BE1001829A3 - Uitneembare trekstuk combinatie voor voertuigen. - Google Patents
Uitneembare trekstuk combinatie voor voertuigen. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1001829A3 BE1001829A3 BE8800728A BE8800728A BE1001829A3 BE 1001829 A3 BE1001829 A3 BE 1001829A3 BE 8800728 A BE8800728 A BE 8800728A BE 8800728 A BE8800728 A BE 8800728A BE 1001829 A3 BE1001829 A3 BE 1001829A3
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- cylindrical
- pull
- cavity
- spindle
- combination according
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60D—VEHICLE CONNECTIONS
- B60D1/00—Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices
- B60D1/48—Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices characterised by the mounting
- B60D1/52—Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices characterised by the mounting removably mounted
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Transportation (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Hooks, Suction Cups, And Attachment By Adhesive Means (AREA)
Abstract
Uitneembare trekstuk combinatie voor voertuigen bestaande uit een voetstuk (1) dat tegen de trekhaakbasis van het voertuig bevestigd kan worden en uit een trekstuk (2), zoals een bolhaak of dergelijke, waarop een aanhangwagen of dergelijke kan gekoppeld worden, gekenmerkt door de koppelingsinrichting tussen het trekstuk (2) en het voetstuk (1).
Description
<Desc/Clms Page number 1> EMI1.1 "Uitneembare trekstuk combinatie voor voertuigen". --------------------------------- De huldige uitvinding heeft betrekking op een trekstuk combinatie waarmee een aanhangwagen, kampeerwagen of dergelijke aan een auto of vrachtwagen kan gekoppeld worden. Een dergelijke trekstuk combinatie kan uitgevoerd zijn als een bolhaak, waarop de bolkoppeling van de dissel aangrijpt. De huidige uitvinding heeft meer in het bijzonder betrekking op een dergelijke trek@@@@ combinatie die uitneembaar Is. Een uitneembare trekstuk combinatie is vooral van toepassing voor die voertuigen die slechts occasioneel ingezet worden voor het trekken van een aanhangwagen. Epn dergelijke uitneembare trekstuk combinatie bestaat hoofdzakelijk uit een voetstuk dat op de aanbouwt, iris van het voertuig gemonteerd wordt en uit het eigenlijk tLekstuk dat in het voetstuk kan vastgekoppeld worden als de noodzaak daartoe bestaat. Bij een dergelijke uitneembare trekstuk combinatie moet het eigenlijk trekstuk op een eenvoudige manier in het voetstuk vast te zetten zijn met behoud van een absolute veiligheid. Het eigenlijk trekstuk is bij voorkeur zonder tussenkomst van gereedschap vast te zetten en los te maken. Met absolute veiligheid wordt bedoeld dat het trekstuk onder geen enkele omstandigheid, onder invloed van externe factoren, zoals de belasting tijdens het trekken en remmen. trillingen, schokken en stoten, kan loskomen. Hpt doel van de huidige uitvinding is een uitneembare trekstuk combinatie te verschaffen die zowel : 1-1n de veiliglwidsverelsten als aan de gebruiksgemakvereisten voldoet. De uitneembare trekstuk combinatie volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat het voetstuk voorzien is van een overwegend eylindrische holte waarin een geleideorgaan voorzien is en dat het ttekstuk voorzien is <Desc/Clms Page number 2> van een in de overwegend cylindrische holte passend, cylindrisch uiteinde dat op zijn beurt voorzien is van een geleidesleuf voor het geleideorgaan, geleidesleuf waarvan een eerste deel, vertrekkend van de rand van het cylindrisch uiteinde, hoofdzakelijk evenwijdig met de lengteas van het cylindrisch uiteinde verloopt en waarvan een, met het eerste dep1 aansluitend tweede deel de omtrek van het cylindrische uiLein(le volgt volgens e- cjrkel -of ellipsboog, waarbij het qeleideorgaan en de geleidesleuf zodanig samenerken dat het cylindtisch uiteinde eerst axiaal in de overwegend cylindrische holte geschoven kan worden en daarna om de If'ngteas kan verdraaid worden tot het trekstuk rechtopstaat. De uitneembare trekstuk combinatie volgens de uitvinding heeft vorder als kenmerk dat het voetstuk voorzien is van een cylindrische doorboring die tangentiaal gelegen is ten opzichte van de lengteas van de overwegend cylindrische holte en gedeeltelijk door de overwegend cylindrische holte loopt, waarin een cylindrische grendelspil geplaatst en verdraaid kan worden, waarbij zowel d grendelspil als het cylindrisch uiteinde voorzien zijn van een uitsparing ter grootte van de intersectie van de doorboring en de overwegend cylindrische holte, waarbij de ligging van de doorboring en de uitsparing in het cylindrisch uiteinde zodanig is dat ze tegenover elkaar komen te liggen als het trekstuk rechtopstaat en dat de grendelspil in de uitsparing kan gedraaid worden ter vergrendeling van het rechtopstaand trekstuk nadat het trekstllk tijdens zijn plaatsing in het voetstuk door de uitsparing van de grendelspil geschoven en rechtop gedraaid werd. Meer bijzonderheden zullen blijken uit de biernavolgende beschrijving van een voorkeurdragende uitvooringsvorm, aangehaald als voorbeeld zonder enig reperkend karakter, van de trekstuk combinatie volgens de uitvinding waarbij het trekstuk uit een bolhaak besraat. <Desc/Clms Page number 3> Deze beschrijving verwijst naar de hierbijgevoegde figuren, waarin : Figuur 1 een perspectief zieht is op het voetstuk. Figuur 2 een perspectief zieht is op de bolhaak in omgekeerde stand. Figuur 3 een perspectief zieht is op de grendelspil met hefboom en vergrendelinrichting. Figuur 4 een schematische weergave in perspectief is van de opeenvolgende stappen voor het plaatsen van de bolhaak in het voetstuk. Figuur 5 een perspectief zieht is op het geheel in vergrendelde positie. Figuur 6 een gedeeltelijke vertikale doorsnede en een gedfeltelijk zijaanzicht is van het geheel in vergrendelde positie. Figuur 7 een perspectief zieht is op het afschermkapje horend bij de trekstuk combinatie volgens de uitvinding. De uitneembare trekstuk combinatie volgens de uitvinding bestraf uit drie hoofdonderdelen : het voetstuk (1), figuur t, trekstuk (2), hier onder de vorm van een bolhaak (2), figuur 2 en de grendelspil (3), figuur 3. Het voetstuk (1), figuren 1 & 6, bestaat uit een basisplaat (4) die tegen de aanbouwbasis van het voertuig kan vastgemaakt worden. De basisplaat (4) draagt een behuizinq (5) waarin een overwegend cylindrische holte (6) en een cylindrische doorboring (7), die tangential gelegen is ten opzichte van de lengteas (8) van de overwegend cylindrische holte (6), voorzien is. De cylindrische doorboring (7) gaat gedeeltelijk doorheen de overwegend cylindrische hul te (6) en is hier horizontaal en onderaan gelegen. Veidpr is de behuizing (5) voorzien van een geleid80rgaêltJ (s), hier onder de vorm van een sptl (9) die doorheen de behuizing (5) is aangebracht en die gedeeltelijk doorheen de overwegend cylindrische holte (6) steekt. De <Desc/Clms Page number 4> spil (9) is hier vertikaal en tussen de doorboring (7) en de opening van de holte (6) geplaatst. De bolhaak (2), figuren 2 & 6, hier als voorbeeld voor het trekstuk, waarop een bolkoppeling kan aangrijpen, heeft een cylindrisch uiteinde (10) dat in de overwegend cylindrische holte (6) past. Dat cylindrisch uiteinde (10) js voorzjen van een geleidesleuf (11) waarvan een eerste deel (12) vertrekt vanaf de rand (13) van het cylindrisch uiteinde (10) en evenwijdig loopt met de lengteas (14) van het cylindrisch uiteinde (10). Dat eerste deel (12) bestaat hier uit een afplatting (13) van het cylindrisch uiteinde (10) van de bolhaak. Die afplatting (12) laat toe om het eyl1ndr-lsch uiteinde (10) in de holte (6), met de afplatting (12) langs de spil (9), axiaal in te schuiven. Het tweede deel (15) van de geleidesleuf sluit aan met het eerste deel of de afplatting (12) en volgt de omtrek van het cylindrisch uiteinde (10) volgens een cirkel -of ellipsboog, hier over een hoek van 18 (f'. Het tweede deel (15) bestaat uit een gtoef (15) die omheen het in de holte (6) stekend gedeelte van de spil (9) kan schuiven. Die groef (15) laat toe om het cylindripch uiteinde (10), en de bolhaak (2), rond de lengteas (6 of 14) te verdraalen in de holte (6) nadat het cylindrjsch ulteinde (10) axiaal in de holte (6) geschoven werd. Het cylindrisch uiteinde (10) is verder voorzien van een uitsparing (16) ter grootte van de intersectie tusen de holte (6) en de doorboring (7). Die uitsparing (16) i3 zodanig geplaatst dat de uitsparing (16) tegenover de doorboring (7) komt te liggen als het cylindrisch uiteinde (10) volledig in de holte (6) is geschoven en als de bolhaak (2) rechtopstaat. De uitsparing (16) is hier dus aan de onderzijde van het cylindrisch uiteinde (10) voorzien. Het derde onderdeel, figuur 3, is de grendelspil (3) die een cylindrische vorm heeft, die in de doorboring <Desc/Clms Page number 5> (7) geschoven en verdraaid kan worden en die eveneens voorzien i s van een uitsparing (17) ter grootte van de intersectje Bussen de holte (6) en de doorboring (7). De grendelspil in aan het uiteinde van een hefboom (18) gelast. Het plaatsen en vastzetten van de bolhaak (2) in het voetstuk (1) wordt op figuur 4 geillustreerd. Eerst dient de grendelspil (3) in de doorboring (7) geplaatst te worden met de uitsparing (17) naar de holte (6) gekeerd. Vervolgens wordt het cylindrisch uiteinde (10) van de bolhaak (2) omgekeerd in de holte (6) geschoven waarbij de afplatting (12) langs de spil (9) schuift en het cylindrisch uiteinde (10) door de uitsparing (27) schuift. De derde stap 1s die waarbij bolhaak (2) verdraaid wordt om de as (8, 14) zodanig dat de uitsparing (16) in het cylindrisch uiteinde (10) uiteindelijk tegenover de doorboring (7) en de grendelspil (3) komt te liggen en de bolhaak (2) rechtopstaat. Bij het verdraaien van de bolhaak (2) glijdt de spil (9) door de groef (15) in het cylindrisch uiteinde. Daarna worrlt de hefboom (18) overgehaald zodat de grendelspil (3) zieh in de doorboring (7) verdraaid en gedeeltelijk In de uitsparing (16) in het cylindrisch uiteinde (10) komt te liggen, figuur 6. Het axiaal uitschuiven van de bolhaak (2) uit het voetstuk (1) wordt zowel door de spil (9), die in de groef (15) zit, als door de grendelspil (3), die in de uitsparing (16) zit, onmogelijk gemaakt. Het verdraaien van de bolhaak (2) om de as (8) wordt belet door de grendelspil (3). De bolhaak (2) kan pas verdraaid worden als de hefboom (18) in tegengestelde richting overgehaald wordt zodat de grendelspil (3) zieh in de doorboring omdraait met de uitsparing (17) naar het cylindrisch uiteinde (10). De uitneembare trekstuk combinatie volgens de uilvindlng 19 voorzien van een bijkomende 'ergrencte1inrlrhting (19) voor de hefboom (18). Die vergendeJinrLcht ing (19) moet beletten dat de grendelspil <Desc/Clms Page number 6> (3) zieh onder invloed van schokken of steten uit eigen beweging zen omdraaien naar haar niet vergrendelde positie. Een dergelijke grendelinrichting (19) bestaat bijvoorbeeld uit een haakje (20) draaibaar om een asje (28) op de hefboom (18) opgesteld, dat door een veer (21) naar voor wordt gedrukt, fi9'. tUr 6. Op de bolhaak (2) is er een pen (22) voorzien waarachter het haakje (20) kan haken als de bolhaak (2) rpchtopstaat en de hefboom (18) -ergehaald werd. Het haakje (20) is bij voorkeur voorzien van een schuin oplopende zijde (29) die ervoor zorgt dat het haakje (20) tegen d8 pen (22) oploopt en uiteindelijk achter de pen (22) haakt, als de hefboom (18) overgehaald werd. Voor het demonteren van de bolhaak (2) dient eerst het haakje (20) achteruitgetrokken te worden, de hefboom (Iss) teruggedraaid te worden, de bolhaak (2) om de as (8) gpdraajd en uit de holte (6) geschoven te worden, waarna de grendelspil (3) eveneens uit het voetstuk (1) weg te nemen is. Een afschermkapje (23), figuur 7, kan vervolgens op het voetstuk (1) geplaatst worden ter afdichting van de openingen van de holte (6) en de doorboring (7). Om een vaste en spelr'g. vrije verbinding te bekomen tussen het voetstuk (1) en de bolhaak (2) is het cylindrisch uiteinde (10) op twee plaatsen voorzien van een elastische ring (24, 25) waartegen de bolhaak (2) ich opspant bij het overhalen van de grendelspil (3). De eerste elastische ring (24) zit op het uiteinde van het cylindrisch uiteinde (10) dat daartoe versmald is. De tweede elastische ring (25) zit om het cylindrisch uiteinde (10) steunend tegen de rand (26) van de bolhaak (2). Verder is de afstand tussen de groef (15) eis uitsparing (16) in het cylindrisch uiteinde (6) iets kleineer genomen dan de afstand tussen de spil (9) en de doorboring (7) in het voetstuk (1). Het uiteinde van de groef (15) is tevens voorzien van een verbreding (27), figuur 6, die toelaat dat de bolhaak (2) nog een kleine axiale verschuiving kan ondergaan nadat de bolhaak (2) werd <Desc/Clms Page number 7> opgericht en de spil (9) zieh in het uiteinde van de groef (15) bevindt. Bij deze constructie wordt het cylindrisch uiteinde (10) bij het omdraaien van de grendelspil (3) verder in de holte (6) getrokken en opgespannen tegen de elastische ringen (24,25) zodat er een spelingsvrije verbinding bekomen wordt tussen het voetstuk (1) en de bolhaak (2). Verder is het begin-en einddeel van de holte (6) bij voorkeur conisch uitgevoerd, zoals weergegeven op figuur 6, en hebben de elastische ringen (24,25) een overeenstemmen conisch buitenoppervlak. Deze constructie vergemakkelijkt het inschuiven van het cylindrisch uiteinde (10) in de overwegend cylindrische holte (6) en zorgt voor een radiale druk op het cylindrisch uiteinde (10) bij het overhalen van de grendelspil (3). De elastische ringen (24, 25) kunnen vervangen worden als ze na langdurig gebruik blijvend vervormd werden. De elastische ringen (24, 25) kunnen eveneens door een tussenring verschoven worden naar het uiteinde van het cylindrisch uiteinde (10) toe, zodat ze terug voldoende tegendruk leveren bij het opspannen. Zoals blijkt uit de voorgaande beschrijving, is df uitneembare trekstuk combinatie volgens de uitvinding erg eenvoudig te plaatsen met behoud van een absolute veiligheid door de driedubbele vergrendeling. Het spreekt voor zichzelf dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot het hier beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Zo is de uitvinding zeker niet gebonden aan de vorm van de holte (6) en van het uitelnde (10) noch aan de aard van het geleideorgaan (9) en van de geleidesleuf (11)
Claims (1)
- CONCLUSIES. 1.Uitneembare trekstuk combinatie voor voertuigen bestaande uit een voetstuk (1), dat tegen de adnbouwbas1s v, i het voertuig bevestigd kan worden, en uit een trekstuk (2), zoals een bolhaak, waarop een aanhangwagen, kampeerwagen of dergelijke kan gekoppeld worden, met het kenmerk dat het :voetstuk (l) voorzien is van een overwegend cylindrische holte (6) waarin een geleideorgaan (9) voorzien is en dat het trekstuk (2) voorzien is van een in de overwegend cylindrische holte (6) passend, cylindrisch uiteinde (10) dat op zijn beurt voorzien is van epn geleidesleuf (11) voor het geleideorgaan (9), geleidesleuf (11) waarvan een eerste deel (12), vertrekkend van de rand van het cylindriscll uitelnde (lO), hoofdzakelijk evenwijdig met de lengteas (14) van het cylindrisch uiteinde (10) verloopt en waarvan een, met het eerste deel (12) aansluitend tweede deel (15) de omtrek van het eylindrische uiteinde (10) volgt volgens een cirkpl-cf ellipsboog, waarbij het geleideorgaan (9) en de geleidesleuf (11) zodanig samenwerken dat het cylindrisch uiteinde (10)eerst axiaal in de overwegend cylindrische holte (6) geschoven kan worden en daarna om de lengteas (14) kan verdraaid worden tot het trekstuk (2) rechtopstaat.2. Uitneembare trekstuk combinatie volgens conclusie (l) met het kenmerk dat het geleideorgaan (9) bestaat ult een tes opzichte van de lengteas (8) tangentiaal gelegen spil (9).3.Uitneembare trekstuk combinatie volgens conclusie 2 met het kenmerk dat het eerste gedeelte (12) van de geleidesleuf (11) uit een afplatting (12) van het cylindrisch uiteinde (10) bestaat. <Desc/Clms Page number 9>4. ! ! itneembare trekstuk comhinatie volgens conclusie 2 met het kenmerk dat het tweede gedeelte (15) van de geleidesleuf (11) bestaat uit een groef (15) die om de spil (9) past.S. Uitneembare trekstuk combinatie volgens conclusie 1 l1'. et het kenmerk dat het voetstuk (1) voorzien js van een cylindrische doorboring (7) die tangentiaal gelegen is ten opzichte van de lengteas (8) van de overwegend cylindrische holte (6) en gedeeltelijk door de overwegend cylindrische holte (6) loopt, waarin een cylindrische grendelspil (3) geplaatst en verdraaid kan worden, waarbij zowel de grendelspil (3) als het cylindrisch uiteinde (10) voorzien zijn van een uitsparing (resp.17 en 16) ter grootte van de intersectie van de doorboring (7) en di, overwegend cylindrische holte (6), waarbij de ligging van de doorborinq (7) en de uitsparing (16) in het cylindrisch uitejnde (10) zodanig is dat ze tegenover elkaar komen te liggenalshettrekstuk (2)rechtopstaatendatde grendelspil (3) in de uitsparing (16) kan gedraald worden EMI9.1 ter vergr < ''ndp'Mng (2) nadat van het rechtopstaand trekstukhet trekstuk (2) tijdens zijn plaatsing in het voetstuk (1) door de uitsparing (17 van de grendelspil (3) geschoven en rechtop gedraaid werd.6. Uitneembare trekstuk combinatie volgens conclusie 5 met het kenmerk. dat de grendelspil (3) voorzien is van een vergrendelinzichting (19) waarmee de grendelspil (3) in haar vergrendelpositie vast te zetten is.7. Uitneetnbare trekstuk combinatie volgens conclusie 6 met het. knnmerk dat de grendelspil (3) voorzien is van een EMI9.2 hefboom (18) waarop de grendelinrichting (19), bestaande l1Í t vs vet 0nd haakje (20) dat achter een pen (22) kan h. n, .S. nibaro 7 met hf de pen (22) op het trekstuk rpg <Desc/Clms Page number 10> ik9. Uitneembare trekstuk combinatie volgens conclusie 5 met het kenmerk dat het cylindrisch uiteinde (10) voorzien is van een of meerdere elastische ringen (24. 25), die steunend tegen een deel van het trekstuk (2) tegen een deel van de holte (6) komen te liggen, en dat de afstand tussen de groef (15) en de uitsparing (16) kleiner is dan die tussen de spil (9) en de doorboring (17) en dat het uiteinde van de groef (15) van een verbreding (27) voorzien is zodat bij het overhalen van de grendelspil (3) het cylindrisch uiteinde (10) verder in de holte wordt getrokken en tegen de elastische ringen (24, 25) opgespannen wordt. lO.Uitneembare trekstuk combinatie volgens conclusie 9 met hft kenmerk dat die delen van de holte (6) waartegen de elastische ringen (24. 25) komen te liggen, conisch zijn uitgevoerd en dat de elastische ringen (24. 25) een overeenstemmend conisch buitenoppervlak hebben. l. Uitneembaretrekstukcombinatievolgenséénvande voorgaande conclusies gekenmerkt door een atschermkapje dat op openingen van het voetstuk (l) past.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE8800728A BE1001829A3 (nl) | 1988-06-24 | 1988-06-24 | Uitneembare trekstuk combinatie voor voertuigen. |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE8800728A BE1001829A3 (nl) | 1988-06-24 | 1988-06-24 | Uitneembare trekstuk combinatie voor voertuigen. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1001829A3 true BE1001829A3 (nl) | 1990-03-13 |
Family
ID=3883493
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE8800728A BE1001829A3 (nl) | 1988-06-24 | 1988-06-24 | Uitneembare trekstuk combinatie voor voertuigen. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1001829A3 (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2697471A1 (fr) * | 1992-11-04 | 1994-05-06 | Rapide | Dispositif de fixation d'une remorque à un véhicule tracteur. |
EP0677406A1 (de) * | 1994-04-12 | 1995-10-18 | PEKA-Fahrzeugbau GmbH & Co. KG | Abnehmbare Anhängerkupplung |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE863001C (de) * | 1951-05-08 | 1953-01-15 | Wilhelm Peppmeier | Zugstange fuer Anhaengerkupplungen an Fahrzeugen |
FR2163169A5 (nl) * | 1971-11-30 | 1973-07-20 | Eberhardt Peka Fahrzeug | |
DE6610576U (de) * | 1968-09-19 | 1974-10-10 | Riehle Fa Otto | Anhaengerkupplung fuer insbesondere personenkraftwagen |
EP0151099A2 (en) * | 1984-01-25 | 1985-08-07 | Släpvagnskopplingar Ab | A coupling device for a vehicle |
DE8714966U1 (nl) * | 1987-11-10 | 1987-12-23 | Metallverarbeitungsgesellschaft Mbh, 5180 Eschweiler, De |
-
1988
- 1988-06-24 BE BE8800728A patent/BE1001829A3/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE863001C (de) * | 1951-05-08 | 1953-01-15 | Wilhelm Peppmeier | Zugstange fuer Anhaengerkupplungen an Fahrzeugen |
DE6610576U (de) * | 1968-09-19 | 1974-10-10 | Riehle Fa Otto | Anhaengerkupplung fuer insbesondere personenkraftwagen |
FR2163169A5 (nl) * | 1971-11-30 | 1973-07-20 | Eberhardt Peka Fahrzeug | |
EP0151099A2 (en) * | 1984-01-25 | 1985-08-07 | Släpvagnskopplingar Ab | A coupling device for a vehicle |
DE8714966U1 (nl) * | 1987-11-10 | 1987-12-23 | Metallverarbeitungsgesellschaft Mbh, 5180 Eschweiler, De |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2697471A1 (fr) * | 1992-11-04 | 1994-05-06 | Rapide | Dispositif de fixation d'une remorque à un véhicule tracteur. |
EP0677406A1 (de) * | 1994-04-12 | 1995-10-18 | PEKA-Fahrzeugbau GmbH & Co. KG | Abnehmbare Anhängerkupplung |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5630606A (en) | Trailer hitch with extensible throat | |
US5503423A (en) | Swing away hitch assembly for a trailer and method of manufacturing same | |
US4060331A (en) | Spherical couplings for vehicle towing or kindred purposes | |
US4560184A (en) | Trailer hitch | |
US4991865A (en) | Automatic self-aligning trailer hitch | |
US5288095A (en) | Trailer hitch | |
US5342076A (en) | Gooseneck trailer hitch | |
US4428596A (en) | Trailer safety hitch | |
US5009446A (en) | Self aligning coupling apparatus | |
US4613149A (en) | Self-coupling trailer hitch | |
US3393924A (en) | Towing unit for vehicles | |
US4944525A (en) | Self locking trailer hitch | |
US6598897B1 (en) | Apparatus for attaching a towing device to a vehicle | |
US4844497A (en) | Self-coupling trailer hitch | |
US3279819A (en) | Independently movable trailer tongue section | |
US4606549A (en) | Automatic trailer hitch | |
US3046037A (en) | Coupling and supporting means for vehicles | |
US3588145A (en) | Trailer hitch | |
CA2065902A1 (en) | Coupling device for towing a vehicle | |
US6357779B1 (en) | Hitch assemblies for connecting a trailer to a tow vehicle | |
US3099462A (en) | Vehicle coupler or hitch | |
US7052032B1 (en) | Pivotable anti sway trailer hitch | |
BE1001829A3 (nl) | Uitneembare trekstuk combinatie voor voertuigen. | |
CA1243339A (en) | Vehicle tow bar | |
US4421340A (en) | Coupling means comprising a centering device and a locking mechanism for a motor driven utility unit having a complementary unit |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Owner name: GERMAIN DECONINCK N.V. Effective date: 19970630 |