NL9500442A

NL9500442A - Hose pump.

Info

Publication number: NL9500442A
Application number: NL9500442A
Authority: NL
Inventors: Michiel Auguste Adolph Lubbers
Original assignee: Elu Ijmond Techniek B V
Priority date: 1995-03-06
Filing date: 1995-03-06
Publication date: 1996-10-01
Also published as: EP0731275A1

Description

Slangepomp.Hose pump.

De uitvinding heeft betrekking op een slangepomp overeenkomstig de aanhef van conclusie 1.The invention relates to a hose pump according to the preamble of claim 1.

Vele slangepompen zijn bekend waarmee een mediumstroom in een kanaal, veelal een rubberen slang of vergelijkbaar, wordt opgewekt zonder dat een aandrijvend element, uitgezonderd de kanaalwand, in rechtstreeks contact met het voort te stuwen medium treedt. Daartoe wordt het kanaal afwisselend tussen aandrijfelementen en tegenhoudelementen samengedrukt of -geknepen en weer vrij gegeven om in de oorspronkelijke stand terug te keren zodat een "peristaltische" beweging van de kanaalwand ontstaat en het zich daarin bevindende medium dientengevolge door het kanaal heen wordt voortgestuwd.Many hose pumps are known with which a medium flow in a channel, usually a rubber hose or the like, is generated without a driving element, with the exception of the channel wall, coming into direct contact with the medium to be propelled. For this purpose, the channel is compressed or squeezed alternately between drive elements and retaining elements and released to return to the original position so that a "peristaltic" movement of the channel wall occurs and the medium contained therein is consequently propelled through the channel.

Bij de bekende slangepomp is het daaraan uitvoeren van onderhouds-of reparatiewerkzaamheden lastig. Ook is het lastig, de bekende slangepomp op juiste werking te inspecteren. Ook zijn onderdelen van de bekende slangepomp aan relatief sterke slijtage onderhevig. Voorts bestaat de bekende slangepomp uit relatief veel onderdelen waarmee een kostbare vervaardiging gemoeid is.With the known hose pump it is difficult to carry out maintenance or repair work thereon. It is also difficult to inspect the known hose pump for correct operation. Parts of the known hose pump are also subject to relatively strong wear. Furthermore, the known hose pump consists of a relatively large number of parts, which involve expensive manufacture.

De onderhavige uitvinding beoogt, een verbeterde slangepomp.The present invention contemplates an improved hose pump.

Hiertoe wordt voorgesteld een slangepomp welke voldoet aan de combinatie van maatregelen zoals opgesomd in de bijgevoegde conclusie. In de volgconclusies zijn voordelige uitvoeringsvarianten van de uitvinding nader toegelicht.To this end it is proposed a hose pump which complies with the combination of measures as recited in the appended claim. Advantageous embodiments of the invention are further elucidated in the subclaims.

Op de eerste plaats, wordt met de uitvinding bereikt dat het kanaal (veelal een rubberen slang of equivalent) gemakkelijk uit de slangepomp kan worden weggenomen of daarin kan worden geplaatst. Voor bijvoorbeeld medische toepassingen kan daarmee een aanzienlijke besparing op bijvoorbeeld onderhoud- en reparatiewerkzaamheden worden bereikt. Immers moet in dat verband de slang regelmatig worden vervangen/gereinigd (gedesinfecteerd), gezien de hoge eisen die gesteld worden aan de hygiëne en de lekdicht, terwijl slangepompen in de medische wereld op grote schaal worden toegepast voor bijvoorbeeld nierdialysedoeleinden, maar bijvoorbeeld ook voor enterale of parentale toedieningen. Op grond van kosten- en milieuoverwegingen bestaat de wens voor een telkens opnieuw te gebruiken slangepomp waarvan slechts een minimumaantal, het liefst geen enkel, onderdelen voor het hergebruik vervanging vereist. Ook voor andere toepassingsgebieden buiten de medische wereld biedt de uitvinding door de gemakkelijke uitwisselbaarheid van de slang belangrijke voordelen. Daarnaast wordt tevens hiermee een voordeel bereikt bij de assemblage van de slangepomp volgens de uitvinding door de fabrikant.In the first place, the invention achieves that the channel (usually a rubber hose or equivalent) can be easily removed from or placed in the hose pump. For medical applications, for example, considerable savings can be achieved on, for example, maintenance and repair work. After all, in this context, the hose must be regularly replaced / cleaned (disinfected), given the high requirements for hygiene and leak-tightness, while hose pumps are widely used in the medical world for, for example, kidney dialysis purposes, but also for enteral purposes or parental administrations. Due to cost and environmental considerations, there is a desire for a reusable hose pump of which only a minimum number, preferably none, of components requires replacement for reuse. The invention also offers important advantages for other fields of application outside the medical world due to the easy exchangeability of the hose. In addition, this also provides an advantage in the assembly of the hose pump according to the invention by the manufacturer.

Door de aanwezigheid van het venster is het ook eenvoudig mogelijk, de slangepomp op juiste werking te controleren.The presence of the window also makes it easy to check the hose pump for correct operation.

Door het tegenhoudelement in de behuizing te integreren wordt verder een produktievoordeel bereikt, en wordt ook voorkomen dat het tegenhoudelement, in vergelijking met een uitvoering als afzonderlijk onderdeel, niet verloren kan gaan, bijvoorbeeld bij onderhoud- of reparatiewerkzaamheden. Ook is op die manier op eenvoudige wijze betrouwbaar de afstand tussen het aandrijfelement en het tegenhoudelement in te stellen, welke automatisch bereikt wordt wanneer de behuizing is gesloten, gereed voor werking. Op geschikte wijze kan de behuizing uit slechts twee afzonderlijke delen zijn samengesteld, hetgeen onder andere gunstig is voor zijn vervaardiging. Door die afzonderlijke behuizingdelen schuivend in elkaar passend uit te voeren kan tegelijkertijd het tussen het aandrijfelement en het tegenhoudelement vrij geven van het pompkanaal voor zijn uitwisseling worden bereikt. Daartoe kunnen die afzonderlijke behuizingdelen met groef en veer verschuivend in elkaar passend zijn uitgevoerd, of aan die groef- en veer equivalente middelen bezitten om hetzelfde verschuifbaar in elkaar grijpen te bereiken. Ten behoeve van de smering tussen het aandrijfelement en het pompkanaal (de slang) verdient het voorts de voorkeur, de slangepomp uit te rusten met een smeerorgaan dat in glijdend of wrijvend contact staat met het aandrijfelement. Op die manier wordt het aandrijfelement voortdurend gesmeerd, zodat een voortdurende smering tussen de slang en het aandrijfelement bestaat, hetgeen veroudering (slijtage) verregaand kan beperken. Zelfs wanneer bij de bekende slangepomp het aandrijf element één of meer vrij roterende en met de slang in aangrijping gebrachte rollen bezit, is de slijtage van de bekende slangepomp nog aanzienlijk wegens onvoldoende (in de tijd gegarandeerde) smering tussen het aandrijfelement en het pompkanaal.By integrating the retaining element in the housing, a production advantage is further achieved, and it is also prevented that the retaining element, in comparison with a version as a separate part, cannot be lost, for instance during maintenance or repair work. Also, in this way, the distance between the drive element and the retaining element, which is automatically reached when the housing is closed, can be reliably adjusted, ready for operation. Conveniently, the housing can be composed of only two separate parts, which is advantageous, inter alia, for its manufacture. By slidingly designing said individual housing parts into one another, it is possible at the same time to release the pump channel for its exchange between the drive element and the retaining element. To that end, said separate housing parts with groove and spring can be slidably fitted to each other, or have equivalent means to that groove and spring to achieve the same slidable interlocking. For lubrication between the drive element and the pump channel (the hose) it is further preferred to equip the hose pump with a lubricating member that is in sliding or frictional contact with the drive element. In this way, the drive element is continuously lubricated, so that there is continuous lubrication between the hose and the drive element, which can largely limit aging (wear). Even with the known hose pump the drive element has one or more freely rotating and meshed rollers, the wear of the known hose pump is still considerable because of insufficient (time-guaranteed) lubrication between the drive element and the pump channel.

Door van de verschuifbaar in elkaar grijpende behuizingdelen één deel uit te rusten met uitstekende nokken welke komen te grijpen in corresponderende uitsparingen in het andere behuizingdeel kan een betrouwbare onderlinge standvergrendeling worden gewaarborgd waarbij slechts een minimumaantal additionele verbindingsmiddelen (schroeven, bouten, moeren, snaptongen en dergelijke) vereist zijn om de behuizingdelen, bij voorkeur gemakkelijk, losneembaar aan elkaar te bevestigen. Met die in uitsparingen grijpende nokken kan tevens een betrouwbaar aanslagmiddel worden bereikt voor het nauwkeurig en betrouwbaar en reproduceerbaar instellen van de vereiste tussenruimte tussen het aandrijfelement en het tegenhoudelement voor de goede werking van de slangepomp, zonder dat omslachtige insteloperaties aan de slangepomp vereist zijn. Voorts is met schuivend in elkaar grijpende behuizingdelen een bijzonder fraai uiterlijk voor de slangepomp te bereiken.By equipping one part of the slidingly interlocking housing parts with protruding cams which come to engage in corresponding recesses in the other housing part, a reliable mutual position locking can be ensured with only a minimum number of additional connecting means (screws, bolts, nuts, snap tongues and the like ) are required to detachably connect the housing parts, preferably conveniently. With these recesses engaging in recesses, a reliable stop means can also be achieved for accurately and reliably and reproducibly setting the required spacing between the drive element and the retaining element for the proper operation of the hose pump, without the need for laborious adjustment operations on the hose pump. Furthermore, with slidingly engaging housing parts, a particularly attractive appearance can be achieved for the hose pump.

In het hiernavolgende wordt de uitvinding nader toegelicht aan de hand van een niet-beperkend uitvoeringsvoorbeeld onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen. Hierbij toont:In the following the invention is further elucidated on the basis of a non-limiting exemplary embodiment with reference to the attached drawings. Hereby shows:

Figuur 1 een aanzicht in perspectief van de slangepomp volgens de uitvinding;Figure 1 shows a perspective view of the hose pump according to the invention;

Figuur 2 een aanzicht in perspectief, gezien vanaf de achterzijde, van een eerste behuizingdeel van de slangepomp van figuur 1; enFigure 2 shows a perspective view, seen from the rear, of a first housing part of the hose pump of figure 1; and

Figuur 3 een aanzicht in perspectief, onder dezelfde hoek als in figuur 1, van een tweede behuizingdeel van de slangepomp met verdere, zich daarin bevindende, onderdelen.Figure 3 is a perspective view, at the same angle as in Figure 1, of a second housing part of the hose pump with further parts contained therein.

De slangepomp 1 in figuur 1 is samengesteld uit twee afzonderlijke behuizingdelen 2, 3 welke nader zijn toegelicht in figuur 2 respectievelijk figuur 3. Het behuizingdeel 2 bepaalt grotendeels de voorwand 4 en de bovenwand 5 van de behuizing 1. In de voorwand 4 draagt het behuizingdeel 2 een venster 6, waardoorheen het inwendige van de behuizing zichtbaar is. Voorts draagt de voorwand 4 van het behuizingdeel 2 bij de onderkant een bout 7, waarmee de voorwand 4 vastgeschroefd wordt aan de onderwand 8 aan het tweede behuizingdeel 3 (schroefgat 9). De bout 7 is daartoe door een gat 10 in de voorwand 4 gestoken. Aan zijn bovenwand 5 draagt dit eerste behuizingdeel 2 voorts twee ter weerszijden uitstekende nokken 11 waarvan de functie verderop zal worden toegelicht. Met uitzondering van die nokken 11 is het eerste behuizingdeel 2 smaller uitgevoerd dat het tweede behuizingdeel 3. Het eerste behuizingdeel 2 bezit voorts twee tegenover elkaar gelegen "valse" zijwanden 12, welke bij samenstelling met het tweede behuizingdeel 3 vrijwel volledig worden afgedekt door de "echte" tegenover elkaar gelegen zijwanden 13 van het tweede behuizingdeel 3. De wanden 12 bepalen aan de binnenzijde een boogdeel 14 welke fungeert als tegenelement, zoals verderop nog nader wordt toegelicht. Tenslotte draagt de voorwand 4 van het eerste behuizingdeel 2 aan zijn onderrand een naar binnen uit de voorwand 4 uitstekende lip 15, waarvan de functie verderop nog nader wordt toegelicht.The hose pump 1 in figure 1 is composed of two separate housing parts 2, 3 which are further elucidated in figure 2 and figure 3 respectively. The housing part 2 largely determines the front wall 4 and the top wall 5 of the housing 1. In the front wall 4 the housing part bears 2 a window 6, through which the interior of the housing is visible. Furthermore, the front wall 4 of the housing part 2 carries a bolt 7 at the bottom, with which the front wall 4 is screwed to the bottom wall 8 to the second housing part 3 (screw hole 9). For this purpose the bolt 7 has been inserted through a hole 10 in the front wall 4. This first housing part 2 further carries on its top wall 5 two projections 11 projecting on either side, the function of which will be explained below. With the exception of the projections 11, the first housing part 2 is made narrower than the second housing part 3. The first housing part 2 furthermore has two opposite "false" side walls 12, which, when assembled with the second housing part 3, are almost completely covered by the " true "opposite side walls 13 of the second housing part 3. The walls 12 define on the inside an arc part 14 which functions as a counter element, as will be further explained hereinafter. Finally, the front wall 4 of the first housing part 2 carries on its lower edge a lip 15 projecting inwardly from the front wall 4, the function of which will be explained in more detail below.

Het tweede behuizingdeel 3 bezit voorts een steunplaat 16 om de slangepomp 1 bijvoorbeeld te bevestigen. In het tweede behuizingdeel 3 is een rotatie-element 17 opgenomen. Deze is samengesteld uit twee met tussenruimten opgestelde schijven 18 (slechts één zichtbaar) van ongeveer gelijke diameter welke coaxiaal zijn opgesteld en rond hun rotatieas zijn aangedreven, met daartussen drie rollen 19. Deze rollen 19 zijn over gelijke hoekafstanden langs de omtrek van de schijven 18 verdeeld opgesteld en zijn elk vrij roteerbaar rond een lagerpen 20, waarvan de uiteinden telkens aan de omtrek in de schijven 18 zijn ondersteund. Elke rol 19 steekt iets buiten de omtrek van de schijven 18 uit, zoals weergegeven. Rondom het rotatie-element 17, en telkens in contact met tenminste één van de rollen 19, is een slang 21 aangebracht in een open lusvorm. Deze slang 21 is hol en vervaardigd van rubberachtig of daarop gelijkend, elastisch verend materiaal. De slang 21 is met zijn uiteinden aangesloten op een toe- respectievelijk afvoerstomp 22. Zoals blijkt uit figuur 3, is de slang 21, maar ook het rotatie-element 17, gemakkelijk toegankelijk wanneer het eerste behuizingdeel 2 is weggenomen. Direct onder het rotatie-element 17 is een smeervlek 23 opgesteld. Dit smeervlek 23 steekt vanaf de steunplaat 16 naar binnen in de behuizing uit. Het smeervlek 23 bezit een gekromde contour welke een cirkelboogdeel beslaat en waarvan de vorm aangepast is aan de door de buitenkant van de rollen 19 beschreven omtreksbaan. Het smeervlak 23 bezit een geschikte bekleding (niet getoond) welke een smeermiddel afgeeft. De opstelling is zodanig, dat het smeervlak 23 telkens in glijdend of wrijvend contact treedt met een daarlangs bewegende rol 19, zodat telkens wat smeermiddel van het smeervlak 23 op de respectieve rol 19 wordt overgedragen. Ook kan het smeervlak 23 geschikt zijn om tegelijkertijd verontreinigingen van de daarlangs bewegende respectieve rol 19 te verwijderen. Beneden het smeervlak 23 en beneden het schroef gat 9 bevindt zich in de onderwand 8 van het tweede behuizingdeel 3 een trap of sprong 24. Die trap 24 is zodanig, dat de lip 15 aan het eerste behuizingdeel 2 daarin komt te grijpen bij de samenstelling volgens figuur 1. Aan de bovenzijde, dat wil zeggen aan de zijde tegenover de trap 24, is in de beide tegenover elkaar gelegen zijwanden 13, grenzend aan de steunplaat 16, telkens een uitsparing 25 uitgevoerd, voor het daarin opnemen van een nok 11 (zie figuur 1). Elke uitsparing 25 is naar boven toe geopend in de richting evenwijdig aan het vlak waarin de slang 21 is gelegen. Met andere woorden zijn de uitsparingen 25 geopend in de richting waarin het eerste behuizingdeel 2 uit het tweede behuizingdeel 3 kan worden geschoven (zie pijl λ in figuur 1).The second housing part 3 further has a support plate 16 for mounting the hose pump 1, for example. A rotation element 17 is included in the second housing part 3. It is composed of two spaced disks 18 (only one visible) of approximately equal diameter coaxially arranged and driven about their axis of rotation with three rollers 19 therebetween. These rollers 19 are equidistant angular distances along the circumference of the discs 18 arranged in a distributed manner and are each freely rotatable about a bearing pin 20, the ends of which are each supported circumferentially in the discs 18. Each roll 19 projects slightly outside the periphery of the disks 18 as shown. Around the rotation element 17, and in each case in contact with at least one of the rollers 19, a hose 21 is arranged in an open loop shape. This hose 21 is hollow and made of rubber-like or resilient elastic resilient material. The hose 21 is connected with its ends to a supply or discharge stub 22. As can be seen from Figure 3, the hose 21, but also the rotating element 17, is easily accessible when the first housing part 2 is removed. A lubricating spot 23 is arranged immediately below the rotating element 17. This lubrication spot 23 projects from the support plate 16 inwardly into the housing. The lubricating spot 23 has a curved contour covering a circular arc part and the shape of which is adapted to the circumferential path described by the outside of the rollers 19. The lubricating surface 23 has a suitable coating (not shown) which releases a lubricant. The arrangement is such that the lubricating surface 23 always comes in sliding or frictional contact with a roller 19 moving along it, so that some lubricant is transferred from the lubricating surface 23 to the respective roller 19 in each case. The lubricating surface 23 may also be suitable for simultaneously removing impurities from the respective roller 19 moving along it. Below the lubricating surface 23 and below the screw hole 9 there is a stair or jump 24 in the bottom wall 8 of the second housing part 3. This step 24 is such that the lip 15 on the first housing part 2 engages therein in the composition according to figure 1. At the top, i.e. on the side opposite the staircase 24, a recess 25 is formed in the two opposite side walls 13, adjacent to the supporting plate 16, for receiving a projection 11 (see figure 1). Each recess 25 is opened upwards in the direction parallel to the plane in which the hose 21 is located. In other words, the recesses 25 are opened in the direction in which the first housing part 2 can be slid out of the second housing part 3 (see arrow λ in figure 1).

Wanneer de beide behuizingdelen 2, 3 in elkaar zijn gepast (figuur 1), is het eerste behuizingdeel 2 met de nokken 11, de lip 15 en de bout 7 gefixeerd ten opzichte van het tweede behuizingdeel 3. Door losschroeven van de bout 7 kan aan de onderzijde de voorwand 4 iets naar buiten uit de behuizing 1 worden getrokken, zodat de lip 15 vrij komt van de trap 24. Daarna kan het eerste behuizingdeel 2 in de richting van de pijl A (figuur 1) ten opzichte van het tweede behuizingdeel 3 worden verschoven zodat de nokken 11 uit de respectieve uitsparingen 25 komen, en daarna het eerste behuizingdeel 2 geheel kan worden verwijderd. De "valse" wanden 12 passen nauwsluitend tussen de zijwanden 13 en zorgen daarbij voor een betrouwbare en nauwkeurige schuifgeleiding. Tegelijkertijd bepalen die "valse" zijwanden 12 met hun binnenzijde 14 een tegenhoudelement voor de slang 21. Aldus wordt de slang 21 opgesloten gehouden tussen het rotatie-element 17 en de binnenzijde 14 van die zijwanden 12. Met de rollen 19 wordt de slang 21 periodiek tegen de binnenzijde 14 samengedrukt, hetgeen de vereiste "peristaltische" pompbeweging opwekt. Door de nauwkeurige en betrouwbare geleiding van de wanden 12 en 13 onderling, en door de eenduidige aanslagwerking tussen de nokken 11 en de uitsparingen 25 is telkens, zonder omslachtige instelbewerkingen, de juiste tussenruimte tussen het rotatie-element 17 en het tegenhoudelement 14 (de binnenzijde van de wanden 12) te bereiken, en daarmee de geschikte opsluiting van de slang 21. Na het openen van de behuizing door het wegnemen van het behuizingdeel 2 kan de slang 21 gemakkelijk worden ontkoppeld van de stompen 22 en vervolgens in radiale richting ten opzichte van het rotatie-element 17 worden verwijderd. Voor een verdere nauwkeurige geleiding kunnen de wanden 12, 13 aan hun respectieve naar elkaar gekeerde vlakken zijn voorzien van een veer-en-groef-samenstel voor het bereiken van een vergrendeld verschuifbaar in elkaar grijpen. In dat geval kan dan, uitgaande van figuur 1, de voorwand 4 aan zijn onderrand, na verwijderen van de bout 7, niet meer iets naar buiten uit de behuizing worden getrokken om de lip 15 vrij van de trap 24 te krijgen. In dat geval vormt de lip 15 een snaptong en zou de bout 7 ook achterwege kunnen worden gelaten. Met een afzonderlijk gereedschap zal die lip 15 dan uit aangrijping met de trap 24 worden gebracht. Doordat de voorwand 4 aan de onderzijde verder doorloopt dan de "valse" zijwanden 2, valt de voorwand 4 iets over de onderwand 8 (zie figuur 1), hetgeen voordelig is voor een aantrekkelijk uiterlijk van de behuizing. Ook gunstig voor een aantrekkelijk ui terlijk is, dat de voorwand 4 aanzienlijk smaller uitgevoerd is dan de breedte-afmeting bepaald door de buitenzijden van de tegenover elkaar gelegen zijwanden 13, en die zijwanden 13, of daarmee verbonden verdere delen, eveneens een deel van de voorwand 4, maar ook van de bovenwand 5, bepalen, bijvoorbeeld met aantrekkelijke facetvorm 26, gevormd in overeenstemming met de vorm van de nokken 11.When the two housing parts 2, 3 are fitted together (figure 1), the first housing part 2 is fixed with the cams 11, the lip 15 and the bolt 7 relative to the second housing part 3. By unscrewing the bolt 7, on the underside the front wall 4 is pulled out slightly from the housing 1, so that the lip 15 is released from the staircase 24. Thereafter, the first housing part 2 can be moved in the direction of the arrow A (figure 1) relative to the second housing part 3 shifted so that the cams 11 come out of the respective recesses 25, and then the first housing part 2 can be completely removed. The "false" walls 12 fit snugly between the side walls 13 and thereby provide reliable and accurate sliding guidance. At the same time, those "false" side walls 12 with their inner side 14 define a retaining element for the hose 21. Thus, the hose 21 is kept enclosed between the rotating element 17 and the inner side 14 of those side walls 12. With the rollers 19, the hose 21 becomes periodic compressed against the interior 14, generating the required "peristaltic" pumping motion. Due to the precise and reliable guiding of the walls 12 and 13 with each other, and due to the clear stop action between the cams 11 and the recesses 25, the correct spacing between the rotating element 17 and the retaining element 14 (the inner side) is always without cumbersome adjustment operations. from the walls 12), and thereby reach the suitable confinement of the hose 21. After opening the housing by removing the housing part 2, the hose 21 can easily be disconnected from the stubs 22 and then in radial direction with respect to the rotation element 17 is removed. For further accurate guidance, the walls 12, 13 may be provided with a tongue-and-groove assembly on their respective facing surfaces to achieve a locked slidable engagement. In that case, starting from figure 1, the front wall 4 at its lower edge, after removing the bolt 7, can no longer be pulled out of the housing slightly to get the lip 15 free from the step 24. In that case the lip 15 forms a snap tongue and the bolt 7 could also be omitted. With a separate tool, said lip 15 will then be brought out of engagement with the step 24. Because the front wall 4 at the bottom extends further than the "false" side walls 2, the front wall 4 falls slightly over the bottom wall 8 (see figure 1), which is advantageous for an attractive appearance of the housing. It is also favorable for an attractive appearance that the front wall 4 is made considerably narrower than the width dimension determined by the outer sides of the opposite side walls 13, and said side walls 13, or further parts connected thereto, also part of the front wall 4, but also of the top wall 5, for example, with attractive facet shape 26, formed in accordance with the shape of the projections 11.

Claims

1. Hose porridge with a housing comprising a duct with flexible walls arranged between a driving element and a retaining element, which retaining element may also be a driving means, the driving element and the retaining element being formed and cooperating with that channel to generate a flow of a medium located in that channel, characterized in that the retaining element and / or the driving element are designed in such a way that they can be moved apart to release that channel, so that the channel between the driving element and the retaining element can be removed to take.

The hose pump according to claim 1, wherein the retaining element is part of the housing wall.

Hose pump according to claim 1 or 2, wherein the spacing between the retaining element and the driving element is substantially adaptable in the radial direction to remove said channel in a direction substantially perpendicular to that radial direction between the driving element and the retaining element.

Hose pump according to any one of the preceding claims, wherein the retaining element is part of two mutually arranged wall elements of which at least one of the wall elements is slidably guided on the housing.

Hose pump according to claim 4, wherein said wall elements define a top or bottom wall or side wall of the housing and said top or bottom wall is slidably guided on further side walls of said housing.

Hose pump according to any one of the preceding claims, wherein said channel is guided in an open loop around the drive element and is located in a plane substantially parallel to the direction in which the distance between the drive element and the retaining element is adjustable.

Hose pump according to any one of the preceding claims, wherein one of the walls of the housing contains a window through which the drive element is visible.

Hose pump according to any one of the preceding claims, wherein the drive element makes frictional or sliding contact with a lubricator for lubricated contact between the drive element and that channel.

Hose pump according to any one of the preceding claims, wherein the housing is composed of two separate parts which can be slidably interlocked by means of groove and spring connections, one housing part carrying the drive element and the channel, and the other housing part carries the retaining element and wherein said housing parts are slidably interlockingly guided substantially parallel to the direction in which the spacing between the retaining element and the driving element is adjustable.

Hose pump according to claim 9, wherein, relative to the direction in which the housing parts are slidable, one of the housing parts is made narrower and has locally protruding locking members on one side or on both sides, each suitable for engaging in a respective recess in the housing. another housing part, which respective opening is opened in the direction parallel to the plane in which the housing parts are mutually slidable, but not in a direction perpendicular thereto.