BE1001859A3 - Inrichting voor het continu electrolytisch behandelen van draadvormige voorwerpen. - Google Patents

Abstract

Inrichting voor het continu electrolytisch behandelen van draadvormige voorwerpen (2) omvattende een electrolietbad (1) en middelen voor het overwegend horizontaal doorvoeren van de voorwerpen doorheen het bad (1) voorbij opeenvolgende anoden en katoden, waarbij de voorwerpen (2) een zig-zag baan doorlopen in sleepkontakt met de opeenvolgende stroomoverbrengende in het electroliet ondergedompelde electroden (5, 6, 7) aangesloten op een en dezelfde pool (14) van de stroombron en die ondergedompeld zijn in het electrolietbad.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  INRICHTING VOOR HET CONTINU ELECTROLYTISCH BEHANDELEN VAN   DRMD-   VORMIGE VOORWERPEN 
De uitvinding betreft een inrichting voor het continu electrolytisch behandelen van draadvormige voorwerpen zoals   bijv.   filamenten, garens, kabels of strookvormige banden of linten. Deze behandeling kan hetzij een bedekkingsbewerking zijn hetzij een afbeitsbewerking. 
 EMI1.1 
 



  Het is bekend uit het U. octrooi 2. draadvormige voorwerpen continu electrolytisch een 
S.doorloopinrichting waarbij de draden nagenoeg horizontaal voorbij opeenvolgende katoden en inerte anoden worden gevoerd. De stroomoverbrengende sleepkontaktpunten van de katoden bevinden zieh daarbij net onder het badoppervlak van het electroliet. De anodeplaten zijn totaal ondergedompeld in het electroliet. Deze inrichting laat een relatief snelle electrolytische afzetting toe. Deze opstelling evenwel van de katodische draagarmen met neerwaarts gerichte kontaktvingers boven het bad is eerder omslachtig en weinig praktisch. Deze opstelling hindert namelijk een vlotte toegankelijkheid van het bovenvlak van het bad. Bovendien zetten zoutkristallen uit het bad zieh mettertijd af op de draagarmen en de katodevingers boven het bad hetgeen veelvuldig reinigen en onderhoud meebrengt.

   Overigens is aan de vereiste van een gelijkmatig en konstant   sleepkontakt   tussen de katodevingers en de draden moeilijk te voldoen. De katodevingers hebben als het ware de neiging op de draden op en neer te trillen of te dansen waardoor veelvuldige kontaktonderbrekingen optreden met vonkvorming als gevolg en met derhalve een onregelmatige afzettingskwaliteit. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



   De uitvinding beoogt thans deze nadelen op te heffen door   de draag-en stroomvoeringsarmen   van de opeenvolgende katoden onder te dompelen in het electroliet. Zoutkristalvorming en daaraan gekoppeld onderhoud wordt hierdoor vermeden. Deze opstelling heeft overigens als bijkomend voordeel dat de ondergedompelde katode vlotter kan afkoelen. Door de hoge stroomdichtheden namelijk kunnen de katoden gevoelig opwarmen. Afkoeling in vloeibaar en   circuleren   electroliet is veel doeltreffender dan aan de lucht zoa1s voor kontaktvingers of   kontaktrol. 1en   geplaatst boven hetzij aan in- en uitgang van het bad.

   De volgens de vinding gevoelig verbeterde toegankelijkheid van het badoppervlak is vooral   voordelig   bij het opstarten van de inrichting wanneer een nieuwe reeks draden moet doorgehaald worden van ingang (afwinder) naar uitgang (opwinder). Ze verbetert ook de overzichtelijkheid van de installatie die aldus een vlottere proceskontrole toelaat voor de bediener. 



   Het is derhalve een voorwerp van de vinding een inrichting te verschaffen voor het continu electrolytisch behandelen van draadvormige voorwerpen waarbij deze overwegend horizontaal via geschikte transportmiddelen doorheen een electrolietbad gevoerd worden voorbij opeenvolgende anoden en katoden. De voorwerpen doorlopen daarbij een zig-zag baan in   sleepkontakt   met de opeenvolgende stroomoverbrengende elektroden aangesloten op een en dezelfde pool van de stroombron. De elektroden   d. w. z.   de sleepkontakt-delen en de draagelementen daarvoor zijn daarbij ondergedompeld in het electrolietbad. 



   Naast de voordelen hiervoor aangehaald vermijdt de toepassing van de zigzagbaan over de sleepkontakten van genoemde elektroden de neiging tot vonkvorming met elektrodevingers volgens de stand van de techniek. De aanzienlijke doorhaalspanning op de draden tussen afwinder en opwinder staat namelijk borg voor een konstant en gelijkmatig kontakt van de draad met de 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 elektroden ter hoogte van de toppen en dalen van de zigzagbaan. De bedrijfszekerheid en de verzekering van een konstante proceskwaliteit is dus verkregen via een sterke vereenvoudiging aan de op heden toegepaste inrichtingen. 



   Wanneer de behandelingsinrichting een electrolytische bedekkingslijn is zullen genoemde elektroden met sleepkontakten katodisch geschakeld zijn. De tegen de sleepkontakten gevoerde draden vormen dan de katode in de bedekkingslijn en de positieve ionen van het op te brengen metaal (bijv. zink) zullen uit het electroliet hierop neerslaan in het doorlooptrajekt ter hoogte van de tegenover de draden gelegen anoden. 



   Voor een behandelingsinrichting onder de vorm van een afbeitsinrichting zullen genoemde elektroden anodisch geschakeld zijn. Oe van de doorlopende draden te verwijderen metaaldeklaag lost dan op in het electroliet en zet zieh af op de stationaire katoden ter hoogte van het draadtrajekt in de buurt van deze katoden. 



   Een bedekkingsinrichting als uitvoeringsvorm van de vinding wordt hierna toegelicht aan de hand van bijgaande figuren. 



  Figuur 1 is een vertikale doorsnede van de opstelling van opeen- volgende elektroden in het electrolietbad van de bedekkingslijn. 



  Figuur 2 geeft een bovenzicht weer van de inrichting met een zig-zag baan voor de reeks draden. 



  Figuur 3 betreft een dwarsdoorsnede door een inerte anodeplaat van de inrichting als electrolytische bedekkingslijn. 



  Figuur 4 toont in vertikale doorsnede een andere elektrode-opstelling voor een zig-zag baan. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



   De electrolyseinrichting volgens figuur 1 omvat in wezen een langwerpige bak of goot 1 als electrolietbad. Dit bad 1 is gevuld met een geschikt electroliet tot aan het peil 3 zodat zowel de anoden 4 als de katoden 5 erin ondergedompeld zijn. De katodestiften 5 zijn bevestigd op opeenvolgende draagarmen 6,7, 8 (bijv. uit   koper).   Tussen deze draagarmen zijn dan de opeenvolgende anodesekties 9,10 gemonteerd. Deze sekties omvatten de draagarmen 11 (bijv. uit koper) voor de anodeplaten 4,12. Dit zijn bijv. inerte loodanoden. De respek-   tievelijke   draagarmen voor katoden en anoden zijn aangesloten op de stroomtoevoerbaren 13 en 14. De electrodedragende delen van deze armen zijn met de electroden ondergedompeld in bad   l onder   het badoppervlak 3. 



   Teneinde een goed electrolyse-rendement te realiseren kan het electroliet continu rondgecirculeerd met behulp van (niet nader geïllustreerde) pompen en doorheen de boringen 16 in de anodeplaten naar het oppervlaktepeil 3 van het bad 1. De circulatie bevordert de turbulentie in het bad hetgeen het electrolyserendement verhoogt. 



   De te bedekken draadvormige voorwerpen 2 worden nu continu voorbij de opeenvolgende anoden 4,12 en katoden 6,7, 8 gevoerd onder het electrolietoppervlak 3. De draden slepen daarbij tegen de stiften 5 bevestigd op de respektievelijke stroomvoerende draagarmen waardoor ze als katode geschakeld worden en onder vorming van een horizontale zig-zag baan zoals getoond in figuur 2. De opeenvolgende toppen en dalen van de zig-zag baan bevinden zieh dus ter hoogte van deze stiften 5. De elektroden zelf omvatten een goed geleidende maar tevens bij voorkeur een sleetbestendige metaallegering, bijv. wolframcarbide ter hoogte van de sleepkontakten aan de zigzag top/dal-posities. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



   In elke tussenruimte tussen twee'opeenvolgende top/dal-posities komen de draden in de buurt van de inerte anodeplaten 4,12 alwaar de gewenste metaalafzetting uit het bad 1 plaatsvindt. De anodeplaten 4,12 kunnen   v1ak   uitgevoerd zijn doch   zuren bis   voorkeur (zoals geschetst in figuur 3) kanaalvormige   uitsparingen   15 omvatten ter plaatse van de doorlooptrajekten van de draden 2 tussen twee opeenvolgende katodestiften 5. Hierdoor wordt een gelljkmatiger metaalafzetting verkregen over de totale   draadomtrek.   



   In figuur 4 is schematisch een andere nagenoeg horizontale zig-zag-baan voor de draden 2 getoond. Nabij elke katodedraagarm 6, resp. 7 is een   gelsoleerde   (keramische) tegendrukstaaf 17 resp. 18 gemonteerd. Deze kunnen bijv. naar omhoog uit het bad weggewenteld worden ten behoeve van het gemakkelijk toegankelijk maken van het badoppervlak bij het opstarten van de inrichting voor een nieuwe reeks draden. De katodedraagarmen 6, 7 zijn elk bekleed met een sleetbestendige laag 19 als sleepkontakt voor de stroomoverbrenging naar de draden.

Claims (7)

1. CONCLUSIES 1. Inrichting voor het continu electrolytisch behandelen van draadvormige voorwerpen (2) omvattende een electroliet- EMI6.1 bad (1) en middelen voor het overwegend horizontaal doorvoeren van de voorwerpen doorheen het bad (1) voorbij opeenvolgende anoden en katoden, met het kenmerk dat de voorwerpen (2) een zig-zag baan doorlopen In sleepkontakt met de opeenvolgende stroomoverbrengende in het electroliet ondergedompelde electroden (5, 6, 7,8) aangesloten op een en dezelfde pool (14) van de stroombron en die ondergedompeld zijn in het electrolietbad.
2. 2. Electrolytische bedekkingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat genoemde electroden katodisch geschakeld zijn.
3. 3. Electrolytische afbeitsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de electroden anodisch geschakeld zijn.
4. 4. Inrichting volgens conclusie l, met het kenmerk dat de electroden (6,7, 8) een sleetbestendige metaallegering omvatten ter hoogte van de sleepkontakten (5,19).
5. 5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk dat elke electrode een aantal sleepkontaktstiften (5) omvat, bevestigd op een stroomvoerende draagarm (6,7, 8).
6. 6. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de opeenvolgende anoden (4,12) tussen elk paar katoden (6, 7, 8) kanaalvormige uitsparingen (15) omvatten ter plaatse van de doorlooptrajekten van de voorwerpen.
7. 7. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de anoden inert zijn.