für eine derartige anlage
EP0274338A1 (en) Device for the volumetric filling of containers
RU2005119200A (ru) Устройство для определения и/или контроля объемного и/или массового расхода среды
US4934183A (en) Excess air contamination level indicator
PT1644658E (pt) Disposiã†o em relaã†o ao sistema de lubrificaã†o central
RU2544258C2 (ru) Клапан и система измерения расхода газообразной среды
SU446039A1 (ru) Устройство дл регулировани расхода жидкости
JPS5535254A (en) Quantitative controller

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: P.D.CHEMIE N.V.

Effective date: 19910731