NL1031614C2 - Werkwijze, inrichting en inzetstuk voor het vervaardigen van koffie met geschuimde melk. - Google Patents

Description

4

WERKWIJZE, INRICHTING EN INZETSTUK VOOR HET VERVAARDIGEN VAN KOFFIE MET GESCHUIMDE MELK

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor 5 het vervaardigen van koffie met geschuimde melk, zoals cappuccino.

Het is bekend om koffie met geschuimde melk te vervaardigen, door eerst een koffie-extract te vervaardigen en vervolgens daaraan gelijke delen melk en opgeschuimde melk 10 toe te voegen. De ideale verhouding van deze ingrediënten is dus 1/3 koffie-extract, 1/3 melk en 1/3 opgeschuimde melk.

Ook is het bekend om bij met zogeheten "koffiepads" werkende koffiemachines, gebruik te maken van een koffiepad, waarin een hoeveelheid koffiemelkpoeder is opgenomen. Doordat 15 dergelijke koffiezetmachines meestal zodanig zijn vervaardigd dat deze de gezette koffie van een laagje schuim voorzien, wordt aldus koffie met geschuimde melk verkregen.

De uitvinding beoogt de werkwijze voor het vervaardigen van koffie met geschuimde melk te verschaffen, 20 die tot een beter product leidt. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt met de maatregelen, zoals gekenmerkt in conclusie 1. Eerst wordt op de bodem het melkproduct toegevoegd, waarna de gemalen gebrande koffie wordt toegevoegd. Vervolgens wordt door het verhitte water onder druk, van de gebrande koffie 25 een koffie-extract gevormd, dat zich mengt met het melkproduct. Wanneer het melkproduct in vloeibare vorm is toegevoegd, zal eerst een gedeelte daarvan reeds door de drukverhoging in de drukkamer daaruit worden geperst. Doordat de openingen in de bodem als restrictie voor de stroom 30 mengsel onder druk werken, wordt door de drukval bij het passeren van deze doorlaatopeningen schuim gevormd. Voor het melkproduct kan een vloeibaar melkproduct, zoals koffiemelk, of -room worden gekozen. Daarbij worden de doorlaatopeningen 1031614 t- 2 zodanig uitgevoerd dat drukloos vloeibaar melkproduct niet in betekenende mate door de openingen vloeit. Een volledige ondoordringbaarheid is niet nodig. Ook wanneer enkele druppels door de doorlaatopeningen vloeien, kan de werkwijze 5 volgens de uitvinding nog succesvol worden uitgevoerd.

Door toepassing van de werkwijze maatregel van conclusie 2 wordt bereikt dat het melkproduct aanvankelijk goed van de koffie gescheiden blijft, zodat eerst geschuimde melk wordt gevormd en vervolgens koffie-extract wordt gemengd 10 met het resterende gedeelte van het melkproduct. Aldus ontstaat in de hoofdzaak een witte schuimlaag.

Een geschikte uitvoeringsvorm is daarbij gekenmerkt in conclusie 3.

Een verdere ontwikkeling van de werkwijze volgens de 15 uitvinding is gekenmerkt in conclusie 4. Volgens de uitvinding zal de stroom mengsel onder druk met kracht uit de doorlaatopeningen spuiten. Door deze tegen een dwarsrand te richten, wordt daarbij extra schuimvorming bereikt.

De uitvinding betreft en verschaft eveneens een 20 inrichting voor het vervaardigen van geschuimde melk, zoals cappuccino, zoals gekenmerkt in conclusie 6.

Op geschikte wijze omvat de bodem van de drukkamer van deze inrichting zich tot een afstand van de bodem uitstrekkende afstandsmiddelen. Deze afstandsmiddelen 25 ondersteunen de hoeveelheid gemalen gebrande koffie, die bijvoorbeeld in een zogenoemd "pad" is opgenomen. Onder deze "pads" blijft, door de afstandsmiddelen, voldoende ruimte om het door de koffie gestroomde water, ofwel het koffie-extract, onbelemmerd door de doorlaatopeningen te laten 30 stromen.

Op gunstige wijze wordt daarbij de maatregel van conclusie 8 toegepast. Het koffie-extract kan het melkproduct t 3 goed uit tenminste één reservoir verdringen, respectievelijk zich daarmee mengen.

Een andere geschikte uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt in conclusie 5 9. De overdrukkleppen zijn onder normale druk dicht, zodat deze van het melkproduct, ook als dit dun vloeibaar is, ondoorlaatbaar zijn. Zodra het water onder druk wordt toegevoerd, openen de overdrukkleppen zich, om het melkproduct en het koffie-extract te laten ontwijken. Daarbij 10 dienen de overdrukkleppen als restrictie om het gewenste extra-schuim-effect te bereiken.

Een geschikte uitvoering van de overdrukkleppen is gekenmerkt in conclusie 10. Hierdoor kan tenminste de bodem doelmatig in massaproductie worden vervaardigd.

15 Volgens een geschikte verdere ontwikkeling, zoals gekenmerkt in conclusie 12, kan de inrichting volgens de uitvinding gevormd worden door in een op zichzelf bekende inrichting voor het vervaardigen van koffie een inzetstuk op te nemen, dat de bodem met de doorlaatopeningen omvat.

20 Aldus kan bijvoorbeeld op geschikte wijze een algemeen bekende koffie-zet inrichting van het merk " Senseo" volgens de uitvinding gebruikt worden voor het vervaardigen van koffie met geschuimde melk, ofwel cappuccino. Het inzetstuk met doorlaatopeningen volgens de onderhavige 25 uitvinding kan opgenomen worden in de houder daarvan voor het opnemen van twee koffiepads. Door het toevoegen van een melkproduct, zoals koffiemelk en het op het inzetstuk plaatsen van een koffiepad, kan op eenvoudige wijze koffie met geschuimde melk worden vervaardigd.

30 r 4

De uitvinding betreft en verschaft eveneens een inzetstuk voor het met op zichzelf bekende koffiezetinrichtingsvormen van een inrichting volgens de uitvinding, teneinde daarmee vervolgens de werkwijze volgens de uitvinding te kunnen 5 toepassen.

De uitvinding wordt verder toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde figuren.

Figuur 1 toont een op zichzelf bekende koffiezetmachine, die met behulp van een inzetstuk volgens de 10 uitvinding tot een inrichting volgens de uitvinding kan worden gevormd.

Figuur 2 toont een aanzicht met uiteengenomen delen van een koffiepadhouder van de inrichting van Figuur 1, tezamen met een inzetstuk en koffiepad.

15 Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede van de koffiepadhouder met inzetstuk en koffiepad.

Figuur 4 toont het bovenaanzicht van het inzetstuk van Figuur 2 en 3.

Figuur 5 en 6 tonen uitvoeringsvarianten van het 20 inzetstuk.

Figuur 7 toont een doorsnede volgens -VII- in Figuur 6.

Hierna wordt de werkwijze, inrichting en het inzetstuk volgens de uitvindingen beschreven aan de hand van 25 een op zichzelf bekende koffiezetmachine, waarbij het inzetstuk volgens de uitvinding wordt toegepast. Opgemerkt wordt dat de uitvinding niet beperkt is tot een dergelijke toepassing. De uitvinding is evenzeer te belichamen in specifiek vervaardigde inrichtingen.

30 De koffiezetmachine 1 is van een wijd verbreid type dat verkocht wordt onder het merk "Senseo". Het bevat een drukkamer 2, die aan de bovenzijde een laadopening heeft, welke afgesloten kan worden met een deksel 6. In de houder 2 5 kan een zogenoemde "padhouder", dat wil zeggen een houder voor "koffiepads", ofwel koffiezakjes, worden opgenomen. Getoond is een padhouder 3 die bestemd is voor het opnemen van twee koffiepads en het gelijktijdig zetten van twee 5 kopjes koffie.

Normaal gesproken, wordt de koffiehouder 3 met de koffiepads in de drukkamer 2 geplaatst, en met deksel 6 gesloten. Door het bedienen van een druktoets wordt vervolgens een pomp- en verhittingselement geactiveerd, dat 10 ervoor zorgt dat uit openingen 7 in het deksel heet water onder druk boven de koffiepads in de koffiekamer 2 wordt toegevoerd. Dit hete water wordt door de koffiepads geperst en stroomt via een uitstroomopening 3 naar de tuit 5, waaronder koffiekopjes geplaatst kunnen worden.

15 Figuur 2 toont de padhouder meer in detail. Door het daarin plaatsen van het inzetstuk 10 wordt een inrichting volgens de uitvinding verkregen. Het inzetstuk 10 wordt toegepast met de padhouder voor dubbele pads, waarbij het inzetstuk in hoofdzaak de voor één pad bestemde ruimte in de 20 houder 3 inneemt. Dit is duidelijk in Figuur 3 te zien. Het inzetstuk 10 is voorzien van afdichtingsmiddelen 14, waarmee het inzetstuk 10 de drukkamer ten opzichte van de uitstroomopening 8 van de houder 3 afdicht. De afdichtingsmiddelen 14 zorgen ervoor dat het onder druk 25 toegevoerde water via de doorlaatopeningen 11 in de bodem van het inzetstuk 10 gedwongen wordt te stromen.

De afdichtingsmiddelen 14 kunnen, zoals getoond wordt in Figuur 3, gevormd worden door een "O-ring". In een voorkeursuitvoeringsvorm kunnen de afdichtingsmiddelen 30 gevormd worden door een rondom lopende, enkele of dubbele lip, die bij het spuitgieten van het inzetstuk 10 door co-inspuiting van een relatief buigzame kunststof wordt gevormd.

6

Zoals Figuur 3 laat zien, rust de koffiepad 9 op de ruggen 18 van het inzetstuk, die aldus afstandsmiddelen vormen. Tussen de bodem en de afstandsmiddelen worden reservoirs 19 bepaald (zie Figuur 2), die in dit geval 5 koffiemelk 12 kunnen opnemen. In plaats van koffiemelk kan ook een ander melkproduct, zoals melkpoeder, geconcentreerde melk, room of dergelijke worden opgenomen.

Zodra in de houder 2 boven het koffiepad 9 heet water onder druk wordt toegevoerd, zal dit door het koffiepad 9 10 dringen en daarbij bestanddelen uit de in het koffiepad 9 opgenomen gemalen, gebrande koffie opnemen, teneinde een koffie-extract te vormen. Dit koffie-extract vloeit uiteindelijk in de kamers of reservoirs 19. Voordien is door de drukverhoging in de drukkamer 2 reeds een gedeelte van de 15 koffiemelk 12 door de doorlaatopeningen 11 geperst.

Deze doorlaatopeningen 11 zijn zo gedimensioneerd, ofwel hebben een zodanig kleine doorsnede, dat de koffiemelk 12 niet of niet gemakkelijk daar doorheen stroomt, wanneer geen extra druk wordt toegepast.

20 Bij voorkeur is het materiaal van het inzetstuk zodanig gekozen en de doorsnede van de doorlaatopeningen 11 zodanig daaraan aangepast, dat door capillaire werking geen of slechts weinig koffiemelk door deze openingen vloeit, wanneer niet de extra druk door het water onder druk wordt 25 opgelegd.

Zodra dus de druk in de drukkamer toeneemt, zal koffiemelk 12 door de doorlaatopeningen 11 worden geperst. Omdat deze openingen 11 voor deze stroming als restrictie werken, treedt een drukval op, die bijdraagt aan 30 schuimvorming van de uitstromende melk. Een tweede schuimvorming vindt plaats, doordat de harde straal uit de doorlaatopeningen 11 de houderbodem 13 treft. De aldus eniger mate opgeschuimde vloeistof vloeit verder op gebruikelijke 7 wijze door het apparaat 1 naar de uitstroomtuit 5, waarbij additioneel de gebruikelijke schuimvorming optreedt. Aldus wordt een behoorlijke schuimlaag op de gezette koffie verkregen.

5 Aanvankelijk is deze schuimlaag wit, omdat alleen de koffielaag 12 nog door de uitlaatopeningen 11 wordt geperst, doch na verloop van enige tijd treedt menging op van het koffie-extract met resterende melk 12 en treedt in de verdere fase van de werking een mengsel van melk en koffie door de 10 doorlaatopeningen.

Indien in plaats van koffiemelk gebruik gemaakt wordt van melkpoeder, zal het melkpoeder eerst in het koffie-extract oplossen en in deze vorm door de doorlaatopeningen 11 geperst worden met de bijbehorende schuimvorming.

15 Opgemerkt wordt, dat de totale doorsnede van de doorlaatopeningen 11 niet wezenlijk groter zal zijn dan die van de uitlaatopening 8, teneinde het effect van de drukval en de sterke stroming door deze openingen 11 te bereiken.

Hoewel het inzetstuk 10 een gunstige uitvoeringsvorm 20 voor de bodem van de drukkamer volgens de inrichting heeft, is deze daartoe zeker niet beperkt. Ook het gebruik van koffiepads is, zoals opgemerkt, niet essentieel. Wel is het gunstig, dat tussen het melkproduct en de gemalen, gebrande koffie een poreuze wand, bijvoorbeeld in de vorm van een 25 filterpapier, is opgenomen. Dit kan echter een afzonderlijk filterpapier zijn, waarop de gemalen, gebrande koffie wordt gelegd.

De bodem van de drukkamer van de inrichting volgens de uitvinding kan vele geschikte andere vormen hebben. Zo 30 toont bijvoorbeeld Figuur 5 een bodem, in dit geval eveneens geschikt voor een koffiemachine volgens Figuur 1, die een kleiner aantal afstandsmiddelen in de vorm van de ruggen 21 heeft en een groter aantal openingen 22. Het aantal k 8 doorlaatopeningen kan worden aangepast aan de omstandigheden, zoals de hoeveelheid en druk van het toegevoerde water, het type gebruikt melkproduct en dergelijke.

Het inzetstuk 25 van Figuur 6 heeft afstandsmiddelen 5 in de vorm van opstaande pennetjes 26. Deze strekken zich over ongeveer dezelfde hoogte uit als de ruggen 18 en 21 van de inzetstukken 10 en 20.

De doorlaatopeningen 27 zijn anders uitgevoerd. Deze omvatten overdrukkleppen, die normaal gesloten zijn, doch 10 opengedrukt worden op het moment dat water onder druk in de drukhouder wordt toegevoerd.

Zoals Figuur 7 laat zien, zijn deze overdrukkleppen gevormd door elementen van buigzame kunststof, die van een doorsnijding 28 zijn voorzien. Onder drukloze omstandigheden, 15 liggen de wanden van de doorsnijding 28 tegen elkaar aan en wordt dus een afsluiting gevormd. Zodra voldoende druk aan één zijde van de overdrukklep 26 heerst, wordt de kunststof zodanig vervormd, dat een doorlaat via de doorsnijding 28 optreedt.

20 Deze overdrukkleppen 27 kunnen op geschikte wijze door co-inspuiting van de relatief buigzame kunststof bij het spuit gieten van het inzetstuk 25 worden gevormd.

1031614

Claims (14)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van koffie met geschuimde melk, zoals cappuccino, omvattende: 5. het verschaffen van een drukkamer met aan een onderzijde een van een aantal doorlaatopeningen voorziene bodem; - het in de drukkamer, boven de bodem opnemen van een hoeveelheid melkproduct waarbij het melkproduct een vloeibaar melkproduct, zoals koffiemelk of -room is; 10. het in de drukkamer, boven het melkproduct, opnemen van een hoeveelheid gemalen gebrande koffie; - het aan de tegenover de bodem liggende zijde, aan de drukkamer toevoeren van verhit water onder druk; en - het aan de andere zijde van de doorlaatopeningen afvoeren 15 van een mengsel van koffie-extract en melkproduct, waarbij een materiaal voor de bodem en de doorsnede van de doorlaatopeningen in de bodem zodanig zijn gekozen dat deze voor drukloos melkproduct in hoofdzaak ondoorlaatbaar zijn en als restrictie voor de stroom mengsel onder druk werken. 20

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de hoeveelheid gemalen gebrande koffie door een poreuze wand van het melkproduct wordt gescheiden.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij de hoeveelheid gemalen gebrande koffie opgenomen wordt in een zakje van filtermateriaal.

4. Werkwijze volgens één van de voorgaande 30 conclusies, waarbij de stroom mengsel onder druk uit de doorlaatopeningen tegen een dwarswand wordt gericht. 1031614 m

5. Inrichting voor het vervaardigen van koffie met geschuimde melk, zoals cappuccino, omvattende: - een van een afsluitbare laadopening voorziene drukkamer met een van een aantal doorlaatopeningen voorziene bodem; 5. middelen voor het in de drukkamer boven de bodem opnemen van een hoeveelheid melkproduct waarbij het melkproduct een vloeibaar melkproduct, zoals koffiemelk of -room is; - middelen voor het boven het melkproduct opnemen van een hoeveelheid gemalen gebrande koffie; en 10. middelen voor het aan de drukkamer boven de koffie toevoeren van verhit water onder druk, waarbij een materiaal van de bodem en de doorsnede van de doorlaatopeningen in de bodem zodanig zijn gekozen dat deze voor drukloos melkproduct in hoofdzaak ondoorlaatbaar zijn en als restrictie voor de 15 stroom mengsel onder druk werken.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij onder de doorlaatopeningen een dwarswand is aangebracht.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de bodem zich tot een afstand van de bodem uitstrekkende afstandsmiddelen draagt.

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij boven de 25 bodem en tussen de afstandsmiddelen een aantal reservoirs wordt bepaald voor het opnemen van melkproduct.

9. Inrichting volgens één van de conclusies 5-8, waarbij de doorlaatopeningen overdrukkleppen omvatten. 30

10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de overdrukkleppen gevormd worden door van een doorsnijding voorziene elementen van een buigzame kunststof. V

11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de bodem door spuitgieten vervaardigd is van een kunststof en de elementen van buigzamere kunststof door co-inspuiting in de bodem zijn gevormd. 5

12. Inrichting volgens één van de conclusies 5 - 11, omvattende een inrichting voor het vervaardigen van koffie, met een van een afsluitbare laadopening voorziene drukkamer, een in de drukkamer opneembare houder voor een hoeveelheid 10 gemalen gebrande koffie, middelen voor het aan de drukkamer boven de koffie toevoeren van verhit water onder druk en een uitstroomopening voor koffie-extract, waarbij de bodem omvat wordt door een in de houder, boven de uitstroomopening opneembaar inzetstuk, dat aan zijn omtrek voorzien is van met 15 een omtrekswand van de houder samenwerkende afdichtingsmiddelen.

13. Inzetstuk voor het met een inrichting voor het vervaardigen van koffie vormen van een inrichting volgens 20 conclusie 12.

14. Inzetstuk volgens conclusie 13 dat door spuitgieten vervaardigd is van een kunststof en waarbij de afdichtingsmiddelen van een buigzamere kunststof door co- 25 inspuiting zijn gevormd. 1031614