NL9500435A - Schoen met hak. - Google Patents

Description

Schoen met hak.

De uitvinding heeft betrekking op een schoen voorzien van een hak, waarbij in de zool een brugdeel is opgenomen ter verstijving van het onderwerk van de schoen van hak tot voorvoetdeel, dat wil zeggen tussen de op afstand van elkaar gelegen gebieden waar de zool van de schoen steun vindt op een ondergrond. De uitvinding heeft voorts betrekking op een dergelijk brugdeel.

De zool van een schoen is doorgaans opgebouwd uit, van boven naar beneden beschouwd, een binnenzool, een tussenzooi en een loopzooi. Bij in van een hak voorziene schoenen is in de zool een dergelijk brugdeel, ook wel genaamd cambreur, opgenomen. Dit brugdeel heeft dan de vorm van een enigszins gebogen stalen of houten strip, die 10 è 12 cm lang is en ongeveer 2 cm breed. Het brugdeel kan verzonken of ingebed zijn in de tussenzooi en zich aan de achterzijde uitstrekt tot enigszins onder de hiel.

Voor schoenen met zolen, waarvan de tussenzooi vrij hard is, zijn dergelijke brugdelen wel geschikt gebleken.

Met de toenemende kennis over de bewegingsleer en met betrekking tot lichaamshoudingen en de invloed op het lichaam van de wijze waarop voeten van mensen worden ondersteund door een schoen, is het inzicht geboren dat het voor het lichaam van een gebruiker gunstig is wanneer de voet op veerkrachtige wijze ondersteund wordt. Het belang van een veerkrachtige ondersteuning voor de voeten zal steeds groter worden, daar de oppervlakken die betreden worden door mensen steeds vaker gevormd worden door harde materialen. Het is dus van belang om schoenen te voorzien van veerkrachtige zolen.

Bij schoenen die hakloos zijn, ook wel aangeduid als schoenen met sleezolen, levert het uitrusten van de schoen met een veerkrachtige zool geen problemen op. De zool zal immers over haar volledige oppervlak ondersteund kunnen worden door de ondergrond. Een doorzakprobleem is daarbij niet aanwezig, zodat een verstijving niet nodig is.

Anders ligt dit bij van een hak voorziene schoenen. Daar zal de veerkrachtige tussenzooi ter plaatse van het niet door de ondergrond ondersteunde gedeelte van de zool verstijfd dienen te worden, bijvoorbeeld met behulp van het voornoemde brugdeel of cambreur. De bekende cam-breur zou echter de veerkrachtige werking van de tussenzooi voor de hiel in sterke mate teniet doen, omdat deze enige centimeters in het gebied doorloopt, waar de hiel steun vindt. Bovendien kan de veerkrachtige tussenzooi beschadigd raken ter plaatse van het achtereind van het brugdeel, vanwege de bewegingen van het materiaal langs die rand als gevolg van samendrukking en relaxatie daarvan .

De uitvinding heeft nu tot doel een schoen van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die althans ter hoogte van de hak voorzien is van veerkrachtig materiaal in de zool voor veerkrachtige ondersteuning van de hiel van de gebruiker, waarbij ondanks de verstijving als gevolg het brugdeel het veerkrachtige effect voor de hiel van de gebruiker behouden is.

Een verder doel van de uitvinding is een dergelijke schoen te verschaffen, waarbij de kans op scheurvorming in de veerkrachtige tussenzooi gering gehouden is.

Hiertoe verschaft de uitvinding een schoen, voorzien van een hak, waarbij de schoen een zool heeft, die omvat een eerste zoolgedeelte, dat vooraan gelegen is bestemd is voor ondersteuning van het bal- en teengebied van de gebruiker, een tweede gedeelte, dat zich achter, ter plaatse van de hak bevindt en bestemd is voor ondersteuning van het hielgebied van de gebruiker, en een tussenliggend derde gedeelte, dat zich vanaf de hak naar voren en neerwaarts uitstrekt naar het eerste zoolgedeelte om het eerste en het tweede zoolgedeelte met elkaar te verbinden, waarbij het derde zoolgedeelte middels een verstijving verstijfd is tegen doorzakking, althans het tweede zoolgedeelte een gedeelte omvat dat bestaat uit veerkrachtig materiaal, en waarbij de verstijvingsplaat zich uitstrekt tot nabij het achtereind van het tweede gedeelte en voorzien is van een uitsparing ter plaatse van een gebied daarvan, dat beneden een centraal gebied van de hiel van de gebruiker gelegen is.

Door de maatregelen volgens de uitvinding wordt bereikt dat de zool, waar dat nodig is, door de plaat voldoende verstijfd wordt, maar toch een optimaal veerkrachtige ondersteuning voor de hiel gerealiseerd kan worden.

Bij voorkeur is de uitsparing in de verstij-vingsplaat gevormd als een omlopend, door het plaatmateriaal omgeven gat. Dit heeft bij voorkeur de vorm van een langgat, dat gelijkvormig is aan de onderzijde van de hiel en waarvan de hoofdas zich in de richting van de lengte van de schoen uitstrekt. Hierdoor wordt de hiel aan de randen rondom ondersteund, met behoud van de veerkrachtige ondersteuning voor het centrale, hoofdgedeelte van de onderzijde van de hiel, zodat de ondersteuning van de voet door de schoen stabieler en wordt de kans op zwikken verkleind wordt. Doordat de plaat zich tot nabij het achtereind uitstrekt wordt voorts verdraaiing van de plaat in het verticale vlak tegengegaan.

De verstijvingsplaat is bij voorkeur vervaardigd van een kunststof, bij voorkeur polstyreen (slagvast). De verstijvingsplaat is in lichte mate elastisch buigbaar, om met behoud van haar verstijvende functie de zool toch voldoende soepel te laten zijn voor het comfort.

Het gebruik van kunststof maakt het mogelijk om de verstijvingsplaat te spuitgieten en te voorzien van bijzondere voorzieningen. Zo kan men aan de bovenzijde en/of aan de onderzijde van de verstijvingsplaat ribben aanvormen, die zich bij voorkeur in langsrichting uitstrekken. De verstijvingsplaat, die verzonken of ingebed is in het veerkrachtige materiaal van de zool, wordt daardoor tegen verschuiving, in het bijzonder in dwars-richting, tegengehouden. De langsribben kunnen bovendien een verstijvende functie hebben, waardoor de plaat op zich relatief dun uitgevoerd kan worden. Een andere mogelijk is om gaten aan te brengen in de verstijvingsplaat. Hierdoor dringt het veerkrachtige materiaal in de verstijvings-plaats, waardoor de ligging van de verstijvingsplaat in het veerkrachtige materiaal verder verzekerd is.

De uitvinding zal hieronder toegelicht worden aan de hand van een in de bijgevoegde tekening weergegeven voorbeelduitvoering van de schoen en de verstijvingsplaat volgens de uitvinding.

Getoond wordt in: figuur 1 een bovenaanzicht op een verstijvingsplaat volgens de uitvinding; figuur 2 een onderaanzicht op de verstijvingsplaat van figuur 1; figuur 3 een doorsnede volgens III-III van de verstijvingsplaat volgens de figuren 1 en 2; figuur 4 een schematische weergave van een relevant deel van een schoen, waarbij de verstijvingsplaat van de figuren 1-3 opgenomen is; en figuur 5 een impressie van de schoen van figuur 4, tijdens gebruik.

De verstijvingsplaat of cambreur 1 die weergegeven is in de figuren 1 en 2 omvat een plaatvormig lichaam 3 van kunststof, zoals polystyreen, dat een voorste plaatvormig deel 3a omvat en een daarachter gelegen omlopende strook 3b, 3c en 3d, die met het plaatdeel 3a een gat 4 bepaalt. Het gat 4 is in hoofdzaak gelijkvormig aan de (horizontaal genomen) omtrek van de hiel van de gebruiker van de schoen waarin de cambreur 1 opgenomen zal worden.

De onderzijde van de cambreur 1 is voorzien van een aantal zich in langsrichting uitstrekkende ribben 6, 7 en 10, waarbij de langsribben 10 zich uitstrekken tot nabij de achterste plaatstrook 3c. Aan de bovenzijde, weergegeven in figuur 1, zijn eveneens ribben aangevormd, en wel zich in langsrichting uitstrekkende ribben 8, 9 en een vooraan gelegen, in hoofdzaak dwars daarop staande ribbe 11.

Aan de bovenzijde is de cambreur tevens voorzien van een aantal uitsteeksels, hier ongeveer 2 mm hoge pennetjes 12, die aangevormd zijn op de plaatstroken 3b, 3c en 3d. De cambreur 1 is verder voorzien van een aantal gaten 5.

De in de figuren 4 en 5 af geheelde schoen 2 is voorzien van een hak. In de zool van de schoen zijn daardoor in langsrichting drie hoofdgedeelten te onderscheiden, te weten het (slechts voor een klein deel weergegeven) voorste zooldeel A, waar de bal en de tenen van de voet ondersteund worden en de schoen steun vindt op een ondergrond, het achterste gedeelte C, waar de hak van de schoen zich bevindt en de hiel van de gebruiker ondersteund wordt, en een tussenliggend middengedeelte B, waar de zool zich op afstand van de ondergrond zal bevinden en een ruimte 25 vrij zal blijven. Om doorzakking van dat gebied van de zool te voorkomen wordt de cambreur 1 in de schoen 2 opgenomen, waarbij de cambreur tevens de elastische eigenschappen van de zool met het oog op verhoging van het comfort en/of gezondheid van voor de gebruiker kan beïnvloeden.

Ook in verticale richting kunnen verschillende gebieden in de zool worden onderscheiden. De bovenkap 21 van de schoen 2 wordt onderaan begrensd door de binnenzool 22, die gehecht is op en ondersteund wordt door de tussen- zool 23, die hier vervaardigd is van geschuimd elastisch polyurethaanmateriaal. Deze tussenzooi 23, die zich over de gehele lengte van de schoen uit kan strekken, wordt op haar beurt ondersteund door de daaraan gehechte loopzooi 24, die vervaardigd is van relatief slijtvast materiaal.

Binnen het geschuimde polyurethaanmateriaal van de tussenzooi is ingebed de cambreur 1 volgens de uitvinding. De voorste rand 13 is hierbij nabij de overgang tussen de voornoemde zoolgebieden A en B gelegen, terwijl de achterrand 14 nabij de achterkant van de schoen 2 gelegen is. Hierdoor bevindt het gat 4 van de cambreur 1 zich als het ware midden beneden de onderzijde van de hiel van een gebruiker, wanneer zijn voet opgenomen is in de scboen 2.

De hiel van de voet van de gebruiker zal hierdoor bij elke loopbeweging contact kunnen maken met het materiaal van de (zachte) binnenzool en, indirect, met het elastische polyurethaanmateriaal van de tussenzooi. Door het polyurethaanmateriaal van de tussenzooi wordt de druk van het lichaam op elastische wijze opgevangen. De tussenzooi en binnenzool zullen hierdoor de beweging van de hiel tijdens het neerdrukken en lichten daarvan in vergaande mate kunnen volgen, waardoor stootbelastingen en stootont-lastingen op de gewrichten in voet en benen aanzienlijk worden verminderd, zodat de kans op beschadiging van de gewrichten en daarmee op arthrose verminderd wordt. Nochtans is de zool van de schoen 2, ondanks de functionerende aanwezigheid van polyurethaanmateriaal in de tussenzooi van een van een hak voorziene schoen, toch voldoende stijf in het zoolgebied B.

Dat het gat 4 omgeven is door stroken 3b, 3c, 3d van plaat 2 heeft het voordeel, dat de randgebieden van de onderzijde van de hiel rondom steun kunnen vinden wanneer het meer centrale ondersteuingsgebied van de hiel tot in het gat 4 is komen te drukken. De hiel wordt hierdoor op stabiele wijze ondersteund en rechtgehouden, ondanks de aanwezigheid van het elastische polyurethaanmateriaal in de tussenzooi. De kans op verzwikken van de enkel wordt hierdoor verkleind.

De plaats van de cambreur 1 in het polyurethaan schuimmateriaal van de tussenzooi wordt verzekerd met behulp van de ribben 6-11, alsook door de gaten 5. De pennetjes 12 laten ruimte tussen de binnenzool en de cambreur. Tijdens het schuimen van het tussenzoolmateriaal wordt de cambreur geheel ingekapseld en verankerd aan de binnenzool. Tevens geeft de als gevolg van de pennetjes gerealiseerde 2 mm tussenlaag extra comfort aan de schoen.

Claims (12)

1. Schoen voorzien van een hak, waarbij de schoen een zool heeft, die omvat een eerste zoolgedeelte, dat vooraan gelegen is bestemd is voor ondersteuning van het bal- en teengebied van de gebruiker, een tweede gedeelte, dat zich achter, ter plaatse van de hak bevindt en bestemd is voor ondersteuning van het hielgebied van de gebruiker, en een tussenliggend derde gedeelte, dat zich vanaf de hak naar voren en neerwaarts uitstrekt naar het eerste zoolgedeelte om het eerste en het tweede zoolgedeelte met elkaar te verbinden, waarbij het derde zoolgedeelte middels een verstijving verstijfd is tegen doorzak-king, althans het tweede zoolgedeelte een gedeelte omvat dat bestaat uit veerkrachtig materiaal, en waarbij de ver-stijvingsplaat zich uitstrekt tot nabij het achtereind van het tweede gedeelte en voorzien is van een uitsparing ter plaatse van een gebied daarvan, dat beneden een centraal gebied van de hiel van de gebruiker gelegen is.

2. Schoen volgens conclusie 1, waarbij de uitsparing in de verstijvingsplaat gevormd is als een omlopend door het plaatmateriaal omgeven gat.

3. Schoen volgens conclusie 2, waarbij het gat de vorm heeft van een langgat, dat gelijkvormig is aan de onderzijde van de hiel en waarvan de hoofdas zich in de richting van de lengte van de schoen uitstrekt.

4. Schoen volgens conclusie 2 of 3, waarbij het gat in de verstijvingsplaat tenminste aan de beide zijranden en aan de achterrand omgeven is door een strook van het materiaal van de verstijvingsplaat.

5. Schoen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het materiaal van de verstijvingsplaat een kunststof is, in het bijzonder polystyreen (slagvast).

6. Schoen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verstijvingsplaat in lichte mate elastisch buigbaar is.

7. Schoen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het gedeelte van het tweede zoolgedeelte met veerkrachtig materiaal het gebied tussen de eigenlijke loopzooi en de binnenzool van de schoen aldaar althans nagenoeg vult.

8. Schoen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij althans ter plaatse van het tweede zoolgedeelte de verstijvingsplaat verzonken is in het veerkrachtige materiaal van de zool.

9. Schoen volgens conclusie 8, waarbij althans ter plaatse van het tweede zoolgedeelte de verstijvingsplaat ingebed is in het veerkrachtige materiaal van de zool.

10. Schoen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verstijvingsplaat aan de bovenzijde en/of aan de onderzijde voorzien is van ribben, die zich bij voorkeur in de langsrichting uitstrekken.

11. Schoen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verstijvingsplaat voorzien is van gaten.

12. Verstijvingsplaat, kennelijk bestemd voor opname in een schoen volgens een der conclusies 1-11.