BE1000904A4 - Werkwijze voor het losmaken van foutieve inslagdraden bij weefmachines en inrichting die deze werkwijze toepast. - Google Patents
Werkwijze voor het losmaken van foutieve inslagdraden bij weefmachines en inrichting die deze werkwijze toepast. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1000904A4 BE1000904A4 BE8700992A BE8700992A BE1000904A4 BE 1000904 A4 BE1000904 A4 BE 1000904A4 BE 8700992 A BE8700992 A BE 8700992A BE 8700992 A BE8700992 A BE 8700992A BE 1000904 A4 BE1000904 A4 BE 1000904A4
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- blower
- weft thread
- mainly
- shed
- blowing
- Prior art date
Links
Classifications
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D03—WEAVING
- D03D—WOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
- D03D51/00—Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions
- D03D51/06—Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions using particular methods of stopping
- D03D51/08—Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions using particular methods of stopping stopping at definite point in weaving cycle, or moving to such point after stopping
- D03D51/085—Extraction of defective weft
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Textile Engineering (AREA)
- Looms (AREA)
Abstract
Werkwijze voor het losmaken van foutieve inslagdraden bij weefmachines, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat in het opheffen van de eventueel reeds gevormde binding tussen de foutieve inslagdraad (7) en de kettingdraden (3,4); en het minstens door een blazer (8) vanaf doeklijn (6) naar het midden van de gaap (5) verplaatsen van de foutieve inslagdraad (7).
Description
<Desc/Clms Page number 1> Werkwijze voor het losmaken van foutieve inslagdraden bij weefmachines en inrichting die deze werkwijze toepast. Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het losmaken van foutieve inslagdraden bij weefmachines, m. a. w. een werkwijze om een aangeslagen foutieve inslagdraad terug vrij te leggen in de gaap, zodanig dat deze genakkelijk hieruit kan verwijderd worden. Verder heeft de uitvinding ook betrekking op inrichtingen die deze werkwijze toepassen. Verscheidene werkwijzen en inrichtingen voor het losmaken van een aangeslagen foutieve inslagdraad zijn bekend uit o. m. de Nederlandse oktroiaanvragen nr 82 04 665, nr 82 02 215 en nr 3602327. Dehierinbeschreveninrichtingenmakenallen sebruik van mechanische middelen om de aangeslagen inslagdraad lostetrekken, respektievelijklosteduwen.Dehuidige EMI1.1 ... ""'".. waarbij de aan gpn <Desc/Clms Page number 2> : psmechanisch, doch ook door middel van blaaslucht wordt losgelegd. De werkwijze volgens de uitvinding bestaat hiertoe hoofdzakelijk in het opheffen van de eventueel reeds gevormde binding tussen de foutieve inslagdraad en de kettingdraden ; en het vanaf de doeklijn naar het midden van de gaap blazen van de foutieve inslagdraad. De uitvinding betreft tevens een inrichting om de werkwijze volgens de uitvinding te verwezenlijken, waarbij deze inrichting hoofdzakelijk bestaat uit beweegbare losmaakmiddelen, bestaande uit minstens één naaldvormige blazer die hoofdzakelijk vanaf de dopklijn in de gaap kan dringen, waarbij deze blazer aan zijn uiteinde één of meer blaasopeningen bevat waarvan de blaaslucht met de inslagdraad kan samenwerken ; en aandrijfniddelen om in de beweging van de losmaakmiddelen te voorzien. In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van roterende blazers die tussen de dceklijn en de te verwijderen inslagdraad in de EMI2.1 aaa voordeel dat siecncs en bpwpging, beeging estuurd e worden. 2 r - e r s ^ e t s ; e tl r @r l ' I S ' U 't' ; 0 : p tonen zijn hie, na, als voorbef > : den ; : : orlder poi, ? : : : e ? er} : end <Desc/Clms Page number 3> aangrijpen, met als bijzonderkarakt er,-enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekehfngen waarin : figuur 1 een inrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuren 2 t. e. m. 4 de werking van de inrichting volgens figuur 1 weergeven ; EMI3.1 figuren 5 t. 8 weergeven hoe door middel van de inrichting volgens de uitvinding een foutieve inslagdraad e. m.over de volledige weefbreedte kan losgelegd worden ; figuur 9 schematisch een praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding weergeeft. figuur 10 schematisch pen variante weergeeft van figuur 9. In figuur 1 is een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de EMI3.2 inrichting een gedeelte 3, de onderste kettingdraden 4, de ertussen gevormde gaap 5, de doeklijn 6 en de tussen de kettingdraden 3 en 4 aangeslagen en vastgeklede te verwijdpren, doorgaans foutieve, inslagdraad 7. EMI3.3 De inricn osaakniiddeipn, 'noorczakelijk d pr ne @n ^ > @ < ;,- ;8- rn vo¯iSr 'aar p eindp n blaasoppning <Desc/Clms Page number 4> 7 kan samenwerken en aandrijfmiddelen 11 om in de beweging van de losmaakmiddelen, respektievelijk de blazer of blazers 8 te voorzien. Volgens figuur 1 is de blazer 8 bij zijn uiteinde 12, tegenoverliggend aan het voornoemd uiteinde 9, roteerbaar aan een onderstel, bijvoorbeeld een blazerhuis 13 bevestigd. De inrichting kan zodanig t. o. v. het weefsel 2 en de gaap 5 gesitueerd worden dat het uiteinde 9 van de blazer 8 een zodanige baan 14, in dit geval bestaande uit een cirkelboog, beschrijft dat de blazer 8 met het uiteinde 9 vanaf de dceklijn 6, doch bij voorkeur achter de inslagdraad 7 en Russen de kettingdraden 3 heen, in de gaap 5 gebracht wordt. De blaasopening 10 is zodanig gericht dat de eruit tredende blaaslucht 15 de inslagdraad 7 naar het midden van de gaap 5 blaast De aandrijfmidde1en 110m in de beweging van de :osmaakmiddelen te voorzien kunnen van verscheidene aard zijn. EMI4.1 Solgens -et bevestigde hefbooo 17 zoals 8 naar paalde r. \'t. -T, ..-h'. -.'''. 7- 2 G - veer <Desc/Clms Page number 5> De werking van de inrichting 1 wordt stapsgewijs in de figuren 2 t. e. m. 4 weergegeven, en is uiteraard ook representatief voor de in de inleiding beschreven werkwijze van de uitvinding. In de opeenvolgende figuren 2 t. e. m. 4 wordt door middel van het nokkenmechanisme 18 de hefboom 16 steeds verder naar beneden gedrukt. Zoals weergegeven in figuur 2 wordt hierbij in de eerste plaats, reeds alvorens de blazer 8 in de gaap 5 terecht komt, door middel van de blaaslucht 15 een kracht op de inslagdraad 7 uitgeoefend, zodanig dat deze indien hij normaal ingeklemd is, reeds losgeblazen wordt. In een volgende stap wordt de blazer 8 doorheen de kettingdraden 3 geduwd en dringt in de gaap 5, waarbij uiteraard de inslagdraad 7 verder vcor zich uit geduwd wordt. EMI5.1 T In het geval dat cl- de inslagdraad te vast zou inceklemd zijntussen de kettingdraden 3 en 4, zal deze door de gekombineerde blaas-en duwwerking van de blazer 8 in de gaap 5 gebracht worden. EMI5.2 7 Vanar verplaatst door binatie'.'an effekc, vorker 'kir. r.'re ackJecn gsschkpi vorcen v p-d r-7. P c 1. i a-i s c h o t op e e-, i b,-p a a 1 d e i o o g t e-, i d e g a a p 5 <Desc/Clms Page number 6> hec ogenblik dat de inslagdraad over enige afstandgeduwd ; orden. Door het tijdig uitschakelen van de blaaswerking van de blazer 8 kan vermeden worden dat de inslagdraad 7 tot tegen het riet 19 geblazen wordt. Om de foutieve inslagdraad 7 over de volledige weefbreedte los te naken is het duidelijk dat er bij voorkeur gebruik gemaakt wordt van een inrichting 1 die, ofwel voorzien is van meerdere naast elkaar opgestelde blazers 8 die één na een of gelijktijdig met de inslagdraad 7 kunnen samenwerken, ofwel voorzien is van een blazer 8 die stapsgewijs verplaatst wordt langs de doeklijn 6 en op elke plaats een werkingscyclus uitvoert zoals beschreven aan de hand van de figuren I t. e. m. 4. Het is duidelijk dat om de inslagdraad 7 over de volledige wee-breedte los te : naken, ook de werkwijze zoals beschreven in deXederlandseoktrooiaanvragenr8602827vanaanvraagster kan toegepast worden. Dit wordt schematisch in figuren 5 t. e.m.5weergegeven. In deze figuren zijn verder aangeduid, de hoofdblazer 20, de EMI6.1 en raadklen 21 er pnpvolge 6 ü n 7 n e -i . '.'pr'.-'T. angs pprserandpn 'os-. akelp. ebrachc'..-orde el <Desc/Clms Page number 7> louter mechanische aard kunnen zijn als kunnen bestaan uit het hiervoor volgens de uitvinding beech even losmaakelement. In een eerste stap worden deze losmaakelementen 28 en 29 verplaatst zoals weergegeven in figuur 6, m. a. w. zodanig da t de inslagdraadgedeelten 26 en 27, die ingeklemd gehouden worden door de draadklemmen 21 en 22, over korte afstanden, respektievelijk A en B losgetrokken worden van de doeklijn 6. Hierna kunnen de losmaakelementen of blazers 8 volgens de uitvinding in de ontstane openingen 32 en 33 door de kettingdraden heen in de gaap gebracht worden, meer speciaal zoals weergegeven in figuur 7. De blaas-en duwwerking van deze blazers 8 voorzien in het over een verdere afstand losraken van de respektievelijke inslagdraadgedpelten 26 en EMI7.1 27. hierbij wordt opgemerkt volgens een bijzondere ultvoeringsvorm de blazers 8, naast de voornoemde blaasopening 10, ens openlngen , n elijk lengterichting van de gaap 5 blaaslucht 35 uir de blazers ireedc. et 2n blazpr pb pr <Desc/Clms Page number 8> danIn een volgende stap kunnen dan, zoals weergegeven in figuur EMI8.1 8, in de'nieuw de tussen de losgemaakte C > inslagdraadgedeelten 26 en 27 en de doeklijn 6 opeenvolgend C > gevormeerdere blazers 8 ingevoerd worden totdat de inslagdraad 7 volledig is losgemaakt, waarna deze gedeelten 26 en 27 door middel van de zuigmonden 23 en 24 kunnen worden afgevoerd. Er wordt opgemerkt dat het volgens de uitvinding niet noodzakelijk is dat alvorens de inrichting 1 te kunnen gebruiken eerst een opening 32, respektievelijk 33 aan de weefselranden moet gemaakt worden om de blazers 8 te laten ingrijpen. Het is immers duidelijk uit figuren 1 t. e. m. 4 dat door middel van een blazend losmaakelement 8 de inslagdraad 7 vanaf de doeklijn 6 kan weggehaald worden. EMI8.2 In fiuur van de inrichting 8 in lijn staan opgesteld, van kenechanise 18 die een na een gestuurd worden. 1 uur 10 is nog eergpgeven'an 9 wasrbij eer Z hpfbopn pn te bevelen. ''.'ccr 'd dics '-ct. f Jes r. oruL jngprpven ppn cotor 39. <Desc/Clms Page number 9> De huidie uitvinding is geenszins beperkt tot de als EMI9.1 voorbeelden beschreven en m. de weergegeven uitvoeringsvoraen, doch deze werkwijze en inrichting voor het losmaken van foutieve inslagdraden bij weefmachines kunnen volgens verscheidene varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.
Claims (1)
- Conclusies. EMI10.1 =-¯- : : : :'ë--. -..1. - Werkwijze voor het losmaken van foutieve inslagdraden bij weefmachines, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat in het opheffen van de eventueel reeds gevormde binding tussen de foutieve inslagdraad (7) en de kettingdraden (3, 4); en het minstens door een blazer (8) vanaf doeklijn (6) naar het midden van de gaap (5) verplaatsen van de foutieve inslagdraad (7).2.- Werkwijze volgens conclusie l, daardoor gekenmerkt dat de inslagdraad (7) wordt vrijgemaakt door tegelijkertijd blazen en rechanisch wegduwen.3.- Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het losblazen, respektievelijk losduwen, gebeurt door het tussen de doeklijn en de foutieve inslagdraad (7) in de gaap (5) inbrengen van minstens een losmaakplement, hoofdzakelijk bestaande uit een naaldvormige blazer (S) waarvan de EMI10.2 baasluchc ,samenwerkt.: Z c 3 a 3 o o r c-i : : utpve t t pd'jrpnde (5) brengen van hpt <Desc/Clms Page number 11> EMI11.1 (8) te blazen waarna, door middel van de beweging van het Z (15) r. et de te verwijderen inslagdraad (7)losnaakelenent (8), de inslagdraad mechanisch verder naar het midden van de gaap (5) wordt geduwd. EMI11.25.-Werkwijze volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de cl inslagdraad (7) mede losgemaakt wordt door met behulp van een blazer (8) in blaaslucht (35) hoofdzakelijk volgens de lengterichting van de gaap (5) te voorzien.6. - Inrichting die de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies toepast, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit beweegbare losmaakmiddelen, hoofdzakelijk bestaande uit minstens een naaldvormige blazer (8) die voornamelijk vanaf de doeklijn (6) in de gaap (5) kan dringen, EMI11.3 waarbij of meer blaasopeningen (10) bevat de blaaslucht met de inslagdraad enwerken in de beweging van de losaaakmiddelen te voorzien.7. -Inrichtingvolgensconclusie6,daardoorgekenmerktdat pen blazer (8) aan zijn voorzijde, m. a. w. de zijde die naar EMI11.4 'nee (19) gericht lS, eer gen is voorzien.1 . r = e - r - e ts e - - r 7 t 2 r pen r ) <Desc/Clms Page number 12> rietblaasrichting hoofdzakelijk overeenstemt met de lengterichting van de gaap (19).9.-Inrichting volgens een der conclusies 6 t. e. m. 8, daardoor gekenmerkt dat de losmaakmiddelen bestaan uit minstens één roterende blazer (8), die bij zijn rotatiebeweging met zijn uiteinde (9) nagenoeg rakend langs de doeklijn (6) passeert.10.-Inrichting volgens conclusie 6 t. e. m. 8, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een reeks naast elkaar en volgens de weefbreedte opgestelde losmaakelementen gevormd door roterende blazers (8).11. - Inrichting volgens conclusie 9 of 10, daardoor-gekenmerkt dat de aandrijfmiddelen (11) on in de beweging van de losmaakmiddelen te voorzien, hoofdzakelijk bestaan uit een hefboom (16) verbonden met de blazer (8), elastische middelen (17)diemetdehefboom(16)samenwerkenendezelaatste alsook de blazer (8) in een bepaalde stand dwingen en pen nokkpnnpchanisme (18) samenwerkend et de hefboom (16) dat in de verplaatsing van de blazer (S) en de hefboom (16) kan voorzien, tegengesteld aan de beweing opgelefd door de elastische-iddelen (17).EMI12.1 c per (S), een nokkennechanise <Desc/Clms Page number 13> n g-v o n s (-, j n c'L,-j b a r d o o r g e,13.-Inrichting volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat EMI13.1 r, i e een gemeenschappeli gorzin jk nokkenmechanisme"C18) ishefbomen (16) een na een beveelt.14.-Inrichting volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de nok (18) bevestigd is op een eindloze ketting, riea of dergelijke (36) die in de geschikte zin wordt aangedreven door een motor (39).15.-Werkwijze voor het losmaken van foutieve inslagdraden bij weefmachines en inrichtingen die deze werkwijze toepassen, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bijgaande tekeningen.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE8700992A BE1000904A4 (nl) | 1987-09-04 | 1987-09-04 | Werkwijze voor het losmaken van foutieve inslagdraden bij weefmachines en inrichting die deze werkwijze toepast. |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE8700992A BE1000904A4 (nl) | 1987-09-04 | 1987-09-04 | Werkwijze voor het losmaken van foutieve inslagdraden bij weefmachines en inrichting die deze werkwijze toepast. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1000904A4 true BE1000904A4 (nl) | 1989-05-09 |
Family
ID=3882844
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE8700992A BE1000904A4 (nl) | 1987-09-04 | 1987-09-04 | Werkwijze voor het losmaken van foutieve inslagdraden bij weefmachines en inrichting die deze werkwijze toepast. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1000904A4 (nl) |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0446150A1 (fr) * | 1990-03-06 | 1991-09-11 | Icbt Diederichs S.A. | Dispositif de détissage automatique pour machines à tisser avec organes d'insertion mécanique de la trame |
EP0976859A1 (de) * | 1998-07-23 | 2000-02-02 | Lindauer Dornier Gesellschaft M.B.H | Verfahren zum Beheben eines Schussfehlers auf Webmaschinen, insbesondere Luftdüsenwebmaschinen mit pneumatischen Einlegern |
EP2006430A1 (en) * | 2007-06-22 | 2008-12-24 | Promatech S.p.A. | Parting device and removal method of a faulty weft in a weaving loom |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2527655A1 (fr) * | 1982-06-01 | 1983-12-02 | Rueti Te Strake Bv | Metier a tisser sans navette comprenant un moyen pour retirer des fils defectueux de trame, de la foule |
EP0100939A2 (en) * | 1982-07-21 | 1984-02-22 | Kabushiki Kaisha Toyoda Jidoshokki Seisakusho | Method for treating a weft yarn upon stoppage of a shuttleless loom and device for effecting the same |
FR2583435A1 (fr) * | 1985-06-14 | 1986-12-19 | Picanol Nv | Procede et dispositif d'extraction de fils de trame defectueux d'un metier a tisser sans navette |
-
1987
- 1987-09-04 BE BE8700992A patent/BE1000904A4/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2527655A1 (fr) * | 1982-06-01 | 1983-12-02 | Rueti Te Strake Bv | Metier a tisser sans navette comprenant un moyen pour retirer des fils defectueux de trame, de la foule |
EP0100939A2 (en) * | 1982-07-21 | 1984-02-22 | Kabushiki Kaisha Toyoda Jidoshokki Seisakusho | Method for treating a weft yarn upon stoppage of a shuttleless loom and device for effecting the same |
FR2583435A1 (fr) * | 1985-06-14 | 1986-12-19 | Picanol Nv | Procede et dispositif d'extraction de fils de trame defectueux d'un metier a tisser sans navette |
Cited By (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0446150A1 (fr) * | 1990-03-06 | 1991-09-11 | Icbt Diederichs S.A. | Dispositif de détissage automatique pour machines à tisser avec organes d'insertion mécanique de la trame |
FR2659361A1 (fr) * | 1990-03-06 | 1991-09-13 | Saurer Diederichs Sa | Dispositif de detissage automatique pour machines a tisser avec organes d'insertion mecanique de la trame. |
EP0976859A1 (de) * | 1998-07-23 | 2000-02-02 | Lindauer Dornier Gesellschaft M.B.H | Verfahren zum Beheben eines Schussfehlers auf Webmaschinen, insbesondere Luftdüsenwebmaschinen mit pneumatischen Einlegern |
EP2006430A1 (en) * | 2007-06-22 | 2008-12-24 | Promatech S.p.A. | Parting device and removal method of a faulty weft in a weaving loom |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
DE2653113C2 (de) | Fernsehspielschaltung | |
US9024A (en) | Motion of the lay in looms | |
BE1000904A4 (nl) | Werkwijze voor het losmaken van foutieve inslagdraden bij weefmachines en inrichting die deze werkwijze toepast. | |
EP0778364A3 (de) | Verfahren und Webmaschine zur Handhabung eines Schussfadens | |
BE1000903A4 (nl) | Kanteninlagapparaat voor weefmachines. | |
GB1325604A (en) | Method and apparatus for inserting weft yarn into the shed of a loom | |
US2072160A (en) | Weaving loom for continuous weaving in which the weft is inserted by means of pirnless shuttles | |
EP1437431A3 (en) | Weft tension device for fluid-jet loom | |
US398836A (en) | Switch for pneumatic tubes | |
US756988A (en) | Toy pistol. | |
US5080143A (en) | Selvedging device with threading nozzle and tuck-in needle | |
US939503A (en) | Beating-up mechanism of looms for weaving. | |
GB2047284A (en) | Shuttleless loom with weft end transfer arrangement | |
DE401438C (de) | Schuetzenschlagvorrichtung fuer Handwebstuehle | |
US161437A (en) | Improvement in looms for weaving hair-cloth | |
GB1016687A (en) | Shuttle-less wire weaving loom | |
US1054249A (en) | Haircloth-loom. | |
GB1158031A (en) | Improvements in or relating to Weaving methods and Looms | |
US3943978A (en) | Method of and apparatus for lateral tensioning of fabrics | |
US345167A (en) | Lewis w | |
US214506A (en) | Improvement in looms | |
US4640315A (en) | Projectile weaving machine | |
DE280450C (nl) | ||
US510608A (en) | Picking motion foe looms | |
DE87827C (nl) |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Owner name: PICANOL N.V. Effective date: 19910930 |