NL2013572B1 - System for monitoring an animal using a G-sensor. - Google Patents

System for monitoring an animal using a G-sensor. Download PDF

Info

Publication number
NL2013572B1
NL2013572B1 NL2013572A NL2013572A NL2013572B1 NL 2013572 B1 NL2013572 B1 NL 2013572B1 NL 2013572 A NL2013572 A NL 2013572A NL 2013572 A NL2013572 A NL 2013572A NL 2013572 B1 NL2013572 B1 NL 2013572B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
unit
animal
information
transmitter
determined
Prior art date
Application number
NL2013572A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Anne Kuipers Jan
Petrus Albertus Gerritsen Christoffel
Jan Hendrik Lammers Rudie
Original Assignee
N V Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by N V Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap filed Critical N V Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap
Priority to NL2013572A priority Critical patent/NL2013572B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2013572B1 publication Critical patent/NL2013572B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K29/00Other apparatus for animal husbandry
    • A01K29/005Monitoring or measuring activity, e.g. detecting heat or mating
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K11/00Marking of animals
    • A01K11/006Automatic identification systems for animals, e.g. electronic devices, transponders for animals
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61DVETERINARY INSTRUMENTS, IMPLEMENTS, TOOLS, OR METHODS
    • A61D17/00Devices for indicating trouble during labour of animals ; Methods or instruments for detecting pregnancy-related states of animals
    • A61D17/002Devices for indicating trouble during labour of animals ; Methods or instruments for detecting pregnancy-related states of animals for detecting period of heat of animals, i.e. for detecting oestrus
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61DVETERINARY INSTRUMENTS, IMPLEMENTS, TOOLS, OR METHODS
    • A61D17/00Devices for indicating trouble during labour of animals ; Methods or instruments for detecting pregnancy-related states of animals
    • A61D17/008Devices for indicating trouble during labour of animals ; Methods or instruments for detecting pregnancy-related states of animals for detecting birth of animals, e.g. parturition alarm

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Pregnancy & Childbirth (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Arrangements For Transmission Of Measured Signals (AREA)

Abstract

Systeem ingericht om door een dier te worden gedragen voor het monitoren van een dier, waarbij het systeem is voorzien van zendermiddelen en een tweede eenheid waarbij de tweede eenheid is voorzien van een kompasinrichting voor het meten van een richting van de tweede eenheid ten opzichte van het magnetische noorden waarbij de kompasinrichting communicatief met de zendermiddelen is verbonden voor het uitzenden van informatie over de met de kompasinrichting gemeten richting, eventueel in combinatie met een met de tweede eenheid geassocieerde tweede identificatiecode.System adapted to be carried by an animal for monitoring an animal, the system being provided with transmitter means and a second unit wherein the second unit is provided with a compass device for measuring a direction of the second unit relative to the second unit magnetic north wherein the compass device is communicatively connected to the transmitter means for transmitting information about the direction measured with the compass device, optionally in combination with a second identification code associated with the second unit.

Description

Titel: Systeem voor het monitoren van een dier met behulp van een G-sensor.Title: System for monitoring an animal using a G-sensor.

De uitvinding heeft betrekking op een systeem ingericht om door een dier te worden gedragen voor het monitoren van een dier.The invention relates to a system adapted to be carried by an animal for monitoring an animal.

Een dergelijk systeem is op zich bekend en is bijvoorbeeld voorzien van een G-sensor. Bij het bekende systeem is de G-sensor tezamen met het zendersysteem in een behuizing op genomen. De behuizing wordt bevestigd aan het te monitoren dier. Op basis van informatie die wordt uitgevonden over de met de G-sensor gemeten oriëntatie en bewegingen van het dier is het bekend om een status van een dier te bepalen, zoals staan, lopen, liggen, vreten en tochtig zijn. Alhoewel het bepalen van een dergelijke status redelijk betrouwbaar wordt uitgevoerd, gebeurt het toch ook regelmatig dat de verkeerde status wordt bepaald dan wel dat de status onnauwkeurig is indien deze wordt uitgedrukt in een getal zoals het aantal bewegingen van een dier per tijdseenheid. De uitvinding heeft onder meer als doel een systeem te kunnen verschaffen dat een verbetering is van het bekende systeem en/of een systeem te verschaffen dat een bredere toepassing heeft dan het bekende systeem.Such a system is known per se and is for instance provided with a G-sensor. With the known system, the G-sensor is accommodated together with the transmitter system in a housing. The housing is attached to the animal to be monitored. On the basis of information that is invented about the orientation and movements of the animal measured with the G-sensor, it is known to determine a status of an animal, such as standing, walking, lying down, eating and being drafty. Although the determination of such a status is carried out reasonably reliably, it also happens regularly that the wrong status is determined or that the status is inaccurate if it is expressed in a number such as the number of movements of an animal per unit of time. The invention has for its object, inter alia, to be able to provide a system that is an improvement to the known system and / or to provide a system that has a wider application than the known system.

Het systeem volgens de uitvinding is dienovereenkomstig het kenmerk dat het systeem is voorzien van zendermiddelen en een tweede eenheid waarbij de tweede eenheid is voorzien van een kompasinrichting voor het meten van een richting van de tweede eenheid ten opzichte van het magnetische noorden waarbij de kompasinrichting communicatief met de zendermiddelen is verbonden voor het uitzenden van informatie over de met de kompasinrichting gemeten richting, eventueel in combinatie met een met de tweede eenheid geassocieerde tweede identificatiecode. Doordat het systeem informatie over een richting van het dier meet kan deze informatie worden gebruikt voor het verkrijgen van informatie over de status van een dier en/of aanvullende informatie over de status van het dier. In het bijzonder geldt dat het systeem verder is voorzien van een eerste eenheid waarbij de eerste eenheid is voorzien van een G-sensor voor het meten van een oriëntatie ten opzichte van een richting van de zwaartekracht en/of beweging van de eerste eenheid waarbij de zendermiddelen communicatief met de G-sensor zijn verbonden voor het uitzenden van informatie over de met de G-sensor gemeten oriëntatie en/of beweging, eventueel in combinatie met een met de eerste eenheid geassocieerde eerste identificatiecode.The system according to the invention is accordingly characterized in that the system is provided with transmitter means and a second unit, wherein the second unit is provided with a compass device for measuring a direction of the second unit relative to the magnetic north, the compass device communicating with the transmitter means is connected for transmitting information about the direction measured with the compass device, optionally in combination with a second identification code associated with the second unit. Because the system measures information about a direction of the animal, this information can be used to obtain information about the status of an animal and / or additional information about the status of the animal. In particular, it holds that the system is further provided with a first unit, the first unit being provided with a G-sensor for measuring an orientation relative to a direction of gravity and / or movement of the first unit, the transmitter means be communicatively connected to the G-sensor for transmitting information about the orientation and / or movement measured with the G-sensor, possibly in combination with a first identification code associated with the first unit.

Doordat het systeem behalve informatie over een oriëntatie en/of beweging van het dier tevens informatie over een richting van het dier meet kan deze informatie in combinatie worden verwerkt voor het verkrijgen van meer betrouwbare informatie over de status van een dier en/of aanvullende informatie over de status van het dier. Bij voorkeur geldt hierbij dat het systeem is voorzien van een behuizing waarin het zendersysteem, de G-sensor en de kompasinrichting zijn opgenomen. Bij voorkeur geldt hierbij dat het zendersysteem is voorzien van een RFID-tag. Hierdoor wordt het mogelijk om met behulp van een bekende leeseenheid de RFID-tag uit te lezen waarbij dan tevens informatie wordt uitgezonden over de gemeten oriëntatie en/of beweging van het dier en de gemeten richting van het dier. De RFID-tag zendt dan tevens de eerste of tweede identificatiecode uit. Bij voorkeur geldt dat de eerste identificatiecode gelijk is aan de tweede identificatiecode. De zendermiddelen kunnen zijn voorzien van een actieve zender om de genoemde informatie uit te zenden. De genoemde identificatie code kan dan door het RFID label worden uitgezonden wanneer deze in een ondervraagveld van een RFID-lezer wordt gebracht. Het is ook mogelijk dat de informatie tezamen met de identificatiecode wordt uitgezonden doordat het RFID label het ondervraagveld van de RFID-lezer moduleert met deze informatie en de identificatiecode.Because the system measures information about an orientation and / or movement of the animal as well as information about a direction of the animal, this information can be processed in combination to obtain more reliable information about the status of an animal and / or additional information about the status of the animal. Preferably, it holds here that the system is provided with a housing in which the transmitter system, the G-sensor and the compass device are included. Preferably, it applies here that the transmitter system is provided with an RFID tag. This makes it possible to read the RFID tag with the aid of a known reading unit, whereby information is then also transmitted about the measured orientation and / or movement of the animal and the measured direction of the animal. The RFID tag then also transmits the first or second identification code. Preferably, the first identification code is the same as the second identification code. The transmitter means may be provided with an active transmitter for transmitting said information. Said identification code can then be transmitted by the RFID tag when it is placed in an interrogation field of an RFID reader. It is also possible that the information is transmitted together with the identification code because the RFID tag modulates the interrogation field of the RFID reader with this information and the identification code.

Volgens een geavanceerde uitvoeringsvorm geldt dat de zendermiddelen verder zijn voorzien van controle middelen voor het verwerken van signalen afkomstig van de G-sensor en de kompasinrichting voor het verkrijgen van de genoemde informatie waarbij de informatie gecomprimeerde informatie over de achtereenvolgens gemeten oriëntaties en/of bewegingen van de eerste eenheid omvat alsmede comprimeerde informatie over de achtereenvolgens gemeten richtingen van de tweede eenheid en waarbij het systeem is ingericht om de met de controle middelen verkregen informatie met de zendermiddelen uit te zenden (op een van de wijzen die hiervoor zijn besproken). In het bijzonder geldt hierbij dus dat achtereenvolgens gemeten oriëntaties en/of bewegingen van het dier alsmede de achtereenvolgens gemeten richtingen van het dier niet volledig wordt uitgezonden. De met de G-sensor en de kompasinrichting verkregen meetwaarden worden bij voorkeur gecomprimeerd tot gecomprimeerde informatie. De gecomprimeerde informatie kan bijvoorbeeld alleen bestaan uit veranderingen in een gemeten richting van het dier of veranderingen in gemeten oriëntaties van het dier en/of veranderingen in gemeten bewegingen van het dier. Indien bijvoorbeeld een gemeten richting niet verandert kan de richting worden op geslagen in een geheugen van een controle-eenheid tezamen met de tijdsduur en/of de periode waarin de betreffende richting geldig was. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor een gemeten oriëntatie. De gemeten oriëntatie van het dier wordt opgeslagen tezamen met informatie over de tijdsduur en/of periode waarin de betreffende oriëntatie geldig was. Dit geldt dan ook voor een gemeten verandering in een beweging van het dier. Al deze informatie kan bijvoorbeeld in een geheugen van de controle-eenheid worden opgeslagen. De inhoud van dit geheugen kan dan op een of ander moment, bijvoorbeeld realtime of op een later moment worden uitgezonden. Deze uitgezonden informatie kan dan worden ontvangen met hulp van een ontvangereenheid en vervolgens met behulp van een computer verder worden verwerkt. Indien in deze octrooiaanvraag derhalve wordt gesproken over door het systeem uitgezonden informatie kan deze informatie alle informatie betreffen die met behulp van de G-sensor en/of de kompasinrichting is verkregen dan wel gecomprimeerde informatie betreffen van de informatie die met behulp van de G-sensor en/of de kompasfunctie is verkregen. Het moment waarop het systeem de betreffende informatie uitzendt kan bijvoorbeeld worden bepaald door een uitleesinrichting die een ondervraagveld uitzendt dat door de zendermiddelen wordt gedetecteerd. De zendermiddelen hebben hierbij dan tevens een ontvangfunctie. Deze ontvangfunctie kan bijvoorbeeld worden gereahseerd door een RFID-label van de zendermiddelen. De zendermiddelen reageren dan in reactie op het ondervraagveld door bijvoorbeeld in het geheugen van de controle-eenheid opgeslagen informatie over de met de G-sensor gemeten oriëntaties en/of bewegingen van het dier en/of de met behulp van de kompasinrichting gemeten richtingen van het dier uit te zenden, bijvoorbeeld door modulatie van het ondervraagveld met deze informatie door het RFID label. Het RFID label zendt dan de in het geheugen opgeslagen informatie uit, bijvoorbeeld tezamen met een in het RFID label op geslagen eerste en/of tweede identificatiecode.According to an advanced embodiment, it holds that the transmitter means are further provided with control means for processing signals from the G-sensor and the compass device for obtaining said information, wherein the information is compressed information about the successively measured orientations and / or movements of the first unit comprises compressed information about the successively measured directions of the second unit and the system is adapted to transmit the information obtained with the control means with the transmitter means (in one of the ways previously discussed). In particular, it therefore holds here that the successively measured orientations and / or movements of the animal and the successively measured directions of the animal are not fully transmitted. The measurement values obtained with the G-sensor and the compass device are preferably compressed into compressed information. The compressed information may, for example, only consist of changes in a measured direction of the animal or changes in measured orientations of the animal and / or changes in measured movements of the animal. If, for example, a measured direction does not change, the direction can be stored in a memory of a control unit together with the duration and / or the period in which the relevant direction was valid. This also applies, for example, to a measured orientation. The measured orientation of the animal is stored together with information about the duration and / or period in which the relevant orientation was valid. This also applies to a measured change in a movement of the animal. All this information can, for example, be stored in a memory of the control unit. The content of this memory can then be broadcast at one time or another, for example real-time or at a later time. This broadcasted information can then be received with the help of a receiver unit and then further processed with the aid of a computer. Therefore, if this patent application refers to information transmitted by the system, this information may concern all information obtained with the aid of the G-sensor and / or the compass device or compressed information concerning the information obtained with the aid of the G-sensor and / or the compass function has been obtained. The moment at which the system transmits the relevant information can for instance be determined by a reading device which transmits an interrogation field which is detected by the transmitter means. The transmitter means then also have a receive function. This receive function can for example be sequenced by an RFID tag of the transmitter means. The transmitter means then react in response to the interrogation field by, for example, information stored in the memory of the control unit about the orientations and / or movements of the animal measured with the G-sensor and / or the directions of the animal measured using the compass device animal by, for example, modulating the interrogation field with this information by the RFID tag. The RFID label then transmits the information stored in the memory, for example together with a first and / or second identification code stored in the RFID label.

Het is echter ook mogelijk dat de informatie direct wordt uitgezonden wanneer deze beschikbaar komt, bijvoorbeeld met een actieve zender van de zendermiddelen eventueel tezamen met de eerste en/of tweede identificatiecode. De informatie die beschikbaar komt kan betrekking hebben op zojuist verkregen meetresultaten (gemeten oriëntaties en/of bewegingen en/of richting van het dier) en/of op informatie die pas beschikbaar komt na verwerking van de meetresultaten.However, it is also possible for the information to be transmitted immediately when it becomes available, for example with an active transmitter of the transmitter means possibly together with the first and / or second identification code. The information that becomes available can relate to measurement results that have just been obtained (measured orientations and / or movements and / or direction of the animal) and / or to information that only becomes available after processing of the measurement results.

Uit het hiervoor gaande volgt dat de uitvinding ook betrekking heeft op een samenstel voorzien van het systeem, waarbij het samenstel verder is voorzien van ten minste een ontvangereenheid voor het ontvangen van de door de zendermiddelen uitgezonden informatie eventueel in combinatie met de eerste en/of tweede identificatiecode. Deze ontvangereenheid kan bijvoorbeeld bestaan uit een leesinrichting die het genoemde ondervraagveld uitzendt. Voorts geldt dat er gebruik kan worden gemaakt van een computer voor het verwerken van ten minste een ontvangereenheid ontvangen informatie eventueel in combinatie met de eerste en/of tweede identificatieco de.It follows from the foregoing that the invention also relates to an assembly provided with the system, the assembly further comprising at least one receiver unit for receiving the information transmitted by the transmitter means, optionally in combination with the first and / or second identification code. This receiver unit can for instance consist of a reading device which transmits the said interrogation field. Furthermore, it is possible to use a computer for processing at least one receiver unit of information received, possibly in combination with the first and / or second identification code.

Zoals hiervoor uiteengezet geldt bij voorkeur dat de zendermiddelen, de G-sensor en de kompasinrichting in een behuizing zijn opgenomen.As explained above, it preferably holds that the transmitter means, the G-sensor and the compass device are accommodated in a housing.

Indien het systeem voorts is voorzien van de genoemde controle-eenheid is deze eveneens bij voorkeur in de behuizing opgenomen. De genoemde ontvangereenheid en de genoemde computer zijn echter op afstand opgesteld en bevinden zich niet in de betreffende behuizing.If the system is furthermore provided with said control unit, it is also preferably included in the housing. However, said receiver unit and said computer are arranged remotely and are not located in the relevant housing.

De genoemde ontvangereenheid en de eventuele computer vormen dan tezamen met het systeem het samenstel waar de uitvinding eveneens betrekking op heeft.Said receiver unit and the optional computer then together with the system form the assembly to which the invention also relates.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het monitoren van een dier waarbij gebruik wordt gemaakt van een systeem volgens de uitvinding. Bij voorkeur geldt dat het systeem aan het dier is bevestigd of in het dier is opgenomen. Zo kan het systeem bijvoorbeeld aan een hals, poot, oor en/of staart van het dier zijn bevestigd en/of bijvoorbeeld in een maag van het dier zijn opgenomen en/of onderhuids bij het dier zijn aangebracht. In het bijzonder geldt dat op basis van de door het systeem uitgezonden informatie over een richting van de tweede eenheid in combinatie met de door het systeem uitgezonden informatie over een oriëntatie en/of beweging van de eerste eenheid de richting waarin een dier loopt, ligt of staat wordt bepaald. Voorts geldt in het bijzonder dat op basis van de door het systeem uitgezonden informatie over een richting van de tweede eenheid in combinatie met de door het systeem uitgezonden informatie over een oriëntatie en/of beweging van de eerste eenheid, een positie van het dier wordt ingeschat.The invention also relates to a method for monitoring an animal in which use is made of a system according to the invention. Preferably, it holds that the system is attached to the animal or included in the animal. The system can for instance be attached to a neck, leg, ear and / or tail of the animal and / or for instance be accommodated in a stomach of the animal and / or be placed subcutaneously with the animal. In particular, it holds that on the basis of the information broadcast by the system about a direction of the second unit in combination with the information broadcast by the system about an orientation and / or movement of the first unit, the direction in which an animal walks, lies or state is determined. Furthermore, it holds in particular that on the basis of the information transmitted by the system about a direction of the second unit in combination with the information transmitted by the system about an orientation and / or movement of the first unit, a position of the animal is estimated .

Voorts geldt in het bijzonder dat op basis van de door het systeem uitgezonden informatie over een oriëntatie en/of beweging van de eerste eenheid tenminste een parameter wordt bepaald van de volgende parameters: het aantal stappen, de ligtijd, de statijd, de looptijd en/of een overgang tussen staan en liggen van het dier waarbij de bepaalde tenminste ene parameter in combinatie met een gemeten richting van de tweede eenheid wordt verwerkt. Voorts geldt in het bijzonder dat de positie van het dier wordt geschat op basis van de bepaalde tenminste ene parameter in combinatie met de uitgezonden informatie over de richting van de tweede eenheid.Furthermore, it holds in particular that on the basis of the information transmitted by the system about an orientation and / or movement of the first unit, at least one parameter of the following parameters is determined: the number of steps, the lying time, the standing time, the running time and / or or a transition between standing and lying of the animal, wherein the determined at least one parameter is processed in combination with a measured direction of the second unit. Furthermore, it holds in particular that the position of the animal is estimated on the basis of the determined at least one parameter in combination with the transmitted information about the direction of the second unit.

Ook geldt in het bijzonder dat op basis van de door het systeem uitgezonden informatie over een richting van de tweede eenheid in combinatie met de door het systeem uitgezonden informatie over een oriëntatie en/of beweging van de eerste eenheid informatie wordt gegenereerd over een geschat moment waarop of een geschatte periode waarin een dier afkalft.In particular, it also holds that based on the information broadcast by the system about a direction of the second unit in combination with the information broadcast by the system about an orientation and / or movement of the first unit, information is generated about an estimated moment at which or an estimated period during which an animal is calving.

Voorts geldt in het bijzonder dat indien wordt vastgesteld, aan de hand van de door het systeem uitgezonden informatie over de richting van de tweede eenheid, dat het gemiddeld aantal veranderingen van een richting van de tweede eenheid per tijdseenheid boven een vooraf bepaalde waarde ligt, dan wordt geconcludeerd dat het dier tochtig is of mogelijk tochtig is.Furthermore, it is in particular true that if it is determined from the information transmitted by the system about the direction of the second unit that the average number of changes of a direction of the second unit per unit time is above a predetermined value, then it is concluded that the animal is drafty or possibly drafty.

Voort geldt in het bijzonder dat op basis van de uitgezonden informatie over de oriëntatie en/of beweging van de eerste eenheid wordt bepaald of het dier ligt waarbij, wanneer het dier ligt, op basis van de informatie over de richting van de tweede eenheid wordt bepaald in welke richting het dier ligt waarbij indien de richting waarin het dier ligt met meer dan vooraf bepaalde toleranties afwijkt van een vooraf bepaalde richting, wordt vastgesteld dat er een afwijkend gedrag is van het dier, zoals het gedrag van een damslaper of het gedrag van een dier dat sociaal gezien buiten een kudde ligt.Furthermore, it holds in particular that based on the transmitted information about the orientation and / or movement of the first unit, it is determined whether the animal lies, wherein, when the animal is lying, it is determined based on the information about the direction of the second unit in which direction the animal is lying, where if the direction in which the animal is lying deviates from a predetermined direction by more than predetermined tolerances, it is determined that there is a deviating behavior of the animal, such as the behavior of a damselfly or the behavior of a animal that is socially outside a herd.

Voorts geldt in het bijzonder dat op basis van de bepaalde richting waarin een dier loopt wordt bepaald of een dier naar de weide loopt. Voort geldt in het bijzonder dat informatie die betrekking heeft op het lopen van het dier naar de weide wordt genegeerd voor het analyseren van de overige informatie die door het systeem is uitgezonden.Furthermore, in particular, it is determined on the basis of the determined direction in which an animal walks whether an animal walks to the meadow. Furthermore, it applies in particular that information relating to the walk of the animal to the pasture is ignored for analyzing the other information transmitted by the system.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht van de tekening. Hierin toont:The invention will now be further elucidated from the drawing. It shows:

Figuur 1 een mogelijke uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding in een samenstel volgens de uitvinding;Figure 1 shows a possible embodiment of a system according to the invention in an assembly according to the invention;

Figuur 2a een tweede uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding in een samenstel volgens de uitvinding;Figure 2a shows a second embodiment of the system according to the invention in an assembly according to the invention;

Figuur 2b een derde uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding in een samenstel volgens de uitvinding;Figure 2b shows a third embodiment of a system according to the invention in an assembly according to the invention;

Figuur 2c een vierde uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding in een samenstel volgens de uitvinding;Figure 2c shows a fourth embodiment of a system according to the invention in an assembly according to the invention;

Figuur 3 een dier dat is voorzien van 3 systemen volgens de uitvinding; enFigure 3 shows an animal provided with 3 systems according to the invention; and

Figuur 4 een vijfde uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding in een samenstel volgens de uitvinding; enFigure 4 shows a fifth embodiment of a system according to the invention in an assembly according to the invention; and

Figuur 5 een zesde uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding in een samenstel volgens de uitvindingFigure 5 shows a sixth embodiment of a system according to the invention in an assembly according to the invention

In figuur 1 is met referentienummer 1 een systeem volgens de uitvinding aangeduid. Het systeem 1 is ingericht om door een dier te worden gedragen voor het monitoren van een dier. Het systeem 1 is voorzien van een eerste eenheid waarbij de eerste eenheid (2) is voorzien van een G-sensor (4) voor het meten van een oriëntatie van de eerste eenheid ten opzichte van een richting van de zwaartekracht en/of voor het meten van een beweging van de eerste eenheid. In het voorbeeld bestaat de eerste eenheid uit de genoemde G-sensor. Het systeem (1) is voorts voorzien van zendermiddelen (6) die via een leiding (8) communicatief met de G-sensor is verbonden voor het uitzenden van informatie over de met de G-sensor gemeten oriëntatie en/of beweging. In dit voorbeeld zendt de zendermiddelen (6) deze informatie uit in combinatie met een met de eerste eenheid geassocieerde eerste identificatiecode die in dit voorbeeld in een geheugen (10) van de zendermiddelen (6) is opgeslagen.In Figure 1 reference numeral 1 designates a system according to the invention. The system 1 is adapted to be carried by an animal for monitoring an animal. The system 1 is provided with a first unit, the first unit (2) being provided with a G-sensor (4) for measuring an orientation of the first unit relative to a direction of gravity and / or for measuring of a movement of the first unit. In the example, the first unit consists of the said G-sensor. The system (1) is furthermore provided with transmitter means (6) which are communicatively connected via a line (8) to the G-sensor for transmitting information about the orientation and / or movement measured with the G-sensor. In this example, the transmitter means (6) transmits this information in combination with a first identification code associated with the first unit and stored in a memory (10) of the transmitter means (6) in this example.

Het systeem is verder voorzien van een tweede eenheid (12). De tweede eenheid (12) is voorzien van een kompasinrichting (14) voor het meten van een richting van een tweede eenheid ten opzichte van het magnetische noorden. De kompasinrichting is via een leiding (16) communicatief met de zendermiddelen (6) verbonden voor het uitzenden van informatie over de met de kompasinrichting gemeten richting. In dit voorbeeld wordt deze informatie in combinatie met een met een tweede eenheid geassocieerde tweede identificatiecode uitgezonden. Deze tweede identificatiecode is in dit voorbeeld in het geheugen (10) opgeslagen en is dezelfde code als de eerste identificatiecode. Het systeem is verder voorzien van een behuizing (18) waarin de eerste eenheid 2, de tweede eenheid (12) alsmede de zendermiddelen (6) zijn opgenomen.The system is further provided with a second unit (12). The second unit (12) is provided with a compass device (14) for measuring a direction of a second unit relative to the magnetic north. The compass device is communicatively connected to the transmitter means (6) via a line (16) for transmitting information about the direction measured with the compass device. In this example, this information is transmitted in combination with a second identification code associated with a second unit. This second identification code is stored in the memory (10) in this example and is the same code as the first identification code. The system is further provided with a housing (18) in which the first unit 2, the second unit (12) and the transmitter means (6) are included.

In dit voorbeeld geldt dat de zendermiddelen (6) zijn voorzien van een RFID-tag (20). De RFID-tag heeft als eigenschap dat deze reageert met het uitzenden van een identificatiecode wanneer deze in een elektromagnetisch ondervraagveld wordt gebracht. De RFID-tag moduleert het ondervraagveld met deze identificatie code. In dit voorbeeld is de RFID-tag voorzien van het geheugen (10) waarin de genoemde eerste identificatiecode die is gelijk is aan de tweede identificatiecode is opgeslagen. Voorts zijn de zendermiddelen dusdanig ingericht dat het signaal dat door de RFID-tag wordt uitgezonden in reactie op het ondervraagveld eveneens wordt gemoduleerd met de eerder genoemde informatie die afkomstig is van de G-sensor en de kompasinrichting. Anders gezegd, de zendermiddelen (6) zenden deze informatie uit in combinatie met de eerste identificatiecode. Volgens de uitvinding is het echter ook mogelijk dat met de RFID-label alleen de eerste en/of tweede identificatiecode wordt uitgezonden waarbij de zendermiddelen voorts nog een actieve zender omvatten voor het uitzenden van genoemde informatie. Deze informatie kan dan realtime informatie betreffen die afkomstig is van de G-sensor en/of kompasinrichting. Indien deze informatie met het RFID label wordt uitgezonden zoals hiervoor besproken zal deze informatie in de regel niet real time zijn omdat het RFID label alleen wordt uitgelezen wanneer deze in een ondervraagveld wordt gebracht dat door een RFID-lezer 24 wordt opgewekt. Het RFID-label moet zich dan dus in de nabijheid van de lezer bevinden. Om dit mogelijk te maken kan het systeem zijn voorzien van geheugenmiddelen waarin de informatie die met de G-sensor en/of de kompasinrichting wordt gegenereerd wordt op geslagen om later te worden verzonden. Ook kan de informatie eerst worden bewerkt om vervolgens in bewerkte vorm te worden op geslagen. Het bewerken kan bijvoorbeeld het comprimeren van de hoeveelheid informatie omvatten.In this example, it holds that the transmitter means (6) are provided with an RFID tag (20). The RFID tag has the property that it reacts with the transmission of an identification code when it is introduced into an electromagnetic interrogation field. The RFID tag modulates the interrogation field with this identification code. In this example, the RFID tag is provided with the memory (10) in which said first identification code that is equal to the second identification code is stored. Furthermore, the transmitter means are arranged such that the signal transmitted by the RFID tag in response to the interrogation field is also modulated with the aforementioned information from the G-sensor and the compass device. In other words, the transmitter means (6) transmit this information in combination with the first identification code. According to the invention, however, it is also possible that only the first and / or second identification code is transmitted with the RFID tag, wherein the transmitter means furthermore comprise an active transmitter for transmitting said information. This information can then concern real-time information that originates from the G-sensor and / or compass device. If this information is broadcast with the RFID tag as discussed above, this information will as a rule not be real time because the RFID tag is only read when it is entered into an interrogation field generated by an RFID reader 24. The RFID label must then be in the vicinity of the reader. To make this possible, the system can be provided with memory means in which the information generated with the G-sensor and / or the compass device is stored for later transmission. The information can also be edited first and then saved in edited form. Processing may include, for example, compressing the amount of information.

In dit voorbeeld geldt voorts dat de zendermiddelen (6) zijn voorzien van controlemiddelen (22) voor het verwerken van de signalen afkomstig van de G-sensor en de kompasinrichting voor het door verwerking van deze signalen verkrijgen van informatie over de signalen die door de G-sensor en de kompasinrichting worden gegenereerd. In het voorbeeld genereren de controlemiddelen informatie over de achtereenvolgens gemeten oriëntaties en/of bewegingen van de eerste eenheid en informatie over de achtereenvolgens gemeten richtingen van de tweede eenheid. Het systeem is dus ingericht om de met de controlemiddelen verkregen informatie met de zendermiddelen uit te zenden. De informatie over de achtereenvolgens gemeten oriëntaties en de bewegingen van de eerste eenheid betreft bij voorkeur informatie in gecomprimeerde vorm over de achtereenvolgens gemeten oriëntaties en/of bewegingen. Ook heeft de informatie betrekking op de achtereenvolgens gemeten richtingen van de tweede eenheid. Bij voorkeur is de informatie ook een gecomprimeerde vorm van de achtereenvolgens gemeten richtingen van de tweede eenheid. De informatie kan bijvoorbeeld omvatten achtereenvolgens gemeten veranderingen in oriëntaties en/of bewegingen van de eerste eenheid. Ook kan de informatie bijvoorbeeld de oriëntaties en/of bewegingen die op vooraf bepaalde tijdstippen zijn genieten omvatten. In elk van deze gevallen betreft de informatie die wordt uitgezonden een gecomprimeerde vorm van de signalen afkomstig van de G-sensor.In this example, it further holds that the transmitter means (6) are provided with control means (22) for processing the signals from the G-sensor and the compass device for obtaining information about the signals transmitted by the G by processing these signals. sensor and the compass device are generated. In the example, the control means generate information about the successively measured orientations and / or movements of the first unit and information about the successively measured directions of the second unit. The system is thus arranged to transmit the information obtained with the control means with the transmitter means. The information about the successively measured orientations and the movements of the first unit preferably relates to information in compressed form about the successively measured orientations and / or movements. The information also relates to the successively measured directions of the second unit. Preferably, the information is also a compressed form of the successively measured directions of the second unit. The information may for example comprise successively measured changes in orientations and / or movements of the first unit. The information may also comprise, for example, the orientations and / or movements enjoyed at predetermined times. In each of these cases, the information being transmitted relates to a compressed form of the signals from the G-sensor.

Ook kan de door de controle eenheid gegenereerde informatie die met de zendermiddelen wordt uitgezonden, informatie over veranderingen in achtereenvolgens gemeten richtingen van de tweede eenheid omvatten. Daarnaast is het mogelijk dat de door de controle eenheid gegenereerde informatie die met de zendermiddelen wordt uitgezonden informatie over op achtereenvolgens vooraf bepaalde tijdstippen gemeten richtingen van de tweede eenheid omvat. Ook in dat geval betreft de informatie een gecomprimeerde vorm van de signalen die door de kompasinrichting wordt af ge geven.Also, the information generated by the control unit and transmitted with the transmitter means may include information about changes in successively measured directions of the second unit. In addition, it is possible that the information generated by the control unit and transmitted with the transmitter means comprises information about directions of the second unit measured at successively predetermined times. In that case, too, the information relates to a compressed form of the signals emitted by the compass device.

Bij voorkeur geldt dat de kompasinrichting een op zich bekend elektronisch kompas betreft. Ook de G-sensor kan zijn uitgevoerd als een op zich bekende G-sensor. In het bijzonder geldt dat de G-sensor en de kompasinrichting zijn geïntegreerd in een enkele sensor die zowel de functie van G-sensor als de functie van kompasinrichting kan vervullen.Preferably, it holds that the compass device is an electronic compass known per se. The G sensor can also be designed as a G sensor known per se. In particular, it holds that the G-sensor and the compass device are integrated in a single sensor that can fulfill both the function of G-sensor and the function of compass device.

Figuur 1 toont voorts een samenstel (23) dat is voorzien van het systeem 1 alsmede een ontvangereenheid (24) voor het ontvangen van door de zendermiddelen (6) uitgezonden informatie, in dit voorbeeld in combinatie met de betreffende eerste en tweede identificatiecode. Het samenstel is verder voorzien van een computer (26) die communicatief is verbonden met de ontvangereenheid (24) voor het verwerken van de met de ontvangereenheid ontvangen informatie in combinatie met de genoemde eveneens ontvangen eerste identificatiecode. Het samenstel is verder voorzien van middelen voor het bepalen van de positie van de eerste eenheid en de tweede eenheid, dat wil zeggen in dit voorbeeld middelen voor het bepalen van de positie van het systeem 1. In dit voorbeeld zijn genoemde middelen voorzien van een veelvoud van ontvangers (25.i (i=l,2,3,...n) en ontvangers 27.i voor het ontvangen van door de zendermiddelen 6 uitgezonden informatie en/of identificatiecodes . Doordat de positie van de ontvangers (25.i) bekend is kunnen genoemde ontvangers in combinatie fungeren als een phased-array-ontvangantenne. De ontvangers (25.i) kunnen bijvoorbeeld verdeeld in een tweedimensionaal vlak staan opgesteld.. Door middel van faseverschillen in de door de ontvangers (25.i) ontvangen signalen kan op zich bekende wijze de richting van het systeem 1 ten opzichte van de ontvangers (25.i) worden bepaald. Deze richting is in figuur 1 aangeduid met de pijl P. Doordat de positie van de ontvangers (27.i) bekend is kunnen genoemde ontvangers in combinatie fungeren als een phased-array-ontvangantenne. De ontvangers (27.i) kunnen bijvoorbeeld verdeeld in een tweedimensionaal vlak staan op gesteld. Door middel van faseverschillen in de door de ontvangers (25.i) ontvangen signalen kan op zich bekende wijze de richting van het systeem 1 ten opzichte van de ontvangers (27.i) worden bepaald. Deze richting is in figuur 1 aangeduid met de pijl P2. Door te bepalen waar de pijlen PI en P2 elkaar kruisen, kan de positie van het systeem worden bepaald ten opzichte van de ontvanger antennes (25.i) en (27.i). Met behulp van de computer (26) kunnen de richtingen van de pijlen PI en P2 alsmede de positie waar de pijlen elkaar kruisen worden berekend op grond van genoemde fase verschillen.Figure 1 further shows an assembly (23) which is provided with the system 1 and a receiver unit (24) for receiving information transmitted by the transmitter means (6), in this example in combination with the relevant first and second identification code. The assembly is further provided with a computer (26) which is communicatively connected to the receiver unit (24) for processing the information received with the receiver unit in combination with the said first received identification code. The assembly is further provided with means for determining the position of the first unit and the second unit, i.e. in this example means for determining the position of the system 1. In this example, said means are provided with a multiple of receivers (25.i (i = 1, 2.3, ... n) and receivers 27.i for receiving information and / or identification codes transmitted by the transmitter means 6. Because the position of the receivers (25.i ), the said receivers can in combination act as a phased array receiving antenna, for example the receivers (25.i) can be arranged distributed in a two-dimensional plane .. Phase differences in the receivers received by the receivers (25.i) signals, the direction of the system 1 relative to the receivers (25.i) can be determined in a manner known per se.This direction is indicated by the arrow P. in Figure 1. Because the position of the receivers (27.i) is known said receivers can i n combination act as a phased array receive antenna. The receivers (27.i) can, for example, be arranged distributed in a two-dimensional plane. The direction of the system 1 relative to the receivers (27.i) can be determined in a manner known per se by means of phase differences in the signals received by the receivers (25.i). This direction is indicated in Figure 1 by the arrow P2. By determining where the arrows P1 and P2 intersect, the position of the system relative to the receiver antennas (25.i) and (27.i) can be determined. With the aid of the computer (26) the directions of the arrows P1 and P2 as well as the position where the arrows intersect can be calculated on the basis of said phase differences.

Een gebruiker kan het systeem 1 van figuur 1 bijvoorbeeld worden bevestigd aan de hals (28) van een koe (30), zie figuur 3. In figuur 3 is het systeem 1 met referentienummer 1.1 aangeduid. Het is echter eveneens mogelijk dat in aanvulling daarop of in plaats daarvan het systeem 1 van figuur 1 aan een poot van een dier wordt bevestigd. Een dergelijk systeem is in figuur 3 met referentie 1.2' aangeduid. Ook is het mogelijk dat het systeem van figuur 1 aan de staart van een dier wordt bevestigd. In figuur 3 is dit met referentienummer 1.3 aangeduid. In dien het systeem aan de staart van het dier is bevestigd kan ook een dergelijk systeem nog aan de poot en/of aan de hals van het dier zijn bevestigd. Elk systeem is dan voorzien van zijn eigen tenminste ene identificatiecode (de eerste identificatiecode en/of de tweede identificatie en eventueel nog andere identificatie codes) die in het geheugen (10) van het systeem is opgeslagen zoals hiervoor besproken.A user can, for example, attach the system 1 of figure 1 to the neck (28) of a cow (30), see figure 3. In figure 3 the system 1 is indicated by reference number 1.1. However, it is also possible that, in addition to or instead of this, the system 1 of Figure 1 is attached to a leg of an animal. Such a system is indicated in Figure 3 with reference 1.2 '. It is also possible that the system of figure 1 is attached to the tail of an animal. In figure 3 this is indicated with reference number 1.3. If the system is attached to the tail of the animal, such a system can also be attached to the leg and / or to the neck of the animal. Each system is then provided with its own at least one identification code (the first identification code and / or the second identification and possibly other identification codes) which is stored in the memory (10) of the system as discussed above.

In het voorbeeld van figuur 1 geldt dat de ontvanger (24) is uitgevoerd als een op zich bekende RFID-lezer zodat de ontvanger (24) ook het eerder genoemde elektromagnetisch ondervraagveld opwekt. Wanneer bijvoorbeeld zoals getoond in figuur 3 gebruik wordt gemaakt van 3 systemen 1.1, 1.2, 1.3’ kan op zich bekende wijze worden gezorgd dat de informatie van elk van de systemen kan worden uitgelezen zonder met elkaar te interfereren. Hierbij kan worden gedacht aan een reactie van een systeem 1.1,1.2, 1.3 op tijdstippen die random zijn verdeeld nadat het systeem 1.1,1.2, 1.3 in het ondervraagveld is gebracht. Dat signalen die door de systemen 1.1, 1.2, 1.3 worden uitgevonden met elkaar te interfereren wordt dan vermeden, althans de kans daarop is klein.In the example of Figure 1, it holds that the receiver (24) is designed as an RFID reader known per se, so that the receiver (24) also generates the aforementioned electromagnetic interrogation field. When, for example, as shown in figure 3 use is made of 3 systems 1.1, 1.2, 1.3 ", it can be ensured in a manner known per se that the information of each of the systems can be read without interfering with each other. A response from a system 1.1.1.2, 1.3 can be considered here at times that are randomly distributed after the system 1.1.1.2, 1.3 has been entered in the interrogation field. That signals invented by systems 1.1, 1.2, 1.3 to interfere with each other is then avoided, at least the chance of this being small.

In dit voorbeeld geldt dat het dier is voorzien is van een enkel systeem 1 dat aan de hals is bevestigd. De informatie die door het systeem 1 wordt uitgezonden wordt door middel van de computer (26) verwerkt.In this example, it holds that the animal is provided with a single system 1 that is attached to the neck. The information transmitted by the system 1 is processed by means of the computer (26).

In het hierna volgende zullen een aantal statussen van een dier worden besproken die met behulp van het systeem kunnen worden bepaald. Hierbij wordt op gemerkt dat daarbij dan ook gebruik gemaakt kan worden van informatie over waar de eerste eenheid en/of de tweede eenheid aan het dier is bevestigd. Dit geldt echter impliciet voor elke hierna beschreven methode. In het bijzonder geldt hierbij dat de computer op basis van de door het systeem uitgezonden informatie over een richting van de tweede eenheid in combinatie met de door het systeem uitgezonden informatie over een oriëntatie en/of beweging van de eerste eenheid, de richting bepaalt waarin een dier loopt, ligt of staat. Dit kan als volgt worden uitgevoerd. Met behulp van de informatie die afkomstig is van de eerste eenheid kan op een op zich bekende wijze worden bepaald of het dier loopt, ligt of staat. Door deze informatie te combineren met de informatie afkomstig van de tweede eenheid kan worden bepaald in welke richting het dier loopt, ligt of staat. Deze informatie kan belangrijk zijn voor het bepalen van andere toestanden van het dier, zoals tochtig zijn, ziek zijn en dergelijke.In the following, a number of statuses of an animal will be discussed that can be determined with the aid of the system. It is noted here that use can then also be made of information about where the first unit and / or the second unit is attached to the animal. However, this applies implicitly for each method described below. In particular, the computer determines on the basis of the information transmitted by the system about a direction of the second unit in combination with the information transmitted by the system about an orientation and / or movement of the first unit, the direction in which a animal walks, lies or stands. This can be done as follows. With the aid of the information from the first unit, it can be determined in a manner known per se whether the animal walks, lies or stands. By combining this information with the information from the second unit, it can be determined in which direction the animal walks, lies or stands. This information can be important for determining other conditions of the animal, such as heat, being sick and the like.

Tevens geldt in het bijzonder dat de computer is ingericht om aan de hand van de door het systeem uitgezonden informatie van het dier het aantal stappen van een dier te tellen, de richting van het dier te bepalen, een beweging van een dier te bepalen, te bepalen of het dier staat, te bepalen of het dier ligt, te bepalen of het dier loopt, te bepalen of het dier vreet en/of te bepalen of het dier vaste uitwerpselen afgeeft. Door de met de eerste eenheid gedetecteerde bewegingen te analyseren kunnen stappen worden geteld. Voor het bepalen van het aantal stappen van het dier kan het systeem bij voorkeur worden bevestigd aan de poot van het dier. Door de met de tweede eenheid gedetecteerde richtingen te analyseren kan de richting van een dier worden bepaald. Voor het bepalen van de richting van het dier kan het systeem bij voorkeur zijn bevestigd aan de hals van het dier. Voor het bepalen van de richting van het dier is het dan van belang om te weten aan welk deel van het dier de tweede eenheid is bevestigd. Voor het bepalen van de beweging van het dier kan het systeem bij voorkeur zijn bevestigd aan zowel de hals of de poot. Om te bepalen of het dier ligt of staat kan informatie over gemeten oriëntaties en/of bewegingen van de eerste eenheid enerzijds worden gecombineerd gemeten richtingen van de tweede eenheid anderzijds. Voor het bepalen of het dier staat of ligt kan het systeem bij voorkeur zijn bevestigd zijn aan de hals of aan de poot van het dier. Ook voor deze bepaling is het van belang om te weten aan welk deel van het dier de eerste eenheid is bevestigd en aan welk deel van het dier de tweede eenheid is bevestigd.It also holds in particular that the computer is adapted to count the number of steps of an animal on the basis of the information from the animal transmitted by the system, to determine the direction of the animal, to determine a movement of an animal, determine whether the animal is standing, determine whether the animal is lying down, determine whether the animal is walking, determine whether the animal is eating and / or determine whether the animal is delivering solid excrement. Steps can be counted by analyzing the movements detected with the first unit. For determining the number of steps of the animal, the system can preferably be attached to the leg of the animal. By analyzing the directions detected with the second unit, the direction of an animal can be determined. For determining the direction of the animal, the system can preferably be attached to the neck of the animal. For determining the direction of the animal it is then important to know to which part of the animal the second unit is attached. For determining the movement of the animal, the system may preferably be attached to either the neck or the leg. To determine whether the animal is lying or standing, information about measured orientations and / or movements of the first unit on the one hand can be combined measured directions of the second unit on the other. For determining whether the animal is standing or lying down, the system can preferably be attached to the neck or the leg of the animal. For this determination it is also important to know to which part of the animal the first unit is attached and to which part of the animal the second unit is attached.

Om te bepalen of het dier vreet kan informatie over gemeten oriëntaties en/of bewegingen van de eerste eenheid enerzijds worden gecombineerd met gemeten richtingen van de tweede eenheid anderzijds.To determine whether the animal is eating, information about measured orientations and / or movements of the first unit on the one hand can be combined with measured directions of the second unit on the other.

Om te bepalen of het dier vreet kan het systeem bij voorkeur zijn bevestigd aan de hals. Ook voor deze bepaling is het van belang om te weten aan welk deel van het dier de eerste eenheid is bevestigd en aan welk deel van het dier de tweede eenheid is bevestigd.To determine whether the animal is eating, the system can preferably be attached to the neck. For this determination it is also important to know to which part of the animal the first unit is attached and to which part of the animal the second unit is attached.

Om te bepalen of het dier vaste uitwerpselen afgeeft kan het systeem zijn bevestigd aan de staart.To determine whether the animal releases solid excrements, the system can be attached to the tail.

Het bepalen van de beweging van het dier of het bepalen of het dier staat of ligt dan wel loopt kan bij voorkeur worden bepaald door de informatie te analyseren die afkomstig is van de G-sensor in combinatie met informatie over het deel van het dier waaraan de eerste eenheid is bevestigd. Het bepalen van de richting van het dier kan met name worden bepaald door de informatie die afkomstig is van de kompasinrichting in combinatie met informatie over het deel van het dier waaraan de tweede eenheid is bevestigd..Determining the movement of the animal or determining whether the animal is standing, lying or walking can preferably be determined by analyzing the information from the G-sensor in combination with information about the part of the animal to which the animal first unit is confirmed. Determining the direction of the animal can in particular be determined by the information from the compass device in combination with information about the part of the animal to which the second unit is attached.

Voorts kan de computer zijn ingericht om op basis van de door het systeem uitgezonden informatie over de richting van het dier in combinatie met het door het systeem uitgezonden informatie over de oriëntatie en/of beweging van het dier een positie van het dier worden ingeschat. Immers indien wordt bepaald dat het dier loopt, hoe snel het dier loopt, hetgeen met behulp van de G-sensor kan worden bepaald waarbij het bovendien kan worden gemeten in welke richting het dier loopt kan op grond van een combinatie van deze gegevens worden ingeschat wat de positie van het dier is.The computer can further be adapted to estimate a position of the animal on the basis of the information about the direction of the animal transmitted by the system in combination with the information about the orientation and / or movement of the animal broadcast by the system. After all, if it is determined that the animal is running, how fast the animal is running, which can be determined with the aid of the G-sensor, wherein it can moreover be measured in which direction the animal is running, a combination of this data can be used to estimate what the position of the animal.

Ook is het mogelijk dat de computer is ingericht om op basis van de door het systeem uitgezonden informatie over een oriëntatie en/of beweging van het de eerste eenheid tenminste een parameter te bepalen van de volgende parameter: het aantal stappen dat het dier heeft gezet, de ligtijd, de statijd, de looptijd en/of een overgang tussen het staan en liggen van het dier. Deze parameter kan op zich bekende wijze met behulp van de G-sensor afkomstige informatie worden bepaald. Deze parameter kan voorts in combinatie worden verwerkt met de ontvangen informatie over de met de eerste eenheid gemeten richting van de tweede eenheid. Ook deze verwerking wordt uitgevoerd met behulp van de computer (26). Zo is het mogelijk dat de positie van het dier wordt geschat op basis van de bepaalde tenminste ene parameter in combinatie met de uitgezonden informatie over de richting van de tweede eenheid. Zo is het mogehjk dat door met behulp van de G-sensor een beweging van het dier te meten en deze informatie te combineren met de bepaalde richting van de tweede eenheid (en daarmee een bepaalde richting van het dier zodat bekend is waar de tweede eenheid aan het dier is bevestigd), een schatting kan worden gemaakt over de positie van het dier.It is also possible that the computer is arranged to determine at least one parameter of the following parameter on the basis of the information transmitted by the system about an orientation and / or movement of the first unit: the number of steps the animal has taken, the lying time, the standing time, the duration and / or a transition between the standing and lying of the animal. This parameter can be determined in a manner known per se with the aid of the G-sensor. This parameter can further be processed in combination with the received information about the direction of the second unit measured with the first unit. This processing is also carried out with the aid of the computer (26). It is thus possible that the position of the animal is estimated on the basis of the determined at least one parameter in combination with the transmitted information about the direction of the second unit. Thus it is possible that by measuring the movement of the animal by means of the G-sensor and combining this information with the determined direction of the second unit (and thus a specific direction of the animal so that it is known where the second unit is connected to) the animal is confirmed), an estimate can be made about the position of the animal.

Tevens geldt dat met behulp van de computer op basis van de door het systeem uitgezonden informatie over de richting van de tweede eenheid in combinatie met de door het systemen uitgezonden informatie over een oriëntatie en/of beweging van de eerste eenheid, informatie wordt gegenereerd over een geschat moment waarop of geschatte periode waarin een dier afkalft.It also holds that with the aid of the computer based on the information broadcast by the system about the direction of the second unit in combination with the information broadcast by the system about an orientation and / or movement of the first unit, information is generated over a estimated time at which or estimated period during which an animal calves.

Voorts geldt dat bij voorkeur dat de computer is ingericht om op basis van door het systeem uitgezonden informatie over de oriëntatie en/of beweging, een opstapparameter te bepalen die representeert hoe vaak het dier per tijdseenheid gemiddeld opstaat, waarbij de opstapparameter in combinatie met de uitgezonden informatie over de richting van het dier wordt verwerkt om de informatie te genereren over een geschat moment waarop, of een geschatte periode waarin, een dier afkalft.Furthermore, it preferably holds that the computer is designed to determine, on the basis of information transmitted by the system about the orientation and / or movement, a set-up meter which represents how often the animal gets up on average per time unit, the set-up meter in combination with the transmitted information about the direction of the animal is processed to generate the information about an estimated time when, or an estimated period of time during which, an animal calves.

In het bijzonder geldt voorts dat de computer is ingericht om aan de hand van de door het systeem uitgezonden informatie over een richting van de tweede eenheid die door het dier wordt gedragen, een gemiddeld aantal veranderingen van een richting van de tweede eenheid (en daarmee van het deel van het dier waaraan de tweede eenheid is bevestigd) per tijdseenheid boven een vooraf bepaalde waarde ligt. In dat geval kan worden geconcludeerd dat het dier tochtig is. Een en ander is gebaseerd op het inzicht dat wanneer het dier tochtig is het dier vaak van richting verandert. Door het aantal veranderingen in de richting van de tweede eenheid te tellen (waarbij een verandering in richting wordt geteld wanneer de verandering in richting tenminste een vooraf bepaalde minimale grootte heeft die binnen een tijdsinterval moet optreden met een vooraf bepaalde lengte) kan worden vastgesteld of het dier tochtig is. Ook is het mogelijk dat de computer is ingericht om aan de hand van door het systeem uitgezonden informatie over de richting van de tweede eenheid te bepalen of het gemiddeld aantal veranderingen van de richting van het dier per tijdseenheid boven een vooraf bepaalde waarde ligt waarbij indien de vooraf bepaalde waarde wordt overschreden, aan de hand van de uitgezonden informatie over de oriëntatie en/of beweging van de eerste eenheid op bekende wijze wordt bepaald of het dier tochtig is. Hierbij zij opgemerkt dat het op zich reeds bekend is om te bepalen wanneer het dier tochtig is op basis van informatie over de oriëntatie en/of beweging van het dier. Om de nauwkeurigheid van deze bepaling te vergroten is thans als randvoorwaarde toegevoegd dat het eveneens noodzakelijk is dat de richting van de tweede eenheid dat wil zeggen de richting van het dier (omdat bekend is aan welk deel van het dier de tweede eenheid is bevestigd) een aantal keren per tijdseenheid verandert, welk aantal boven de vorige bepaalde waarde ligt.In particular, it further holds that on the basis of the information transmitted by the system about a direction of the second unit carried by the animal, an average number of changes of a direction of the second unit (and hence of the part of the animal to which the second unit is attached) per unit time is above a predetermined value. In that case it can be concluded that the animal is drafty. All this is based on the insight that when the animal is heat the animal often changes direction. By counting the number of changes in the direction of the second unit (where a change in direction is counted when the change in direction has at least a predetermined minimum magnitude to occur within a time interval with a predetermined length) it can be determined whether the animal is heaty. It is also possible that the computer is adapted to determine on the basis of information transmitted by the system about the direction of the second unit whether the average number of changes in the direction of the animal per unit of time is above a predetermined value, wherein if the predetermined value is exceeded, on the basis of the transmitted information about the orientation and / or movement of the first unit, it is determined in a known manner whether the animal is in heat. It should be noted here that it is already known per se to determine when the animal is heat based on information about the orientation and / or movement of the animal. In order to increase the accuracy of this determination, it has now been added as a precondition that it is also necessary for the direction of the second unit, i.e. the direction of the animal (because it is known to which part of the animal the second unit is attached) to number of times per unit of time, which number is above the previously determined value.

In het bijzonder kan ook gelden dat de computer is ingericht om op basis van de uitgezonden informatie over de oriëntatie en/of beweging van de eerste eenheid te bepalen of het dier ligt waarbij wanneer het dier ligt op basis van de informatie over de richting van de tweede eenheid wordt bepaald in welke richting het dier ligt waarbij indien de richting waarin het dier ligt met meer dan voor bepaalde toleranties afwijkt van een vooraf bepaalde richting, wordt vastgesteld dat er een afwijkend gedrag is van het dier. Dit afwijkende gedrag kan er bijvoorbeeld op duiden dat het dier een damslaper is of dat het dier sociaal gezien buiten een kudde ligt.In particular, it may also be the case that the computer is adapted to determine on the basis of the transmitted information about the orientation and / or movement of the first unit whether the animal lies, while when the animal lies based on the information about the direction of the second unit, it is determined in which direction the animal lies, wherein if the direction in which the animal lies deviates from a predetermined direction by more than for certain tolerances, it is determined that there is a deviating behavior of the animal. This deviant behavior may, for example, indicate that the animal is a dam sleeper or that the animal is socially outside a herd.

De computer (26) is eveneens in staat om de positie van het dier te bepalen met behulp van het veelvoud van ontvangers (25.i), (27.i) zoals hiervoor besproken. Het gaat hierbij dan niet om een schatting van de positie van het dier op basis van gemeten bewegingen van het dier in combinatie met de richting waarin het dier beweegt, zoals hiervoor besproken. Hoe het ook zij, het is mogelijk om met het samenstel opeenvolgende posities van het dier te bepalen. Tevens is het mogelijk om voor elk positie van het dier die is bepaald de bijbehorende richting van de tweede eenheid en daarmee de richting van het dieren te bepalen. De computer kan bijvoorbeeld zijn ingericht om aan de hand van de gemeten opeenvolgende posities en de bijbehorende richtingen van het dier een door het dier afgelegde weg te bepalen. Op deze wijze is het mogelijk dat wordt bepaald of een dier naar een weide loopt. Indien wordt bepaald dat het dier naar een weide loopt kan de computer zijn ingericht om de informatie over de gemeten beweging en/of oriëntatie van de eerste eenheid te negeren voor verdere verwerking. Met andere woorden een weidegang van het dier wordt dan genegeerd voor het bepalen van de status van het dier zoals hiervoor besproken. Onder status kan bijvoorbeeld worden verstaan of het dier tochtig is, moet afkalven, onrustig is, loopt,staat, vreet, ligt, etcetera.The computer (26) is also capable of determining the position of the animal using the plurality of receivers (25.i), (27.i) as discussed above. This does not concern an estimate of the position of the animal on the basis of measured movements of the animal in combination with the direction in which the animal moves, as discussed above. Whatever the case may be, it is possible to determine successive positions of the animal with the assembly. It is also possible to determine the associated direction of the second unit and thus the direction of the animal for each position of the animal that has been determined. The computer can for instance be arranged to determine a path traveled by the animal on the basis of the measured successive positions and the associated directions of the animal. In this way it is possible to determine whether an animal walks to a meadow. If it is determined that the animal walks to a meadow, the computer may be arranged to ignore the information about the measured movement and / or orientation of the first unit for further processing. In other words, a pasture of the animal is then ignored for determining the status of the animal as discussed above. Status can be understood to mean, for example, whether the animal is drafty, must have calved down, is restless, runs, stands, eats, lies, etc.

In het voorbeeld van figuur 1 zijn de eerste eenheid, de tweede eenheid en de zendermiddelen in een enkele behuizing (18) opgenomen. Andere varianten zijn echter eveneens denkbaar.In the example of Figure 1, the first unit, the second unit and the transmitter means are included in a single housing (18). However, other variants are also conceivable.

Een eerste variant van het systeem is getoond in figuur 2 a. Het systeem 1.1. van figuur 2 a omvat een eerste eenheid 2 die weer is voorzien van de G-sensor (4). Tevens bevatten de zendermiddelen (6) in dit voorbeeld een eerste zendereenheid (6.1), die via de leiding (8) communicatief is verbonden met de G-sensor (4). De eerste zendereenheid (6.1) is eveneens voorzien, zoals bij figuur 1 besproken, van een RFID-label (20.1) die is voorzien van een geheugen (10.1) waarin de eerste identificatiecode is opgeslagen. De eerste zendereenheid maakt deel uit van de eerste eenheid (2) en is communicatief verbonden met de G-sensor voor het uitzenden van informatie over de met de G-sensor gemeten oriëntatie en/of bewegingen van de eerste eenheid, in dit voorbeeld in combinatie met de eerste identificatiecode die eveneens wordt uitgezonden.A first variant of the system is shown in Figure 2 a. The system 1.1. of figure 2a comprises a first unit 2 which in turn is provided with the G-sensor (4). The transmitter means (6) in this example also comprise a first transmitter unit (6.1), which is communicatively connected to the G-sensor (4) via the line (8). The first transmitter unit (6.1) is also provided, as discussed in Figure 1, with an RFID tag (20.1) provided with a memory (10.1) in which the first identification code is stored. The first transmitter unit forms part of the first unit (2) and is communicatively connected to the G-sensor for transmitting information about the orientation and / or movements of the first unit measured with the G-sensor, in this example in combination with the first identification code that is also broadcast.

Voorts geldt in figuur 2a dat de tweede eenheid (12) is voorzien van de kompasinrichting (14). De tweede eenheid is verder voorzien van een tweede zendereenheid (6.2) van de zendermiddelen 6 waarbij de kompasinrichting (14) communicatief met de tweede zendereenheid is verbonden via een leiding (16). De tweede zendereenheid (6.2). is in dit voorbeeld voorzien van een RFID-tag (20.2) die een geheugen (10.2) omvat waarin de tweede identificatiecode is opgenomen. De eerste eenheid (2) is in dit voorbeeld in een behuizing (18.1) opgenomen. De tweede eenheid (12) is in dit voorbeeld in een behuizing (18.2) opgenomen. Het verschil met de inrichting volgens figuur 1 is dus dat de eerste eenheid (2) is voorzien van zijn eigen zendereenheid (6.1) terwijl de tweede eenheid (12) eveneens is voorzien van zijn eigen zendereenheid (6.2). Voorts zijn bij het systeem van figuur 1 de eerste zendereenheid (6.1) en de tweede zendereenheid (6.2) gecombineerd tot gemeenschappelijke zendermiddelen (6).Furthermore, in figure 2a it holds that the second unit (12) is provided with the compass device (14). The second unit is further provided with a second transmitter unit (6.2) of the transmitter means 6, wherein the compass device (14) is communicatively connected to the second transmitter unit via a line (16). The second transmitter unit (6.2). in this example is provided with an RFID tag (20.2) which comprises a memory (10.2) in which the second identification code is included. The first unit (2) is accommodated in a housing (18.1) in this example. The second unit (12) is accommodated in a housing (18.2) in this example. The difference with the device according to figure 1 is therefore that the first unit (2) is provided with its own transmitter unit (6.1) while the second unit (12) is also provided with its own transmitter unit (6.2). Furthermore, in the system of Figure 1, the first transmitter unit (6.1) and the second transmitter unit (6.2) are combined into common transmitter means (6).

Bij het systeem Γ van figuur 2 a wordt in gebruik zowel de eerste eenheid (2) als de tweede eenheid (12) aan het dier bevestigd. Dit kunnen de delen van het dier zijn zoals hiervoor besproken aan de hand van figuur 3, bijvoorbeeld de hals, poot of staart. Hierbij kan zowel de eerste als de tweede eenheid aan eenzelfde deel van het dier worden bevestigd (zoals hals, poot of staart) dan wel aan van elkaar verschillende delen van het dier worden bevestigd). Zo kan bijvoorbeeld de eerste eenheid (2) aan een poot van het dier zijn bevestigd en de tweede eenheid (12) aan de hals van een dier zijn bevestigd. Met de eerste eenheid kunnen dan bijvoorbeeld stappen worden geteld terwijl bijvoorbeeld met de tweede eenheid (12) een richting van het dier wordt bepaald. Deze informatie kan door de computer in combinatie worden verwerkt. In dit voorbeeld geldt voorts dat de eerste zendereenheid (6.1) is voorzien van een eerste controle-eenheid (22.1) terwijl de tweede zendereenheid (6.2) is voorzien van tweede controle-eenheid (22.2). De eerste zendereenheid (6.1) en de eerste controle-eenheid (22.1) zijn ingericht om eenzelfde taak uit te voeren zoals besproken voor de zendermiddelen en de controlemiddelen van figuur 1, met dien verstande dat ze dit doen voor signalen die afkomstig zijn van de G-sensor. Geheel analoog is de tweede zendeenheid (6.2) en de tweede controle-eenheid (22.2) ingericht om dezelfde functie te verrichten als de zendermiddelen (6) en de controlemiddelen (22) van figuur 1, met dien verstande dat de informatie die wordt verwerkt uitsluitend afkomstig is van de kompasinrichting (14). Voor het overige werkt het systeem 1’ en het samenstel 23 van figuur 2a geheel analoog aan het systeem 1 en het samenstel 23 zoals omschreven aan de hand van figuur 1.In the system Γ of Fig. 2a, in use, both the first unit (2) and the second unit (12) are attached to the animal. These can be the parts of the animal as discussed above with reference to Figure 3, for example the neck, leg or tail. Both the first and the second unit can be attached to the same part of the animal (such as neck, leg or tail) or to parts of the animal that are different from each other. For example, the first unit (2) may be attached to a leg of the animal and the second unit (12) may be attached to an animal's neck. Steps can then be counted with the first unit, for example, while a direction of the animal can be determined with the second unit (12). This information can be processed in combination by the computer. In this example, it further holds that the first transmitter unit (6.1) is provided with a first control unit (22.1) while the second transmitter unit (6.2) is provided with a second control unit (22.2). The first transmitter unit (6.1) and the first control unit (22.1) are arranged to perform the same task as discussed for the transmitter means and the control means of Fig. 1, provided that they do so for signals originating from the G -sensor. Entirely analogously, the second transmitting unit (6.2) and the second checking unit (22.2) are arranged to perform the same function as the transmitting means (6) and the checking means (22) of Figure 1, provided that the information being processed is exclusively comes from the compass device (14). For the rest, the system 1 "and the assembly 23 of Figure 2a operate entirely analogously to the system 1 and the assembly 23 as described with reference to Figure 1.

In figuur 2b is een ander variant getoond van een systeem 1” waarbij de zendermiddelen (6) van een type zijn zoals besproken voor de zendermiddelen (6) van figuur 1. De zendermiddelen (6), zijn opgenomen in de eerste eenheid (2). De eerste eenheid (2) is opgenomen in een behuizing (18.1). Voorts is de kompasinrichting (14) van de tweede eenheid (12) opgenomen in een aparte behuizing (18.2). De kompasinrichting (14) is via een communicatieve verbinding (16) met de zendermiddelen (6) verbonden. De verbinding (16) kan bijvoorbeeld bestaan uit een draadloze verbinding, bijvoorbeeld van het soort zoals bekend van een bluetooth verbinding. Bij deze variant kunnen de eerste eenheid en de tweede eenheid aan een zelfde deel van het dier zijn bevestigd of aan van elkaar verschillende delen van een dier zijn bevestigd, zoals bijvoorbeeld hiervoor is besproken aan de hand van figuur 1 en figuur 2a. Nu de kompasinrichting (14) enerzijds en de G-sensor (4) anderzijds communicatief met de zendermiddelen (6) zijn verbonden kan het systeem 1” en het samenstel 23 van figuur 2b geheel analoog werken zoals aan de hand van figuur 1 is besproken voor het systeem 1 en het samenstel 23 en zoals aan de hand van figuur 2 a is besproken voor het systeem Γ en het samenstel 23.Figure 2b shows another variant of a system 1 ”in which the transmitter means (6) are of a type as discussed for the transmitter means (6) of Figure 1. The transmitter means (6) are included in the first unit (2) . The first unit (2) is accommodated in a housing (18.1). Furthermore, the compass device (14) of the second unit (12) is included in a separate housing (18.2). The compass device (14) is connected to the transmitter means (6) via a communicative connection (16). The connection (16) may, for example, consist of a wireless connection, for example of the type known from a bluetooth connection. In this variant, the first unit and the second unit can be attached to the same part of the animal or to parts of an animal that are different from each other, as discussed, for example, above with reference to Figure 1 and Figure 2a. Now that the compass device (14) on the one hand and the G-sensor (4) on the other hand are communicatively connected to the transmitter means (6), the system 1 "and the assembly 23 of Figure 2b can operate entirely analogously as discussed with reference to Figure 1 for the system 1 and the assembly 23 and as discussed with reference to Figure 2a for the system Γ and the assembly 23.

In figuur 2c is een derde variant getoond van het systeem. Deze variant is aangeduid met referentienummer 1”’. Bij het systeem 1” van figuur 2c geldt dat de eerste eenheid (2) wederom is voorzien van de G-sensor (4). De eerste eenheid (2) is opgenomen in een behuizing (18.1). De zendermiddelen (6) en de kompasinrichting (14) maken in dit voorbeeld deel uit van de tweede eenheid (12) die is opgenomen in een aparte behuizing (18.2). De G-sensor (4) is via een communicatieve verbinding (8), die bijvoorbeeld kan bestaan uit een bluetooth verbinding, met de zendermiddelen (6) verbonden. Bij deze variant kunnen de eerste eenheid en de tweede eenheid aan een zelfde deel van het dier zijn bevestigd of aan van elkaar verschillende delen van een dier zijn bevestigd, zoals bijvoorbeeld hiervoor is besproken aan de hand van figuur 1 en 2a. De werking van het systeem V” en het samenstel 23 volgens figuur 2c kan geheel analoog zijn aan het systeem 1 en het samenstel 23 van figuur 1 of het systeem 1’ en het samenstel 23 van figuur 2a. De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor geschetste uitvoeringsvormen. Zo kunnen de zendermiddelen (6) bijvoorbeeld zijn voorzien van een actieve zender die zijn energie haalt uit een elektrische voeding van het systeem in plaats van een RFID-label. De ontvangereenheid (24) behoeft dan geen ondervraagveld uit te zenden en slechts te zijn uitgerust om de door de zendermiddelen uitgezonden signalen te ontvangen. Bij de variant volgens figuur 1 kan het kompas 14 in de G-sensor 4 zijn op genomen, zoals getoond in figuur 4. In de figuren 1 en 4 zijn zelfde onderdelen van een zelfde referentienummer voorzien. De G-sensor 4 vormt dan ook het kompas 14. In dat geval is de G-sensor 4 en daarmee ook het kompas 14 via de leiding 8 communicatief met de zendermiddelen 6 verbonden en kan leiding 16 en de tweede eenheid 12 worden weggelaten.Figure 3c shows a third variant of the system. This variant is indicated by reference number 1 ". With the system 1 "of Figure 2c, it holds that the first unit (2) is again provided with the G-sensor (4). The first unit (2) is accommodated in a housing (18.1). The transmitter means (6) and the compass device (14) in this example form part of the second unit (12) which is accommodated in a separate housing (18.2). The G-sensor (4) is connected to the transmitter means (6) via a communicative connection (8), which may for example consist of a Bluetooth connection. In this variant, the first unit and the second unit can be attached to the same part of the animal or to parts of an animal that are different from each other, as discussed, for example, above with reference to Figures 1 and 2a. The operation of the system V "and the assembly 23 according to Fig. 2c can be entirely analogous to the system 1 and the assembly 23 of Fig. 1 or the system 1" and the assembly 23 of Fig. 2a. The invention is in no way limited to the embodiments outlined above. For example, the transmitter means (6) may be provided with an active transmitter that draws its energy from an electrical supply to the system instead of an RFID tag. The receiver unit (24) then does not have to transmit an interrogation field and only needs to be equipped to receive the signals transmitted by the transmitter means. In the variant according to figure 1, the compass 14 can be accommodated in the G-sensor 4, as shown in figure 4. In figures 1 and 4, the same parts are provided with the same reference number. The G-sensor 4 therefore forms the compass 14. In that case, the G-sensor 4 and therefore also the compass 14 are communicatively connected via the line 8 to the transmitter means 6 and line 16 and the second unit 12 can be omitted.

De eerste eenheid 2 vormt dan immers ook de tweede eenheid 12. Deze in figuur 4 getoonde variant zal hier niet nader worden toegelicht omdat de werking geheel analoog is zoals aan de hand van figuur 1 is besproken.After all, the first unit 2 then also forms the second unit 12. This variant shown in Figure 4 will not be explained in more detail here because the operation is entirely analogous as discussed with reference to Figure 1.

In figuur 5 wordt een alternatieve variant volgens de uitvinding getoond waarbij in de figuren 1 en 5 overeenkomende onderdelen van een zelfde referentienummer zijn voorzien. Het verschil met figuur 1 is dat in figuur 5 de eerste eenheid 2 met de G-sensor 4 is weggelaten. In deze variant kan informatie van het kompas aan de zendermiddelen 6 worden toegevoerd. Deze zendermiddelen kunnen deze informatie uitzenden. Na ontvangst door de ontvanger 24 kan deze informatie aan de computer 26 worden toegevoerd voor verdere verwerking.Figure 5 shows an alternative variant according to the invention in which corresponding parts in figures 1 and 5 are provided with the same reference number. The difference with figure 1 is that in figure 5 the first unit 2 with the G-sensor 4 has been omitted. In this variant, information from the compass can be supplied to the transmitter means 6. These transmitter means can broadcast this information. After receipt by the receiver 24, this information can be supplied to the computer 26 for further processing.

In dit voorbeeld geldt wederom dat de zendermiddelen (6) zijn voorzien van de RFID-tag (20). De RFID-tag heeft als eigenschap dat deze reageert met het uitzenden van een identificatiecode wanneer deze in een elektromagnetisch ondervraagveld wordt gebracht. De RFID-tag moduleert het ondervraagveld met deze identificatiecode. In dit voorbeeld is de RFID-tag voorzien van het geheugen (10) waarin de genoemde eerste identificatiecode, die gelijk is aan de tweede identificatiecode, is opgeslagen. Voorts zijn de zendermiddelen dusdanig ingericht dat het signaal dat door de RFID-tag wordt uitgezonden in reactie op het ondervraagveld eveneens wordt gemoduleerd met de eerder genoemde informatie die afkomstig is van de kompasinrichting. Anders gezegd, de zendermiddelen (6) zenden deze informatie uit in combinatie met de eerste identificatiecode.In this example, it again applies that the transmitter means (6) are provided with the RFID tag (20). The RFID tag has the property that it reacts with the transmission of an identification code when it is introduced into an electromagnetic interrogation field. The RFID tag modulates the interrogation field with this identification code. In this example, the RFID tag is provided with the memory (10) in which said first identification code, which is equal to the second identification code, is stored. Furthermore, the transmitter means are arranged such that the signal transmitted by the RFID tag in response to the interrogation field is also modulated with the aforementioned information originating from the compass device. In other words, the transmitter means (6) transmit this information in combination with the first identification code.

In dit voorbeeld geldt voorts dat de zendermiddelen (6) zijn voorzien van controlemiddelen (22) voor het verwerken van de signalen afkomstig van de kompasinrichting voor het door verwerking van deze signalen verkrijgen van informatie over de signalen die door de kompasinrichting worden gegenereerd. In het voorbeeld genereren de controlemiddelen informatie over de achtereenvolgens gemeten richtingen van de tweede eenheid. Het systeem is dus ingericht om de met de controlemiddelen verkregen informatie met de zendermiddelen uit te zenden. Bij voorkeur is de informatie een gecomprimeerde vorm van de achtereenvolgens gemeten richtingen van de tweede eenheid. De informatie kan bijvoorbeeld informatie over veranderingen in achtereenvolgens gemeten richtingen van de tweede eenheid omvatten. Daarnaast is het mogelijk dat de door de controle eenheid gegenereerde informatie die met de zendermiddelen wordt uitgezonden informatie over op achtereenvolgens vooraf bepaalde tijdstippen gemeten richtingen van de tweede eenheid omvat. Ook in dat geval betreft de informatie een gecomprimeerde vorm van de signalen die door de kompasinrichting wordt afgegeven.In this example, it further holds that the transmitter means (6) are provided with control means (22) for processing the signals from the compass device for obtaining information about the signals generated by the compass device by processing these signals. In the example, the control means generate information about the successively measured directions of the second unit. The system is thus arranged to transmit the information obtained with the control means with the transmitter means. Preferably, the information is a compressed form of the successively measured directions of the second unit. The information may include, for example, information about changes in successively measured directions of the second unit. In addition, it is possible that the information generated by the control unit and transmitted with the transmitter means comprises information about directions of the second unit measured at successively predetermined times. In that case, too, the information relates to a compressed form of the signals that is issued by the compass device.

Bij voorkeur geldt dat de kompasinrichting een op zich bekend elektronisch kompas betreft. De informatie die door het systeem 1 wordt uitgezonden wordt na ontvangst door middel van de computer (26) verwerkt. In het hierna volgende zullen een aantal statussen van een dier worden besproken die met behulp van het systeem kunnen worden bepaald. Hierbij wordt op gemerkt dat daarbij dan ook gebruik gemaakt kan worden van informatie over waar de tweede eenheid aan het dier is bevestigd. Dit geldt echter impliciet voor elke hierna beschreven methode.Preferably, it holds that the compass device is an electronic compass known per se. The information transmitted by the system 1 is processed after receipt by means of the computer (26). In the following, a number of statuses of an animal will be discussed that can be determined with the aid of the system. It is noted here that use can then also be made of information about where the second unit is attached to the animal. However, this applies implicitly for each method described below.

In het bijzonder geldt hierbij dat de computer op basis van de door het systeem uitgezonden informatie over een richting van de tweede eenheid de richting bepaalt waarin een dier loopt, ligt of staat. Dit kan als volgt worden uitgevoerd. Een en ander is gebaseerd op het inzicht dat, wanneer het dier tochtig is, het dier vaak van richting verandert. Door het aantal veranderingen in de richting van de tweede eenheid te tellen (waarbij een verandering in richting wordt geteld wanneer de verandering in richting tenminste een vooraf bepaalde minimale grootte heeft die binnen een tijdsinterval moet optreden met een vooraf bepaalde lengte), kan worden vastgesteld of het dier tochtig is. Ook is het mogelijk dat de computer is ingericht om, aan de hand van door het systeem uitgezonden informatie over de richting van de tweede eenheid, te bepalen of het gemiddeld aantal veranderingen van de richting van het dier per tijdseenheid boven een vooraf bepaalde waarde ligt waarbij de vooraf bepaalde waarde wordt overschreden. Dit kan duiden op onrust bij het dier.In particular, it holds here that on the basis of the information transmitted by the system about a direction of the second unit, the computer determines the direction in which an animal walks, lies or stands. This can be done as follows. All this is based on the insight that when the animal is heat, the animal often changes direction. By counting the number of changes in the direction of the second unit (where a change in direction is counted when the change in direction has at least a predetermined minimum magnitude to occur within a time interval with a predetermined length), it can be determined whether the animal is heaty. It is also possible that the computer is arranged, on the basis of information transmitted by the system about the direction of the second unit, to determine whether the average number of changes in the direction of the animal per unit of time is above a predetermined value, the predetermined value is exceeded. This may indicate unrest in the animal.

De computer (26) is eveneens in staat om de positie van het dier te bepalen met behulp van het veelvoud van ontvangers (25.i), (27.i) zoals hiervoor besproken. Het gaat hierbij dan niet om een schatting van de positie van het dier op basis van gemeten bewegingen van het dier in combinatie met de richting waarin het dier beweegt, zoals hiervoor besproken. Hoe het ook zij, het is mogelijk om met het samenstel opeenvolgende posities van het dier te bepalen. Tevens is het mogelijk om voor elke positie van het dier die is bepaald de bijbehorende richting van de tweede eenheid en daarmee de richting van het dier te bepalen. De computer kan bijvoorbeeld zijn ingericht om aan de hand van de gemeten opeenvolgende posities en de bijbehorende richtingen van het dier een door het dier afgelegde weg te bepalen. Op deze wijze is het mogelijk dat wordt bepaald of een dier naar een weide loopt. Indien wordt bepaald dat het dier naar een weide loopt kan de computer zijn ingericht om de informatie over de gemeten beweging en/of oriëntatie van de eerste eenheid te negeren voor verdere verwerking. Met andere woorden een weidegang van het dier wordt dan genegeerd voor het bepalen van de status van het dier zoals hiervoor besproken. Onder status kan bijvoorbeeld worden verstaan of het dier tochtig is, moet afkalven, onrustig is, loopt, staat, vreet, ligt, etcetera.The computer (26) is also capable of determining the position of the animal using the plurality of receivers (25.i), (27.i) as discussed above. This does not concern an estimate of the position of the animal on the basis of measured movements of the animal in combination with the direction in which the animal moves, as discussed above. Whatever the case may be, it is possible to determine successive positions of the animal with the assembly. It is also possible to determine the corresponding direction of the second unit and thus the direction of the animal for each position of the animal that has been determined. The computer can for instance be arranged to determine a path traveled by the animal on the basis of the measured successive positions and the associated directions of the animal. In this way it is possible to determine whether an animal walks to a meadow. If it is determined that the animal walks to a meadow, the computer may be arranged to ignore the information about the measured movement and / or orientation of the first unit for further processing. In other words, a pasture of the animal is then ignored for determining the status of the animal as discussed above. Status can be understood to mean, for example, whether the animal is drafty, must have calved down, is restless, runs, stands, eats, lies, etc.

Op gemerkt wordt dat de informatie die hiervoor besproken is met betrekking tot afkalven voor een koe op geheel analoge wijze voor een willekeurig ander dier kan worden bepaald zoals een varken. Onder afkalven kan dus ook partus worden verstaan. Verder wordt opgemerkt dat in de gegeven voorbeelden de informatie door een RFID label van de zendermiddelen wordt uitgezonden. Het is echter ook mogelijk dat de zendermiddelen, de eerste zendereenheid en/of de tweede zendereenheid een actieve zender omvatten voor het uitzenden van alle informatie inclusief de betreffende identificatiecodes. Het is echter ook mogelijk dat de zendermiddelen, de eerste zendereenheid en/of de tweede zendereenheid een actieve zender omvatten voor het uitzenden van alle informatie exclusief de betreffende identificatiecodes. Deze zendermiddelen, eerste zendereenheid en/of tweede zendereenheid kunnen dan elk nog zijn voorzien van tenminste één RFID label voor het uitzenden van de betreffende identificatiecode.It is noted that the information discussed above with regard to calving for a cow can be determined in an entirely analogous manner for any other animal such as a pig. So calving can also be understood as parturition. It is further noted that in the examples given the information is transmitted by an RFID tag from the transmitter means. However, it is also possible that the transmitter means, the first transmitter unit and / or the second transmitter unit comprise an active transmitter for transmitting all information including the relevant identification codes. However, it is also possible that the transmitter means, the first transmitter unit and / or the second transmitter unit comprise an active transmitter for transmitting all information excluding the relevant identification codes. These transmitter means, first transmitter unit and / or second transmitter unit can then each further be provided with at least one RFID label for transmitting the relevant identification code.

Ook wordt nog opgemerkt dat het bepalen van de positie van de eerste en/of tweede eenheid geheel anders kan worden uitgevoerd dan hiervoor besproken. Zo is het mogelijk dat genoemde middelen voor het bepalen van de positie van het systeem, de eerste eenheid en/of de tweede eenheid bijvoorbeeld bakens 100 omvatten die op een vooraf bepaalde positie zijn aangebracht waarbij door elk baken een vooraf bepaald signaal wordt uitgezonden dat door een ontvanger van het systeem wordt ontvangen (bijvoorbeeld door het RFID-label 20) en door de zendermiddelen 6, eerste zendereenheid 6.1, tweede zendereenheid 6.2 en/of zendereenheid 6 -van het systeem weer wordt uitgezonden. Het samenstel omvat voorts de ontvanger 24 voor het ontvangen van de door de zendermiddelen, eerste zendereenheid 6.1, tweede zendereenheid 6.2 en/of zendermiddelen 6 heruitgezonden signalen. Een signaalverwerkingseenheid 26 (hier de computer 26) verwerkt de door de ontvanger 24 ontvangen signalen in combinatie voor het bepalen van de positie van het systeem, eerste zendereenheid 6.1 (en daarmee van de eerste eenheid), tweede zendereenheid 6.2 (en daarmee van de tweede eenheid) en/of zendereenheid 6 (en daarmee van de eerste eenheid van figuur 2 b of de tweede eenheid van figuur 2c) bijvoorbeeld op basis van de amplitude en/of fase van de met de ontvanger 24 ontvangen heruitgezonden signalen. Indien de positie van de eerste eenheid van figuur 2b bekend is, is daarmee binnen zekere grenzen ook de positie van de tweede eenheid van figuur 2 b bekend omdat beide eenheden aan het zelfde dier zijn bevestigd. Indien de positie van de tweede eenheid van figuur 2c bekend is, is daarmee binnen zekere grenzen ook de positie van de eerste eenheid van figuur 2c bekend omdat beide eenheden aan het zelfde dier zijn bevestigd. Indien de positie van de eerste eenheid en de positie van de tweede eenheid van het systeem van figuur 1 bekend is, kan bijvoorbeeld ook nog iets naders over het dier worden gezegd waaraan de eerste eenheid en de tweede eenheid zijn bevestigd indien bijvoorbeeld bekend is op welke positie van het dier de eerste eenheid is bevestigd en op welke positie van het dier de tweede eenheid is bevestigd (bijvoorbeeld respectievelijk aan de staart en de hals). Het verschil in gemeten posities kan bijvoorbeeld iets zeggen over de oriëntatie of richting van het dier.It is also noted that the determination of the position of the first and / or second unit can be performed entirely differently than discussed above. It is thus possible that said means for determining the position of the system, the first unit and / or the second unit comprise, for example, beacons 100 which are arranged at a predetermined position, wherein a predetermined signal is transmitted by each beacon transmitted by a receiver is received from the system (for example by the RFID tag 20) and is broadcast from the system by the transmitter means 6, first transmitter unit 6.1, second transmitter unit 6.2 and / or transmitter unit 6. The assembly further comprises the receiver 24 for receiving the signals retransmitted by the transmitter means, first transmitter unit 6.1, second transmitter unit 6.2 and / or transmitter means 6. A signal processing unit 26 (here the computer 26) processes the signals received by the receiver 24 in combination to determine the position of the system, first transmitter unit 6.1 (and therefore of the first unit), second transmitter unit 6.2 (and thus of the second unit) and / or transmitter unit 6 (and thus of the first unit of Figure 2b or the second unit of Figure 2c) for example on the basis of the amplitude and / or phase of the retransmitted signals received with the receiver 24. If the position of the first unit of Figure 2b is known, the position of the second unit of Figure 2b is also known within certain limits because both units are attached to the same animal. If the position of the second unit of Figure 2c is known, the position of the first unit of Figure 2c is also known within certain limits because both units are attached to the same animal. If the position of the first unit and the position of the second unit of the system of Fig. 1 are known, something further can be said about the animal to which the first unit and the second unit are attached if it is known, for example, on which position of the animal the first unit is attached and at which position of the animal the second unit is attached (e.g. to the tail and neck, respectively). The difference in measured positions can say something about the orientation or direction of the animal.

Ook wordt opgemerkt dat de berekeningen die door de computer 26 worden uitgevoerd op basis van de ontvangen informatie van het systeem ook door de -controlemiddelen 22 van het systeem zelf worden uitgevoerd. Zo kunnen de controlemiddelen 22 bijvoorbeeld zelf bepalen wat de status van een dier is op basis van de signalen van de G-sensor en/of kompas. Ook kunnen de controlemiddelen bijvoorbeeld zelf de positie van het systeem bepalen op basis van de met het RFID-label ontvangen signalen van de bakens. Ook hier kan op basis van de amplitudes en/of fasen van de ontvangen signalen door de controle middelen de positie van het systeem (in feite van het RFID label) worden bepaald.It is also noted that the calculations performed by the computer 26 on the basis of the information received from the system are also performed by the control means 22 of the system itself. For example, the control means 22 can determine for themselves what the status of an animal is based on the signals from the G-sensor and / or compass. The control means can for instance also determine the position of the system on the basis of the signals from the beacons received with the RFID label. Here too, the position of the system (in fact of the RFID tag) can be determined by the control means on the basis of the amplitudes and / or phases of the received signals.

Claims (35)

1. Systeem ingericht om door een dier te worden gedragen voor het monitoren van een dier, met het kenmerk dat het systeem is voorzien van zendermiddelen en een tweede eenheid waarbij de tweede eenheid is voorzien van een kompasinrichting voor het meten van een richting van de tweede eenheid ten opzichte van het magnetische noorden waarbij de kompasinrichting communicatief met de zendermiddelen is verbonden voor het uitzenden van informatie over de met de kompasinrichting gemeten richting, eventueel in combinatie met een met de tweede eenheid geassocieerde tweede identificatiecode.A system adapted to be carried by an animal for monitoring an animal, characterized in that the system is provided with transmitter means and a second unit, the second unit being provided with a compass device for measuring a direction of the second unit relative to magnetic north, wherein the compass device is communicatively connected to the transmitter means for transmitting information about the direction measured with the compass device, optionally in combination with a second identification code associated with the second unit. 2. Systeem ingericht volgens conclusies l,met het kenmerk, dat het systeem verder is voorzien van een eerste eenheid waarbij de eerste eenheid is voorzien van een G-sensor voor het meten van een oriëntatie ten opzichte van een richting van de zwaartekracht en/of beweging van de eerste eenheid waarbij de zendermiddelen communicatief met de G-sensor zijn verbonden voor het uitzenden van informatie over de met de G-sensor gemeten oriëntatie en/of beweging, eventueel in combinatie met een met de eerste eenheid geassocieerde eerste identificatiecode.A system arranged according to claim 1, characterized in that the system is further provided with a first unit, the first unit being provided with a G-sensor for measuring an orientation relative to a direction of gravity and / or movement of the first unit wherein the transmitter means are communicatively connected to the G-sensor for transmitting information about the orientation and / or movement measured with the G-sensor, optionally in combination with a first identification code associated with the first unit. 3. Systeem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de eerste eenheid is voorzien van een eerste zendereenheid van de zendermiddelen waarbij de eerste zendereenheid communicatief met de G-sensor is verbonden voor het uitzenden van informatie over de met de G-sensor gemeten oriëntatie en/of beweging, eventueel in combinatie met de met de eerste eenheid geassocieerde eerste identificatiecode en dat de tweede eenheid is voorzien van een tweede zendereenheid van de zendermiddelen waarbij de kompasinrichting communicatief met de tweede zendereenheid is verbonden voor het uitzenden van informatie over de met de kompasinrichting gemeten richting, eventueel in combinatie met de met de tweede eenheid geassocieerde tweede identificatiecode.3. System as claimed in claim 2, characterized in that the first unit is provided with a first transmitter unit of the transmitter means, the first transmitter unit being communicatively connected to the G-sensor for transmitting information about the orientation measured with the G-sensor and / or movement, optionally in combination with the first identification code associated with the first unit and that the second unit is provided with a second transmitter unit of the transmitter means, the compass device being communicatively connected to the second transmitter unit for transmitting information about the compass device measured direction, optionally in combination with the second identification code associated with the second unit. 4. Systeem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de eerste eenheid is voorzien van een zendereenheid van de zendermiddelen waarbij de zendereenheid communicatief met de G-sensor is verbonden voor het uitzenden van informatie over de met de G-sensor gemeten oriëntatie en/of beweging, eventueel in combinatie met de met de eerste eenheid geassocieerde eerste identificatiecode waarbij de kompasinrichting communicatief met de zendereenheid is verbonden voor het uitzenden van informatie over de met de kompasinrichting gemeten richting, eventueel in combinatie met de met de tweede eenheid geassocieerde tweede identificatieco de.System as claimed in claim 2, characterized in that the first unit is provided with a transmitter unit of the transmitter means, the transmitter unit being communicatively connected to the G-sensor for transmitting information about the orientation and / or measurement measured with the G-sensor or movement, optionally in combination with the first identification code associated with the first unit, the compass device being communicatively connected to the transmitter unit for transmitting information about the direction measured with the compass device, optionally in combination with the second identification code associated with the second unit . 5. Systeem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de tweede eenheid is voorzien van een zendereenheid van de zendermiddelen waarbij de zendereenheid communicatief met de kompasinrichting is verbonden voor het uitzenden van informatie over de met de kompasinrichting gemeten richting eventueel in combinatie met de tweede identificatiecode waarbij de G-sensor communicatief met de zendereenheid is verbonden voor het uitzenden van informatie over de met de G-sensor gemeten oriëntatie en/of beweging eventueel in combinatie met de met de eerste eenheid geassocieerde eerste identificatiecode.System as claimed in claim 2, characterized in that the second unit is provided with a transmitter unit of the transmitter means, the transmitter unit being communicatively connected to the compass device for transmitting information about the direction measured with the compass device, possibly in combination with the second identification code in which the G-sensor is communicatively connected to the transmitter unit for transmitting information about the orientation and / or movement measured with the G-sensor, possibly in combination with the first identification code associated with the first unit. 6. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zendermiddelen is voorzien van een RFID-tag en/of dat de eerste zendereenheid van conclusie 3 is voorzien van een RFID-tag en/of dat de tweede zendereenheid van conclusie 4 is voorzien van een RFID-tag en/of dat de zendereenheid van conclusie 4 of 5 is voorzien van een RFID-tag.A system according to any one of the preceding claims, characterized in that the transmitter means is provided with an RFID tag and / or that the first transmitter unit of claim 3 is provided with an RFID tag and / or that the second transmitter unit of claim 4 is provided with an RFID tag and / or that the transmitter unit of claim 4 or 5 is provided with an RFID tag. 7. Systeem volgens ten minste conclusie 2, met het kenmerk, dat de zendermiddelen verder is voorzien van controle middelen voor het verwerken van signalen afkomstig van de G-sensor en de kompasinrichting voor het verkrijgen van de informatie waarbij de informatie gecomprimeerde informatie over de achtereenvolgens gemeten oriëntaties en/of bewegingen van de eerste eenheid omvat alsmede gecomprimeerde informatie over de achtereenvolgens genieten richtingen van de tweede eenheid waarbij het systeem is ingericht om de met de controle middelen verkregen informatie met de zendermiddelen uit te zenden.A system according to at least claim 2, characterized in that the transmitter means is further provided with control means for processing signals from the G-sensor and the compass device for obtaining the information, wherein the information is compressed information about the successively includes measured orientations and / or movements of the first unit as well as compressed information about the successively stapled directions of the second unit, the system being arranged to transmit the information obtained with the control means with the transmitter means. 8. Systeem volgens conclusies 3 en 7, met het kenmerk, dat de eerste zendereenheid een eerste controle-eenheid van de controle middelen omvat voor het verwerken van signalen afkomstig van de G-sensor voor het verkrijgen van informatie en/of gecomprimeerde informatie over de achtereenvolgens gemeten oriëntaties en/of bewegingen van de eerste eenheid waarbij de eerste controle middelen in de eerste eenheid is opgenomen en dat de tweede zendereenheid een tweede controle-eenheid van de controlemiddelen omvat voor het verkrijgen van informatie en/of gecomprimeerde informatie over de achtereenvolgens gemeten richtingen van de tweede eenheid waarbij de tweede controle middelen in de tweede eenheid zijn opgenomen.A system according to claims 3 and 7, characterized in that the first transmitter unit comprises a first control unit of the control means for processing signals from the G sensor for obtaining information and / or compressed information about the orientations and / or movements of the first unit measured successively, the first control means being included in the first unit and the second transmitter unit comprising a second control unit of the control means for obtaining information and / or compressed information about the successively measured directions of the second unit with the second control means included in the second unit. 9. Systeem volgens conclusie 4 of 5 en volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de zendereenheid is voorzien van de controlemiddelen.System according to claim 4 or 5 and according to claim 7, characterized in that the transmitter unit is provided with the control means. 10. Systeem volgens tenminste conclusie 2, met het kenmerk, dat het systeem is voorzien van een eerste behuizing waarin de eerste eenheid is opgenomen en een tweede behuizing waarin de tweede eenheid is opgenomen.System according to at least claim 2, characterized in that the system is provided with a first housing in which the first unit is accommodated and a second housing in which the second unit is accommodated. 11. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 3-9 en volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het systeem is voorzien van een behuizing waarin de eerste eenheid, de zendermiddelen en de tweede eenheid zijn opgenomen.A system according to any one of the preceding claims 3-9 and according to claim 2, characterized in that the system is provided with a housing in which the first unit, the transmitter means and the second unit are accommodated. 12. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het systeem is voorzien van een behuizing waarin de tweede eenheid en de zendermiddelen zijn opgenomen.12. System as claimed in claim 1, characterized in that the system is provided with a housing in which the second unit and the transmitter means are accommodated. 13. Systeem volgens tenminste conclusie 2, met het kenmerk, dat de G-sensor en de kompasinrichting zijn geïntegreerd in een enkele sensor.A system according to at least claim 2, characterized in that the G-sensor and the compass device are integrated in a single sensor. 14. Systeem volgens tenminste een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kompasinrichting een elektronisch kompas betreft.A system according to at least one of the preceding claims, characterized in that the compass device is an electronic compass. 15. Systeem volgens tenminste conclusie 2, met het kenmerk, dat de eerste identificatiecode gelijk is aan de tweede identificatiecode.A system according to at least claim 2, characterized in that the first identification code is equal to the second identification code. 16. Samenstel voorzien van een systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het samenstel verder is voorzien van ten minste een eerste ontvangereenheid voor het ontvangen van de door de zendermiddelen uitgezonden informatie.An assembly provided with a system according to any one of the preceding claims, characterized in that the assembly is further provided with at least a first receiver unit for receiving the information transmitted by the transmitter means. 17. Samenstel volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het sa men stel verder is voorzien van een computer voor het verwerken van de met de ten minste ene ontvangereenheid ontvangen informatie.17. An assembly according to claim 16, characterized in that the assembly is further provided with a computer for processing the information received with the at least one receiver unit. 18. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies 16 of 17, met het kenmerk, dat het samenstel verder is voorzien van middelen voor het bepalen van de positie van het systeem, de eerste eenheid volgens tenminste conclusie 2 en/of de tweede eenheid, waarbij genoemde middelen bijvoorbeeld een veelvoud van ontvangers omvatten voor het ontvangen van door de zendermiddelen uitgezonden informatie voor het uitvoeren van een kruispeiling en/of waarbij genoemde middelen bijvoorbeeld bakens omvatten die op een vooraf bepaalde positie zijn aangebracht waarbij elk baken een vooraf bepaald signaal uitzendt dat door een tweede ontvanger van het systeem wordt ontvangen en weer wordt uitgezonden door de zendermiddelen, de eerste zendereenheid van conclusie 3, de tweede zendereenheid van conclusie 3, en/of de zendereenheid van conclusie 4 of 5, waarbij het samenstel voorts de eerste ontvanger omvat voor het ontvangen van de door de zendermiddelen, eerste zendereenheid, tweede zendereenheid en/of de zendereenheid heruitgezonden signalen en waarbij het samenstel voorts is voorzien van de signaalverwerkingseenheid die de door de eerste ontvanger ontvangen signalen in combinatie verwerkt voor het bepalen van de positie van het systeem, de eerste zendereenheid, de tweede zendereenheid en/of de zendereenheid bijvoorbeeld op basis van de amplitude en/of fase van de met de ontvanger ontvangen heruitgezonden signalen.An assembly according to any one of the preceding claims 16 or 17, characterized in that the assembly is further provided with means for determining the position of the system, the first unit according to at least claim 2 and / or the second unit, wherein said unit means comprise, for example, a plurality of receivers for receiving information transmitted by the transmitter means for performing a cross-checking and / or wherein said means comprise, for example, beacons arranged at a predetermined position, each beacon transmitting a predetermined signal transmitted by a second receiver of the system is received and broadcast again by the transmitter means, the first transmitter unit of claim 3, the second transmitter unit of claim 3, and / or the transmitter unit of claim 4 or 5, wherein the assembly further comprises the first receiver for receiving from the transmitter means, first transmitter unit, second transmitter unit and / or the z signals and the assembly is further provided with the signal processing unit which processes the signals received by the first receiver in combination for determining the position of the system, the first transmitter unit, the second transmitter unit and / or the transmitter unit for example on the basis of the amplitude and / or phase of the retransmitted signals received with the receiver. 19. Werkwijze voor het monitoren van een dier waarbij gebruik wordt gemaakt van een systeem volgens een der voorgaande conclusies dat door een dier wordt gedragen.A method for monitoring an animal wherein use is made of a system according to any one of the preceding claims that is carried by an animal. 20. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat het systeem aan en/of in een dier is bevestigd, bijvoorbeeld bevestigd aan een hals, poot, oor en/of staart van het dier en/of bijvoorbeeld op genomen in een maag van het dier en/of onderhuids bij het dier.A method according to claim 19, characterized in that the system is attached to and / or in an animal, for example attached to an animal's neck, leg, ear and / or tail and / or for example taken up in a stomach of the animal and / or under the skin of the animal. 21. Werkwijze volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat op basis van de door het systeem uitgezonden informatie over een richting van de tweede eenheid in combinatie met de door het systeem uitgezonden informatie over een oriëntatie en/of beweging van de eerste eenheid volgens tenminste conclusie 2 de richting waarin een dier loopt, ligt of staat wordt bepaald.A method according to claim 19 or 20, characterized in that on the basis of the information transmitted by the system about a direction of the second unit in combination with the information transmitted by the system about an orientation and / or movement of the first unit according to at least claim 2, the direction in which an animal walks, lies or stands is determined. 22. Werkwijze volgens een der conclusies 19-21, met het kenmerk, dat aan de hand van de door het systeem uitgezonden informatie van het dier het aantal stappen van het dier wordt geteld, een richting van het dier wordt bepaald, een beweging van het dier wordt bepaald, wordt bepaald of het dier staat, wordt bepaald of het dier ligt, wordt bepaald of het dier loopt, wordt bepaald of het dier vreet en/of wordt bepaald of het dier vaste uitwerpselen afgeeft.A method according to any one of claims 19-21, characterized in that on the basis of the information from the animal transmitted by the system the number of steps of the animal is counted, a direction of the animal is determined, a movement of the animal animal is determined, it is determined whether the animal is standing, it is determined whether the animal is lying down, it is determined whether the animal is walking, it is determined whether the animal is eating and / or it is determined whether the animal is giving solid excrement. 23. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 19-22, met het kenmerk, dat op basis van de door het systeem uitgezonden informatie over een richting van de tweede eenheid in combinatie met de door het systeem uitgezonden informatie over een oriëntatie en/of beweging van de eerste eenheid volgens tenminste conclusie 2, een positie van het dier wordt ingeschat waarbij bijvoorbeeld de geschatte positie bepaling wordt gecombineerd met de positie bepaling volgens conclusie 18.A method according to any one of the preceding claims 19-22, characterized in that on the basis of the information transmitted by the system about a direction of the second unit in combination with the information transmitted by the system about an orientation and / or movement of the first unit according to at least claim 2, a position of the animal is estimated, wherein, for example, the estimated position determination is combined with the position determination according to claim 18. 24. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusie 19-23, met het kenmerk, dat op basis van de door het systeem uitgezonden informatie over een oriëntatie en/of beweging van de eerste eenheid volgens tenminste conclusie 2, tenminste een parameter wordt bepaald van de volgende parameters: het aantal stappen, de ligtijd, de statijd, de looptijd en/of een overgang tussen staan en liggen van het dier waarbij de bepaalde tenminste ene parameter in combinatie met een gemeten richting van de tweede eenheid wordt verwerkt.A method according to any one of the preceding claims 19-23, characterized in that on the basis of the information transmitted by the system about an orientation and / or movement of the first unit according to at least claim 2, at least one parameter of the following is determined parameters: the number of steps, the lying time, the standing time, the running time and / or a transition between standing and lying of the animal, the determined at least one parameter being processed in combination with a measured direction of the second unit. 25. Werkwijze volgens conclusies 23 en 24, met het kenmerk, dat de positie van het dier wordt geschat op basis van de bepaalde tenminste ene parameter in combinatie met de uitgezonden informatie over de richting van de tweede eenheid.Method according to claims 23 and 24, characterized in that the position of the animal is estimated on the basis of the determined at least one parameter in combination with the transmitted information about the direction of the second unit. 26. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 19-25, met het kenmerk, dat op basis van de door het systeem uitgezonden informatie over een richting van de tweede eenheid in combinatie met de door het systeem uitgezonden informatie over een oriëntatie en/of beweging van de eerste eenheid volgens tenminste conclusie 2, informatie wordt gegenereerd over een geschat moment waarop of een geschatte periode waarin partus plaatsvindt bij een dier.A method according to any one of the preceding claims 19-25, characterized in that on the basis of the information transmitted by the system about a direction of the second unit in combination with the information transmitted by the system about an orientation and / or movement of the first unit according to at least claim 2, information is generated about an estimated time at which or an estimated period of time when parturition takes place in an animal. 27. Werkwijze volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat tenminste op basis van de door het systeem uitgezonden informatie over de oriëntatie en/of beweging van de eerste eenheid een opstaparameter wordt bepaald die representeert hoe vaak het dier per tijdseenheid gemiddeld opstaat waarbij de opstaparameter in combinatie met de uitgezonden informatie over de richting van de tweede eenheid wordt verwerkt om de informatie te genereren over een geschat moment waarop of een geschatte periode waarin partus plaatsvindt bij een dieren/of dat tenminste op basis van de door het systeem uitgezonden informatie over de oriëntatie en/of beweging van de eerste eenheid een activiteit van het dier wordt bepaald zoals bijvoorbeeld een opstaparameter die representeert hoe vaak het dier per tijdseenheid gemiddeld opstaat, het aantal stappen dat een dier neemt per tijdsperiode en/of het oplichten van de staart waarbij de bepaalde activiteit in combinatie met de uitgezonden informatie over de richting van de tweede eenheid wordt verwerkt om de informatie te genereren over een geschat moment waarop of een geschatte periode waarin partus plaatsvindt bij een dierA method according to claim 26, characterized in that at least on the basis of the information transmitted by the system about the orientation and / or movement of the first unit, a boarding parameter is determined which represents how often the animal gets up on average per unit of time with the boarding parameter in combination with the transmitted information about the direction of the second unit is processed to generate the information about an estimated time at which or an estimated period of time during which an animal is being partied / or at least based on the information transmitted by the system about the orientation and / or movement of the first unit an activity of the animal is determined such as, for example, a boarding parameter which represents how often the animal gets up on average per time unit, the number of steps an animal takes per time period and / or the lifting of the tail, certain activity in combination with the broadcasted information about the direction va n the second unit is processed to generate the information about an estimated time at which or an estimated period of time when a parturition takes place in an animal 28. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 19-27, met het kenmerk, dat indien wordt vastgesteld aan de hand van de door het systeem uitgezonden informatie over de richting van de tweede eenheid dat het gemiddeld aantal veranderingen van een richting van de tweede eenheid per tijdseenheid boven een vooraf bepaalde waarde ligt, dan wordt geconcludeerd dat het dier tochtig is of mogelijk tochtig is.A method according to any one of the preceding claims 19-27, characterized in that if it is determined on the basis of the information transmitted by the system about the direction of the second unit that the average number of changes of a direction of the second unit per time unit is above a predetermined value, it is concluded that the animal is drafty or possibly drafty. 29. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 19-28, met het kenmerk, dat aan de hand van de door het systeem uitgezonden informatie over de richting van de tweede eenheid wordt bepaald of het gemiddeld aantal veranderingen van een richting van de tweede eenheid per tijdseenheid boven een vooraf bepaalde waarde ligt waarbij indien de vooraf bepaald waarde wordt overschreden aan de hand van de uitgezonden informatie over de oriëntatie en/of beweging van de eerste eenheid volgens tenminste conclusie 2 op bekende wijze wordt bepaald of het dier tochtig is.A method according to any one of the preceding claims 19-28, characterized in that on the basis of the information transmitted by the system about the direction of the second unit it is determined whether the average number of changes of a direction of the second unit per time unit is above a predetermined value, wherein if the predetermined value is exceeded on the basis of the transmitted information about the orientation and / or movement of the first unit according to at least claim 2, it is determined in a known manner whether the animal is heat-hungry. 30. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 19-29, met het kenmerk, dat op basis van de uitgezonden informatie over de oriëntatie en/of beweging van de eerste eenheid volgens tenminste conclusie 2 wordt bepaald of het dier ligt waarbij wanneer het dier ligt op basis van de informatie over de richting van de tweede eenheid wordt bepaald in welke richting het dier ligt waarbij indien de richting waarin het dier ligt met meer dan vooraf bepaalde toleranties afwijkt van een vooraf bepaalde richting, wordt vastgesteld dat er een afwijkend gedrag is van het dier, zoals een damslaper of een dier dat sociaal gezien buiten een kudde ligt.A method according to any one of the preceding claims 19-29, characterized in that on the basis of the transmitted information about the orientation and / or movement of the first unit according to at least claim 2, it is determined whether the animal lies, and when the animal lies on on the basis of the information about the direction of the second unit, it is determined in which direction the animal is lying, wherein if the direction in which the animal is lying deviates from a predetermined direction by more than predetermined tolerances, it is determined that there is a deviating behavior of the animal animal, such as a dam sleeper or an animal that is socially outside a herd. 31. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 19-30, met het kenmerk, dat gebruik wordt gemaakt van een samenstel volgens conclusie 18 voor het bepalen van de positie van het systeem, de eerste eenheid volgens tenminste conclusie 2 en/of de tweede eenheid en waarbij aan de hand van de uitgezonden informatie over de richting van de tweede eenheid wordt bepaald wat de positie en bijbehorende richting van het dier is.A method according to any one of the preceding claims 19-30, characterized in that use is made of an assembly according to claim 18 for determining the position of the system, the first unit according to at least claim 2 and / or the second unit and wherein the position and associated direction of the animal is determined on the basis of the transmitted information about the direction of the second unit. 32. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 19-31, met het kenmerk, dat aan de hand van de opeenvolgende bepaalde posities en bijbehorende richtingen van de tweede eenheid een door het dier afgelegde weg wordt bepaald.A method according to any one of the preceding claims 19-31, characterized in that a path traveled by the animal is determined on the basis of the successive determined positions and associated directions of the second unit. 33. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 19-32, met het kenmerk, dat op basis van de bepaalde richting waarin een dier loopt wordt bepaald of een dier naar de weide loopt.A method according to any one of the preceding claims 19-32, characterized in that, based on the determined direction in which an animal walks, it is determined whether an animal walks to the meadow. 34. Werkwijze volgens conclusie 33, met het kenmerk, dat informatie die betrekking heeft op het lopen van het dier naar de weide wordt genegeerd voor het analyseren van de overige informatie die door het systeem is uitgezonden.A method according to claim 33, characterized in that information relating to the walk of the animal to the meadow is ignored for analyzing the other information transmitted by the system. 35. Werkwijze volgens een der conclusies 19-34, met het kenmerk, dat voor het bepalen van een status van een dier tevens gebruik wordt gemaakt van informatie over waar de eerste eenheid volgens tenminste conclusie 2 en/of de tweede eenheid aan het dier is bevestigd.A method as claimed in any one of claims 19-34, characterized in that for determining a status of an animal use is also made of information about where the first unit according to at least claim 2 and / or the second unit is attached to the animal confirmed.
NL2013572A 2014-10-03 2014-10-03 System for monitoring an animal using a G-sensor. NL2013572B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2013572A NL2013572B1 (en) 2014-10-03 2014-10-03 System for monitoring an animal using a G-sensor.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2013572A NL2013572B1 (en) 2014-10-03 2014-10-03 System for monitoring an animal using a G-sensor.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2013572B1 true NL2013572B1 (en) 2016-10-03

Family

ID=51947442

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2013572A NL2013572B1 (en) 2014-10-03 2014-10-03 System for monitoring an animal using a G-sensor.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2013572B1 (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2025351B1 (en) * 2020-04-15 2021-10-26 Nedap Nv Label suitable to be worn by an animal, and positioning system provided with a label.

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2007119070A1 (en) * 2006-04-18 2007-10-25 Iti Scotland Ltd Method and system for monitoring the condition of livestock
WO2010108496A1 (en) * 2009-03-25 2010-09-30 Smarter Farming A/S System and method for detecting behaviour of animals
WO2011153571A2 (en) * 2010-06-09 2011-12-15 Mkw Electronics Gmbh Animal tag
WO2012158040A1 (en) * 2011-05-17 2012-11-22 N.V.Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap System for observing animals
WO2013006056A1 (en) * 2011-07-05 2013-01-10 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek "Nedap" System for analyzing a condition of an animal

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2007119070A1 (en) * 2006-04-18 2007-10-25 Iti Scotland Ltd Method and system for monitoring the condition of livestock
WO2010108496A1 (en) * 2009-03-25 2010-09-30 Smarter Farming A/S System and method for detecting behaviour of animals
WO2011153571A2 (en) * 2010-06-09 2011-12-15 Mkw Electronics Gmbh Animal tag
WO2012158040A1 (en) * 2011-05-17 2012-11-22 N.V.Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap System for observing animals
WO2013006056A1 (en) * 2011-07-05 2013-01-10 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek "Nedap" System for analyzing a condition of an animal

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2025351B1 (en) * 2020-04-15 2021-10-26 Nedap Nv Label suitable to be worn by an animal, and positioning system provided with a label.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10517275B2 (en) Method, a device and a system for determining a state of an animal
NL2017104B1 (en) A system for linking an identity of an animal that is in a certain position to information about that animal.
US11730141B2 (en) Method for matching a sensor device to an identity (ID) tag for animals and system for performing such method
EP2914099B1 (en) A system and a method for real time detection of the position and behaviour of a plurality of animals
NL2007042C2 (en) SYSTEM FOR ANALYZING A STATE OF AN ANIMAL.
CA2609449C (en) Animal management system
US9300418B2 (en) Electronic locating system
KR101454355B1 (en) Pet management system
Sales et al. Quantifying detection performance of a passive low-frequency RFID system in an environmental preference chamber for laying hens
CN106455521B (en) Data network for monitoring animals
EP0299557A1 (en) Identification system for stock farms
US20200137983A1 (en) Livestock management system
EP3335551A1 (en) Method and system for monitoring livestock inside a building
NL2013572B1 (en) System for monitoring an animal using a G-sensor.
EP2497360B1 (en) System and method for individually checking and feeding animals without (working) identification label
FR3060742B1 (en) TEMPERATURE DETECTION SYSTEM USING A RADIO-LABEL INCLUDING A THERMO-RESISTOR
NL2006796C2 (en) SYSTEM FOR OBSERVING ANIMALS.
JP2006320290A (en) System for estimating individual condition and method for estimating individual condition
EP3381273B1 (en) Determination of life of animal management tags
NL2025037B1 (en) Location validation unit for validating a location of at least one animal, livestock management system, method and computer program.
NL2016113B1 (en) Method and device for detecting and registering grazing of cattle.
KR20200033197A (en) Method and device for identifying an object
CN117545347A (en) Method and control device for investigating feeding behaviour of animals
AU2006251863B2 (en) Animal management system
NZ506431A (en) Radio transmitter receiver transceiver system for recording interactions between animals