<Desc/Clms Page number 1>
Kontrole-1nriohting voor het debiet van een voeistof en pompinrichting hiermee uitgerust.
Deze uitvinding heeft betrekking op een kontrole-inrichting voor het debiet van een voleistof, m. a. w. een inrichting die minstens een signaal aflevert in het geval dat zieh welbepaalde onregelmatigheden in het debiet van een vloeistof voordoen. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een pompinrichting die met de voornoemde kontrole-inrichting is uitgerust.
Het is bekend dat in bepaalde toepassingen waarbij in de toevoer van een vloeistof wordt voorzien, het uitermate belangrijk kan zijn dat een regelmatig debiet wordt afgeleverd. Veel toepassingen hiervan zijn gekend in de chemie. Vooral bij installaties die gebruik maken van dosecrpompen, waarbij in de toevoer van welbepaalde hoeveelheden vloeibaar produkt moet worden voorzin, ia
<Desc/Clms Page number 2>
het doorgaans zeer belangrijk dat de debietatroom aan de uitgang van de doaeerpomp permanent gekontroleerd wordt.
Bekende inrichtingen voor het kontroleren van het debiet van een vloeistof vertonen het nadeel dat zij ofwel weinig efficient zijn, ofwel niet geschikt zijn om in een vloeistorstroom aangewend te worden die zieh zoals aan de uitgang van een doseerpomp intermitterend voortbeweegt ofwel zeer kostelijk zijn. De huldige uitvinding heeft ook een kontrole-inrichting als voorwerp die geen van de voornoemde nadelen vertoont.
De uitvinding heeft dan ook betrekking op een kontroleinrichting voor het debiet van een vloeistof, met als kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van een kanaal ; een in het kanaal onder invloed van de vloeistofatroom over een bepaalde afstand verplaatsbaar lichaam ; detektiemiddelen die de positie van het lichaam waarnemen ; en met de detektiemiddelen gekoppeide kontrolemiddelen die de positie van het lichaam kontroleren.
In de voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat het
EMI2.1
verplaatabare liohaam uit een element dat zieh vrij in het kanaal bevindt en dat in rusttoestand door zijn eigen gewicht op een zitting rust. De detekt1ell1ddelen bestaan
<Desc/Clms Page number 3>
bij voorkeur uit, enerzijds, minstens 66n permanente magneet die in het 110haam in ingebouwd en, anderzijda, een voeler voor het waarnemen van het magnetison veld, die afhankelijk van de plaats van hot voornoende lichaam in het kanaal al dan niet door het magnetisch veld van de voornoemde magneet bekraohtigd wordt.
In een bijzondere uitvoeringevorm, die bedoeld ia om een debietkontrole uit te oefenen in het geval van een intermitterend voortbewegende voleistofstroom, bestaan de kontrolemiddelen hoofdzakelijk wit een signaalverwerkingseenheid die een uitgangssignaal aflevert in funktie van de regelmaat waarmee de detektiemiddelen pulsen afleveren. In een bijzondere toepaaaing is deze signaalverwerkingseenheid gekoppeld met de aandrijving van de pomp die de intermitterend voortbewegende vleistofstroom doet ontstaan, waarbij deze koppeling toelaat dat de kontrole op de regelmaat waarmee de detektiemiddelen pulsen afleveren geschiedt in funktie van het ritme van de pompoyoluaaen.
Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende witvoeringsvormen beaohreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :
<Desc/Clms Page number 4>
figur 1 op vergrote schaal een kontrole tnriohting volgens de uitvinding weergeeft ; t1gur 2 een dooranedc weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1 ; figuur 3 een variante van de kontrole-inrichting weer- geeft ; figuur 4 een gedeelte uit figuur 3 in perspekt1ef weergeeft ; figuur 5 een pompinrichting weergeeft die gebruik maakt van een kontrole-inrichting volgens de uit- vinding ;
figuren 6 tot 9 een aantal kurven weergeven met be- trekking tot de signalen die zieh in de kontrole- middelen voordoen in het geval van een debietkon- trole op een intermitterend voortbewegende vloei- atotatroom ; figuur 10 nog een pompinrichting weergeeft die met een kontrole-inrichting volgens de uitvinding is uitgerust.
Zoals weergegeven in figuur 1 bestaat de kontrole-inriohting 1 volgens de uitvinding hoofdzakelijk in de kombinatie van een kanaal 2, een in het kanaal 2 onder invloed van de voleistofstroom over een bepaalde atatand D verplaatsbaar liobaam 3, detektiemiddelen 4 die de positie van bet lichnam 3 waarnemen, en set de
<Desc/Clms Page number 5>
detektiemiddelen 4 gekoppelde kontrolemiddelen 5 die de positie van het lichnam 3 kontroleren.
Het lichaam 3 bestaat bij voorkeur uit een element in de vorm van een afsluiter, hetwelke met een zitting 6 in het kanaal 2 samenwerkt. In de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 bestaat het lichaam 3 uit een langwerpig cylindrisch element net een koniaohe punt 7 dat zich vrij in het kanaal 2 bevindt en dat door zijn eigen gewicht in ruattoestand met de konische punt 7 op de zitting 6 rust.
Zoals weergegeven in figuren 1 en 2 vertoont het liobaam 3 uitsparingen In de vorm van longitudinale groeven 8 die ook in ruattoeatand van het lichaam 3, dus wanneer dit laatste op de zitting 6 rust, doorgangen 9 laten.
De detektiemiddelen 4 bestaan bij voorkeur uit, enerzijda, minstens 66n permanente magneet 10 die ingebouwd in in het verplaatsbare liohaam 3 en een magnetiaohe voeler 11 die in funktie van de plaats van het liehaae 3, m. a. w. in tunktie van de afstand D, al dan niet bekrachtigd wordt en een signaal 12 aflevert. Volgens figuur 1 bestaat de magnetiaohe voeler uit een reedrela1a dat in of tegen de wand 13 van het kanaal 2 is aangebracht. De detektiemiddelen 4 zijn bij voorkeur uitgeruat met Inate1m1ddelen 14 zoals een regelschroef, die toelaten dat
<Desc/Clms Page number 6>
de magnetische voeler 11 volgens de lengterichting van het kanaal 12 verplaatst wordt.
De kontrolem1ddelen 5 kunnen van willekeurige vorm zijn.
In de meeat eenvoudige uitvoeringavora bestaan zlj uit een aignaalverwerkingaeenheid 15 en een daarmee gekoppelde signalisatie 16, waarbij de signaalverwerkingseenheid een uitgangssignaal 17 aflevert wanneer de detektiemiddelen 4 zieh in een bepaalde schakeltoestand bevinden, bijvoorbeeld wanneer de kontakten 18 en 19 van het reedrelais gesloten zijn, terwijl in de andere aohakeltoestand, aldus wanneer de kontakten 18 en 19 zieh uit elkaar bevinden, het uitgangasignaal 17 afwezig ls.
Het is duidelijk dat de signaalverwerkingseenheid 15 kan uitgerust zijn met een vertragingsketen die toelaat dat pas een positief uitgangezignaal 17 afgeleverd wordt wanneer de detektiemiddelen zieh gedurende een welbepaalde tijd in de overeenstemmende achakeltoestand bevinden, zulke om te vermijden dat in het geval van korte storingen reeds een alarmaignalinatie 16 zou plaats vinden.
De werking van de inrichting kan eenvoudig uit figuur 1 worden afgeleid. Wanneer er geen voleistofstroom F
EMI6.1
aanwezig is bevindt het lichaam 3 zich in zijn onderste atand. De magneten 10 bevinden zieh zodoende relatief ver van het reedrelais 11, met als gevolg dat de kontakten 18
<Desc/Clms Page number 7>
en 19 open blijven. Wanneer in een voldoende grote voleistofstroom F wordt voorzien, wordt het liohaam 3 door de stroom F over een bepaalde afstand D meegenomen. Vanat een bepaald ogenblik belnvloedt het magnetisch veld van de magneten 10 hierbij de kontakten 18 en 19 van het reedrelais, zodanig dat deze gesloten worden, waardoor de kontrolemiddelen 15 geaktiveerd worden en een passende signalisatie 16 inschakelen.
Indien de inrichting bedoeld is om de kontinulteit van de vloeistofstroom F te kontroleren wordt bij voorkeur een groene lamp 20 ingeschakeld zolang het liohaam 3 zioh voldoende hoog boven de zitting 6 bevindt, m. a. w. wanneer het reed relaia gesloten is en wordt een rode lamp 21 ingeaohakeld wanneer het liohaam 3 zieh te laag bevindt ten gevolge van een te kleine vloeistofstroom F, aarbij aladan de kontakten 18 en 19 geopend zijn.
Een te kleine voleistofstroom F kan ontstaan doordat teveel luoht in de globale stroom aanwezig is. Indien grote hoeveelheden luoht in de stroom aanwezig zijn ontsnappen deze hoofdzakelijk doorheen voornoemde doorgangen 9 zonder hierbij invloed uit te oefenen op bet lichaam 3. In het geval dat de stroom bestaat uit sen mengeling van vloeistof en luohtblaaajea, of in het geval dat de voleistofstroom te klein ia, neemt het lichaam 3
<Desc/Clms Page number 8>
een tussenpositie in, waarbij de rode lamp 21 van de aignaliatie 16 ingeschakeld blijft.
Rot in duidelijk dat de nauwkeurigheid van de inrichting
EMI8.1
eenvoudig kan ingesteld worden net behulp van de instelniddelen 14.
Volgens twee niet in de figuren weergegeven varianten bestaat de magnetische voeler 11, re8pektieve11jk uit een induktieve voeler en een kapaoitieve voeler.
Volgens nog een variante kunnen de detektiemiddelen t, zoals weergegeven in streep punt lijn in figuur 1 ook beataan uit optiaohe detektieelementen 22, waarvan de optiaohe baan onderbroken wordt door de verplaataing van bot lichaam 3.
In figuren 3 en 4 in nog een variante weergegeven waarbij het verplaatsbare lichaam 3 hoofdzakelijk bestaat uit een elastisch verbuigbaar kleplichaan waarop een schijfmagneetje 10 is aangebraobt. Door het openklappen van het klepliohaam wordt het magneetje 10 verplaatst t. o. v. de voeler 11 zodanig dat 1 ta. en gepaate onderlinge opstelling van het magneetje 10 en cw voeler 11 deze laatate van de 6ne detektistoestand in de andere kan overgaan.
<Desc/Clms Page number 9>
In een bijzondere uitvoeringsvorn wordt gebruik gemaakt van kontrolemiddelen 5 die toelaten een kontrole op een intermitterend voortbewegende voleistofstroom F uit te voeren, bijvoorbeeld zoals weergegeven in figuur 5 aan de uitgang 23 van een zuigerpomp 24. Hiertoe bestaan de kontrolemiddelen 5 hoofdzakelijk uit een signaalverwerkingseenheid 25 die een uitgangssignaal 17 aflevert in funktie van de regelmaat waarmee de detektiemiddelen 4 pulsen afleveren. In het geval van een intermitterend voortbewegende vloeistofstroom wordt het lichaam 3 immers permanent op-en neer verplaatat.
Meer in het bijzonder nog wordt gebruik gemaakt van een signaalverwerkingseenheid 25 die minstens een uitgangssignaal 17 aflevert wanneer binnen oen vooropgestelde periode zieh geen vooropgesteld minimum aantal pulsen manifesteert, m.a.w. wanneer verschillende cyclussen van de zuigerpomp 24 achter elkaar er een gebrek aan voleistof is geweest.
Een en ander wordt nu hierna uiteengezet aan de hand van de kurven volgens figuren 6 tot 9 die een theoretische benadering van het sohakelgebeuren weergeven.
<Desc/Clms Page number 10>
Hierbij stelt figuur 6 het verloop van het debiet Q bij voorbeeld in liter per minjut voor aan de uitgang 23 in funktie van de tijd T.
Figuur 7 geeft de verplaatsing D van het lichaam 3 weer.
Figuur 8 stelt de puletreln voor die gegenereerd wordt door de detektiemiddelen 4, waarbij dexe laatste zodanig opgesteld zijn, bijvoorbeeld zoals in figuur 1, dat zij
EMI10.1
telkens wanneer het lichaam 3 in zijn hoogate stand komt een puls genereren.
Figuur 9 atelt het spanningsverloop van bijvoorbeeld een zaagtandgenerator voor die telkens gereset wordt door de pulsen van de pulatrein volgens figuur 8.
Tijdens het normale bedrijf waarbij de pomp 24 uitaluitend vloeistof verpompt vertoont de kurve van figuur 6 regelmatig verlopende gedeelten 26. Door de traagheid van het lichaam 3 wordt dit in funktie van de grootte van de voleistofstroom en de duur van de vloeistotstroom geleidelijk omhoog en vervolgens terug omlang verplaatst, zoals aangeduid door middel van de gedeelten 27 in de kurve van figuur 7. Telkens wanneer het lichaam 3 over een bepaalde afetand Dl verplaatat wordt aluiten de kontakten 18 en 19 van het reedrelais zodanig dat reepektievelijke
<Desc/Clms Page number 11>
pulsen 28 worden gegenereerd.
Daar dan per pompoylous C de spanning V van de zaagtandgenerator terug op 0 gebracht wordt zal deze uooit een ingestelde grenawaarde V1 overschrijden.
Wanneer de zuigerpomp 24 echter een gedeelte luoht verponpt, en wanneer deze lucht bijvoorbeeld eerst naar buiten geduwd wordt via de doorgang 9 en vervolgena de vloeistof wordt verpopt, ontataat in de curve volgens figuur 6 een bijzonder verloop zoals weergegeven met het gedeelte 29. In het geval dat bijvoorbeeld vloeistof met luchtbelletjes wordt verpompt in het effektive vloe1stofdebiet minder en ontstaat een verloop zoals weergegeven door middel van de gedeelten 30. In het geval van zulke storingen heeft het lichaam 3 ; gezien zijn traagheid en/of gezien de te geringe mate verpompte vloeistof, niet de mogelijkheid om de atstand D1 te overbruggen.
De overeenstemmende piekvormige gedeelten 31 in de kurve van figuur 7 blijven dan ook onder de waarde Dl. Als gevolg hiervan worden geen pulsen 28 gegenereerd en de spanning V blijft stijgen gedurende twee of meer opeenvolgende cyclussen C.
De signaalverwerkingseenheid 25 is zodanig opgevat dat wanneer een bepaalde apanning VI wordt overaohreden een
<Desc/Clms Page number 12>
uitganganignaal 17 wordt afgeleverd waardoor b Jvoorbeeld een alarmllignalill8tle 16 wordt ingeschakeld, Door de juiste keuze van de apanning V1, die kan ingesteld worden via instlmiddelen 32 (figuur 5) kan bekomen worden dat een uitgangssignaal 17 wordt afgeleverd telkens wanneer binnen een vooropgestelde periode ziob geen vooropgesteld minimum aantal pulsen manifesteert. Voor wat betreft de uitvoeringsvorm die beschreven is aan de hand van figuren 6 tot 9, betekent dit laatste dat wanneer gedurende een periode van drie pompcyoluasen de detektiemiddelen 4 niet nmaal werden bekrachtigd,
m. a. w. zichminstensniet npus28heeftvoorgedaan, sen uitgangssignaal 17 wordt afgeleverd.
De uitvinding heeft ook betrekking op een pompinr1chtlng die gebruik maakt van de kontrole-inrichting 1 volgens de uitvinding.
In de uitvoeringavorm volens figur 10 is de signaalverwerkingseenheid 25 dan gekoppeld met de aandrijving 33 van de zuigerpomp 24, waarbij deze koppeling 34 toelaat dat de kontrole op de regelmaat waarmee detektiemiddelen 4 pulsen afleveren geschiedt in de funktie van bet ritme van de poco yoluasen C.
<Desc/Clms Page number 13>
Dit biedt o. a. het voordeel dat bij de kontrole van de pulaerende beweging van hot lichaam 3 rekening wordt gehouden met de snelheid van de zulgerpomp.
Het is duidelijk dat de uitvinding z) uh vooral leent voor doseerpompen, waarbij zoals bekend het zeer belangrijk In dat de juiste hoeveelheden volselstof worden afgeleverd.
Uiteraard is de uitvinding ook geschikt om bij andere pompen dan zulgerpompen te worden aangewend, bijvoorbeeld membraanpompen en dergelijke.
Het is eveneens duidelijk dat het verplaatsbare lichaam 3 ook kan bestaan uit het eigenlijke kleplichaan van een pomp.
De huidige uitvinding ia geenaz1na beperkt tot de als voorbeelden beaohreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, dochdergelijkekontrole-inrichting voor het debiet van een vloeistof en pompinrichtingen die hiermen zijn uitgerust kunnen in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder bulten het kader der uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Controls for the flow rate of a liquid and pump device equipped with this.
This invention relates to a control device for the flow rate of a liquid, i.e. a. W. a device that delivers at least a signal in the event that certain irregularities in the flow of a liquid occur. The invention also relates to a pump device equipped with the aforementioned control device.
It is known that in certain applications where the supply of a liquid is provided, it can be extremely important that a regular flow is delivered. Many applications of this are known in chemistry. Especially in installations that use dosing pumps, where the supply of specific quantities of liquid product must be provided, ia
<Desc / Clms Page number 2>
it is usually very important that the flow rate at the output of the de-icing pump is continuously monitored.
Known devices for controlling the flow rate of a liquid have the disadvantage that they are either not very efficient or are not suitable for use in a flux flow which is intermittently moving at the output of a dosing pump or is very expensive. The present invention also has an object control device which does not exhibit any of the aforementioned drawbacks.
The invention therefore also relates to a control device for the flow rate of a liquid, characterized in that it mainly consists of the combination of a channel; a body movable in the channel under the influence of the liquid flow over a certain distance; detection means that detect the position of the body; and control means coupled to the detection means, which control the position of the body.
In the preferred embodiment, it exists
EMI2.1
movable body made of an element which is freely positioned in the channel and which rests on a seat in its resting position due to its own weight. The detector parts exist
<Desc / Clms Page number 3>
preferably from, on the one hand, at least 66n permanent magnet which is built into the 110 body and, on the other hand, a sensor for detecting the magnetison field, which may or may not be dependent on the location of the protruding body in the channel by the magnetic field of the aforementioned magnet is energized.
In a particular embodiment, which is intended to perform a flow control in the case of an intermittently moving liquid flow, the control means mainly consist of a signal processing unit which delivers an output signal in function of the regularity with which the detection means deliver pulses. In a special application, this signal processing unit is coupled to the drive of the pump which generates the intermittently moving fluid stream, whereby this coupling allows control of the regularity with which the detection means deliver pulses in function of the rhythm of the pompoyoluaaen.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, some preferred whitewashing forms are described below, as examples without any limitation, with reference to the accompanying drawings, in which:
<Desc / Clms Page number 4>
figure 1 shows on an enlarged scale a control system according to the invention; tlgur 2 represents a doordedc according to line II-II in figure 1; Figure 3 shows a variant of the control device; figure 4 represents part of figure 3 in perspective; Figure 5 shows a pumping device using a control device according to the invention;
Figures 6 to 9 show a number of curves with respect to the signals occurring in the control means in the case of a flow control on an intermittently moving flow-atot stream; figure 10 shows a pumping device equipped with a control device according to the invention.
As shown in figure 1, the control device 1 according to the invention mainly consists of the combination of a channel 2, a body 3 movable in the channel 2 under the influence of the liquid flow over a given tooth D, detection means 4 which detect the position of the body. Observe 3, and set the
<Desc / Clms Page number 5>
detection means 4 coupled control means 5 which control the position of the body 3.
The body 3 preferably consists of an element in the form of a valve, which cooperates with a seat 6 in the channel 2. In the embodiment according to Fig. 1, the body 3 consists of an elongated cylindrical element with a conical point 7, which is located freely in the channel 2 and which rests on the seat 6 by its own weight in the ruptured state with the conical point 7.
As shown in Figures 1 and 2, the body 3 has recesses in the form of longitudinal grooves 8 which also leave passages 9 in the tooth of the body 3, i.e. when the latter rests on the seat 6.
The detection means 4 preferably consist of, on the one hand, at least 66n permanent magnet 10 which is built into the movable body 3 and a magnetic sensor 11 which functions in function of the location of the body 3, a. W. in accordance with distance D, whether or not energized and outputting a signal 12. According to figure 1, the magnetic sensor consists of a reed relay which is arranged in or against the wall 13 of the channel 2. The detection means 4 are preferably equipped with stainless steel parts 14, such as a control screw, which allow
<Desc / Clms Page number 6>
the magnetic sensor 11 is displaced along the longitudinal direction of the channel 12.
The control parts 5 can be of any shape.
In the simpler embodiment, they consist of a signal processing unit 15 and a signalization 16 coupled thereto, the signal processing unit delivering an output signal 17 when the detection means 4 are in a certain switching state, for instance when the contacts 18 and 19 of the reed relay are closed, while in the other aohak state, thus, when contacts 18 and 19 are separated, the output axis signal 17 is absent.
It is clear that the signal processing unit 15 can be equipped with a delay circuit which allows a positive output signal 17 to be delivered only when the detection means are in the corresponding switch-on state for a specified period of time, such as to avoid that in the event of short disturbances alert campaignalination 16 would take place.
The operation of the device can be easily deduced from Figure 1. When there is no liquid flow F
EMI6.1
the body 3 is in its lower tooth. The magnets 10 are thus relatively far from the reed relay 11, with the result that the contacts 18
<Desc / Clms Page number 7>
and 19 remain open. When a sufficiently large liquid flow F is provided, the body 3 is carried along by the flow F over a certain distance D. From a certain moment the magnetic field of the magnets 10 hereby influences the contacts 18 and 19 of the reed relay, such that they are closed, whereby the control means 15 are activated and a suitable signaling 16 is switched on.
If the device is intended to control the continuity of the liquid flow F, a green lamp 20 is preferably switched on as long as the body 3 is situated sufficiently high above the seat 6, i.e. a. W. when the reed relay is closed and a red lamp 21 is switched on when the body 3 is too low as a result of a liquid flow F too small, contacts 18 and 19 are open aladan.
Too small a liquid flow F can arise because too much air is present in the global flow. If large amounts of air are present in the flow, they mainly escape through the aforementioned passages 9 without influencing the body 3. In the case where the flow consists of a mixture of liquid and air, or in the case that the liquid flow is small ia, take the body 3
<Desc / Clms Page number 8>
an intermediate position, wherein the red lamp 21 of the indication 16 remains switched on.
Rotten in obvious that the accuracy of the device
EMI8.1
can be easily adjusted using the adjustment means 14.
According to two variants not shown in the figures, the magnetic sensor 11, consisting of an inductive sensor and a capacitive sensor.
According to another variant, the detection means t, as shown in dashed line in Figure 1, can also be removed from optical detection elements 22, the optical path of which is interrupted by the displacement of blunt body 3.
Figures 3 and 4 show in another variant in which the movable body 3 mainly consists of an elastically bendable valve body on which a disc magnet 10 is mounted. The magnet 10 is displaced by opening the valve body. o. v. sensor 11 such that 1 ta. and the mutual arrangement of the magnet 10 and the sensor 11 can transfer this late state from the 6 th detection state to the other.
<Desc / Clms Page number 9>
In a special embodiment, use is made of control means 5 which make it possible to carry out a check on an intermittently moving liquid flow F, for instance as shown in figure 5 at the output 23 of a piston pump 24. For this purpose the control means 5 mainly consist of a signal processing unit 25 delivers an output 17 in function of the regularity with which the detection means 4 deliver pulses. After all, in the case of an intermittently moving liquid flow, the body 3 is moved up and down permanently.
More particularly, use is made of a signal processing unit 25 which supplies at least one output signal 17 when no predetermined minimum number of pulses manifests itself within a predetermined period, i.e. when several cycles of the piston pump 24 have been consecutive lack of liquid.
All this will now be explained with reference to the curves according to figures 6 to 9, which represent a theoretical approach to the shake-up event.
<Desc / Clms Page number 10>
Figure 6 represents the course of the flow rate Q, for example in liters per minjut at the outlet 23 in function of the time T.
Figure 7 shows the displacement D of the body 3.
Figure 8 represents the puletreln generated by the detection means 4, the latter being arranged such as, for example, as in Figure 1, that they
EMI10.1
whenever the body 3 comes into its high position generate a pulse.
Figure 9 presents the voltage variation of, for example, a sawtooth generator, which is reset in each case by the pulses of the pulse train according to Figure 8.
During normal operation in which the pump 24 pumps liquid out of itself, the curve of figure 6 has regularly running parts 26. Due to the inertia of the body 3, this gradually increases in function of the size of the liquid flow and the duration of the liquid flow. circumferentially, as indicated by means of the parts 27 in the curve of figure 7. Whenever the body 3 is moved over a certain distance D1, the contacts 18 and 19 of the reed relay are moved outwards in such a way that
<Desc / Clms Page number 11>
pulses 28 are generated.
Since the voltage V of the sawtooth generator is then reset to 0 per pompoylous C, it will never exceed a set limit value V1.
However, when the piston pump 24 pumps out a part of air, and when this air is for instance first pushed out via the passage 9 and then the liquid is pupated, the curve according to figure 6 results in a special course as shown with the part 29. for example, when liquid with air bubbles is pumped into the effective liquid flow rate less and a course as shown by the portions 30 occurs. In the case of such failures, the body has 3; given its inertia and / or due to the insufficiently pumped liquid, it is not possible to bridge the level D1.
The corresponding peak-shaped parts 31 in the curve of Figure 7 therefore remain below the value D1. As a result, no pulses 28 are generated and the voltage V continues to rise for two or more consecutive cycles C.
The signal processing unit 25 is designed such that when a certain timing VI is exceeded, a
<Desc / Clms Page number 12>
output signal 17 is delivered, for example, an alarm signal 16 is switched on. By the correct selection of the timing V1, which can be set via adjusting means 32 (figure 5), it is possible to obtain that an output signal 17 is delivered within a predetermined period of time. preset minimum number of pulses manifests. With regard to the embodiment described with reference to Figures 6 to 9, the latter means that if during a period of three pump cyoluases the detection means 4 were not energized once,
m. a. w. at least npus28 has not occurred, the output signal 17 is delivered.
The invention also relates to a pump device using the control device 1 according to the invention.
In the embodiment according to figure 10, the signal processing unit 25 is then coupled to the drive 33 of the piston pump 24, this coupling 34 allowing the regularity with which detection means 4 deliver pulses to be monitored in the function of the rhythm of the poco yoluases C.
<Desc / Clms Page number 13>
This offers, inter alia, the advantage that the speed of the sebum pump is taken into account in the control of the pulsating movement of the body 3.
It is clear that the invention is particularly suitable for metering pumps, it being known that it is very important that the correct amounts of bulk material are delivered.
The invention is, of course, also suitable for use in pumps other than zogger pumps, for example diaphragm pumps and the like.
It is also clear that the movable body 3 can also consist of the actual valve body of a pump.
The present invention is not limited to the exemplary embodiments described in the figures, but the like flow rate monitoring device and pumping devices equipped herein can be realized in various shapes and sizes without departing from the scope of the invention.